Dag 8: Kenai Fjord Glacier odyssey
Gisteren sloot ik mijn blog af met de boodschap dat we alweer een dag verder waren zonder hemelwater. Toen we deze morgen wakker werden, moesten we vaststellen dat aan dit reeksje een einde gekomen was. Het regende niet meer maar alles lag nat en de lucht zag er veelbelovend uit … voor diegenen die hopen op veel regen.
Om half acht vertrekken we, onder licht gemiezer, richting de haven waar we van de organisatie van de “Kenai Fjord Oddessey” een “ontbijt” bestaande uit koffie, thee, muffins, croissants, een behapbare ontbijtkoek en een yoghurtje aangeboden krijgen. Allemaal zaken die verteerbaarder lijken dan de cinnamon rolls van gisteren. We zijn met zijn zessen en krijgen te horen dat de voor vandaag geplande captain vervangen is door een andere omdat de oorspronkelijke captain van Haiti is en vandaag, vanwege de bosbranden in Haiti, veel andere zaken aan het hoofd heeft. Captain Kyle zal de honneurs waarnemen. Hij woont al 8 jaar in Seward en kent de streek als zijn binnenzak. Hij kent echter ook andere streken want is de “the naturalist” (of zei hij de “the nudist” ?) op de reizen van National Geographic in het gebied van Baja California, Mexico, Chili, Patagonië en Antarctica. Met hem zouden we dus minstens even goed moeten zitten.
Seward ligt aan het uiteinde van de Resurrection Bay en die baai uitvaren duurt een tijdje. Veel zien we echter niet. Het eerste half uur moeten we ons tevreden stellen met één schamele, op de rug drijvende, zeeotter en één, min of meer fotogenieke, waterval. Na één uur (zijn we nog steeds in de Resurrection Bay, ja die is lang) hebben we bijkomend een enorme kolonie van twee verschillende soorten meeuwen gezien met een paar puffins (papegaaiduikers) en murres (zeekoeten) als vreemde eenden in de bijt. Kyle legt uit dat die laatsten hun reputatie als duikers tot 500 ft diepte gebaseerd is op de vondst van murres in netten die vanop 500 ft naar boven gehaald werden. We sluiten een compromis en denken dat 250 ft als maximale duikdiepte meer realistisch is.
Na Resurrection Bay komen we in open water (= The Alaska Gulf = the Bering Straight = the Northern Pacific) waarachter alleen Rusland en Japan verscholen zitten. Hier zijn natuurlijk meer golven maar dat moet men erbij nemen als men de Kenai Fjords NP verder wil verkennen.
Al snel krijgt Kyle een humpback whale (= klik hier voor meer uitleg) in de gaten. We merken die eerst op door de fontein die hij produceert maar zien daarna ook het hele lichaam. Die walvis heeft echter de kunst om te duiken met ingetrokken staart aangeleerd waardoor we de geweldige foto’s die iedereen van National Geographic kent, moeten missen. Als dat zo zit, blijven we niet kijken, voilà! Dan varen we nu naar de Aialic Bay. Eén voordeel hiervan is dat er minder golven zijn in een baai ivm de open zee. Niemand is zeeziek maar toch, de voorzichtigheid is de moeder van de porceleinwinkel. We varen in de Aialic Bay tot helemaal op het einde en daar ziet Kyle twee bultruggen. Hij ziet ze weer vroeger dan iedereen op de boot en opnieuw dank zij de fonteinen die de dieren uitstoten. Deze keer blijft het daar echter niet bij. Deze twee hebben duidelijk de kunst van het duiken met ingetrokken staart nog niet onder de knie en laten derhalve om de paar minuten hun prachtige staartvin bewonderen. Maar daar blijft het ook niet bij. De bultruggen komen erg dichtbij, waarschijnlijk omdat Kyle de motor afgezet heeft. Plots gaat één van de twee helemaal door het lint. De 25 à 30 ton wegende gigant springt helemaal uit het water. Jammer genoeg doet hij dat net voor de boot waardoor ik, vanop het achterdek, geen degelijke foto kan nemen. Daarmee is het spektakel echter nog niet afgelopen. De bultrug begint nu met zijn staartvin gedurende minstens 1 minuut op het wateroppervlak te kloppen. Daarna draait hij (zij?) zich op de rug om te tonen dat hij zeer grote borstvinnen heeft waarmee hij het applaus in ontvangst kan nemen. Kyle weet ook niet wat dit allemaal te betekenen heeft (zo’n spektakel heeft ook hij nog niet dikwijls meegemaakt). Zijn de bultruggen aan het jagen? Of hebben ze jeuk? Of willen ze de spieren losgooien? Of zijn ze aan het flirten? Of is het dat # 2 en # 4 gecombineerd zijn? We weten het niet en zullen het nooit echt weten maar wat we wel weten is dat het, weliswaar vriendelijke, stoefers zijn.
Na het walvisspektakel gaat de vaart door naar de Aialic gletsjer waar we met zicht op de gletsjer ons dagelijks brood nuttigen. Op de plaats waar de gletsjer zich in de oceaan stort is hij meer dan 300 ft dik en 1 mijl breed. Regelmatig (viermaal gedurende de 40 minuten dat we daar liggen) storten grote ijsschotsen met een oorverdovend lawaai naar beneden. Een gletsjer is duidelijk een dynamisch geheel van afkalven en bijgroeien.
Na de Aialic gletsjer zetten we koers naar de Surprise en Holgate gletsjer. Kyle wil duidelijk zijn succes met de bultruggen niet verdunnen met zoeken (zonder resultaat) naar ander wildlife. Gletsjers mogen dan wel dynamisch zijn, ze zijn minder dynamisch dan bultruggen. Ook deze twee gletsjers zijn best impressionant en dan te bedenken dat ze allemaal hun oorsprong vinden in de Harding Icefield (met 3000 km2 het grootste icefield dat volledig op USA bodem ligt en dat ongeveer 10% van de oppervlakte van België is).
Het is nu stilletjes aan tijd om terug te varen naar Seward en voor mij om me op het achterdek terug te trekken. Het is daar wel tamelijk fris maar dan moet ik tenminste niet één van de zes mede opvarenden continu aanhoren. Bovendien heeft de dame (denken we) een erg snerpende stem. Op het achterdek kan ik ongestoord mijmeren over wat we nu de afgelopen dagen al als ervaringen opgedaan hebben. Wat is tot nu de essentie van wat we gezien hebben? Ik denk dat vandaag alles samenvat. Alaska is ongerept maar ook overweldigend, onherbergzaam en hard. We zullen zien of de rest van de reis nieuwe inzichten brengt.
De avond wordt afgesloten in de Flamingo Lounge (in “the business district” van Seward) waar Gertrude nog op het nippertje twee plaatsjes aan de bar kan bemachtigen. We besluiten alle twee af te wijken van de regel die we onszelf stelden van vis te eten zolang we langs de zee gelogeerd zijn. Gertrude bestelt een (zo ziet hij eruit) lekkere burger en ik een 14 ounce ( 403.2 g) zeer lekkere New York strip beefsteak. Dit voorafgegaan door een IPA on tap en gevolgd door een Californische Cabernet Sauvignon om het geheel te vervolledigen. Nu nog de blog en we kunnen tevreden in ons bedje kruipen
Slaapwel
Dag 7: Een dag in Seward die een snipperdag werd
De weersvoorspellingen hebben een grote impact op onze tijdbesteding hier. De regen die gisteren voor vandaag voorspeld werd deed ons beslissen gisteren meer te stappen dan gepland om zo maximaal van het goede weer te profiteren en vandaag een snipperdag te nemen. De regen die voor vandaag voorspeld was leek er inderdaad al vannacht te zijn gekomen. We hebben beiden (op verschillende tijdstippen) inderdaad regen gehoord, maar wanneer we deze morgen voor echt wakker worden regent het niet meer. Toch maken we er een trage start van omdat de tocht die voor vandaag gepland was (= Harding Icefield) gisteren al gedeeltelijk gedaan werd. Voor vandaag plannen we niets lang of moeilijk omdat we niet gemotiveerd genoeg zijn om in de regen rond te lopen. Onze eerste bestemming vanmorgen is de Lighthouse Bakery waar we in jeugdige overmoed een Cinnamon roll, een chocolade donut en een, om in het Alaska thema te blijven, een bear claw kopen. Vooral de cinnamon roll is zeer gewichtig. Ik denk dat hij ongeveer even veel weegt als een suiker rozijnen brood van bij onze bakker. We slagen er dan ook niet in al onze aankopen op te eten. De berenklauw zal tot deze middag moeten wachten, als de rest tegen dan al verteerd is.
Na het ontbijt wordt het wat doelloos rondlopen (= erg atypisch voor ons in het algemeen maar al zeker op deze trip). We komen aan het dock of the bay waar we naast Otis Redding plaats nemen om the tide to roll by the watchen en time to wasten. We raken wel in gesprek met een koppel dat net van de visvangst (het lijkt er niet op dat ze wonderbaarlijk te noemen is) terug is. Ze staan hier aan te schuiven om hun vangst te laten diepvriezen en naar huis op te sturen. De man geeft aan dat het geheel niet kosteneffectief is maar dat het “Good Fun” is. Daarna lopen we wat winkeltjes binnen en ook het bureau van de organisatie die ons morgen zal rondvaren in de Kenai fjords op zoek naar allerlei marine life. Daarna wandelen we langs het visitor center waar we een film over de Kenai fjords bekijken. We doen dat allemaal met één oog permanent op de lucht en de wolken waar nog steeds geen druppel regen uitgevallen is. Daarom besluiten we ons aan een klein wandelingetje, dat In het visitor center aangeraden werd, te wagen. Het wandelingetje (ongeveer 1 mile) noemt “The two lakes trail” … omdat er twee meertjes liggen. Mooi zonder echt speciaal te zijn maar goed om de tijd zinvol op te vullen en de spieren van het laatste melkzuur van gisteren te ontdoen.
Na de twee meertjes bekeken te hebben, komen de berenklauw en de halve voet van Subway aan de beurt waarna we weer voor een dilemma staan. De lucht heeft er al een aantal keer dreigend uitgezien maar heeft ook al een aantal keer een waterzonnetje doorgelaten. We hakken de knoop door en beslissen één van mijn plan B wandelingen te doen. Het wil toch niet regenen!!! De Tonsina Creek wandeling is maar een 6-tal kilometer lang en niet meer dan 300 cumulatieve hoogtemeters. Het eindpunt is een brug over het riviertje waardoor men makkelijk op een strandje uitkomt. Het riviertje biedt een heel spektakel. Eerst zagen we tamelijk veel meeuwen die in het water doken, daarna zagen we waarom ze dat deden: er waren niet een paar visjes, er waren honderden ja zelfs duizenden zalmen die probeerden de rivier op te zwemmen. Bij nader inzien waren de meeuwen niet de enige ambetanterikken. De zalmen onderling leken ook een appeltje of verschillende appeltjes met elkaar te schillen te hebben. Vooral de zwaksten (= niet noodzakelijk de kleinste maar vooral de minst actieve, zij die op hun laatste vinnen lijken te lopen) werden door soortgenoten gebeten tot de dood … hadden we lang genoeg blijven kijken.
Het kan bijna niet anders dan dat hier beren moeten rondlopen want ze kunnen hier iedere dag hun buikje rond eten zonder er veel moeite te moeten voor doen. Overdag lopen er hier, voor de smaak van de schuchtere beren, veel te veel mensen rond maar ik ben ervan overtuigd dat de beren hier ’s morgens en ’s avonds een waar festijn voor zichzelf inrichten. Op de terugweg hebben we in dit verband een babbel met een groep Amerikanen. Eén van hen is in paniek omdat hij al zo diep in een bos is waar beren zitten. Hij is van Princeton, New Jersey en is dus een echte city boy. Hij denkt dat het feit dat ik berenspray bij heb automatisch betekent dat er beren zitten en weigert dus verder met zijn familie mee te stappen. Rare mannen, die Amerikanen zouden Asterix en Obelix zeggen, mocht Amerika al ontdekt zijn in hun tijd.
Na de wandeling heeft Gertrude een algemene wasbeurt (van onszelf maar vooral voor al onze kleren die we tot nu gedragen hebben) voorzien. Morgen begint alles weer met een verse lei en nu kunnen we gaan eten in Ray’s Lounge. We moeten wel nog ongeveer een uurtje wachten omdat het restaurant zo populair is. Gelukkig vinden we twee plaatsjes aan de bar waar we ook uit het volledige menu kunnen kiezen. Ondanks het feit dat ik al dagen lang zin in een lekker beefsteak heb bestel ik weer heilbot omdat die hier levend vers is en omdat mijn Poolse bar buur me zegt dat het recept met macadamia noten en rode curry ongelooflijk lekker is. Ooit kom ik nog wel eens aan beefsteak toe maar niet zo lang we aan het water zitten
Toch weer gelukkig met een dag zonder regen
Dag 6: Van Homer naar Seward
Beste trouwe (en om mijn welzijn bekommerde) lezers,
ik kan jullie gerust stellen. Het was niet nodig het toiletpapier, overnacht, in de diepvries te bewaren. Alles is, zelfs zonder diepgevroren toiletpapier, nog in orde.
Nu jullie (en ik) gerustgesteld zijn kan overgegaan worden tot de orde van de dag, en de orde van de dag in Alaska begint met een weerbericht. Wanneer we om 7:30 de gordijnen een beetje opentrekken zien we totaal niets. De mist die gisteren al een beetje aanwezig was heeft zich nog verder uitgebreid. Hopelijk is dit een vergissing van de weermaker want de voorspellingen gaven voor vandaag volle zon. En inderdaad, wanneer we ons ontbijt naar binnen gewerkt hebben is de mist vervangen door een mooi zonnetje in een blauwe lucht. Ik denk dat de weermaker onder zijn voeten zal gekregen hebben.
Om 9 uur vertrekken we dan uit Homer, echter niet zonder eerst bij de lokale Subway langs te gaan (die weten we nu wonen en de man achter de toog loopt over van vriendelijkheid …. Not …). Het voordeel van tweemaal bij dezelfde Subway te gaan is dat de brave borst niet meer verwonderd is dat we geen extra ingrediënten bovenop de hesp en kaas nemen en ook de kelk van de sauzen aan ons voorbij laten gaan.
Onderweg op de Sterling Highway zien we een aantal mooie plaatsen die ons verplichten te stoppen om een fotootje te trekken. Aan de overkant van de Cook Inlet zien we een aantal stevig uit de kluiten gewassen bergen. Minstens twee ervan zijn nog steeds actieve vulkanen. Eén van die twee barstte in 2006 nog eens uit. Het is niet voor niets dat Alaska samen met de Aleuten naar het Westen en de Rockies naar het Zuiden deel uitmaakt van de Ring of Fire (niet van Johnny Cash maar van de tektonische platen). We stoppen nog een paar keer voor een fotootje van oa de vulkanen.
Ninilchik is een eerste echte tussenstop. Het is er onnoemelijk veel stiller dan een paar dagen geleden toen iedereen op zijn paas zondags naar de “biggest little fair of Alaska” kwam. Dat het rustig is betekent nog niet dat we het speciale orthodoxe kerkje met daarrond een orthodox kerkhof gemakkelijk vinden. De aanhouder wint echter en we vinden uiteindelijk het kerkje en het kerkhof. De deur is nog op slot maar plots verschijnt de orthodoxe priester op het toneel. We slaan een babbeltje met de sympathieke man over onderwerpen gaande van Sodoma & Gomorra, wokeness, religiositeit in de Verenigde Staten en Europa, de vulkanen aan de overkant van de Cook Inlet, enz. Na een tijdje moeten we de gesprekken afronden want we willen nog wat stappen deze namiddag.
Om 13:00 komen we aan in Moose Pass (waar we nog een pass noch een Moose ontwaren maar) waar we wel een goed bankje in een klein parkje vinden dat zich ideaal leent om onze Subway te verorberen. Na de inwendige mens versterkt te hebben zetten we koers naar Seward. We moeten echter voor Seward afslaan richting Exit Glacier. Deze gletsjer die deel uitmaakt van het Harding Icefield daalt tot ongeveer 150 meter boven de zeespiegel.
Onze plannen moeten echter in functie van de weersvoorspelling van morgen en de rest van de week omgegooid worden. Het oorspronkelijke plan was om ons vandaag te beperken tot een gemakkelijke en slechts 3.5 km korte tocht naar de voet van de Exit gletsjer. Morgen zouden we dan de lastige en 15 km lange tocht naar het Harding Icefield proberen. Het ziet er echter naar uit dat het morgen en de rest van de week vrij regelmatig gaat regenen dus besluiten we de aanpak te wijzigen. Vandaag gaan we de gemakkelijke tocht naar de Exit gletsjer combineren met het eerste derde van de Harding Icefield tocht (we hebben de tijd niet om vandaag meer te doen), Morgen nemen we dan zoals het komt en overmorgen hebben we een boottocht in de Kenai fjords al maanden geleden geboekt. Wat daarna gebeurt zien we wel maar we denken op die manier, rekening houdend met de weersomstandigheden, het meeste uit ons verblijf in Seward te halen.
De tocht (of toch al zeker het stuk dat wij doen) is niet van de poes. Het gaat natuurlijk stevig bergop, dat hadden we verwacht. Maar grote stukken van het pad bestaan uit, van rotsblokken aangelegde (zeer onregelmatige), trappen. Dat valt echt niet mee voor de muilezel van dienst. We besluiten dan ook dat het op het uitzichtpunt van Marmot Meadows welletjes geweest is. We hebben dan 500 van de, in het totaal, 1100 hoogtemeters overwonnen maar hebben op dat moment niet meer de tijd … noch de moed om er nog eens ongeveer 300 hoogtemeters bij te lappen. Dan zouden we het “Top of the Cliffs” uitzichtpunt bereiken maar een mens moet realist zijn en kunnen bepalen wat haalbaar is en wat niet. Op de terugweg doen we dus zoals gezegd het gemakkelijke Exit Glacier pad waardoor we rond 6 uur terug aan de auto zijn om de laatste paar kilometer naar Seward te rijden.
De douche onmiddellijk na het inchecken doet wonderen en daarna gaan we zonder verder tijdverlies naar de Apollo, een restaurant in “the business district” van Seward dat ons aangeraden wordt door de receptioniste van ons motel. Een frisse lokaal gebrouwen IPA, een Pinot Gris van Oregon en een seafood pasta later zijn alle wonderen die nog nodig waren om ons gelukkig te maken gebeurd en kunnen we ons toeleggen op een deugddoende nachtrust.
Slaapwel
Dag 5: Een easy dag in Homer
Ik heb vannacht zeer goed geslapen. Zo goed zelfs dat ik niet gehoord heb dat Gertrude opgestaan is, waarmee al gezegd is dat zij minder goed geslapen heeft. Volgens mij zou een goede pint of glas wijn daar veel bij helpen maar dat is slechts een persoonlijke mening. Mijn eerste impressie van de nieuwe dag is vrij positief. Het licht dat door de spleetjes van de gordijnen komt, lijkt vrij helder. Die impressie wordt bevestigd als ik wat later (en al heel wat wakkerder) naar buiten piep. De wolken lijken deze morgen erg hoog te zitten en alles ligt er poederdroog bij. Veel beter kan men hier niet verwachten, denk ik.
Na het ontbijt dat noch Gertrude, noch ik helemaal kunnen opeten maken we ons klaar en besluiten we, voor vanmiddag, een belegd broodje te gaan kopen in de Subway die we gisteren bij ons bezoek aan de “historic city” gezien hebben. We bestellen “one foot” brood met sla, tomaat, hesp en kaas. De brave borst die ons bedient is stomverbaasd dat we niet nog minstens 3 andere ingrediënten willen en is al helemaal van slag als we zeggen dat we geen saus op ons broodje willen. Rare jongens, die Europeanen, denkt hij in navolging van Asterix en Obelix.
Nu zijn we klaar om naar Mako’s (de watertaxi maatschappij) te gaan. Vandaag staat een tocht(je) “into the wild(je)” vanuit Homer gepland. Het is de bedoeling dat we eerst met de watertaxi van Homer naar Glaciar Spit varen, daar afgezet worden en op eigen kracht tot aan de Saddle trailhead stappen om daar weer opgepikt te worden door de watertaxi voor de terugtocht. Terwijl we op kapitein Curtis wachten, worden we geamuseerd door een zeeotter. Dit zijn flink uit de kluiten gewassen otters, de grootte van een kleine zeehond. Ze blijken uitstekende “op de rug drijvers” te zijn want ze doen het de hele tijd terwijl ze met hun voorste pootjes continu hun gezicht lijken te wassen.
Kapitein Curtis is meer dan een “chauffeur” van een watertaxi. Hij blijkt ook een natuurgids te zijn. Hij toont ons onderweg een kolonie van 15000 Common Murres (in onze contreien beter gekend als kortbekzeekoeten of dikbekzeekoeten … niet te verwarren met de diknekzeekoeten). De claim to fame van die murres is dat ze tot 100 ft diep vis kunnen gaan vangen. Straf voor een vogel die ook nog kan vliegen. Verder toont hij ons een puffin (een soort pinguïn die nog kan vliegen en de kop van een papegaai heeft). Tot slot toont Curtis ons een bald eagle (= Amerikaanse zeearend) die als brunch / lunch een zalm aan het verorberen is. Verder natuuronderwijs kan jammer genoeg niet omdat de valbrug van de boot moet neergelaten worden (een beetje zoals ze dat meer dan 80 jaar geleden in Normandië deden) zodat we aan onze tocht kunnen beginnen. Qua weer hebben we niet te klagen. Er staat een steeds sterker wordend zonnetje dat mij uiteindelijk verplicht mijn pet op te zetten om mijn voorhoofd te beschermen.
Aan de trailhead moeten we onze naam invullen en staan verschillende waarschuwingsborden dat we “bear country” betreden. Er staat ook uitgelegd hoe de bodylanguage van een beer te interpreteren maar we moeten bekennen dat het allemaal niet 100% duidelijk is. Enfin, we hebben de bear spray in aanslag mochten we de body language toch niet absoluut correct interpreteren. De eerste kilometer van onze tocht zien we veel uitwerpselen van beren. Volgens mij zijn er duidelijk meerdere beren in het spel. Eén lijkt wat diarree te hebben (misschien hadden we voor hem een stripje Immodium moeten meebrengen als teken van onze goede trouw) terwijl een andere wat harder moeten persen heeft om al dat stro uit zijn uitgang te krijgen. Misschien is die wel een overtuigde vegetariër … wat ons goed zou uitkomen. We hopen alvast dat hij zijn beergenoten op korte termijn tot vegetarisme kan bekeren. Mocht dit niet lukken dan heb ik nog een troefkaart. Ik denk te weten dat beren geen muilezels aanvallen en als dat zo is dan ben ik safe. Naast de rugzak (die zo stilaan de plaats geworden is voor alles waar we niet direct van weten waar we het best kunnen laten) hangt nu ook al de berenspray en mijn fototoestel aan mijn nek.
De wandeling zelf is vrij makkelijk en alleen bemoeilijkt door de vele boomwortels en de keien waarmee het pad bezaaid is. Na een tijdje zien we geen droppings meer wat me op het idee brengt dat we hier waarschijnlijk met coastal bears te maken hebben (zoals gisteren) die hun dagelijkse portie vis uit de riviermondingen en de oceaan halen. Er is voor hen derhalve geen enkele reden om meer dan één kilometer van hun voedselbron weg te gaan.
Om 14:15 komen we aan bij Glacier Lake en jammer genoeg is het weer beginnen miezeren … niet genoeg om nat te worden maar wel genoeg om het fris te krijgen, zeker als men er het briesje dat van over de gletsjer komt moet bijnemen. Wat een verschil met een halfuur geleden toen ik me nog genoopt voelde de bovenkant van mijn voorhoofd met zonnecrème in te wrijven. De gletsjers die in het meer uitmonden zouden veel fotogenieker zijn met wat zon maar dat zal voor een andere keer zijn. We blijven dan ook niet lang talmen en trekken, na het verorberen van een halve voet brood met beleg, over de “saddle” ( = de eindmorene) richting Saddle trailhead waar de watertaxi ons om 5:00 PM zal komen ophalen. In gedachten verzonken probeer ik het woord te vinden dat het best deze “Into the Wild van de Aldi” beschrijft en ik kom op “ongerept” uit. Binnen twee minuten na mijn stilzwijgende conclusie vraagt Gertrude totaal uit het niets “Hoe ongerept is de natuur hier?”. Telepathie zal dus wel bestaan, zeker tussen mensen die 45 jaar getrouwd zijn … en al zeker als ze met elkaar getrouwd zijn.
We komen rond 4 uur aan bij de oppikplaats en moeten dus een uur wachten want iedere boot die hier aanlegt heeft zijn eigen passagierslijst. Gelukkig is het zonnetje weer komen opzetten en hebben we twee goede zitstenen gevonden. Onderweg naar Homer is het weer weer anders. We komen nu langzamerhand in dikke mist. Die maakt alles vochtig en kil. Een goede warme douche zal dan ook deugd doen en daarna gaan we eten bij Captain Pattie’s Fish House. Gertrude beslist een lekker stuk heilbot te nemen en ik neem mosselen . Die zijn erg lekker maar wel stevig gekruid met curry in kokosmelk en pepperoncini schilfers. Dit brengt de mosselen niet op het zweet, neusloop en rode uitslag niveau van Singaporese Laksa of chili krab of Indische curry vindaloo (die spelen in de Champions League) maar deze mosselen spelen toch ook in de Europe League of Conference League. Misschien zou ik voor morgen vroeg toch best wat WC papier in de diepvries leggen. Enfin, we zullen het morgen weten. Ondertussen gaan we nu slapen.
Slaapwel
Dag 3: Van Girdwood naar Homer
We zijn vandaag rond 5 AM wakker. Dat is nog altijd iets te vroeg maar begint toch min of meer acceptabel te worden. Zeker als men er nog een halfuurtje soezen bijtelt. De eerste taak deze morgen is nagaan of de weersvoorspelling voor vandaag klopt. En ja hoor, er staat een mooi zonnetje in de blauwe lucht. Wat moet een mens meer hebben? We zijn met alles klaar rond 8 uur en vertrekken via de Sterling highway richting Homer. Alle bergtoppen zitten te blinken met hun witte versieringen, soms onder de vorm van kleine vlekjes, soms met een uitgebreide gletsjer kraag. Jammer genoeg zijn hier op de highway quasi geen plaatsen waar men kan stoppen om een fotootje te trekken. Het zal allemaal voor altijd in ons geheugen gegrift moeten staan.
Wat hier in deze streek (= Chugach National Forest) enorm opvalt is de ongereptheid van de natuur. Buiten de weg waarop we rijden is er niets dat op menselijke interventies wijst. Er staan geen huizen, er zijn geen terrasjes, er zijn geen uitkijkposten, zelfs geen frietkoten!!! Alleen bossen en bergen en meertjes en stroompjes en gletsjers.
Na een tijdje splitst de Sterling Hwy zich af van de Seward Hwy . Wij zullen de Sterling Hwy verder volgen om via een klein aantal dorpjes / stadjes uiteindelijk in Homer uit te komen. We wijken wel éénmaal van de highway af om in Hope eens een kijkje te gaan nemen. Gelukkig hebben we niet te veel hoop in Hope gesteld want de 2 x 15 miles zijn niet de moeite waard. Men rijdt door mooie bossen, dat wel. Men ziet hier en daar de Turnagain Arm, dat wel, maar niets dat de omweg rechtvaardigt.
Na Hope gaat het weer verder richting Homer. Onderweg passeren we het gebied waar de Russian River in de Kenai River vloeit. Het krioelt hier van de vissers die letterlijk met honderden ofwel vanop een bootje ofwel rechtopstaand in een ondiep gedeelte van de rivier op zalm en forel vissen. Na de samenscholing van de vissers verandert plots het landschap. Op zo’n 100 miles van Homer wordt het landschap plots veel vlakker. Dit gecombineerd met de grote sterfte van de sparren (of zijn het dennen??) door bosbranden of door één of andere ziekte wordt de omgeving veel minder interessant. Er is in deze streek duidelijk veel meer menselijke aanwezigheid. Deze aanwezigheid is het duidelijkst in Soldotna, waar er zelfs een paar winkelcentra zijn. In die winkelcentra zijn de meeste ketens vertegenwoordigd. Daar maken we gebruik van om voor Gertrude een nieuw leesbrilletje te kopen bij een Walgreens. Haar echte bril had namelijk een vijs los waardoor hij een been kwijt is. Naast die winkelcentra is er ook een microbrouwerij waar we een pizza en een Caesar salad eten. Na Soldotna gaat het dan richting Ninilchik. Daar worden we geacht een klein Russisch orthodox kerkje met bijhorend kerkhof te bezoeken. Dat zijn de getuigen van de oorspronkelijke bewoners van Alaska (tot de Verenigde Staten Alaska van Rusland kochten). Van dit plan doen we afstand zodra we in de mot krijgen dat er in Nilnichik iets staat te gebeuren. Overal staan auto’s geparkeerd en stappen mensen in één bepaalde richting. Als we het epicentrum van de activiteiten passeren zien we opschriften over de “Biggest little fair of Alaska”. We weten onmiddellijk dat we deze kelk aan ons willen laten voorbij gaan en dus vervolgen we onze weg naar Homer zonder de Russische achtergrond van Ninilchik verder te doorgronden (misschien binnen een paar dagen als we hier weer, op weg naar Seward, passeren.
5 km voor Homer dalen we als het ware van een plateau af en zien we aan de overkant van het water weer hoge bergen met gletsjers. Dit zijn de bergen rond Halibut Cove die we als alles volgens plan loopt overmorgen willen bezoeken. De wolken die in de loop van de namiddag verschenen zijn herinneren er ons aan dat we alles stap bij stap zullen moeten nemen. Doen wat mogelijk is en laten wat het niet is. De eerste stap is inchecken in Land’s End. Dat hotel ligt letterlijk op het einde van het land. Vanuit het land steekt namelijk een 4 mijl lange en slechts een honderd meter brede (smalle) landtong uit. Geen wonder dat men die landtong “the spit” noemt. Na het inchecken in het hotel is onze tweede stap het inchecken bij de vliegmaatschappij die ons morgen naar de “Berenexcursie” in het Katmai NP zal brengen. Daar wemelt het van de beren en heeft men de gelegenheid de dieren van relatief dicht bij en met een ervaren gids in de buurt te observeren. We worden gewogen, we krijgen consignes over wat mee mag en wat niet, we worden gezegd dat we best insect repellent meebrengen want dat er, naast veel beren ook best veel mosquitoes zijn (dat belooft) en, last but not least, we krijgen een document te tekenen dat stelt dat we alle verantwoordelijkheid zelf opnemen. Dit doet me denken aan de expeditie met het duikbootje naar de gezonken Titanic. Ik vraag me af of dezelfde advocaat de tekst opgesteld heeft. Enfin, laat ons hopen dat het weer beter is dan voorspeld; morgen staan wij om 7:30 aan de watervliegtuigjes van Alaska Bear Adventures (ook bekend onder de naam K-Bay Air).
Alvast gaan we in afwachting daarvan proberen in één ruk door te slapen om morgen de beren, bright eyed and bushy tailed, tegemoet te treden.
Slaapwel
Dag 2; Van Anchorage naar Girdwood
Vannacht heeft de te verwachten jetlag toegeslagen … maar minder erg dan dat ik me herinner van 15 jaar geleden toen ik in een quasi permanente staat van jetlag leefde. Toen was het niet ongebruikelijk dat ik om 10 uur in mijn bed kroop en om 11 uur wakker werd in de vaste overtuiging dat ik een hele nacht geslapen had als een roos. Deze keer zweefde ik een hele tijd (moeilijk te schatten hoe lang) tussen slapen en wakker zijn en het was al 2:33 AM op het moment dat ik mezelf toeliet een eerste keer op de wekker te kijken. De tweede keer was het al 3:40 en daarna kon ik nog een beetje slapen tot het om 4:30 definitief amen en uit was. Al met al dus niet slecht en Gertrude verging het zelfs nog een beetje beter.
Op dat moment was het duidelijk dat het waarschijnlijk een grijze dag zou worden, maar het was toch droog en dat vonden we al iets. De hand van een toerist naar Alaska is gauw gevuld, nietwaar? Na het ontbijt werd alles ingepakt en waren we rond 7 uur al op pad ondanks het feit dat we maar een korte rit (een goede 60 km tot in Girdwood) voor de boeg van de auto hadden. We vonden het echter een goed idee niet te lang in Anchorage te blijven omdat het in onze ogen een vrij “dopey city” is. Veel gebouwen staan leeg of worden helemaal niet onderhouden, er is quasi geen leven op straat en veel inwoners van Anchorage lijken aan minstens één verslaving te lijden (en dan heb ik het niet uitsluitend over die ene jongeman van gisteravond). Girdwood daarentegen zit in een groeifase dankzij de ski industrie, wat naast skiliften ook veel winkeltjes, bars en restaurants met zich meebrengt.
We stellen het verkennen van de bars en de restaurants echter voorlopig nog wat uit en rijden naar het vertrekpunt van de Crow pass tocht. De tocht van iets minder dan 11 km en bijna 700 hoogtemeters wordt als gemiddeld zwaar beschreven en zal ons ongeveer 4 uur zoet houden omdat lange stukken van het pad over steenlawines lopen. Stevige schoenen zijn derhalve essentieel. Nog een groter probleem dan de ondergrond is jammer genoeg het weer = de zichtbaarheid. In Anchorage (= zeeniveau) zaten we onder de wolken. De tocht naar de Crow pas begint rond de 400 m boven het zeeniveau (en gaat tot boven de 1000 meter) waardoor we de hele tijd in de wolken lopen. Alles staat derhalve kleddernat en de zichtbaarheid is hooguit een paar tientallen meters. We troosten ons met de gedachte dat we het niet alleen voor de mooie vergezichten maar ook voor de sport doen.
Na de picknick rond 1:00 is het weer dermate verbeterd dat er weliswaar nog wolken rond de toppen van de bergen te zien zijn maar dat de rest van het landschap zich al laat bewonderen. Het is mooi, maar nu ook niet zo mooi dat we de tocht een tweede keer zouden doen. Bovendien hebben we nog andere taken. We moeten nog repellent voor muggen en repellent voor beren kopen. Het eerste halen we in de lokale farmacie. De bediende zegt dat net een nieuw DEET gebaseerd product binnen gekomen is. Ze haalt het en het blijkt 100% DEET te zijn. Ik ben natuurlijk direct overtuigd maar schrik toch een beetje wanneer de apotheek bediende zegt dat dit product voor het moment het sterkste is maar dat, wie weet, morgen misschien wel een product op de markt komt met 105 of zelfs 120% DEET. Ik overweeg een moment de dame in te wijden in de geheimen van de percent berekenologie maar geef het idee op omdat we deze namiddag nog een andere taak hebben, namelijk het verkennen van bars en restaurants. Dat moet ook ter harte genomen worden. We verzeilen dan ook snel in de bar rechtover onze overnachtingsplaats omdat we toch maar vanaf 4 uur kunnen inchecken. Dat inchecken is niet zo simpel voor mensen zoals wij, van een paar generaties voor de huidige digitale generatie. De code voor de voordeur lukt niet omdat we aan de verkeerde deur staan te prutsen maar ook de code aan onze kamerdeur (nadat iemand die net buiten kwam ons binnenliet) lukt pas na 5 minuten foefelen. Hierdoor en omwille van het feit dat we vroeg willen eten valt onze geplande turbo siësta in het water. We zijn al naar een paar restaurants uit de lijst die we van Askja gekregen hebben gaan kijken. Bij “Double Musky” krijgen we de raad om al om 4:00 te beginnen aanschuiven omdat reserveren niet mogelijk is en het restaurant erg populair is. Het restaurant gaat dan wel maar om 4:30 open maar reeds vanaf 4:00 begint zich een rij te vormen. Mensen zijn toch rare wezens, nietwaar. We horen ook bij die categorie van rare wezens en komen kort voor 4:30 bij Double Musky toe. Daar moeten we vaststellen dat er inderdaad al minstens een dertigtal mensen klaar staan om het restaurant binnen te stormen zodra de deuren geopend worden. Gelukkig kunnen we nog een mooi tafeltje bemachtigen. We voelen ons deel van de uitverkorenen.
Onder normale omstandigheden eten we nooit zo vroeg maar vandaag komt dit zeer goed uit. Rond 7:30 is er op de Turnagain arm (= turn again = keer weer om) van de Cook inlet een uitzonderlijk fenomeen te zien, namelijk de bore tide. Verdere uitleg kan gevonden worden door hier te klikken maar het komt erop neer dat het getij plots in een soort fuik terechtkomt, wat enorme stromingen met zich meebrengt. Vandaag is de stand van de maan e.d. zo dat die stromingen extreem groot zullen zijn. Een dergelijk fenomeen komt slechts op een paar plaatsen op de wereld voor. Bv ook in Noorwegen maar daar waren we vorig jaar niet op het juiste moment om iets te zien. Vandaag heb ik alles zo georganiseerd dat we de getijdenwerking op zijn spectaculairst zullen zien. Meer dan 10 surfers liggen ook klaar om honderden meters op de getijdegolf te surfen. We hebben dan bovendien nog het geluk dat we ons net op de juiste plaats (waar de golf breekt en waar de surfers optimaal van de getijden kunnen gebruikmaken) geïnstalleerd hebben. Het spektakel is echt de moeite. Dat in het zonnetje kunnen meemaken op een dag die toch wel erg grijs begon is fantastisch. Na dit natuurfenomeen gezien te hebben is het tijd om de blog te schrijven en het opgelopen slaap deficiet te proberen te verminderen.
Slaap wel. Morgen gaat het naar Homer (niet van de Simpsons)
Dag 1: Blanden naar Anchorage
Beste lezers, heb geen schrik Deze keer zal de blog korter zijn.
De hele nacht voor ons vertrek heeft het geregend en gewaaid en het feit dat we dat weten is geen goed teken voor de kwaliteit van onze slaap. We zijn dan ook veel te vroeg uit bed om ons klaar te maken en Nelly te ontvangen. Stipt om 7:50 staat ze voor de deur om ons naar Leuven Centraal (= het station, niet de gevangenis) te brengen. Alles verloopt vlotjes. De trein vertrekt op tijd en we kunnen moeiteloos bij de Lufthansa counter inchecken, al kan de man achter de balie niet laten het mes nog eens in de wonde rond te draaien door te vragen of we niet via ESTA geregistreerd hebben. Wij laten ons echter niet intimideren en tonen vol trots ons mooi visum. Chakka!!!
De vlucht naar Frankfurt heeft vertraging maar niets dramatisch. Een half uurtje wanneer men meer dan 2 uur lay-over heeft is geen probleem. De vlucht naar Anchorage heeft een uur vertraging en dat is ook geen probleem want het is onze eindbestemming. De vertraging heeft te maken met het feit dat de kuisploeg niet voldoende middelen heeft om het vliegtuig weer netjes naar zijn volgende bestemming te laten vliegen. Waar heb ik de uitspraak “te weinig middelen” nog gehoord? Het lijkt een besmettelijke ziekte die van Belgie nu ook op Duitsland overgegaan is. Uiteindelijk kunnen we vertrekken en zetten, 10 uur later, wiel aan grond in Anchorage. We voelen ons beiden na die 10 uur redelijk OK ondanks het feit dat geen van ons ook maar een minuutje geslapen heeft. We hebben nochtans hele periodes erg stil gezeten (waar is de tijd dat ik met Singapore Airlines kon neerliggen?) en niet te veel of te weinig gegeten of gedronken hebben (waar is de tijd dat ik met Singapore Airlines champagne en wijn en eten à volonté kon krijgen). Singapore Airlines is een herinnering die spontaan opborrelt bij zo’n lange vlucht. Waar is de tijd dat ik één keer, iedere maand, 16 a 18 uur met Singapore Airlines naar New York en terug naar Singapore vloog?
In Anchorage verliep alles wat stroef. Eerst was er het vrij lange aanschuiven aan de immigratie (maar ondertussen kregen we uitgebreid toeristisch advies van een Duits koppel voor ons in de rij en een ander koppel achter ons in de rij ). Na de trage immigratie was er het feit dat het car rental center een “paar kilometer” van de terminal was waar wij geland waren . We hadden nochtans maar een rugzak en een valiesje mee maar toch viel dit niet mee. Dit ongemak was echter klein in vergelijking met de verrassing die de Alamo dame voor ons had. Ze zei dat er geen reservering op mijn naam was. Na heel wat gepalaver met de Nederlandstalige voucher van Sunny Cars (een Nederlandse broker waar Askja, ons reisbureau mee werkt) in de hand vond de manager van Alamo (die er ondertussen bij geroepen was) dan toch de reservering. Die reservatie had echter een aantal verrassingen in petto: de categorie van auto stemde niet overeen met (was kleiner) wat we betaald hadden, de fuel policy was niet in lijn met waar we voor betaald hadden (geen gratis tankbeurt) en … Sunny Car had blijkbaar de auto gehuurd voor 23 dagen maar slechts betaald voor 5 dagen. Hierdoor moesten we dus nog 3600 USD uit onze hoed toveren of, alternatief, de geplande reis te voet doen. Na een kort overleg hebben we besloten de tover route te volgen en zo snel mogelijk op de kap van Askja en Sunny Cars te springen. Vroeg of laat zal dit wel opgelost geraken want Alamo en Sunny Cars werken dikwijls samen, wist de manager te vertellen.
Na het inchecken zijn we in de 49th State Brewery iets gaan eten. Deze microbrouwerij / restaurant in downtown Anchorage is op wandelafstand ( een paar 100 meter) van het hotel maar "verplichtte" ons wel te wandelen door een “parkje” dat nogal deed denken aan een pop-up kemping van tamelijk verdacht allooi. Wat groezelige tentjes, een paar winkelkarretjes her en der tussen een paar roestige fietsen nog herder en derder. Enfin, niets dat ons aanzette in die richting te kijken of trager te stappen. Na het eten moesten we trouwens weer langs dat “parkje” en nu werden we getrakteerd op een praktijkles Cocaïne / Heroïne verwarmen op aluminium folie en vervolgens inhaleren. Het leek goed te werken dus zijn we niet gestopt om de jonge man te vragen of hij Cocaïne of Heroïne aan het gebruiken was. Ik heb ook geen poging ondernomen om de eerste prijs straatfotografie te winnen.
Terug op de kamer nog wat aan allerlei zaken geprutst (o.a. herschikken van de bagage en vooral van de rugzak want morgen staat een bergtocht (of misschien twee afhankelijk van het weer en de moeilijkheidsgraad) op het programma en dan om 10:30 PM (8:30 AM in België) in bed om nog wat na te genieten van de leuke sfeer in de microbrouwerij en de beelden van de jongeman die zijn leven aan het verprutsen is (of al verprutst heeft) te laten vervagen.
Morgen is een nieuwe dag. Tot dan