Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Van Shushtar naar Shiraz

Vandaag is het weer grotendeels een verbindingsrit. Om de kleine 600 km te overbruggen moeten we eerst langs Ahwaz. Dit is het hart van de Iraanse olieindustrie. We zien inderdaad een aantal boortorens met de kenmerkende steekvlam bovenaan, maar de torens staan zo ver van elkaar dat het geen spectaculaire plaatjes (à la Dessert Storm) kan opleveren. Ahwaz is, volgens een Italiaanse toerist die we in Shush tegengekomen zijn, ook het hart van de Mandaeistische gemeenschap (volgelingen van Johannes den Doper). Ahwaz heeft niet veel moeten doen om tot hart van die gemeenschap uitgeroepen te worden met zijn 20’000 beoefenaars op een gobaal ledenbestand van minder dan 70’000. De Mandaeisten zijn doorheen de eeuwen dermate efficiënt vervolgd dat ze een op sterven na dode gemeenschap geworden zijn.

We trekken verder Zuid / Oostwaards. Gelukkig is het vandaag koeler dan gisteren. Het is maar 43° C deze keer. Maar we gaan, volgens Abdullah, naar de avond toe terug de bergen in (Shiraz ligt op 1500 m) en hierdoor kunnen we dus hopen dat enige vorm van normaliteit qua temperaturen zal terugkeren.

Aan de voet van die bergen (ongeveer 100 km voor Shiraz) ligt Bishapoor. Eerst worden we getrakteerd op een paar bas reliëfs die een goede 1800 jaar geleden op de rotswanden gesculpteerd werden. De taferelen beelden de overwinningen van de Sassanitische koningen op hun vijanden uit … en vijanden daar hadden ze er wel een paar van bv. de Arabieren die heus niet op Mohammed gewacht hebben om de streek hier onveilig te maken, de Romeinen die er een dode (Gordianus) en een gevangengenomen keizer (Valerianus) aan overhielden.

Aan de overkant van de weg bezoeken we dan een heel tempel- en paleizencomplex van dezelfde periode (ongeveer 200 na Jezuske). Eerst zien we de (overblijfselen van) versterkingen die rond het complex stonden. Daarna bezoeken we de Anahita (godin van de vruchtbaarheid bij de Zoroasters) tempel. Deze keer is de tempel niet op een heuvel maar in een 6 m diepe kuil gebouwd. Ondergrondse kanalen brengen water van de rivier, die een paar 100 m verder ligt, naar een waterpartij in het centrum van de tempel. Het geheel moet erg indrukwekkend geweest zijn en is zeer goed gerestaureerd (= voldoende heropgebouwd om een goed idee te geven van hoe het er ooit moet uitgezien hebben zonder alles te herdoen). We zien ook nog een gebouw dat als harem dienst deed (hoe die archeologen dat weten gaat mijn petje te boven, want ik heb daar in einde en verre geen dame gezien die voor harembewoonster in aanmerking zou kunnen komen). Verder nog een (eertijds) overkoepelde ontvangszaal van zeer respectabele afmetingen en een paleis dat na de inval van de Arabieren omgevormd werd tot madrassa.

Na het bezoek aan Bishapoor wordt koers gezet naar Shiraz waar we pas rond 8 pm toekomen. Het hotel ziet er prima uit. Misschien is die indruk nog versterkt door het contrast met ons hotel van de vorige 2 nachten, maar ongeacht, we zijn erg tevreden en overmoedig vraag ik aan de receptioniste of haar WiFi me zal toelaten De Standaard te lezen. Ik ben namelijk erg benieuwd naar de uitleg van Hein Van Haesebroek voor de smadelijke nederlaag van mijn ploeg in Zulte Waregem, of all places. Het madammeke aan de receptie heeft echter nog nooit van de Gantoise gehoord en het woord buffalo’s roept bij haar waarschijnlijk alleen maar een beeld van wilde prairies op. Ik berust (Hein en Ivan mogen zich gelukkig prijzen) en besluit dat een frisse douche, wat verse kleren en een lekker etentje het beste is wat we kunnen doen. Abdullah raadt ons het spiksplinternieuw restaurant net naast de deur aan. De buur van ons hotel een restaurant noemen is een understatement. Het betreft hier een restaurant complex met in de kelder een restaurant dat de traditionele Perzische keuken serveert. Op het gelijkvloers is een buffet stijl restaurant, op de eerste verdieping is een restaurant speciaal voor onze kleintjes, op de tweede verdieping wordt fastfood (pizza’s hamburgers, etc) geserveerd, op de derde verdieping is er een restaurant van internationale signatuur (pizza, steaks, pasta, visgerechten, etc) en op de vierde verdieping komen de BBQ stijl gegrilde gerechten (kebabs, etc) aan bod. Wij willen traditioneel Perzisch eten, maar een horde Duirse toeristen hebben alle tafels en stoelen bezet waardoor voor ons alleen de mogelijkheid van (weliswaar erg traditioneel) aan te liggen op een bed bedekt met Perzische tapijten overblijft. Hiervoor passen we met als 1 van de excuses dat we de tapijten niet willen besmeuren, maar mijn voornaamste bezorgdheid is dat ik na de maaltijd een paar obers en oberessen zal nodig hebben om weer recht te geraken. We belanden in het international restaurant omdat het buffet gesloten is, we ons wel nog kits voelen, maar niet meer kids en de BBQ kebabs de laatste paar dagen schering en inslag geweest zijn.

In het Internationale restaurant heeft men nog tafels vrij en dus bestellen we daar twee sizzlers (een mengsel van kippe- en rundsblokjes, met paprika’s, champignons en ui geserveerd op een gloeiend hete plaat … vandaar de naam sizzler). Dit alles brengt me in een “Westerse mood” waarbij ik me onmogelijk het gebruik van drinkyoghurt kan inbeelden. Ik bestel dus het alcoholvrije bier dat, volgens de boekjes, het dichtst bij echt bier zou moeten aanleunen. Dat laatste zou wel eens de waarheid kunnen zijn, want het heet Bavaria en komt uit Nederland. Ik kom tot de conclusie dat het inderdaad bij bier aanleunt … maar dicht ?!?! Dat zou ik niet zeggen. Mijn tweede conclusie is dan ook dat ik voor de nabije toekomst bij drinkyoghurt zal blijven.

Plots komt de ober met een wagentje met de 2 sizzlers. Hij heeft geluk dat hij met zijn wagentje niet op de openbare weg moet, want de politie zou hem zeker op een weegbrug zetten. Zo’n hoeveelheden eten heb ik nog niet dikwijls in mijn leven gezien. Eén schotel voor ons tweeën was waarschijnlijk al teveel geweest en daar staan nu twee schotels voor ons klaar. Bovendien hebben we onze “sweeper” Abdullah niet bij en ook onze (schoon en klein)kinderen zijn er niet om een mondje te helpen. Mijn motto getrouw besluit ik echter geen eten te laten verloren gaan en begin ik een moedige strijd met mijn sizzler. Naar het einde van de maaltijd toe heb ik serieuze twijfels of de knoopjes van mijn hemd het gaan houden, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit en ik geraak tot aan mijn bed zonder kleerscheuren … letterlijk. Gertrude moet na drie kwart van het parkoers opgeven … het mietje.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!