Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Epiloog van de fietstocht door de Champagne en Argonne

Terugkijken op een weekje is altijd makkelijker nadat wat tijd verstreken is. Ik zal van deze traditie afwijken omdat we binnen een week al weer vertrekken. Een overload zou meer dan waarschijnlijk onvermijdelijk zijn.

In het algemeen kan gesteld worden dat alles zeer vlot verlopen is. Alle overnachtingsplaatsen hadden plaats in de herberg voor ons, we hebben ons nergens dramatisch misreden, de bagagetransporten verliepen betrouwbaar en de stalen rossen (en vooral hun batterijen) hielden zich stevig en iedereen was tegen het soms stevige werk opgewassen.

Over het weer kunnen we kort zijn: we hebben ongelooflijk veel geluk gehad. Het was natuurlijk niet het prachtige lenteweer dat men zou kunnen verwachten in de maand mei maar we hebben maar éénmaal op de hele tocht regen gehad terwijl de weersvoorspelling gewoonweg desastreus was … voor de ganse week. Het zag er zelfs zo slecht uit dat er een last minute crisisberaad aan te pas kwam om te beslissen of we de hele onderneming niet beter annuleerden. Dat hebben we gelukkig niet gedaan. We moeten derhalve de weermaker op onze blote knietjes bedanken terwijl ik niet anders kan doen dan mijn adagio herhalen: “Men moet niet schoon zijn om geluk te hebben”.

Het weer, de streek, de bezoeken, de accommodaties, het eten en drinken, enz. enz. spelen allemaal een rol bij het welslagen van een tocht, zoals die van de afgelopen week, maar het allerbelangrijkste is en blijft toch het gezelschap en daarmee zat alles snor. Zowel tijdens het fietsen als ervoor en erna liep alles gesmeerd (zelfs zonder WD40). Alleen moest het peloton na ieder bergopske op de top wat wachten op één fietser die obstinaat boven wilde geraken op “Eco”. Die éne fietser maakte hierbij misbruik van het feit dat hij het monopolie van de GPS had, waardoor de rest van het peloton geen andere keuze had dan te wachten.

Kortom, deze editie van de jaarlijkse fietstocht was, in mijn opinie, een succes. Zonder grote tegenslagen zou ik dan ook voorstellen dat we volgend jaar dezelfde criteria blijven hanteren om een nieuwe bestemming te identificeren. Hopelijk kunnen Mien en Erik dan weer het peloton vervolledigen. Ik heb gezien dat suggesties voor bestemmingen binnenstromen. Laat maar komen.

Tot de volgende keer


PS Foto’s volgen zo snel mogelijk

Dag 7: Vertus – Montmirail

Vandaag is het de laatste (= 6de) fietsdag. Ongelooflijk hoe snel dit weer allemaal gelopen is (al zijn er bepaalde onderdelen van ons aller lichamen die daar misschien anders over denken). Het is een relatief korte rit (58 km) maar met toch weer 688 hoogtemeters die ons terug naar ons vertrekpunt zal brengen. Rond 9:15, na een stevig ontbijt, laten we de bagage een laatste maal achter en vertrekken we richting Montmirail. Het heeft tijdens het ontbijt wat gemiezerd maar op het moment dat we alles op de fietsen gemonteerd hebben, is het alweer opgehouden. Het is wel tamelijk fris waardoor iedereen wijselijk een jasje aantrekt.

De eerste hindernis, reeds in het centrum van Vertus, zijn de hellingen van de Coteaux Blancs. Gisteren bij onze aankomst in Vertus zagen we Coteaux Blancs, nu voelen we ze. Het gaat hier werkelijk stevig omhoog. De voor de hand liggende verklaring voor de naam Coteaux Blancs is het hoge kalkgehalte van de aarde hier, maar een andere verklaring zou wel eens kunnen zijn dat de wielertoeristen helemaal wit worden van de inspanning die nodig is om boven te geraken. Met wat Eco plus plus ondersteuning lukt het echter wel en kunnen we, boven gekomen op het plateau, genieten van het mooie uitzicht. Dat is bovendien goed om op adem te komen. Aan de horizon merkt Georges zelfs een lichtblauwe band op. Dat belooft, hopen we met zijn allen.

Na 28 km komen we in Mondemont Montgivroux aan waar een zeer merkwaardig oorlogsmonument van rood beton staat. De vorm en de kleur hebben het monument de bijnaam “De Wortel” opgeleverd. Met zijn 35 m hoogte is het wel wat groot voor een wortel, maar om de heldendaden van de generaals Foch en Joffre tijdens de eerste slag van de Grote Oorlog te herdenken,mag het wel wat “oversized” zijn. Vier jaar later liepen, omwille van deze waanzin, 1 miljoen minder jonge mannen op deze wereldbol rond. Die verdienen meer een monument dan een paar generaals, mijn gedacht !!

Ondertussen is het waterzonnetje permanent aanwezig. Nu eens met een beetje meer water, dan eens met een beetje meer zon maar toch altijd aanwezig. Ideaal om de laatste 30 km af te haspelen. We komen rond 13:45 in Montmirail aan waar we, voor alles sluit, de inwendige mens versterken. Een burger met een berg frieten en een frisse pint zijn daar perfect voor. Daarna fietsen we naar de auto’s die, onder het waakzame oog van de Gendarmerie, op ons staan te wachten. Met de fietsen op de auto’s rijden we tot aan de Demeure de la Garenne waar we de bagage oppikken. Voor ons rest nu nog een laatste (maar aangename) taak. We hebben besloten een paar dozen Champagne bij G & X Crochet te halen. Vanaf 3 dozen krijgen we 17.5 % afslag. Iedereen zal het met me eens zijn dat 16.5 € per fles een aanbod is dat we niet kunnen afslaan.

Nu zit de mooie tocht er werkelijk volledig op en nemen we afscheid van Anne en Georges. Zij zijn van plan nog een nachtje in de buurt (= Chalons en Champagne) te blijven terwijl wij rechtstreeks naar huis terugkeren. De terugrit verloopt vlotjes, nergens een file probleem van enige betekenis, ondanks het feit dat het vanaf Reims tot thuis zonder ophouden regent (met periodes van echte stortbuien). Het uitladen van de auto laten we dan ook voor morgen. Hopelijk is alles tegen dan wat opgedroogd en is het meeste vuil van de fietsen weggespoeld.

Dag 6: Varimont – Vertus

We wilden vandaag vroeg vertrekken want er was, voor de verandering, weer eens regen voorspeld. Gisteren werd de hele dag regen voorspeld. Vandaag voorspelt men vooral in de namiddag regen. Hoe dan ook, we hebben de woonwagen eigenaar gevraagd de ontbijtmand om 8:15 te brengen. De brave man is stipt op tijd met zijn baguette, confituur en pain au chocolat waardoor we stipt om 9:00 het vertreksein (de bel van de crèmekar) kunnen geven. De eerste paar kilometers gaan steil bergop wat geen cadeau is. Bovendien is het erg frisjes waardoor we allemaal onze jasjes aangedaan hebben. Georges heeft zelfs zijn schoenovertrekken aan. Misschien is het daardoor dat het niet regent.

We passeren weer langs enorme graanvelden die zeer wijdse zichten opleveren. Slechts hier en daar staat een boerderij of ligt een klein gehucht waar hooguit een tiental huizen samen staan. Het gaat de hele tijd zachtjes op en neer. Die hellingen zijn dus niet de grootste uitdaging van de dag. De ware uitdaging vandaag is de wind. Die komt pal uit het westen en wij moeten … pal naar het westen. Na een 20-tal kilometer komen we aan in Epine. Het is geen metropool maar gaat toch prat op een serieus uit de kluiten gewassen basiliek. Epine is dan ook een bedevaartsoord omwille van een paar relieken die hier in de basiliek bewaard worden. Eén is een fragment van het heilig kruis (dat moet een enorm kruis geweest zijn, want men vindt er zowat overal fragmenten van). Het andere is een fragment van de grot in Bethlehem waarin Jezus geboren is (dat is beter te verstaan want bij iedere uitbreiding van de grot kwamen fragmenten ter beschikking). De basiliek, die dateert van de 15 en 16de eeuw, wordt uitgebaat door een aantal nonnetjes die erg aanwezig zijn in het straat- en basiliekbeeld.

Na Epine rijden we nog 12 km verder, naar Chalons en Champagne, waar we rond 12:00 aankomen. We besluiten bij restaurant Ferdinand een salade te eten. De Caesar en de Chalonnoise salade die hier voorgeschoteld worden zijn in zo’n overvloedige mate aanwezig dat ik ze niet verorberd krijg. De rest van het peloton kan er wel mee overweg. We zullen zien of dit gereflecteerd wordt in de sportieve prestatie deze namiddag. Om 13:30 houden we Ferdinand voor bekeken en rijden we langs een paar kleine straatjes met interessante gebouwen naar een mooi park. Chalons en Champagne is een mooi stadje. Er is een heel grote kerk die UNESCO werelderfgoed is omdat één van de 4 Franse Compostella routes hier passeert en ook nog een kathedraal (een paar honderd meter verder). Aan het einde van het park moeten we volgens de GPS over een brug. We willen dat wel, maar het is een voetgangersbrug met veel, vrij steile trappen. Gelukkig ziet Gertrude een beetje verder een andere brug die wel met onze tweewielers kan genomen worden. Hierdoor belanden we op een jaagpad langs een kanaal waardoor we aan onze siësta van een 10-tal km kunnen beginnen.

Na de siesta moeten we over een aarde / slijkpaadje dat er erg kleverig bij ligt door overvloedige regen de laatste paar dagen / weken. Bij Georges blokkeert een klomp met keitjes gewapend slijk zelfs een ogenblik het voorwiel waardoor werken aan de “gardeboe” noodzakelijk zullen zijn. Gelukkig komt aan deze miserie uiteindelijk toch een einde en kunnen we onze tocht zonder bijkomende hindernissen verderzetten waardoor we rond 16:00 in Vertus aankomen. Om 16:05 begint het te regenen. Gelukkig maar een klein beetje en we hebben toch afgesproken dat het opfrissen tot 16:45 mag duren. Om 17:00 wacht namelijk nog een kleine verrassing. De verrassing is niet erg verrassend. Het is een bezoek aan een champagnekelder (what else zou George Clooney zeggen). De natuur van het bezoek mag dan wel niet verrassend zijn, de locatie is het wel. Op aanraden van André en Veerle stappen we naar het huis Bourgeois - Boulonnais. We staan voor de deur wat te twijfelen omdat de buitenkant er helemaal niet zo glamoureus uitziet als zeer veel van de bekendere champagnehuizen. De binnenkant bevestigt de indrukken van de buitenkant. Het bureau waar de eigenares ons, tussen opgezette everzwijnen - en hertenkoppen, ontvangt is één warboel van documenten. De dame slaagt er echter in voldoende plaats vrij te maken voor 5 glazen en een fles die ze koud gezet heeft. Jammer genoeg kan ze ons alleen de Brut Traditionel laten proeven want de andere soorten zijn uitverkocht (tot juni). Ze produceert amper 40 á 50’000 flessen per jaar maar we krijgen interessante uitleg over allerlei aspecten van de champagne. B.v. dat zij Recoltant Manipulant is = doet alles in eigen beheer van wijngaard tot gelabelde flessen in tegenstelling tot Recoltant Cooperateur = brengt zijn druiven naar de coöperatieve waar champagne gemaakt wordt onder merken van de coöperatieve. B.v. dat er meer dan 100 wijnboeren in Vertus zijn maar dat er maar een 12-tal RM zijn en dat er 5 corporaties zijn, enz. enz. We leggen uit dat we per fiets zijn en dus geen flessen kunnen kopen wat de dame niet weerhoudt de fles verder over onze glazen te verdelen “from the goodness of her heart” en de gezondheid van het onze! Toch vinden twee niet nader genoemde leden van het peloton het nodig een fles te kopen om aan de twee andere leden van het peloton te schenken. Die laatsten protesteren een beetje, maar niet te veel om de fles niet te moeten teruggeven.

Na deze ervaring is het tijd om onszelf verder te verwennen met een 4 – gangen menu in het hotel bestaande uit tartare de boeuf, magret de canard, fourme d’ambert en rubarber en aardbeien meringue. Dit alles begeleid met 2 flessen lekkere Badoit en 1 fles, nog lekkerder, Vacqueyras. Als, na zo’n festijn, lekker naar dromenland trekken niet lukt, weet ik het ook niet.

Slaapwel

Dag 5bis: Bouconville – Varimont

Vandaag is de titel van de blog 5bis omdat ik gisteren een beetje te hard van stapel gelopen was. Duidelijk was geweest fietsdag 3 en vandaag fietsdag 4. Ik zal het echter niet nodeloos ingewikkeld maken en zeg gewoon: lees verder en trek u niet te veel aan van de titel. Jullie hebben niets gemankeerd, het is gewoon de blogger die in de war is / was.

“We” willen deze morgen vroeg vertrekken omdat regen voorspeld is in de namiddag en we willen die zoveel mogelijk voor zijn. We ontbijten om 8:00 en springen op onze stalen rossen om 8:45. Het is bewolkt en tamelijk fris waardoor we niet goed weten of we er goed aan doen een jasje aan te trekken of niet. Alles verloopt vlotjes (met of zonder jasje) tot km 6. Daar slaan we een aardewegje in. Dit wegje is door de overvloedige regen vannacht tamelijk modderig geworden. Het wordt pas een echte uitdaging wanneer het weggetje eerst langzaam, maar daarna erg steil wordt. Onze wielen zakken tot aan de velgen in het slijk waardoor er geen andere optie is dan maximale ondersteuning te gebruiken! Uiteindelijk geraakt iedereen boven en kan de reisleider, zonder slachtoffer van een lynchpartij te worden, de afdaling inzetten. Die mondt uiteindelijk uit op een asfantwegje. Einde goed, alles goed.

Ondertussen heeft het waterzonnetje zich langzamerhand ontpopt tot een echte zon die steeds meer warmte begint te geven (waardoor de vraag met of zonder jasje ook een antwoord krijgt). We passeren allerlei overblijfselen van de Grote Oorlog. Zo zien we La Main de Massiges, een loopgraven complex dat, op privé initiatief, in ere hersteld / gereconstrueerd werd. We zien ook schuilkelders, allerlei monumenten (o.a. aan de Kaiser Tunnel waar een bomkrater van 50 m diameter en 11 diep te zien is) en, allerschrijnendst, een aantal militaire kerkhoven vol met jonge mensen die allemaal “Mort pour la France” zijn.

Ondertussen zoeken we in alle dorpjes waar we doorrijden naar een bakkerij die ons een belegd broodje ter hand zou kunnen doen. De meeste dorpjes zijn zo onooglijk klein dat ze geen bakkerij hebben. Bakker is, net zoals in België, een knelpuntberoep, zoveel is duidelijk. Uiteindelijk besluiten we in Sainte Ménéhould iets te eten. Ik weet namelijk dat daar een hotel restaurant is omdat André & Veerle dit vermeld hebben en omdat ik bij het opstellen van het parcours eraan gedacht had daar te overnachten. Dit idee werd verlaten omdat ik dan geen min of meer gelijkmatige dagelijkse afstanden bekwam. Nu kunnen we er echter wel eten en de saumon a l’oseille is lekker en is, met zijn 13 €, nog net betaalbaar. Sainte Ménéhould is bovendien een leuk stadje met een mooie centrale plaats waar een groot gebouw van 1730 de boventoon voert. Alle andere gebouwen hebben dezelfde stijl … mooi, mooi. Geen wonder dat Dom Perignon hier geboren werd en dat Lodewijk XVI hier gevangen genomen werd tijdens de Franse Revolutie.

Om 14:30 zetten we onze tocht (nog een goede 26 km) verder. De zon is nu wel verdwenen maar het is nog altijd een aangename temperatuur om te fietsen en het belangrijkst is dat het nog altijd niet regent. Ik hoor Tom al zeggen dat hij toch gezegd had dat het wel zou meevallen. Hij had gelijk (weer gelijk, hoor ik hem ook nog zeggen). Rond 16:00 komen we aan bij onze overnachtingsplaats die ik tijdens het middagmaal als verrassing aangekondigd heb. Ik ben ervan overtuigd dat zowel Anne als Georges gedurende de afgelopen 26 km zitten speculeren hebben wat de verrassing mogelijks zou kunnen zijn maar ik ben er, zo mogelijks, nog meer van overtuigd dat ze niet gedacht hadden in een woonwagen te mogen / moeten overnachten. Alles wat noodzakelijk is om te overnachten is aanwezig (bed, douche, toilet, sofa, tafel met 4 (plooi)stoelen, fornuis, magnetron, potten en pannen, enz) maar allemaal zeer compact. Gelukkig dat er één woonwagen per koppel is! Wat ik verkoop als verrassing is alleen tot stand gekomen omdat ik niets anders vond op een redelijke afstand tussen Bouconville en Vertus. Hopelijk passeert Conner niet langs “ons” woonwagenpark of ik word nog bewerkt met de matrak en moet Gertrude nog bepaalde diensten bewijzen.

Conner is hier echter niet waardoor we ons beperken tot 1 frisse pint als beloning voor de rit van vandaag, de met zijn 84 km en bijna 900 hoogtemeters de langste en bijna lastigste rit van de hele lus. Na een frisse pint is het tijd om te douchen en het grootste stuk van de blog te schrijven want na een volle maaltijd zou de schrijver (en de corrector) wel eens moeite kunnen hebben om bij de les te blijven. Om 19:00 schuiven we de voetjes onder tafel voor een aperitief maison of Picon met witte wijn, een voorgerecht (rillettes van sardientjes met appel), hoofdgerecht (parmentier van kip) en dessert (chocolade mousse). Voor 19 € kan men niet sukkelen … trouwens veel alternatieven temidden de velden zijn er hier niet.

Als we na het eten buitenkomen begint het net te regenen en als de weersvoorspellingen kloppen zal het zo doorgaan voor de rest van de nacht en morgen. Dat zien we dan morgen wel. We kunnen alleen maar hopen dat we nog een keer ontsnappen aan wat voorspeld wordt.

Slaapwel

Dag 5: Reims – Bouconville

De eerste actie bij het wakker worden is het controleren van de meteo. De voorspellingen lijken, alvast wat nu betreft, te kloppen. Er zou in de voormiddag een zonnetje aan de hemel moeten staan, maar nadien zou de zon plaats ruimen voor regen. Daarom hebben we besloten zo vroeg mogelijk te vertrekken. Kort voor 9:00 zijn we met alles klaar en kunnen we de 68 km lange tocht van Reims naar Bouconville aanvatten. Vertrekken vanuit een dichtbevolkte stad is nooit een sinecure maar het lukt wonderwel! Na minder dan een half uur fietsen we tussen de wijngaarden en de graanvelden. Wat een verschil met de mierennest die Reims toch wel is.

In Beine Nauroy zien we een bakkerij met een bakkerin die bereid wordt gevonden 4 belegde broodjes voor ons te maken. 5 minuutjes later en slechts 18 € lichter komt Gertrude met 2 sandwich met kip in “sauce Andalouse” en 2 sandwich met hesp, kaas en boter (in gelijke porties) buitengestapt. De broodjes zijn zo groot dat we overwegen de achterbanden van de fietsen wat extra op te pompen (nvdr: dit is lichtjes overdreven om aan te geven dat dit eerder broden dan broodjes waren).

Van Beine Nauroy gaat het naar Nauroy. Daar is letterlijk niets te zien. Wat ooit, voor 1914, een dorpje was zoals er hier 13 in een dozijn zijn, bestaat nu alleen nog uit een bosje van een paar honderd vierkante meter waarin grafzerken als het ware uitgestrooid zijn en waarin een kapelletje met een paar informatieborden getuigen van wat de waanzin van de oorlog kan doen.

Om 12:30 is het tijd om te stoppen voor de casse croute. Het heeft nog altijd niet geregend maar donkere wolken lijken zich op de aanval voor te bereiden. We denken dus dat het beter is “wat” te eten voor het begint te regenen. Wanneer we om 13:00 ons weer op pad begeven, heeft het echter nog altijd niet geregend, zijn de donkerste wolken overgewaaid en komt er zelfs een flauw zonnetje tussen de wolken piepen. Dat piepzonnejte wint geleidelijk zelfs aan kracht waardoor het wijds en glooiend landschap extra charme krijgt, zelfs wanneer het bergop gaat.

We komen kort voor 14:00 in Bouconville aan. Bouconville is nog een van die kleine dorpjes die hier overal te vinden zijn. De Nederlandse eigenares van Vegan & Gluten free B&B Mostarlic heeft de bagage deze morgen al opgepikt in Reims en heet ons hartelijk welkom. We zouden dus onmiddellijk onder de douche kunnen wippen maar hebben nog een beter idee. We genieten (letterlijk en figuurlijk) met volle teugen van een fris pintje (of twee) of een appelsapje voor de alcoholvrije deelneemster in het peloton. Ons geluk kan echter niet blijven duren en donkere wolken dienen zich opnieuw aan (tegen het einde van het tweede pintje) waardoor het gevoelig frisser wordt. Nu is het tijd voor de douche en voor de blog.

Om 19:00 is het tijd voor de table d’hote. We vragen ons af wat we in een vegan en gluten vrije setting gaan voorgeschoteld krijgen. Eerst staat een tomatensoep op het menu, daarna volgt een pasta carbonara en tot slot krijgen we een flensje met peer en chocoladesaus. De tomatensoep is zeer dik maar toch erg lekker met veel smaak. De pasta is gemaakt van rood linzenmeel en de saus is gebaseerd op champignons met blokjes tofu ter vervanging van spek. De flensjes zijn gebaseerd op een mengsel van aardappel-, mais-, rijst- en nog een paar andere bloemsoorten. Er is ook een toefje slagroom op basis van cocomelk van de partij. Al met al heeft het me gesmaakt en ben ik blij dit te kunnen proeven hebben, maar ben ik toch niet van plan me tot het veganisme te bekeren. We zullen nu ook nog moeten ondervinden hoe ons verteringsstelsel met dit alles zal omgaan, ook al omdat de hoeveelheden erg ruim bemeten waren.

Enfin, nu is het tijd om de blog af te werken en de finale van De Mol te bekijken want we zijn erin geslaagd nergens te lezen wie de mol is.

Dag 3: Epernay – Reims

Vannacht hebben we auto’s op een nat wegdek horen rijden. Het zal dus wel geregend hebben maar van het voorspelde onweer is toch niet veel in huis gekomen. Dat is voor ons geen probleem als “ze” het maar niet opgespaard hebben voor vandaag (= onze tweede fietsdag). We hebben vanmorgen wat later dan gisteren voor het ontbijt afgesproken omdat we maar 57 km en 568 hoogtemeters te verwerken hebben. Rond 9:30 zijn de stalen rossen bepakt en bezakt en zijn wij klaar voor de nieuwe uitdaging. Uit een stad(je) vertrekken is altijd wat ingewikkeld omwille van éénrichtingsstraten, maar alles verloopt vrij rimpeloos waardoor we al snel tussen de wijngaarden belanden. Daar heerst een grote bedrijvigheid. Enerzijds rijdt men met kleine traktors tussen de wijnranken om de ondergrond los te maken en anderzijds rijdt men met kleine sproei installaties tussen de planten, we nemen aan om allerlei ziektes te bestrijden of te voorkomen. Bovendien snoeien mensen gezeten op stoeltjes met wieltjes aberrante loten manueel bij.

Het is niet erg koud (ik rijd met alleen een T-shirt met lange mouwen en in korte broek) maar de donkere bewolking aan de horizon voorspelt niet veel goed. Onze vrees wordt rond 10:30 in de buurt van Bouzy bewaarheid. Eerst begint het wat te miezeren en dus doen we onze regenjassen aan en kort nadien krijgen we een flinke bui over ons heen! Die duurt niet langer dan een kwartiertje en dat valt dus al met al nog mee. We zouden direct tekenen mocht het gans de week zo zijn.

Rond 11:30 passeren we een mooie bakkerij waar we een belegd broodje kunnen kopen. Het is nog te vroeg om nu al te eten, maar we zijn nu tenminste al gerust dat we niet zullen verhongeren. Vooraleer picknicken een hoofdbekommernis wordt, moeten we eerst nog een wannabee Strade Bianche het hoofd bieden. Een stoflong zullen we niet opdoen dankzij de regen van daarnet, maar de beklimming doorheen de Forret Dominiale de Vezy is best pittig zowel omwille van de hellingsgraad als van de losse ondergrond. Helemaal boven blijkt dat we van ongeveer 100 m tot 305 m geklommen zijn. Nu is het tijd om van onze inspanning te profiteren. We kunnen in gestrekte draf de helling weer naar beneden snorren …. Plezant, maar jammer genoeg van korte duur.

Aan het einde van de afdaling zien we een paar bankjes aan een kerkje waardoor we besluiten de baguette met kip of met hesp en kaas boven te halen. Ondertussen is de zon ook tussen de wolken komen piepen. Wat moet een mens meer hebben? Na het eten is het tijd voor de siësta. Die lijkt op deze tocht steevast de vorm van een vlak deel van de tocht aan te nemen. Ook deze keer kunnen we een kleine 15 km langs een kanaal fietsen. Een goed surrogaat voor de siësta.

Na die 15 km komen we in de voorsteden van Reims waar de Basiliek van St Remy staat. Dit is een vrij groot gebouw dat grotendeels zijn romaanse soberheid behouden heeft ondanks een aantal Gotische uitbreidingen die er door de eeuwen heen bijgebouwd zijn. Na het bezoek aan de Basiliek rijden we verder naar het hotel. De kathedraal van Onze Lieve Vrouw laten we rechts liggen omdat onze route links afdraait en omdat we van plan zijn, na het inchecken en voor het eten, de stad nog wat te voet te verkennen (het is amper 15:30).

Twee van onze fietsen vinden een plaats in de wasplaats van het hotel en de twee andere in de zithoek van de ontbijtruimte. Dat is wat eigenaardig, maar voor ons niet gelaten. Veel veiliger kan waarschijnlijk niet. Terwijl we nog wat aan het rondlopen zijn, komt onze bagage ook toe. Nu wordt duidelijk hoe luxueus onze bagage vervoerd wordt. De chauffeur van Groom taxis in grijs kostuum met vlinderstrikje in een zwarte Mercedes EQE brengt de bagage binnen. Wij moeten meer doen om van Punt A naar Punt B te geraken dan onze bagage! en dan te bedenken dat Groom Taxi de goedkoopste oplossing van alle gecontacteerde taxibedrijven was. Het is niet te begrijpen.

Na onze opfrissende douche is het tijd om de inwendige mens te versterken (eerst met vloeistof en dan met vast materiaal). Het eerste doen we in de brede voetgangerszone, die het station met de buurt van de kathedraal verbindt. Voor het tweede vertrouwen we op het opzoekingswerk van Anne. Anne heeft een lijstje van interessante restaurants, die op maandag open zijn, opgesteld. Als bij wonder zit aan het tafeltje naast ons een meisje met een poloshirt van Le Petit Comptoir. Georges spreekt haar aan en zorgt er dan ook voor dat een reservering snel gemaakt is.

Nu ontbreekt alleen nog een snel bezoek aan de kathedraal en het bezichtigen van een aantal Art Nouveau gevels in de omgeving vooraleer we naar Le Petit Comptoir gaan. Als aanloop naar de maaltijd bestellen we een fles van het lokale wijntje. Gisteren was de aanleiding moederdag, vandaag nemen we een voorafname op vaderdag. Na een lekkere maaltijd slenteren we terug naar het hotel. De blog moet namelijk nog geschreven worden en misschien kijken we nog naar De Mol. Het eerste gebeurt (al zal de corrector morgenochtend nog zijn werk moeten doen), van het tweede komt al helemaal niets in huis (omdat de corrector druk de binnenkant van haar oogleden aan het bestuderen is).

Ik ga dus ook maar slapen met als laatste bedenking dat we al twee mooie dagen gehad hebben. Daar kan een klein regenbuitje niets aan veranderen.

Slaapwel allemaal,

Dag 2: Montmirail – Epernay

Dag 2 is eigenlijk maar Dag 1 want het is vandaag de eerste dag dat we op onze stalen rossen stijgen. Al bij het opstaan hebben we gemerkt dat het mooi weer zal worden. Het zonnetje staat in een helder blauwe hemel. Mochten lange termijn weersvoorspellingen niet bestaan, dan zouden we ons perfect gelukkig voelen. We hebben om 8:00 uur aan het ontbijt afgesproken en iedereen is netjes op tijd om het lekkere ontbijt met het nodige zoet en hartige naar binnen te werken.

Alles verloopt vlotjes zodat we om 08:45 de poort van de Demeure de la Garenne achter ons kunnen sluiten. Hierbij moeten we wel opletten dat Anne er niet tussen zit. Anne heeft namelijk vergeten haar motortje aan te zetten en daardoor is de helling van de oprit net iets te steil. Het blijft bij hier en daar een blauwe plek maar verder geen erg, verzekert Anne ons. Eens iedereen weer vast in het zadel zit doen we een blitzbezoek aan Montmirail en zijn “remparts” alvorens de tocht richting Epernay aan te vatten. Ik heb mijn ondersteuning op “Eco” en heb de intentie dit de volgende 80 km zo te houden, maar op de eerste helling word ik vlotjes voorbijgestoken door Gertrude. Op de tweede helling steekt Georges mij ook voorbij en op de derde bengel ik al gauw een paar tientallen meters achter het peloton. Gelukkig heb ik de GPS op mijn stuur en dat is een serieuze verzekering tegen snoodaards die willen demarreren .

Rond 10:00 komen we in Orbais l’Abbaye met zijn mooie hybride Romaanse en Gotische kerk en kapel. We lopen er eens rond en vertrekken rond 10:30 richting Dormans waar in het park van het kasteel een enorm gedenkteken voor alle gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog staat. Rond het kasteel is een evenement van motards gaande. In allerlei tentjes worden allerlei prullaria die iets met het motarddom te maken hebben te koop aangeboden. De vele Harley Davidsons die hier staan te blinken geven het geheel een Americana gevoel zeker als dan nog massaal aan line dancing gedaan wordt. Wij maken gebruik van deze organisatie om niet naar een picknick op zoek te moeten gaan.

Uiteindelijk is het bijna 14:00 wanneer we de line dancers en de metalheads achter ons laten om de resterende kleine 40 km af te haspelen. Dit lijkt nog veel (zeker wanneer men bedenkt dat het onweer rond 16:00 voorspeld is. Gelukkig stoten we snel na Dormans op de Marne die we voor een tiental (vlakke) kilometers volgen. Vlak rijden is een goed surrogaat voor siësta als een echte siesta niet mogelijk is.

Dat geluk kan natuurlijk niet blijven duren. Tenslotte moeten we toch aan 1000 hoogtemeters geraken. Door het park van de Montagne de Reims gaat het een paar km vrij stevig omhoog waardoor we weer tweehonderd hoogtemeters kunnen bijschrijven. Een kleine onoplettendheid doet Anne tijdens de beklimming in de zijberm belanden waardoor ze wat schrammen op de knie heeft verdiend. Na de top komen we buiten het bos en hebben we een mooi zicht op Hautvillers. Deze plaats heeft Dom Perignon als ereburger aangesteld nadat hij de befaamde Methode Champenoise op punt stelde en de hele streek de rijkdom schonk die ze nu steeds kent. De kloosterkerk waar Dom P. begraven ligt is niet erg mooi maar geeft ons de gelegenheid toch eens rond te lopen en de hechte band tussen achterwerk en zadel eens te breken.

Na Hautvillers zijn we nu echt heel dicht bij Epernay. Nog een laatste helling en we zijn er. Het is nu 17:15 en we komen toe in het hotel. Het laatste dat we moeten doen is de fietsen stallen en allerlei batterijen opladen (fietsen, GPS, GSM en (vooral) de inwendige mens te versterken door eerst een frisse pint en nadien een deugddoende douche te nemen. Na al dit is het stilaan tijd om naar de Brasserie La Banque te gaan. Van dit zeer grote ex bankgebouw heeft men een gezellig restaurant gemaakt. Een brasserie met 36 champagnes die men per glas kan bestellen komt men niet zo gauw tegen. Wij (de mannen) springen op de gelegenheid om de echtgenotes voor hun moederdag te trakteren. Er moet wel bijgezegd worden dat de echtgenotes een niet te missen voorzet moeten geven vooraleer wij het helemaal doorhebben. Volgend jaar hebben we een nieuwe kans. We delen wel erg genereus ons dessertje met hen, waardoor we op een mooie dag en een mooie avond kunnen terugblikken.

Nu nog de blog sturen, naar Sports Late Night kijken en dodo doen want morgen is een nieuwe dag met gelukkig heel wat minder kilometers.

Slaapwel

Dag 1: Blanden naar Montmirail

We beslisten er een vrij gewone dag van te maken en stonden dus maar rond 7:30 op. Tijd genoeg om de bagage te pakken, de fietsen op de auto te monteren en nog een paar laatste schikkingen te treffen. Om 11:30 was het dan tijd om een lichte maaltijd naar binnen te werken zodat we iets voor 12:00 de tocht naar Montmirail (zo’n kleine 50 km ten zuiden van Epernay) konden aanvatten. Drie en een half uur nadien staan we (zonder file problemen en derhalve exact op tijd) voor de poorten van het Champagne domein waar we met Anne en Georges afgesproken hebben.

G X Chrochet is een van de ongeveer 300 champagne huizen (er zijn ongeveer 16000 wijnboeren maar velen produceren druiven voor de “Grandes Maisons”). G X Crochet doet alles zelf: (de wijngaarden verspreid over de hele streek, de pers- en fermentatiecapaciteit , de bottelarij en de stockage). Dat gebeurt in Bergères en niet in Montmirail. Hier is alleen de degustatieruimte en de privéwoning. De woning is een zeer grote vierkantshoeve die van de 16de eeuw dateert. We worden ontvangen door Gaelle (zie de G in G X Crochet) die ons een zeer deskundige uitleg over de Champagnestreek en zijn product geeft (zowel Gaëlle als haar echtgenoot Xavier hebben oenologie gestudeerd.

Naast deskundige uitleg over Champagne geeft ze ons ook de raad een restaurant te reserveren. Het aantal mogelijkheden in Montmirail is namelijk tamelijk beperkt, en dan nog op een zaterdagavond. Na mislukte pogingen in een paar restaurants kunnen we toch een tafeltje in “La roue libre” vastkrijgen. Het zal geen haute cuisine zijn maar wel voedzaam en, zo blijkt later, ze hebben La Chouffe (van het vat). Dat is alvast beter dan tweemaal een klein half uur naar een ander dorp te moeten rijden of een Lu koekje met een glas water op onze kamer.

We hebben vannacht gereserveerd in La Demeure de la Garenne. Een mooi gerestaureerde klassieke woning met een viertal zeer ruime kamers op het gelijkvloers die over het grote gazon en de vallei uitkijken. Gans achteraan in de tuin, voorbij het openluchtzwembad, staan ook nog 3 “speciale” overnachtingsplaatsen: een cabane, een tipi en een dôme. Wij houden het op een normale kamer. Na ons geïnstalleerd te hebben stallen we de stalen rossen en gaan we de auto parkeren aan de sportterreinen die Montmirail rijk is. Dit is net naast de Gendarmerie wat in principe toch wat extra veiligheid brengt (hopen we)

We wandelen van daar 5 minuutjes tot aan de “roue libre” waar we voor een zeer schappelijke prijs de honger stillen en de dorst lessen. Na het eten is het een perfecte avond voor een wandelingetje. We hopen dat het morgen ook zo blijft want we moeten morgen 81 km en 1031 hoogtemeters verwerken en dat zouden we, als het enigszins kan, liefst droog doen. Het is dan ook nu tijd om de blog af te sluiten zodat we morgen , fris als een hoentje, aan de opdracht kunnen beginnen.

Slaapwel