Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Dag 6: Lanin Nationaal Park

We staan op om zo vroeg mogelijk te kunnen ontbijten (= 8:00). Er wacht ons namelijk vandaag een lange dag (er zijn er nog niet veel andere geweest) met onder andere de terugrit naar Bariloche. Het plan is om eerst verder naar het Noorden te rijden om daar langs de noordelijke oever van het Huechuafquen (ik vermoed dat de Mapuche indianen een goede reden hadden om met die naam op te komen) meer tot aan het Paimun meer door te rijden. Het is een zonnige dag, wel nog een beetje frisjes (12° C om 9 uur) maat het is weer een staalblauwe hemel die het beste laat vermoeden. De weg op de noordoever (en alle oevers) is “ripio”. Trouwe en aandachtige lezers (dat zijn al meteen twee serieuze criteria) weten natuurlijk wat ripio is. Iedere keer we ons op die ripio begeven moeten zowel Gertrude als ik aan onze veelvuldige “platte tube avonturen” in Namibië denken (dezelfde opmerking over trouwe en aandachtige lezers als in het vorige zinnetje is hier van toepassing). Het feit dat men hier meer afgeronde steentjes en stenen heeft (in tegenstelling tot hun scherpe collega's in Namibië) speelt in ons en in onze banden’s voordeel.

Onderweg krijgen we Lanin, een alleenstaande vulkaan van 3750 m hoog, te zien. Vulkaan Lanin, die zijn naam gegeven heeft aan het Nationaal park, doet aan Mt Fuji denken met zijn volledig alleenstaande positie en zijn witte kruin. Het beeld dat we van Lanin te zien krijgen lijkt perfekt op de afbeeldingen die men via Mr. Google vindt (ge moet maar eens kijken, een nieuwe fotoserie wordt eerstdaags geplaatst) en waarvan men denkt “ja, ja zo kan het zijn maar zo zullen wij het nooit zien”. Wel, voor ons is dit niet het geval. We zien in het echt wat Mr. Google ons voorschoteld. Het ziet er dus naar uit dat we ons hartje zullen kunnen ophalen gedurende de paar wandelingetjes die ik vooraf uitgestippeld had. Maar dat is buiten de waard gerekend. De waard is deze keer de ranger(ette) aan de ingang van het nationaal park (na 23 km ripio). Ze weet ons te vertellen dat de wandelingen die we gepland hadden, gesloten zijn omwille van de sterke wind. We denken dat de rangerette een mietje is en bovendien is er quasi geen wind waar we nu staan = op een 15 km van het “oog van de storm”. De rangerette is echter erg vriendelijk zij het kordaat en probeert ons een alternatief voor te stellen. Eerst komt ze op de proppen met een catamaran tochtje op het Paimun meer. Dit is voor ons geen optie omdat de catamaran maar om 3 pm uitvaart. Bovendien lijkt een boottochtje van 2 uur in stormwind geen fantastisch idee.

Dan legt ze een beter idee op tafel. Ze stelt voor dat we terugrijden en 55 km verder (op asfalt) naar het Noorden een andere ripio weg (slechts 10 km) nemen die ons tot aan de voet van de Lanin vulkaan zal brengen. Rond 12:30 hebben we de 55 en de 10 km verteerd en staan we aan de voet van de vulkaan die ook de grens tussen Argentinië en Chili vormt. Het is een impressionant zicht waarbij het groen van het bos ter hoogte van de parking, het blauw van de lucht en het wit van de gletchers op de slapende (laat hem dat minstens nog maar een paar uur doen) vulkaan voor een fantastisch contrast zorgen. In het ranger station moeten we ons registreren omdat we verder dan het eerste plateau willen gaan. We willen namelijk een tweetal uur stappen in de hoop zo hoog mogelijk te geraken. Dat gaat niet zonder eerst onze bergschoenen te laten inspecteren door de rangers. Zonder degelijk schoeisel laten ze niemand aan de beklimming voorbij het eerste plateau beginnen. Ik neem aan dat ze al toeren tegengekomen zijn met mensen die zonder enige voorbereiding en zonder de juiste uitrusting aan de beklimming begonnen zijn.

Na het eerste plateau is een stevige bergschoen geen overbodige luxe. Het is namelijk al zeer steil en men moet op een mengsel van losse stenen / steentjes en lava zand van het Ahah type (= een lavasoort waarin veel gasbelletjes opgesloten gezeten hebben waardoor een erg ruw (in tegenstelling tot Pahoehoe dat zich als gestolde als strengen voordoet) uitzicht bekomen wordt. Opnieuw, trouwe lezers weten dit allemaal al (zie blog Galapagos) en voor hen is dit maar een snelle herhaling. We beklimmen de morene die de lavastromen achtergelaten heeft. Nu is het erg steil maar dat is maar Ă©Ă©n kant van het verhaal. De andere kant is de wind. Het waait zo hard dat we (en we kunnen toch niet echt lichtgewichten genoemd worden) regelmatig uit ons evenwicht geblazen worden. De rangerettes hadden gelijk over de wind, die blijkbaar nog heftiger is aan de andere kant van de vulkaan.

We gaan van 1100 m tot 1800 m hoogte en krijgen op die manier een mooi zicht op de vulkaan die boven ons uit torent en op de omgeving die aan onze voeten ligt. Maar dan moeten we het, omwille van de wind maar ook omwille van tijdsgebrek (we moeten nog een kleine 400 km terug naar Bariloche) voor bekeken houden. In het bos richting parking zien we een waarschuwing voor puma’s. We zijn zo aandachtig aan het rondrijken om puma’s te spotten dat we het slangetje / addertje dat plots voor Gertrude het pad oversteekt nauwelijks op tijd zien. Dat addertje moet van onder het gras geslopen zijn. Op de terugweg via Junin de los Andes nemen we twee kerels, die daar aan het bureau van de parkwachters rondhingen, mee. Ze vertellen dat ze vandaag geprobeerd hebben de Lanin te beklimmen maar dat ze op 3000 m gestrand zijn omdat het te gevaarlijk werd door de sterke wind. Het doet deugd te horen dat we niet de enigen zijn die (bijna) weggeblazen werden

Na de twee afgezet te hebben rijden we via Confluentia terug naar Bariloche. We hebben voor deze weg gekozen omdat we op die manier een herhaling van de Camino Siete Lagos vermijden. Bovendien is dit alternatief 50 km korter en dus sneller. De terugweg valt erg goed mee ook omdat we op die manier een 50-tal km ten noorden van Bariloche door de Valle Encantado rijden. Dit is een vallei waarin erosie erg mooie rotsformaties gecreëerd heeft.

Rond 7 uur kunnen we weer in ons hotel van gisteren inchecken, een snelle douche nemen en op raad van de receptionist van het hotel naar het (voor hem althans) beste steak house van Bariloche gaan. De man heeft overschot van gelijk. Gertrude bestelt een halve portie fillet migon (= 250 g) en ik een halve portie rib eye (300 g). Wat we voorgeschoteld krijgen, beantwoordt aan onze wildste dromen. Dat is waar we al dagen voor lopen te watertanden. De Malbec die erbij geserveerd wordt doet zijn wijnmaker alle eer aan, waardoor we moe en tevreden naar ons hotel kunnen terug wandelen. De dag zit er echter nog niet volledig op omdat geen dag compleet is zonder blog. Dat is jammer genoeg slechts de aanzet. Het eten … en het drinken zorgt dan wel voor zeer veel inspiratie … maar voor zeer weinig doorzettingsvermogen waardoor ik gisteren en vandaag verder moet werken aan de blog die eigenlijk eergisteren had moeten gepost worden. Hopelijk slaag ik er nog in de opgelopen achterstand in te halen.

Reacties

Reacties

Wilfried

Gelukkig voor ons dat de steak -malbec aan het einde van de dag komen...het zou een "mager beestje worden"

luc

We willen een beetje meegenieten. Ik haal uit de kelder een Malbec om op temperatuur te komen. Tegen vanavond is die goed op dronk en drinken we een glaasje op jullie gezondheid.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!