Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Trektocht naar de nomaden

Shishish (of zo iets had Abdullah op ons briefje geschreven) blijkt niet lamsschenkel maar 6 (shi) koteletjes (shish) op een spit te betekenen. Dit is geen probleem want koteletjes is een deel van het lam (het enige?) dat we nog niet gegeten hebben en bovendien eten we dit erg graag. We hebben nog niet gans ingestemd met de koteletjes of daar komt de eerste schotel al: elk een potje yoghurt met een plat brood. We zijn nog maar pas gestart met dat brood en yoghurt of we worden gevraagd aan het saladebuffet aan te schuiven. Dan zijn we nog maar pas terug zijn van de ravitaillering aan het saladebuffet of de koteletjes maken al hun opwachting waarbij de patron zegt dat we sneller moeten eten, want dat de koteletjes anders koud zullen worden. Daar heeft de brave man een punt, maar hij moet begrijpen dat niet iedereen zo snel eet als Abdullah en alle andere Iraniërs die we al bezig gezien hebben.

Enfin, geen gezaag, alles is erg lekker en we kunnen, de massale hoeveelheid rijst niet te na gesproken, ons bordje leeg maken zonder overtoeterd te zijn. Goed dat we maar één hoofdschotel besteld hebben.

Na een rustig nachtje worden we om 8 uur opgehaald door Abdullah. We rijden een kleine 2 uur in noordelijke richting, waarbij we geleidelijk meer en meer stijgen. We stoppen onderweg om een paar flessen water, een brood en wat bananen te kopen. Hiermee zouden we voldoende moeten voorbereid zijn om de berg die we in ons vizier hebben te beklimmen.

Aan de start van de wandeling is het veel moeilijker parkeren dan in Persepolis. Dit heeft natuurlijk te maken met de grootte van de parking maar ook met het aantal auto’s. Het is natuurlijk vrijdag (= zondag) en dat zal wel verklaren waarom hier zoveel mensen zijn. We weten ondertussen al dat picknicken in familieverband de nationale hobby is dus is het niet onlogisch dat hier veel mensen samengetroept zijn.

We beginnen te stappen en voelen onmiddellijk dat we hier al op een respectabele hoogte zijn. We weten niet exact hoe hoog het vertrekpunt is, maar het moet toch een stukje boven de 2000 m zijn. Met een goed gevulde rugzak begin ik als een echte professionele muilezel te stappen. Abdullah ziet er menselijker uit (zij het minder pro) want hij loopt hier rond met alleen een papieren zakje met een reclame van Mango op. Naarmate we verder stijgen komen we meer en meer mensen tegen die weer naar beneden komen. Ik denk niet dat er één is die niet “hello” zegt en vraagt waar we vandaan komen en ons welkom heet in Iran. Zo ongeveer 1 op 5 gaat verder en begint iets wat op een gesprek zou kunnen lijken, mocht de taalbarrière niet zo groot zijn (mijn Farsi lijkt nl. op niet veel … en zeker niet op Farsi). Zo ongeveer 1 op 10 gaat nog een stapje verder en wil met mij op de foto. Ze hebben waarschijnlijk nog nooit een muilezel met een zonnehoed op gezien.

Naast echte Iraniërs zien we ook op verschillende plaatsen nomadententen. De nomaden hier zijn Qashqai (welbekend bij de Nissan bezitters). Die mannen (en ik veronderstel ook hun vrouwen) spreken Turks maar ook Farsi omdat ze met hun moedertaal, het Turks dus, hier niet veel meer dan rondtrekken met hun schapen en geiten kunnen aanvangen. Meestal zijn er zo’n 300 dieren (schapen en geiten) in één kudde. Een paar herdershonden zorgen voor orde in de horde en meestal staat een (muil)ezel van op afstand alles te bekijken. Die moet namelijk alleen maar werken als de nomaden besluiten zich te verplaatsen = alleen als ze moeten = na de zomer of wanneer er niet meer voldoende eten in een cirkel van een paar uur stappen is. Naarmate we verder klimmen duiken hier en daar stukken met sneeuw op. Wie had dat gedacht van Iran? Ik, die me Iran voorstelde als een grote woestijn, zeker niet.

Na een mooie beklimming van ongeveer 2.5 uur komen we aan de top van een heuvelrug. Nadat we de heuvelrug overgestoken zijn ligt er een meer aan onze voeten (die zich nu volgens een van onze medewandelaars op 3130 m bevinden). We moeten wel nog een 50-tal m door de sneeuw ploeteren maar zelfs Gertrude doet dit graag want het betekent dat we het doel bereikt hebben.

Overal aan de oevers van het meer zitten mensen, oud en jong, in familieverband of met vrienden. We vleien ons ook neer na een paar keer gezegd te hebben dat we uit België komen en evenveel keer bedankt hebben voor hun uitingen van gastvrijheid. We zitten nog niet gans neer of een madammeke komt ons chocolade bonbons aanbieden. Ik bedank, als een volleerde in de Iraanse beleefdheid = tarof, tot driemaal toe maar accepteer dan toch zoals het betaamt. Nog geen 2 minuten later staat een man voor mij die me, na te vragen waar ik vandaan kom en wat ik denk van Iran, vraagt of ik geen zin heb in wijn. Ik spits de oren maar vraag me tezelfdertijd af of ik misschien een agent van de geheime dienst voor mij heb. Ik zeg voorzichtig dat ik weet dat van Shiraz druiven wijn kan gemaakt worden. Dit is voor hem meer dan voldoende om een plastieken fles met wijn te halen. Het blijkt een soort rosé-achtig brouwsel te zijn, waarin duidelijk alcohol kan ontdekt worden. We moeten natuurlijk zeggen wat we van de wijn denken. Er is geen haar op mijn hoofd dat er ook maar een seconde aan denkt de onverbloemde waarheid te zeggen en dus zeg ik dat hij erg lekker is. Gelukkig is dit voor hem geen aanleiding om nog eens bij te schenken.

Na nog een aantal kiekjes en “gesprekken” over België is het tijd om eens tot bij een van de nomadententen te lopen. We laten de overschot van onze cakes die we gisteren in Shiraz kochten en de bananen bij de nomaden achter. Ze lijken er erg gelukkig mee (geen wonder want ik heb onderweg geen enkele bananelaar zien staan) en krijgen 1.5 l doogh (= drinkyoghurt) mee. We beslissen vrij snel dat Abdullah de hele 1.5 l mag hebben.

We wandelen verder rond het meer om de afdaling te beginnen, maar niet voordat ik bij een van de groepjes die langs de oevers van het meer liggen aan hun waterpijp gelurkt heb. Het smaakt niet slecht, maar ik besluit toch niet te enthousiast te doen, want Abdullah heeft al verteld over het groot aantal opiumverslaafden in Iran ( 3 milj. op 80 milj. inwoners). Men gebruikt er wel een andere soort pijp voor, naar het schijnr, maar men weet maar nooit.

Op de terugweg vraagt Abdullah of we bij hem thuis zouden willen komen vanavond. Ik vraag hem of ik eerst 3 x moet weigeren om aan de regels van de tarof te voldoen. Hij zegt dat dit niet nodig is en we accepteren de uitnodiging dan ook in 1 x. Toch lijkt Abdullah aangenaam verrast / ongelooflijk vereerd. Hij stopt eerst nog aan een winkeltje. Achteraf zegt hij dat hij daar bier voor mij wou kopen maar dat de eigenaar van het winkeltje er niet was en dat hij aan de winkelzoon (ik neem aan dat die bestaan aangezien er wel winkeldochters bestaan) geen alcoholische drank kon vragen (allemaal kwestie van vertrouwen en vertrouwd worden).

Bij Abdullah aangekomen worden we voorgesteld aan de familie. Eerst is er de moeder (68), de vader is 6 jaar geleden overleden. Ze ziet er een vriendelijke vrouw uit, maar spreekt geen woord Engels. Het lijkt erop dat ze graag kookt (moet ook wel met Abdullah in de buurt) en dat de BH winkel erg ver van haar woning gelegen is.

Dan is er de oudste zus. Zij is een schooloverste. Ik twijfelde, gebaseerd op haar fysionomie, tussen schooloverste en boekhoudster. Ze spreekt ook geen Engels. Zij is getrouwd met een zeemachtboefer en omdat er in Shiraz niet genoeg water is voor een boot wonen ze in het Zuiden aan de Perzische Golf. Ze hebben een dochtertje van 10 dat met wat aandringen toch wat Engels praat met ons (ze toont ons haar roze geschilderd kuiken, ze maakt een questionnaire waarop Gertrude moet invullen wat ze van Iran denkt, hoe oud ze is, enz. en ze speelt een spelletje met ons). Verder is er nog een zus. Die spreekt zeer behoorlijk Engels (heeft Engelse literatuur gestudeerd maar heeft er 6 jaar niets mee gedaan). Zij lijkt het buitenbeentje (samen met Abdullah) van de familie, is 28 jaar, heeft geen hoofddoek op (wat Gertrude erg jaloers maakt) en praat honderduit over van alles en nog wat. Als het gesprek over kledij gaat vraagt ze of we willen dat ze haar feestkleed gaat halen. Ja, natuurlijk zeggen we en minuten later staat ze er in vol ornaat. Tenslotte is er nog een andere zus (25 jaar). Die heeft IT gestudeerd en is veel ingetogener dan haar zus. Als ze hoort dat we beiden (?) apothekers zijn wil ze wel weten hoe ze van haar acne kan afraken. We beginnen over Benzoylperoxyde maar als blijkt dat ze dat al geprobeerd heeft schakelt Gertrude de grote kanonnen in en zegt ze dat bij sommigen DE pil helpt. Ik denk dat het goed is dat de moeder geen Engels verstaat of we konden naar het eten …. en Abdullah’s Shiraz fluiten.

Terwijl Abdullah buiten BBQt en de boefer binnen naar het wereldkampioenschap Grieks Romeins worstelen kijkt, krijgen wij van de verzamelde dames koekjes, thee, drie soorten meloenen, limonade, enz. We kunnen Abdullah overtuigen zijn wijn te sparen tot het eten. Een tafel vol eten wordt ons voorgezet (yoghurtsoep, twee andere soorten yoghurt, BBQde kwartels, brood, rijst, aardappels met turmerik, lamsstoverij met groene bonen en tomaten, enz. enz.). De wijn die we krijgen ziet er absoluut niet uit als een Shiraz die wij in de winkel kopen. De kleur is rosé met duidelijke tekenen van evolutie, de geur en smaak bevestigen de eerste impressies. Madeira komt waarschijnlijk dicht in de buurt van dit brouwsel. Het is niet slecht, maar we hebben wel al betere dingen gedronken. Abdullah wil natuurlijk weten wat we ervan vinden. Ik schud snel een diplomatisch antwoord uit de mauw door te zeggen dat ik zijn wijn nog beter vind dan de wijn die we deze middag aan het meer gekregen hebben. Dat is blijkbaar een hele opluchting. Wel probeer ik nog het principe van het waterslot uit te leggen maar als Abdullah zegt dat er twee scholen zijn nl. de wetenschappelijke en de traditionele en dat hij de traditionele volgt, hou ik het voor bekeken.

We krijgen nog een hartelijk afscheid van een fantastische familie en krijgen net bij het verlaten van het huis nog de vierde zuster te zien. Op uitzondering van de ene broer die Abdullah rijk is, maar die ergens ver weg woont (in onmin?) kennen we nu de hele familie van onze gids en kunnen we met een gerust hart de tweede helft van de reis aanvatten.

Reacties

Reacties

Jef

leuk verhaal Patrick. Zelf ben ik niet in Shiraz geraakt, ik zal moeten terugkeren

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!