Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag 5: Shkoder naar Berat

Deze ochtend verloopt volgens de normale routine. Wakker worden om 7 uur, luisteren of er geen regen te horen is, krant lezen, douchen en ontbijten. Vandaag kan dit laatste voor het eerst buiten op de binnenkoer (dit klinkt raar maar is wel juist). Daarna wordt alles ingepakt en laten we Shkoder om 9:15 achter ons. Het is 20 °C maar bewolkt en het ziet eruit alsof het gaat regenen. Onze buienradar heeft het juist. Gedurende de 2 uur die we spenderen aan de rit naar Tirana krijgen we af en toe een bui(tje) over onze Polo heen. Die buien helpen het, sowieso al drukke, verkeer niet. Er zijn op de tweevaks hoofdweg naar Tirana wegenwerken waardoor we de tijd krijgen de boeketten aan de vangrails in meer detail te bekijken. Het zijn inderdaad aandenkens aan personen die op die plaats verongelukt zijn. Op één plaats is er zelfs een mini-zerkje met 7 namen erop. Dat moet een serieuze klap geweest zijn. Tijdens onze trage vooruitgang richting Tirana valt het ook op dat Belgie niet het enige land met lelijke lintbebouwing is. Ze hebben het concept hier wel nog naar een hoger niveau getild. Ze hebben hier gespecialiseerde lint bebouwing. Zo zien we bijvoorbeeld gedurende 10 of zelfs meer kilometers bijna niets anders dan meubelwinkels. Voor wie een keuken, slaapkamer, bureau, salon, enz nodig heeft is dit het eldorado. Wij zijn niet in een positie dat we sterk geïnteresseerd zijn.

Tot na Tirana stokt het verkeer maar het goede nieuws is dat het weer beter en beter wordt naarmate we verder in zuidelijke richting rijden. Het zonnetje komt erdoor en de temperatuur stijgt naar 24 °C. Plots krijgen we verroeste structuren, zowat overal verspreid in het landschap, in de mot. Bij niet al te nader onderzoek blijken dit overblijfselen van oude olie boorinstallaties te zijn. Wij wisten niet dat ooit in Albanië naar olie geboord werd. Misschien is dit de verklaring voor de vele benzinestations die het land rijk is. Het verklaart misschien ook waarom er hier zoveel verschillende merken van benzine te vinden zijn. Dit brengt me trouwens bij de naamgeving. Kastrati blijft de kroon spannen maar Arse Oil krijgt toch ook een speciale vermelding van de jury. En als we het dan toch over namen hebben: onze bestemming, het wijngoed waar we de volgende 2 nachten gaan verblijven, heet Kantina Pupa. Men had misschien ook iets langer kunnen nadenken.

Om 13:45 komen we in de Pupa winery (dit is zo’n 20 minuten voorbij Berat) aan. Er is wat verwarring over onze reservatie, maar na de inbreng van zowat 6 personeelsleden van Pupa komt het toch voor elkaar en krijgen we een grote, mooie kamer, die geheel in het teken van de wijnbouw staat, toebedeeld. We droppen onze valiezen af en rijden terug naar Berat, “de stad met de 1000 vensters”. Berat bestaat uit 2 stadsgedeelten (Gorica en Mangalem) die van elkaar gescheiden zijn door een rivier. Beiden zijn ontstaan (en worden gedomineerd) door een fort dat op de heuvel, boven de rivier, gebouwd werd. Dat fort werd met de tijd, zowel binnen als buiten de versterkingsmuren, groter en groter … tot het verval kwam … en nu met de toeristen de heropbloei. Vooraleer naar boven te stappen besluiten we toch eerst wat te eten en dat doen we op een terrasje aan de overkant van de voetgangersbrug over de rivier. We zouden ondertussen moeten weten dat de Albanese en de Belgische eetlust niet vergelijkbaar zijn, maar bestellen toch 2 tomaten salades die we, ondanks een stevige inspanning, net niet helemaal kunnen verwerken. We nemen ons voor dat het ons niet meer zal overkomen. Enfin, we hebben tijdens het eten toch een schitterend uitzicht op de kasteelheuvel gehad maar hebben niet geteld of er inderdaad 1000 vensters zijn.

Nu is het tijd om de Mangalem heuvel te beklimmen. Gertrude is ervan overtuigd dat het volstaat één van de kleine steegjes die omhoog lopen in te slaan om, als we voldoende omhoog blijven gaan, uiteindelijk aan het kasteelcomplex uit te komen. We dwalen over de halve heuvelrug, op en weer af, zonder veel vooruitgang (tenzij in zweetproductie) te maken. Na wat navraag bij lokalen blijkt dat er maar één weg naar boven (= de toegangspoort) leidt. Al ons zweet en geaccumuleerde hoogtemeters tot nu zijn dus “umsonst” geweest en de beklimming van de heuvel moet dus nog beginnen. Een bijkomende frustratie is dat men op die weg met de auto kan rijden en dat er boven een parking is waarop nog plaatsen waren. Niet getreurd, echter. We doen het voor de sport. Binnen de kasteelmuren zijn nog bewoonde huizen, moskeeën, Byzantijnse kerken, een museum (het grootste in Albanië van iconen) en is er een grote akropolis. Bovendien wordt men vanaf een uitzichtpunt getrakteerd op een 360° panoramisch zicht om u tegen te zeggen. Na dit alles is het tijd om de heuvel weer af te dalen en onze welverdiende beloning op te strijken. Een mooi terrasje in een rustig zijstraatje is daar perfect voor.

Vooraleer we naar Pupa terug rijden, zoeken we ook nog een ATM. Voor 15’000 ALL ( = 150 €) moeten we, door allerlei extra kosten, 180 € veil hebben. Dat lijkt ons veel en aangezien we nog niet echt ALL’s nodig hebben besluiten we nog wat af te wachten wat de rest van de reis brengt. Terug op het wijngoed zijn we klaar voor het avondmaal. Dat besluiten we te nemen onder een grote moerbeiboom (omdat het binnen, door 2 feestvierende groepen, veel te luidruchtig is). Ondanks het feit dat het al half negen is, is het nog een aangename temperatuur. We bestellen een beetje op goed geluk, want het menu noch de ober kan ons duidelijk maken wat bedoeld wordt met “Casserole with 1 bird” of met “1 kid in the oven”. Het eerste blijkt een gefrituurde (kleine) kip te zijn, het tweede een paar stukken jonge geit. Kortom het is erg lekker en de Dodona wijn (van het huis, natuurlijk) is zo mogelijk nog lekkerder. Ik kijk nu al uit naar het bezoek aan de wijngaard en de proeverij van morgen.Nu is het echter tijd om naar de finale van de Champions League te kijken. Dat loopt echter op een fiasco uit. De internet verbinding is zo instabiel dat ik Telenet TV niet aan de praat krijg.. Ik besluit dan maar naar dromenland te verhuizen. Morgen is een nieuwe dag.

Dag 6: Een dagje in de buurt van Berat

Vandaag is dus de nieuwe dag en die plannen we te spenderen in de buurt van Berat. Het internet werkt me nog steeds op de zenuwen en omdat ik vroeg wakker ben (omdat ik vroeg (rond 11 uur) gaan slapen was) is het eerste wat ik doe, het internet uittesten. Dat lijkt behoorlijk te werken dus besluit ik eerst de blog van gisteren af te werken en te posten en dan, als er nog tijd overblijft, naar de Champions League finale te kijken.Het eerste lukt, het tweede niet omdat er geen tijd genoeg is. Na het uitgebreid ontbijt (gefrituurd ei, twee enorme stukken kaas, drie soorten confituur, koffie en thee van ik weet niet wat, een vruchtensapje van ik weet niet wat, mezores (= oliebollen zonder suiker en zonder veel smaak) en een schoteltje met schijfjes tomaat en komkommer en olijven staan we er weer stevig op en is weer bewezen dat Albanezen duidelijk schrik hebben dat hun gasten honger zouden kunnen lijden.

Om 9:45 vertrekken we richting Bogova waterval en Osumi Canyon. Het kwik staat nu al op 25 °C en er zijn maar een paar wolkjes te bespeuren. Zo zien we het graag. We beslissen de verste bestemming (= Osumi Canyon) eerst te doen om in functie van de resterende tijd te beslissen welke wandeling we naar de waterval nog kunnen / willen doen. Onderweg zien we een paar schildpadden de weg oversteken. Het exemplaar bij het avondeten gisteren was dus helemaal geen uitzondering. Verdere losse bemerkingen tijdens de rit: Bij iedere benzinepomp staat een bediende om benzine te tanken. Dit is een beroep dat volledig uit het Belgische straatbeeld verdwenen is. Jonge mensen kunnen zich waarschijnlijk niet meer inbeelden dat er ooit een tijd geweest is dat de benzine getankt werd door een persoon die niets anders deed. De grote aantallen tweedehands Mercedessen (E en C modellen) vallen hier, zoals in de reisgids beschreven, wel op. Rond Tirana waren de splinternieuwe Mercedessen “de bon ton”. Hier, op het platteland, is de weelde duidelijk minder aanwezig.

We rijden door een zeer mooie streek met zeer veel ongerepte bossen en weinig weides voor het vee of akkers om allerlei gewassen te laten groeien. Waar wel wat akkerbouw gepleegd wordt, gebeurt dit nog grotendeels manueel. Stihl kan hier zeker nog een gat in de markt ontdekken en de man die we hier nog met een zeis aan het werk zien te helpen. Na een uurtje komen we in de buurt van de Osumi Canyon. Wanneer Google Maps even het Noorden kwijt is, vragen we een lokale politieagent om raad. Hij begrijpt onze vraag niet 100% (zelfs niet 5%) maar weet daar wel raad mee. Hij sommeert onmiddellijk een man, die op een terrasje zit te genieten maar waarvan hij weet dat hij Engels spreekt, om ons te komen helpen. Daarmee is dat probleem ook van de baan. Nu kunnen we de canyon, van ongeveer 13 km lang, 4 tot 35 m breed en 80 tot 100 m diep, bezoeken.

Het beste zicht op de canyon heeft men van een uitzichtpunt dat gecreëerd werd aan een merkwaardig gat in de rotsen. Er is een hele legende over een gearrangeerd huwelijk waarbij de bruid, omdat ze ongelukkig was, in dit gat in de rots verdween. Na het uitzichtpunt rijden we verder naar het begin van de canyon waar we een babbeltje slaan met een Nederlands koppel. Zij zijn ook in Theth geweest maar hebben minder geluk gehad dan wij (en denk nu maar niet dat ze veel mooier waren dan wij). Ze hadden de geplande wandelingen naar de Gunas waterval en de blue eye niet kunnen doen vanwege de aanhoudende regen.

Op de terugweg van de canyon is het ondertussen 12:30 geworden en zoeken we een terrasje op. Een Nepalese dienster (ik wil haar niet vragen hoe ze hier beland is) helpt ons aan een bruschetta (niet de broodjes zoals bij ons maar een soort taart belegd met tomaat en komkommer), een pizza Margarita en een fles van 1.5 l spuitwater. Dat volstaat om onze buiken strak te krijgen en dan krijgen we nog een toemaatje onder de vorm van een bord kersen (we krijgen een plastiek zakje om de kersen die we niet meer de baas kunnen mee te nemen voor later). Dat alles kost ons minder dan een gemiddelde fles van 1 l spuitwater in Gertrude’s water statistieken. Nu is het tijd om de Bogova waterval te bezoeken. De temperatuur is ondertussen opgelopen tot 29 °C en we besluiten dus naar een parking dicht bij de waterval te rijden ipv een tocht vanuit Bogova te doen. Dit is een goede beslissing, want het is een steile klim en de zon schijnt genadeloos op de onbeschermde stukken van de weg die uiteindelijk (heen en terug) toch een kleine 5 km is.

De waterval is mooi maar toch minder mooi dan de Gunas waterval in Theth. Men kan hier ook in de poel aan de voet van de waterval zwemmen maar het water is hier blijkbaar minder koud dan die in Theth. We moeten hier voortgaan op de opinie van twee Teutonen (= die staan op een hoger trapje dan de Belgen wanneer het op koudwatervrees aankomt). De Bogova waterval mag dan misschien wat minder mooi zijn dan de Gunas waterval bij Theth, de tocht naar de waterval heeft duidelijk geholpen bij de vertering van de lunch waardoor we goed voorbereid naar Kantina Pupa kunnen rijden. Daar staat namelijk nog een bezoek aan het wijndomein op het programma. Vooraleer daar aan te beginnen moet ik wel water in de ruitensproeier toevoegen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Men moet namelijk eerst de motorkap open krijgen en dat valt niet mee als de secundaire vergrendeling goed verstopt zit en de handleiding in het Albanees is. Enfin, uiteindelijk lukt het toch zonder een te grote deuk in mijn macho ego.

Om 6 uur staan wij (samen met 2 Nederlandse dames) klaar voor een bezoek aan de wijngaard (de eigenaar voert ons samen met zijn dochter, die voor de vertaling instaat, naar de nabijgelegen heuvels waar Pupa’s Hof van Olijven en wijngaarden liggen. We krijgen uitleg over de verschillende druivenrassen en het werk in de wijngaard. Nadien gaan we naar de wijnkelders waarin alles (pers, fermentatie tanks, filters, pompen, bottelmachines, enz.) uiterst netjes onderhouden lijkt te zijn. Tenslotte komt de proeverij. We krijgen een witte wijn, een rosé en een rode wijn voorgeschoteld. Bij de wijnen worden, voor ons vieren, twee grote schotels voorgerechtjes opgediend. Er zijn twee soorten kaas, er is brood met pesto, er is tomaat en komkommer en ook fruit (abrikozen en kersen). Ik blijf bij het oude adagium “Sell on a cheese, buy on an apple” en proef dus de wijnen op hun eigen waarde zonder allerlei maskerende smaken van kaas en andere lekkernijen. De witte en de rode vallen beter mee dan de rosé. De afsluitende raki is straf maar tamelijk smaakloos. Geef mij maar een grappa van een welbekend huis in Amelia.

Na de proeverij bestellen we exact hetzelfde als gisteren (1 bird in casserole en 1 kid in the oven) en gaan we weer buiten aan een tafel zitten om het laatste avondmaal in Berat te nuttigen. Na een weer zeer lekker maal, rest me alleen nog de blog te schrijven, te laten corrigeren en te posten. Ondertussen heeft Gertrude ontdekt dat het internet signaal sterker is op het toilet. Het posten zal dus hopelijk lukken en ondertussen kan ik ook vieren dat de Gantoise volgend seizoen weer Europees speelt. Allé de Buffalo’s

Dag 4: Theth naar Shkoder

Deze morgen speelt de normale routine: om 6 uur voor het eerst wakker worden (en horen dat het zachtjes regent), dan nog wat verder dutten tot 7 uur (en horen dat het harder regent) en om 7:30 opstaan om te ontbijten (er zijn (jammer genoeg taaie) pannenkoekjes) en dan alles inpakken en uitchecken. We worden met een ontstellende factuur geconfronteerd. We moeten niet minder dan 8200 ALL (82 €) neertellen om met 2 personen 4 maal onze buik rond te eten en op gestelde tijden een frisse pint te nuttigen. Het ziet ernaar uit dat de erfenis hier niet naar de kleurpotloten zal geholpen worden … tenzij we veel harder proberen. Uiteindelijk richten we om 9:15 onze Polo naar Shkoder. Bye bye Theth, het was hier mooi toeven, zelfs al denk ik niet dat Bart Van Den Bossche hier (op 800 m tussen bergen van meer dan 2000 m) van de heuveltjes van Erika zou gezongen hebben.

Op de bergpas zien we verschillende malen een paar koeien, zonder enige begeleiding, op de weg paraderen. In de Theth vallei stonden de koeien “gestekt” te grazen maar hier lopen ze gewoon op de weg. Nochtans liggen hier geen weides langs de weg. De vraag is dus “Quo vadis, vos?” (Vos is, in het Latijn, niet vos maar koe of rund, ik heb het opgezocht). Maar Albanese koeien begrijpen geen Latijn. Misschien is hier een taak weggelegd voor BDW mocht hij er niet in slagen premier van Belgie te worden. In de plaats van weiden zien we wel hele velden met kleine struikjes die op rijtjes geplant zijn. We denken dat het lavendel is maar hebben geen zin om dit, in de regen, van naderbij te bekijken.

In de buurt van Shkoder gekomen tanken we vol aan de gangbare prijs. Er kan maar 27 liter bij, wat betekent dat we nog een halve tank hadden en derhalve meer dan genoeg benzine hadden om probleemloos de terugweg van Theth te ondernemen. Maar ja, voor de gemoedsrust van het vrouwtje moet men een en ander overhebben. Ondertussen is het ophouden met regenen en komt een mager zonnetje tevoorschijn. Hierdoor wordt het merkelijk warmer (22 °C ipv 5 °C op de col tussen Theth en Shkoder maar dat was wel op 1500 m hoogte)

Om 12 uur kunnen we nog niet inchecken omdat de kamer nog niet klaar is. Daar kunnen we niet om treuren en we beslissen het oude stadsgedeelte in te wandelen (langs de grote moskee en de kathedraal) en in de voetgangerszone een hapje te eten. We eten rechtover het Marubi foto museum een salade caprese (met pesto ipv balsamico) met een grote fles spuitwater voor 950 ALL (9.5 €). Daarvoor krijgt men in Belgie zelfs geen fles spuitwater. Gertrude’s statistieken kunnen opgevraagd worden. We rijden nadien naar het Rozafa kasteel. De ruïnes van dit enorm versterkte complex is een schoolvoorbeeld van recycleren. De locatie werd oorspronkelijk gebruikt door de Illyriërs om een kasteel te bouwen, daarna kwamen de Romeinen gevolgd door de Visigoten. Na hen kwamen de Venetianen die het fort dan weer moesten overlaten aan de Ottomanen. Die werden uiteindelijk verdreven door de Montenegrijnen en tegen dan waren er alleen nog ruïnes over voor bezoekers van de XXI eeuw .

Om 3 uur beginnen de donkere, onweerzwangere wolken een paar druppeltjes te laten vallen. Onze ervaring van gisteren indachtig wachten we niet tot er meer druppels vallen om onze pas richting auto te versnellen. Het blijkt echter loos alarm te zijn, want na 1 minuut houdt het op met druppelen. Dat is een goede zaak want we willen ook nog de Mesi brug bezoeken. Dit is de grootste brug in Albanië die nog uit het Ottomaanse rijk dateert. De brug doet denken aan de befaamde brug van Mostar alleen duikt men hier niet van de brug omdat het water te ondiep is. Op de terugweg passeren we een fabriek / shop die Venetiaanse maskers maakt / verkoopt. Er zijn er van alle maten en kleuren. Allemaal erg mooi maar wat doet men daar allemaal mee?

Nu is het tijd voor een welverdiende pint op de binnenkoer van ons hotel, gevolgd door een warme maaltijd. De menukaart is veel te uitgebreid voor ons beslissingsvermogen en we laten ons dus door de ober inspireren. Hij zweert op zijn eerste communiezieltje dat we niet te veel gaan hebben met de voorgerechtjes en de hoofdschotel die hij aanraadt en de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat het goed meevalt. We krijgen eerst 4 traditionele, vegetarische gerechtjes, op de voet gevolgd door een gevulde aardappel die we niet verwerkt krijgen vooraleer de ober opduikt met een kokende pot geitenkaas met kruiden en daar zitten we nog naar te kijken en hij staat er al met een kokende schotel met jonge everzwijnfilets in een veenbessensaus. Kortom, in 15 minuten hebben we allerlei traditionele gerechten tot aller voldoening verorberd en zijn we 4000 ALL (40€) lichter (glas wijn, grote fles spuitwater en tip omwille van de goede suggesties inbegrepen).

Nu is het tijd om de blog te schrijven en misschien eens naar de Belgische TV te proberen kijken (het Internet lijkt hier veel betrouwbaarder dan de afgelopen 2 dagen)

Dag 3: Theth

We worden na een goede nacht vrij vroeg wakker en de eerste signalen zijn positief. Het lijkt niet grijs en het regent niet en dus kunnen we nog een uurtje dutten. Wanneer we dan rond 7 uur echt wakker worden zien we een blauwe lucht met de eerste (?) zonnestralen die over de bergtoppen piepen. Dat is zeer goed nieuws, zeker in vergelijking met de weersvoorspelling die de hele dag regen aankondigde. Bij het openschuiven van de gordijnen krijgen we een prachtig uitzicht voorgeschoteld. Een mooiere invitatie om een bergtocht te maken kan er niet zijn.

Het plan voor vandaag is een wandeltocht naar “The Blue Eye” (van Theth, want er zijn er twee in Albanië. Een in Theth en een in de buurt van Saranda waar we binnen een dikke week zullen overnachten). Na het ontbijt rijden we rond 9 uur in de richting van Nderlysaj. Dat is een gehucht van Theth waar de weg eindigt op een, zo lijkt het, recent aangelegde parking voor mensen die naar the blue eye willen stappen. Een dag daar parkeren kost 200 ALL (= 2 €) wat meevalt als men dit met de Ladeuze parking vergelijkt maar de eigenaar heeft, nu alles wat vlak gemaakt is, geen kosten meer.

Om 9:30 beginnen we te stappen en het eerste dat ons opvalt is dat een paar mannen grote keien staan te verzamelen in de rivierbedding terwijl een andere man met een klein tractortje de keien naar ergens vervoert. We veronderstellen dat het de bedoeling is dat die keien gebruikt worden bij de aanleg van een comfortabel pad naar the blue eye. The Blue Eye in het bijzonder en Theth in het algemeen moeten toeristen magneten worden. Dat is duidelijk. Een beetje verder komen we langs een grote rotsachtige vlakte die diep ingesneden werd door de rivier. Dit doet me denken aan Trummelbach in de buurt van Interlaken of de Liechtensteinerklamm in de buurt van St Johann im Pongau. Ook daar heeft een relatief kleine rivier een indrukwekkend patroon in de rotsen uitgesneden. Hier is het kleiner en horizontaal ipv verticaal maar even verrassend hoe water zich een weg door steen kan banen (als het genoeg tijd gegeven wordt). Het eerste deel van de tocht gaat over een niet te missen en zeer geciviliseerde weg van wel 2 m breed maar na een tijdje moeten we overschakelen op een niet te missen maar veel minder geciviliseerd en veel steiler pad. Gelukkig ligt het pad er vrij droog bij waardoor het risico op uitglijden gering is.

Na 45 min krijgen we de eerste blue eye ervaring voorgeschoteld. We komen aan een brugje over de rivier die zeer duidelijk blauw is en dan moet de piece de resistance nog komen. Vijf minuutjes verder komen we aan de blue eye zelf. Dit is een poel van 20 bij 40 meter aan de voet van een vrij kleine (qua hoogte maar niet qua debiet) waterval. De poel is van een uitgesproken blauwe kleur die we nog nooit gezien hebben. Meren aan gletsjers zijn ook (turquoise) blauw maar troebel door het rotsmeel (door de gletsjer fijngemalen rotspartikels) dat ze bevatten. Dit water is echter kristalhelder en van een diepere soort blauw (hopelijk vertellen de foto’s het verhaal beter). Terwijl we de omgeving bewonderen gaat iemand (het blijkt een Teutoon en geen Belg te zijn, misschien had Caesar wel ongelijk) in het water. Niemand van de omstanders voelt zich geroepen zijn voorbeeld te volgen en hijzelf komt na minder dan 1 minuut ook weer op het droge.. Wij stellen ons tevreden met zijn relaas (= het was zeer mooi, zeer diep, zeer helder en … zeer koud). Ik vraag hem of hij weet wat de kleur veroorzaakt en hij denkt dat het met (blauw)algen te maken heeft. Ik denk dat niet, maar waag het niet de dapperste der dapperen tegen te spreken. Ik heb ChatGPT om raad gevraagd met het volgende resultaat: Eye of Theth, located in Theth National Park in Albania, is a stunning natural spring that appears blue due to its depth and the unique way light interacts with the water. The spring is actually a karstic formation, where water flows through limestone, dissolving minerals along the way. This process often results in water with a distinct blue coloration, as it reflects the blue wavelengths of light. Additionally, the depth of the spring contributes to its intense blue hue, as deeper water absorbs more of the longer wavelengths of light, leaving primarily blue light to be scattered and reflected back to our eyes. The combination of these factors creates the mesmerizing blue appearance of the Blue Eye of Theth. Ik denk eerlijk gezegd ook niet dat ChatGPT het bij het rechte eind heeft want er zijn ook stukken van de rivier met een ondiepe bedding die toch die blauwe kleur vertonen. Misschien is het een of ander mineraal (Kopersulfaat bv) dat de kleur veroorzaakt of misschien is het een samenloop van allerlei factoren. Als we eens veel tijd hebben zoeken we het eens grondig uit.

De terugtocht naar de parking verloopt zonder problemen tot een paar 100 m voor ons einddoel (het terrasje aan de parking). Nadat de zon al verdwenen was terwijl we aan de blue eye stonden, vallen er nu ook een paar druppels regen. Niets verontrustend tot, wanneer we de diep ingesneden karstformaties op een paar 100 m van de parking nog eens staan te bekijken, steeds meer en meer druppels vallen. We haasten ons naar de auto maar op 50 m van de auto begint een ware stortbui met donder en bliksem inbegrepen. We schuilen dus snel om onze regenjassen aan te doen en onze rugzak zijn hoesje aan te doen. Op die manier geraken we nog relatief OK in de auto. Och arme de mensen die nu nog op de berg zijn. Ze zullen niet alleen doorweekt zijn, maar ook moeite hebben het glibberige padje naar beneden te komen. Het weer in de bergen is soms erg onvoorspelbaar.

In plaats van op een terrasje van een frisse pint te genieten rijden we, kleddernat, naar Theth (8 km = 20 min) terug om 5 l benzine te kopen zodat we morgen met een gerust hart de terugrit kunnen aanvatten. Frisse pinten hebben ze trouwens ook in ons guesthouse en die hebben we toch maar weer verdiend deze voormiddag. Na met de dorst afgerekend te hebben is nu de honger aan de beurt. Een stevige spaghetti bolognaise voor Gertrude en een spaghetti carbonara voor mij later is dat ook geregeld en dan ontbreekt alleen nog een siësta om ons volledig gelukkig te maken. Na de siësta regent het niet meer en kunnen we de vertering van het middagmaal faciliteren en de vertering van het avondmaal voorbereiden door een kleine wandeling naar Theth downtown.

We bestellen een gemengde schotel van allerlei kazen, salami’s en hesp en moeten, na die netjes verorberd te hebben, alleen nog de blog schrijven en de foto’s opladen en dan kunnen we naar dromenland vertrekken.

Slaapwel

Dag 2: van Lezhe naar Theth

Na een nachtje horizontaal verteren is het tijd om ervoor te zorgen dat de maag niet vergeet waarom ze geschapen is. Een stevig ontbijt met alle toeters en bellen (als het maar uit de eigen tuin van de Agriturismo komt) zorgt daarvoor. Om 9:30 is alles naar binnen gewerkt , zijn de valiezen weer in de auto geladen en vertrekken we richting Theth (altijd een mooi perspectief). We worden uitgewuifd door een paar honderd ganzen die net van de ene wei naar de andere mogen trekken. Dat ziet er een vrolijke boel uit. We rijden via een relatief grote weg naar Shkoder waarbij het aantal grote en luxueuze hotels opvalt. Volgens ons kan er in deze streek nooit voldoende vraag zijn naar dergelijke accommodaties om dit aanbod te rechtvaardigen. De vraag die zich opdringt is dan waarom investeren mensen in dergelijke projecten. We willen hier echter niet verder op ingaan omdat we niet in aanraking willen komen met mensen waar we niet in aanraking willen mee komen. We concentreren ons dus op zaken die een kleinere potentie tot controverse hebben en nemen na Shkoder een wegje richting Theth.

Dit wegje is tamelijk smal (als men een tegenligger kruist moet een van de twee auto’s op de schouder van de weg rijden om te kunnen passeren. Het wegje gaat gedurende een paar tientallen kilometers ook steil de bergen in. Hierdoor vermindert het aantal kilometers dat we, volgens de boordcomputer, nog kunnen rijden dan ook zienderogen. Misschien zijn we, zoals ik gisteren schreef, wel getalenteerd om zonder benzine te vallen in een land dat volgebouwd is met benzinestations. Hopelijk is er in Theth eentje waar we kunnen bijtanken alvorens terug te rijden. Op de col krijgt men een adembenemend zicht op de omgeving. Het weer valt al met al nog mee (zeker in vergelijking met de voorspellingen). Het is hier wel maar 8° C maar de bergen zijn zichtbaar en het regent niet. Alleen is de hoge bewolking net niet hoog genoeg om niet aan de hoogste toppen (2700 m) te blijven haperen. Na de col komt de 20 km afdaling naar Theth. Dit is goed voor onze benzinemeter want het berekende aantal kilometer dat we nog kunnen afleggen verhoogt nu zienderogen. We zullen toch maar in Theth bijtanken kwestie van 101 % zeker te zijn dat we niet zonder vallen. Ondertussen komt het oorspronkelijke mager zonnetje steeds krachtiger voor de dag en tegen de tijd dat we in het Shpella guesthouse ingecheckt hebben en wat te eten besteld hebben, komen grote blauwe plekken in het wolkendek tevoorschijn. Van snel iets eten komt echter niet veel in huis … en dat ligt niet aan de bediening. Die is snel. Het probleem ligt bij ons. We hebben (andermaal) veel te veel besteld. Gertrude heeft een schotel appetizer hapjes besteld voor 1 persoon maar wat gebracht wordt blijkt voor 1 bus vol personen te zijn. Ik heb met rijst gevulde paprika besteld en ik krijg 3 reuze paprika’s voorgeschoteld. Dit festijn creëert weer een gat van 15 € in ons reisbudget.

Na de “snelle lunch” trekken we onze bergschoenen aan en stappen we richting de Gunas waterval. Het is hier prachtig ook al omdat de zon nu op volle kracht de hele omgeving belicht. De weg naar de waterval is niet eenvoudig, want vrij steil en niet eenvoudig te vinden omdat zowat iedere wandelaar zijn eigen pad gemaakt heeft. Gelukkig heb ik op mijn GPS een welbepaald pad uitgestippeld dat we consequent volgen. De waterval zelf is ook zeer mooi en de poel, die de waterval gemaakt heeft, wordt door een aantal dapperen gebruikt om pootje te baden. Verder durft zelfs de dapperste onder de dapperen echter ook niet te gaan.

Om te vermijden dat we langs dezelfde weg terug moeten, heb ik een lusvormige wandeling in elkaar gestoken. Daarvoor moet men echter de beek stroomafwaarts van de waterval over en dit lukt, na overreding van de compagnon de route, moeiteloos en met droge voeten. Beneden, waar de rivier een nauwe en diep canyon uitgesneden heeft, beslissen we, langs de geasfalteerde weg, naar het centrum van Theth terug te stappen. We willen namelijk maximaal van het mooie weer, dat we vandaag voorgeschoteld krijgen, profiteren en het centrum van Theth zien zonder daarbij regenkledij nodig te hebben. De terugweg valt echter niet mee. Het is de hele weg vals plat, het is echt warm en het is veel verder dan gedacht (met de auto lijkt alles veel korter dan te voet). In Theth aangekomen vinden we dat we een beloning verdiend hebben. Een frisse Cola en een al even frisse print zijn ons deel. Dat dit weer een gat van 4 € in ons budget slaat trekken we ons niet aan. Vivaldi slaat een gat van bijna 40 miljard en lijkt het zich ook niet aan te trekken. Naast het terrasje is een supermarktje waar Gertrude een paar bananen voor morgen koopt. Ze verkopen ook benzine, zij het aan een woekerprijs van 2.5 € per liter ipv 1.8 € per liter. We denken toch dat dit een betere optie is dan zonder benzine te vallen ergens in het midden van de “boonies”.

Van het centrum van Theth stappen we daarna terug naar ons guesthouse waar we met een tweede pint en spuitwater helemaal uit de bol gaan. Het is hier zo aangenaam zitten (met nog steeds 20° C ) dat we besluiten ons avondmaal te bestellen. Deze keer leggen we het echter slimmer aan boord. We bestellen een salade voor 1 persoon, een portie friet voor 1 persoon en een portie speenvarken voor 1 persoon. De aangedragen porties stemmen nu veel beter overeen met de maximale volumes van onze magen, in die mate zelfs dat Gertrude nog een stukje chocoladecake bestelt (de ober komt met 3 grote stukken aandraven) en ik een pannacotta die gelukkig van een solitaire soort is.

Nu is het tijd om aan de blog te werken, want in de vallei stapelen donkere onweerswolken zich op. De elektriciteit valt tijdens het schrijven verschillende malen uit. Ergens zal het dus wel serieus onweren maar in de onmiddellijke buurt van Theth valt het (voorlopig?) nog goed mee. Hopelijk is er geen schade en valt alles er deze nacht uit, zodat we morgen weer een mooie, zonnige dag zoals vandaag kunnen beleven.

Met die gedachte wens ik jullie allemaal slaapwel

Dag # 1: Van Blanden naar Lezhe

Daar gaan we dan. Onze dag begint op een vrij normaal uur omdat we pas om 9:00 bij Dries afgesproken hebben; Dries en Els zijn namelijk van plan onze auto als tweede auto te gebruiken tijdens onze trip en als pasmunt voor het gebruik van onze auto voert Dries ons naar de luchthaven van Charleroi. Dit komt voor ons zeer goed uit want die luchthaven is moeilijk te bereiken met het openbaar vervoer en de auto drie weken in een parking laten staan kost ook een niet te versmaden duit. We zijn goed op tijd in Charleroi maar de vlucht vertrekt toch met een half uurtje vertraging. Aan ons was het niet gelegen, maar we hebben het al erger meegemaakt. De vlucht verloopt zonder noemenswaardige gebeurtenissen en we landen met slechts een 15-tal minuten vertraging. Dat is dus dik in orde, merci Ryanair.

De eerste indrukken van Albanië en Tirana airport in het bijzonder zijn positief. Vanuit het vliegtuig ziet het land en de woningen er “onderhouden” uit. Bovendien is het goed weer (24°C). De luchthaven is modern en lijkt vrij efficiënt te werken (in tegenstelling met Charleroi waar men, zo leek het althans, de lay-out tijdens de bouw regelmatig herbekeken had). We halen bij Vodafone in de aankomsthal, zonder problemen, 2 prepaid SIM kaartjes op. Hierdoor hopen we roamingkosten te vermijden. Een ander bewijs van efficiëntie is dat 1 van de 2 valiezen al aan de transportband op ons ligt te wachten als we daar aankomen. Daar kan Zaventem iets van leren. Ook het contract van de huurauto is in een wip geregeld. Kortom alles loopt vlot, met uitzondering van de aflevering van de huurauto zelf. Daar verliezen we ondanks het vele volk dat hier “bezig” is, wat tijd mee, maar wie geeft daar wat om? We zijn gepensioneerden op vakantie.

Het valt op dat er hier voor alles veel volk gemobiliseerd wordt. Zowel bij de luchthaven zelf als bij Vodafone als bij de auto verhuurfirma lijken de personeelsleden elkaar de kop in te lopen. Wij zijn niet meer zo veel volk in België gewoon.

Om 16:30 zitten we achter het stuur van onze bijna nieuwe Polo (9000 km) en wagen we ons in het Tiranese verkeer. Het is hier vrij druk en niet alleen van oude tweedehandse Mercedessen (zoals vermeld in de 15 jaar oude reisgids die de ex-ambassadeur van Belgie in Albanië mij opstuurde) maar ook zeer veel nieuwe auto’s en autootjes. Het is duidelijk dat het kapitalisme hier ook toegeslagen heeft, want naast de Polootjes, Toyotaatjes en Fiatjes rijden hier vrij veel spiksplinternieuwe Mercedessen, Landrovers en zelfs een regelrechte Lamborghini rond. Good old Enver Hoxha moet zich regelmatig in zijn graf omdraaien, denk ik. Al die auto’s met interne verbrandingsmotoren (ik heb nog geen enkele elektrische gezien) hebben benzine nodig en die wordt hier op iedere straathoek aangeboden. Om hier zonder benzine te vallen moet men waarschijnlijk erg getalenteerd zijn. Waar men gaat langs Albanese wegen komt men u, het benzinestation, tegen. We hebben hier wel nog geen enkele Shell, BP of Esso gezien. Wel Alphet of Gegoil of zelfs Kastrati (die ga ik proberen te mijden). De prijs per liter is vergelijkbaar met die in het vaderland (1.80 €)

Rond 18:30 checken we in bij Mrizi I Zanave Agritoerisme. Het hele complex schurkt aan tegen de eerste heuvels / bergen die we sinds Tirana tegenkomen. Alles (of toch bijna) , zowel van het dieren -als van het plantenrijk wordt hier lokaal (op het domein of in het nabijgelegen dorp) geproduceerd. Ondanks het feit dat we al honger hebben brengen we toch eerst een bezoek aan de kaas- en aan de wijnmakerij. Allerlei soorten kaas worden gemaakt van de melk van de geiten die hier welig lijken te tieren. Op basis van het aantal ganzen dat hier rondloopt denk ik dat we foie gras gaan voorgeschoteld krijgen (dat blijkt achteraf een foute veronderstelling te zijn waarvoor de geiten opdraaien). Na het vrij snelle bezoek aan de kaasmakerij dalen we af in de wijnkelder voor een minder snel bezoek. Dat dit bezoek langer duurt heeft alleen te maken met het feit dat het madammeke ons willens nillens 5 wijnen (2 witte; 1 rose en 2 rode) wil laten proeven. Uit beleefdheid geven we haar zin. En alsof dat nog niet volstaat moeten we ook nog van de huisgemaakte raki proeven. Dat kan als aperitief tellen (45°). De wijnen en de raki zijn degelijk zonder van uitzonderlijke kwaliteit te zijn. De geproduceerde volumes volstaan trouwens alleen maar voor eigen gebruik in het restaurant en de verkoop hier en daar van de kelderrestjes.

De raki, die hier zowel als aperitief als digestief gedronken wordt, moet ons door de maaltijd helpen. We begrijpen de uitleg over de maaltijd niet goed en vragen 1 schotel met voorgerecht om te delen en 1 hoofdgerecht (ook om te delen). Daarna zullen we wel bijbestellen als we nog honger hebben. Ik kan jullie verzekeren dat we niets meer bij besteld hebben na het bord geitenkaas in een vruchtencoulis, de gebakken champignons, de vleesschotel van rauwe hesp en droge worst, de 4 stukken quiche, het bord pickles en olijven, de kom tomaten en het bord groenten (bonen, gefrituurde zucchini bloemen en gebakken courgettes). Dit voorgerecht was niet voor 1 persoon maar voor 1 bus met zeer veel personen en dan moest de piece de resistance nog komen: een voorpoot en twee rugstukken van een jong geitje. Natuurlijk konden we niet eindigen zonder dessert dus bracht de ober (die overduidelijk plezier beleefde aan ons beleefd zoveel mogelijk opeten) nog voor elk, twee kommetjes lokaal fruit (aardbei, kers, moerbei, framboos, mirabelle, pruim, enz). Gelukkig bracht de ober, ondanks mijn geveinsd tegenstribbelen, ook nog een glaasje raki om de vertering te faciliteren. Dit alles (inclusief de wijndegustatie, een glas rode wijn, een fles spuit en een fles plat water) maakte ons 52 € lichter. Ik hoor Tom en Els al een zucht van verlichting slaken.

Nu is het tijd om te slapen en de vertering in horizontale positie verder te zetten. De corrector zal alles morgen nog eens bekijken en dan stuur ik Dag # 1 door.

Slaapwel.

Proloog reis naar Albanië (Griekenland en Noord- Macedonië)

Het idee voor deze reis ontsproot in november 2023 in Spanje. Het was niet een plotse bekering tot de doctrine van de communistische dictator en grote vriend van Stalin, Enver Hoxha die ons deed besluiten naar Albanië te gaan. De aanleiding tot ons besluit kwam er tijdens een activiteit van Belgen in Andalusië (in Manilva meer specifiek). Daar geraakten we in gesprek met een landgenoot die voor zijn pensionering ambassadeur van Belgie in Albanië geweest was. Hij en zijn echtgenote spraken erg lovend over het land en zijn mensen en we hadden niet de indruk dat zij dat niet deden uit hoofde van hun vroegere job en dus besloten we wat verdere research te doen.

Een aantal reisbureaus die zich specialiseren in Albanië werden benaderd en uiteindelijk werd een vrij klein bureau, maar met een sterke lokale kennis, uitgekozen om de praktische aspecten van de reis uit te werken. Gewoontegetrouw vond ik één bestemming niet voldoende en vroeg ik het reisbureau een stukje van Griekenland en van Noord- Macedonie erbij te nemen. Dat kon allemaal en zo komt het dat we dinsdag met Ryanair vanuit Charleroi (= de enige directe vlucht) naar Tirana vertrekken.

In Tirana zullen we een huurauto oppikken om richting de noordelijke grens (met Kosovo en Montenegro) te rijden. Daar, in de Albanese Alpen, zullen we een paar dagen blijven om staptochten te doen. Nadien zullen we in relatief korte etappes (Albanië is maar ongeveer 350 km in noord – zuidelijke richting en ongeveer 150 km van West naar Oost en is daarmee zelfs kleiner dan België) tot het uiterste zuiden rijden. Vanaf de zuidelijke kust zullen we een dagje Corfu (Griekenland) bezoeken om daarna meer dan 50 jaar oude herinneringen (althans voor mij) in de Meteoren (noordelijk Griekenland) op te frissen. Daarna gaat het stilletjes aan terug naar Tirana, niet echter zonder een bezoekje te brengen aan de streek rond Ohrid in Noord- Macedonie. Na nog een tweetal dagen in de omgeving van Tirana zal op 17 juni de tijd gekomen zijn om de compressiekousen weer aan te trekken en naar het Vaderland terug te keren.

We hopen in Albanië voor de verandering eens met goed weer te maken te krijgen waardoor de kans op een mooie reis aanzienlijk zal stijgen. We hopen ook dat jullie, via deze blog, een beetje in ons spoor zullen volgen.

Lectori salutem

Post Scriptum

In mijn haast om gisteren het gras te maaien voor het weer begon te regenen ben ik nog de dagelijkse statistieken van onze tocht vergeten.

Hier zijn ze (per dag):

Dag 1: 80.3 km en 894 hoogtemeters

Dag 2: 57.4 km en 513 hoogtemeters

Dag 3: 68.1 km en 635 hoogtemeters

Dag 4: 83.7 km en 800 hoogtemeters

Dag 5: 74.5 km en 253 hoogtemeters

Dag 1: 57.7 km en 692 hoogtemeters

Of in het totaal 421.7 km en 3787 hoogtemeters

Geen wonder dat ik iedere dag vol overtuiging "Slaapwel" geschreven heb