Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Dag 3: Van Trasaghis nr Udine

Om 6:30 zonder wekker wakker geworden. Dat is ook nodig want er moet nog aan de blog gewerkt worden en Gertrude moet het allemaal nog eens nalezen. Ik kijk ook eens snel door het venster en zie dat alles goed nat ligt. Het zal dus wel stevig geregend hebben maar ik heb niets gehoord. Ik moet dus wel goed geslapen hebben. Enfin, nu is het niet meer aan het regenen dus zijn we tevreden. De lucht ziet er hier en daar wel dreigend uit. We zullen dus moeten afwachten wat het wordt. De weersvoorspellingen zijn niet fantastisch. Om 8 uur zijn we afgesproken voor het ontbijt. In de ontbijtruimte zijn alle tafeltjes netjes per twee personen gedekt, Corona oblige. Aangezien de tafeltjes niet bij elkaar mogen geschoven worden is de enige oplossing voor ons zevenen “verbannen” te worden naar de bar / restaurant van gisterenavond waar we aan een grote tafel voor 8 kunnen zitten. We stellen vast dat men de zaken vrij serieus opneemt in Italië.

Om 9 uur staan we gepakt en gezakt klaar voor vertrek. Uit de dreigende wolken vallen net op dat moment een paar druppels regen die zodra we beginnen te fietsen een vermenigvuldigingsdans inzetten. Onze eerste opdracht van de dag is het pasje dat we gisteren moesten over trekken in de andere richting doen. Naarmate we de berg beklimmen begint het harder te regenen Ik ondervind dat een ganse pas over rijden op Eco ondersteuning geen spek voor mijn bek is en ik vraag na een tijdje dan ook wat extra assistentie van de batterij. Ik zou kunnen zeggen dat het ligt aan de extra kilo die sherpa Patrick moet naar boven sleuren of dat ik vandaag geen goede benen heb maar ik denk dat het gewoon aan de leeftijd ligt. Ik probeer me aan een volkswijsheid recht te houden. Men zegt dat er door de regen veel zuurstof in de lucht komt. Waar die extra zuurstof moet vandaan komen heb ik nooit begrepen maar ik hoop dat het klopt want ik kan elke molecule goed gebruiken. Ondertussen stroomt de zuurstof (en de regen) in bakken uit de lucht waardoor het water over de weg stroomt. Dat maakt de afdaling toch wel wat gevaarlijk. Gelukkig is er geen van ons die een Evenepoeleke doet. Daar is na een tijdje dan ook geen goede reden meer voor want nog voor we de berg volledig beneden is het opgehouden met regenen. De K-Waytjes mogen dan ook weer opgeborgen worden.

Kort daarna komt de zon er zelfs door waardoor we ons zorgen maken over of we ons niet hadden moeten insmeren. Na 10 km komen we op het punt waar we moeten beslissen of we de klassieke Ciclovia of de speciale voor racefietsen gaan nemen. We besluiten het erop te wagen. De strade bianche die we tot nu onder de wielen gekregen hebben zijn niet desastreus voor onze koersfietsende medestanders geweest dus nemen we het “berekende risico”. Het gevolg is dat we vrijwel onmiddellijk een stukje vrij rudimentaire gravel te verwerken krijgen. Dat blijft zo voor de volgende 10 km die we goed doorkomen. Ik vraag me hierbij af hoe het kan dat er nog steeds bergen in de Dolomieten zijn met al de dolomiet die overal uitgestrooid ligt.

Rond 11 uur zijn we in het stadje Buja. Daar is de weg onderbroken voor een soort volksfeest. Dat is wat raar op een woensdagvoormiddag. Het blijkt echter dat op het dorpsplein een groot scherm opgesteld is waarop een honderdtal inwoners van Buja de strijd tussen Italië en Denemarken voor het Olympisch goud in de discipline achtervolging in ploeg op de baan aan het strijden zijn. De strijd is op het scherpst van de snee. Nu eens liggen de Italianen voor en is het gejoel niet uit de lucht, dan weer lijken de Denen de bovenhand te nemen en dan wordt het muisstil. Een Bujanees komt ons zeggen dat Jonathan mee doet. Jonathan blijkt Jonathan Milan te zijn een geboren en getogen Bujanees. Uiteindelijk winnen de Italianen wat de lokale Don Camillo er toe aanzet de klokken uit volle macht te laten luiden … speciaal voor Jonathan.

Daarna rijden we verder naar het volgende dorpje waar we de inwendige mens sterken in restaurant Het Witte Paard. Rond 1:15 is dit gebeurd en vertrekken we voldaan voor de laatste 20 km richting Udine. Niet lang daarna begint het weer te regenen. Gelukkig zijn we net in een klein dorpje waardoor we de korte maar hevige plensbui kunnen trotseren vanonder het overstekend dak van een sociaal centrum. Voilà, dat centrum heeft weer eens zijn sociale waarde getoond. Na een 10-tal minuten kunnen we weer verder. De weg brengt ons langs een skatepark in een voorstad van Udine. Daar kunnen de grootste, de kleinste en de twee tussenmaten zich 5 minuutjes amuseren door met de fiets op en af de ramps te rijden want er is anders niemand in de buurt. Na dit intermezzo werken we de laatste 5 km af. In een stad rijden is altijd een beetje een avontuur. Udine is daarop geen uitzondering met hele stukken waar voetgangers en fietsers de weg moeten delen, met rotondes met zebrapaden alom die door de meeste chauffeurs genegeerd worden, enz.

Uiteindelijk komen we in het Clochiatti Next hotel toe waar onze valiezen al netjes op ons staan te wachten. We kunnen onze fietsen stallen in een soort tuinhuisje en ons dan opmaken voor een derde keer nat zijn. Deze keer is het echter wel een keuze van onszelf want we besluiten daarvoor in het zwembad te duiken. Het water is fris maar met zijn 26° C duidelijk warmer dan gisteren. Alleen Oma en Lies kunnen de verlokking van een verfrissende duik weerstaan. Het wordt nog plezanter wanneer ik een glas Prosecco aangeboden krijg van de man van de receptie. Hij vertelt erbij dat dit een speciale attentie is van Anna. Basis daarvan was een inside joke maanden geleden toen de reservaties geregeld werden. Wel knap dat Anna dit nog weet en zich aan haar woord houdt. Verdere uitleg zal ik indien gewenst later wel eens geven.

Na een douche is het tijd om Udine te ontdekken. De receptionist is zo vriendelijk geweest een tafel in een nabijgelegen restaurant te bestellen (en een digestief te negotiëren) dus daar hoeven we ons geen zorgen meer over te maken. Het historisch centrum heeft niet veel “wow gebouwen of uitzichten” maar is zeker een wandelingetjes van een uur of twee waard. De invloed van Venetië heeft hier zich duidelijk laten voelen in de gebouwen. Een dogen-achtig paleis, de alomtegenwoordige gevleugelde leeuw , symbool van Venetië, enz. Het stadje (ongeveer 100’000 inwoners) is levendig van de Udinezen en toch ook wel van toeristen afgaand op de verschillende talen die men hoort. Na het aperitief op één van de vele piazza’s is het tijd voor het serieuze culinaire werk. De porties in restaurant Maison zijn gigantisch. Jasper en ik hebben een Cordon Bleu besteld waarmee we het ganse gezelschap hadden kunnen voeder. Jammer voor ons hebben de anderen ook respectabele hoeveelheden voedsel te verwerken waardoor de goede wil van Tom niet volstaat om mijn bord leeg te krijgen. Gelukkig komt de Limoncello de vertering van iedereen die de vinger opsteekt ter hulp..

Nu zou het tijd moeten zijn voor de blog maar de drang om vertering neemt de bovenhand en de blog wordt dus naar morgen vroeg verschoven.

Reacties

Reacties

Wilfried

Het is afzien: gravel, bergen, regen, het vele eten...
Is dat nog wel vacantie?

Nicole

Ik vind dat jullie zeer moedige mensen zijn !!

Luc

Wielrenners kunnen afzien, voetballers kunnen discussiëren. Afzien kan nadien deugd doen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!