Dag 21: Transfert naar El Chalten en korte kennismaking
We hebben een geconfirmeerde pick-up om 7:00u en dus staan we rond 6:00 op, zodat we alles kunnen inpakken en nog op het gemak kunnen ontbijten vooraleer we opgepikt worden. Deze keer komt het busje netjes op tijd aan. Wij waren (juist) klaar en hebben daarom niet meer de tijd om Lena vanuit het hotel telefonisch een gelukkige verjaardag te zingen. We doen dit dan maar vanuit het busje terwijl we op een tweede koppel, dat op een ander adres gelogeerd was, wachten. Dat koppel, net als een ander een paar adressen later, is niet zo punctueel als ons. Ik zou door de grond zakken (en de grond is hier hard) moest ik vaststellen dat ik een heel busje ophoud, maar niet iedereen kruipt even gewillig in de grond als ik. Er kan zelfs geen mini sorrietje van diegenen ,die te laat zijn, af alsof het doodnormaal is dat men anderen laat wachten.
Het hele verhaal voelt transmigrationeel aan. In het donker opgepikt worden door een minibusje, weinig zeggen tegen de chauffeur en nog minder tegen de andere passagiers, in het half duister overgeladen worden op een 4 x 4 vrachtwagen omgevormd tot bus die langs de weg geparkeerd staat, de meeste mensen geen bagage mee enz.. Op uitzondering van ons en nog een ander koppel, heeft niemand meer dan een klein rugzakje mee. We vinden nochtans van onszelf dat we er niet als transmigranten uitzien. We douchten gisteravond nog en ik heb me zelfs geschoren. De anderen zien er ook niet echt als (trans)migranten uit. Wanneer de mensensmokkelares een gids blijkt te zijn, wordt het allemaal duidelijk. Op uitzondering van ons en het andere koppel, zit de bus vol met dagjestoeristen die een uitstap naar El Chalten geboekt hebben. Dat is allemaal beter te verteren dan transmigratie.
Het is vandaag een erg mooie dag. De zon installeert zich in een hemelsblauwe lucht (soms zou men twijfelen hoe die naam tot stand is gekomen), de temperatuur is goed en er is quasi geen wind. De mensensmokkelares / gidse kan maar niet over het weer zwijgen. Ze zegt dat het werkelijk een uitzondering is dat het zo helder is. Inderdaad we kunnen vanop 150 km de 3400 m hoge Fitz Roy en de 3000 m hoge Torre ernaast perfekt aan de horizon zien. Dat is volgens de gidse een garantie dat het goed weer zal zijn vandaag. Daar durft ze een garantie op geven. Of dit type weer zich verder zal doorzetten volgende week durft ze niet op papier zetten. Na de eerste stop, die ons toelaat Fitz Roy en de Torre in bits en bytes om te zetten komt een tweede stop in de Estancia Leona. Dit was oorspronkelijk een boerderij van een Deense familie met een overzet. Aan de overkant van de snelstromende rivier geraken was, zowel met als zonder overzet, geen sinecure in mijn opinie. Maar de echte “Claim to Fame” van Estancia Leona ligt in twee andere feiten: ten eerste hier werd Perito Moreno (de man van de gletsjer van gisteren) aangevallen door een poema (= una leona) vandaar de naam en ten tweede overnachtten Butch Cassidy en the Sundance Kid hier ooit na een bankoverval verder in het Zuiden van Argentinië.
Na een tijdje verlaten we Ruta 40 (die over 5100 km van Noord naar Zuid Argentinië loopt) en draaien we de provinciale weg naar El Chalten op.El Chalten bestond tot 1985 niet en werd louter ten behoeve van het toerisme uit de grond gestampt. Als we tot op een 25 km van El Chalten genaderd zijn, is het tijd voor de volgende stop. De Fitz Roy zit er nog altijd even helder bij. We krijgen een fantastisch zicht op de hele bergketen voorgeschoteld. Alle pieken zijn perfekt te zien en we hebben nu ook zicht op de Viedma gletsjer die in het Viedma meer uitmondt. Die gletsjer is nog groter dan de Perito Moreno gletsjer. Hij mag dan wel groter zijn, hij is zeker minder spectaculair. De gidse vertelt dat de Fitz Roy berg eigenlijk twee namen heeft. Naast Fitz Roy (ter ere van de kapitein van de Beagle die met Darwin aan boord voor het eerst door het Beagle kanaal navigeerde) heette de berg oorspronkelijk de El Chalten. El Chalten betekent in het Tehuelches “Berg met rook”. Ze noemden die berg zo, omdat de top zo dikwijls in wolken gehuld was dat ze dachten dat het een vulkaan was. Die Teheuelches hadden echter het materieel noch de motivatie om op de berg te kruipen om na te gaan of er al dan niet een krater(tje) bovenaan was. Met die Tehuelches ging er trouwens regelmatig iets fout. Zo dachten de eerste Spanjaarden dat de Tehuelches reuzen waren, omdat ze reusachtige voetafdrukken in de sneeuw achterlieten. Dat bleek (veel later) veroorzaakt te zijn doordat ze hun voeten in dierenhuiden wikkelden maar ondertussen had één van de Spanjaarden al naar zijn landgenoten geroepen “que patagón?!?” (welke voet(afdruk) ?!?) en was de naam Patagonië voor de eeuwigheid een feit.
We rijden nu al een hele tijd door een steppe landschap (= weinig vegetatie en de vegetatie die er staat is erg droog). Dat is geen wonder want hier valt minder dan 250 mm regen per jaar. Bovendien staat hier altijd (behalve vandaag) een stevige tot erg stevige (droge) wind die 140 km per uur kan halen. In El Chalten aangekomen ziet het er allemaal wat groener uit. Dat komt omdat hier 1500 mm regen per jaar valt, maar dat is klein bier ivm wat in de bergen valt = 4000 mm regen / sneeuw per jaar. Geen wonder dat hier stevige gletsjers (zoals de Viedma) liggen. Na wat plichtplegingen voor de eendagstoeristen worden we afgezet aan ons hotel. Het is geen grote luxe maar alles wat we nodig hebben is er en de bevrouwing van de receptie is erg vriendelijk en behulpzaam. Het madammeke geeft haar opinie over de tochten die we gepland hebben, belt de rangers op om een laatste weersvoorspelling te krijgen, is bereid een taxi voor morgen vroeg te bestellen, enz, enz. Ze geeft ons ook de raad om deze namiddag nog tot aan een waterval te lopen en deze avond naar een uitzichtpunt te gaan om de zon te zien ondergaan.
We volgen haar raad en stappen naar de waterval. Dat zou een tweetal uur moeten in beslag nemen dus gaan we in een supermarktje wat fruit en wat brood en kaas kopen voor de pick nick. De wandeling is een kleine 5 km gaan (en langs dezelfde weg een even kleine 5 km terug). Het uitzicht op de Fitz Roy rivier is mooi, de waterval zelf mag gezien worden maar we missen het uitzicht op de grote bergketen waar El Chalten wereldberoemd om is. Na een tiental km stappen blijven we dus wat op onze honger zitten. Terug in El Chalten besluit Gertrude een siësta in te lassen (ze heeft deze nacht niet goed geslapen) en besluit ik een blogschrijfmoment te creëren. Ik zet me in de living met prachtig zicht op de Fitz Roy en zijn naaste kompanen en zie tot mijn consternatie grote witte wolken boven de bergketen samenpakken. Dat had ik nu echt niet verwacht … alsof een hemelsbrede helblauwe lucht een vast gegeven was. Ik ben absoluut geen expert in wolkologie maar het zou mij niet verwonderen dat dit wolken zijn die ontstaan ten gevolge van de sterke zonnewerking die de sneeuw / het ijs doet verdampen en dus wolken geeft. Fitz Roy blijft de hele tijd gespaard van wolken rond zijn top maar men ziet daar toch ook een wolkensliertje. Geen wonder dat de Techuelches dachten dat het een vulkaan was!
Rond 5:00 besluit ik naar de miradores boven El Chalten aan de andere kant van de rivier te stappen. De wandeling is een 8-tal km lang en zou me dus ongeveer 2 uur kosten (wat me rond zonsondergang terug onder de mensen zou moeten brengen). Gertrude heeft duidelijk van haar siësta genoten en besluit in rust modus te blijven om beter gewapend te zijn voor de stevige wandeling die ons morgen wacht (21 km en 1200 cumulatieve hoogtemeters). Misschien geen slechte strategie zeker als men bedekt dat mijn wandeling (Mirador de los Aguias y Condores) niet veel spectaculaire zaken oplevert. De zon gaat namelijk onder achter de bergketen van Fitz Roy waardoor ik constant de zon in mijn ogen (en in de lens) heb. Enfin, laat ons denken dat we het dan voor de conditie gedaan hebben. Rond 7:00 ben ik weer thuis en kan ik uitpakken met foto’s van gordeldieren (die zijn hier absoluut niet ongewoon maar in lijn ogen blijven ze een rare verschijning).
Na de douche is het tijd om te gaan eten. Of een restaurant betaling met een kredietkaart aanvaardt, lijkt een belangrijk criterium bij de keuze van het restaurant te worden. Er is hier in El Chalten namelijk een probleem van betaalterminals. Veel, de meeste, handelszaken kunnen geen betalingen met kredietkaarten aanvaarden. We zullen dus Dollars of Euro’s moeten wisselen. Het behulpzame madammeke geeft ons twee adressen waar geld kan gewisseld worden (money changers zijn er in El Chalten (nog) niet). Eén van de twee adressen is een restaurant dus gaan we daar iets eten. We betalen onze rekening met 100 Euro en krijgen aan een koers van 44 ARS / Euro 3360 ARS terug. Op die manier kunnen we door de liquiditeitscrisis van El Chalten spartelen. Op weg van ons restaurant / money changer naar ons hotel stappen we nog eens binnen in een restaurant dat barstensvol zit en op zijn raam aangeeft dat ze zowel debet als credit als cash aanvaarden. De serveerster deelt ons echter mee dat ze jammer genoeg geen creditkaarten meer kunnen verwerken. Het probleem lijkt zich dus uit te breiden. Als we ons hotel binnenstappen is de behulpzame receptioniste er alweer met wat goede raad. Ze heeft (ik heb geen idee hoe) opgezocht welke restaurants in El Chalten kredietkaarten aanvaarden. We testen het morgen eens uit. Nu is het tijd om deze blog te sturen en te slapen want morgen willen we vroeg vertrekken om gerust te zijn qua tijd maar ook om zoveel mogelijk wolkenvrije zichten op de bergen te hebben.
Slaapwel
Dag 20: Bezoek P.N. los Glaciares (Perito Moreno gletsjer)
Het heeft vannacht geregend. We hebben wel niets gehoord maar alles ligt er nat bij dus concluderen we dat het geregend heeft. We worden maar om 8:00 opgepikt voor het transport naar de boot die ons naar de Perito Moreno gletsjer zal brengen en hebben dus ruim de tijd om te ontbijten en onze ogen verder en verder open te doen. Naarmate de tijd vordert komen er grotere open plekken in het wolkendek en tegen 8:00 is de zon zelfs nu en dan op het appel. We vragen ons af hoe het mogelijk is dat het weer hier zo drastisch verandert. Gisteren namiddag was er nog een druilerig regentje, vannacht misschien zelfs meer dan wat druilerig en nu zit het weer duidelijk in een gunstige trend. Zoals de hele reis al is er weinig wind (behalve in Kaap Hoorn) en zijn de temperaturen erg redelijk (het thermisch ondergoed zit nog altijd netjes ingepakt). Echt geen enkele reden tot klagen.
Er moeten nog een aantal passagiers opgepikt worden vooraleer we de half uur durende rit naar de pier in Punta Bandera echt kunnen inzetten. Het weer verbetert met de minuut en we weten nu zelfs waarom. Tijdens het oppikken van andere passagiers zijn ook twee Noorderburen van een leeftijd vergelijkbaar met de onze aan boord van het busje gekomen. Als het juist is dat men niet schoon moet zijn om geluk te hebben dan hebben zij (en daarom wij ook) duidelijk het geluk aan hun zijde. De dame doet me onmiddellijk denken aan die mop over die twee mensen met “raar gevormde” lippen waarbij de ene zegt dat het binnenregent en de andere antwoordt dat hij er niets van gewaar wordt. Deze mop is moeilijk in tekst te vangen dus beloof ik ze eens te vertellen aan al diegenen die de mop niet kennen compleet met de vereiste mimiek wanneer we terug zijn. De man heeft een brilletje waarvan de glazen duidelijk gerecycleerde bodems van confituurpotten zijn. Ik weet het zeker ondanks het feit dat we geen confituur meer zien zitten. Wanneer het koppel neerzit doen ze ons nog aan andere zaken denken. De eerstvolgende gedachte die door mijn hoofd schiet is Koot & De Bie. De vrouw zit de hele tijd te praten (ondanks de “raar gevormde” lippen) terwijl de man om de 4 seconden “Ja”, “Neen” of “Nou” zegt in een willekeurige volgorde alhoewel dient gezegd te worden dat “Ja” duidelijk de meest gebruikte optie is. Om de 4 seconden gedurende een half uur brengt ons op het respectabele aantal van 450 antwoorden waarvan, naar schatting, toch 300 “Ja’s” … en ja, de dag is nog jong en bestaat uit 48 fracties van 30 minuten!!! Het koppel doet me ook aan Bert & Ernie denken maar nu moeten we stoppen met al deze gedachten anders worden onze reacties gênant. We proberen ons te concentreren op de mooie natuur om onze verbeelding in toom te houden.
De gids die ons vandaag gaat begeleiden staat te wachten in het lokaal van de parkwachters aan de pier waar we 700 ARS (ongeveer 15 Euro) per persoon moeten betalen. Daarmee kunnen we aan boord van de boot / schip die ons naar drie plekken aan het Lago Argentino (= het grootste meer van Argentinië) gaat brengen. De gids zegt dat we erg veel geluk hebben met het weer. Dit deel van het nationaal park, dat 370 km lang is, is namelijk het natste van heel het park met een jaarlijkse neerslag van 3000 mm. El Calafate, op 40 km, zelf is dan weer een erg droge streek van het nationaal park met een jaarlijkse neerslag van nog geen 300 mm. Ter vergelijking, België zit aan een gemiddelde van 800 mm met een all time low (1921) van 400 mm. De verklaring voor die grote hoeveelheid neerslag in dit beperkte gebied hier aan de Perito Moreno gletsjer ligt in een smalle corridor door de Andes waardoor vochtige lucht van de Stille Oceaan tot hier kan doordringen.
We varen in Westelijke richting eerst voorbij het Canal de los Tempanos waarin de Perito Moreno gletsjer ligt. Vanop zo’n 10 km ziet de Perito Moreno gletsjer er als een wit streepje uit. Dat wit streepje groter laten worden wordt tot vanmiddag uitgesteld. Eerst varen we de Brazo de Mayo (= de Mei arm), waarin we tweemaal aanleggen, in. De eerste aanlegplaats laat ons toe een mooi zicht op een aantal gletsjers te hebben (het is hier niet voor niets het Parque Nacional de los Glaciares) en een aantal reuzebomen te bekijken. Men schat hun leeftijd op 300 à 500 jaar. De oudste wordt dan ook Abuelo (= Opa) genoemd. Daarna gaat de wandeling nog een beetje verder tot aan een grote waterval. Deze waterval wordt gevoed door een meertje, een paar honderd meter hoger, dat op zijn beurt gevoed wordt door een gletsjer. 10 jaar geleden is de “dam” (= een morene) doorgebroken waardoor een enorme hoeveelheid water en stenen ineens naar beneden gestort is en veel bomen op zijn weg meegenomen heeft.
De tweede stop laat ons toe een wandeling langs een beekje te maken tot op een plaats waar een 10-tal watervallen vanuit de hangende gletsjer boven de vallei zich naar beneden storten. Dat is spectaculair en alle andere gletsjers (er zijn er hier een 100-tal in het park) die men van daar kan zien zijn dat ook.
Na dit uitstapje (letterlijk) is het tijd om naar de hoofdvogel te gaan kijken: de Perito Moreno gletsjer genaamd naar de Argentijnse ontdekkingsreiziger die het gebied uit Chileense handen wist te houden (wat in Argentinië erg gewaardeerd wordt). We varen eerst van West naar Oost langs “het witte streepje” dat we deze morgen vanop 10 km afstand zagen. Naarmate we dichter komen wordt de schaal van dit “witte streepje” duidelijk. We kijken tegen een muur van ijs van op bepaalde plaatsen 70 m dik aan … en dit over meer dan 2 km aan de Noordzijde waarna de muur een bocht neemt om, langs de Zuid-zijde, nog eens 3 km verder door te lopen. De hele massa beweegt 1 à 2 m per dag waardoor voortdurend gekraak hoorbaar is. Het gekraak wordt van tijd tot tijd (om de paar minuten) onderbroken door een luide knal (als van een jachtgeweer) gevolgd door een zwaar gebulder van een (ijs)lawine. Gedurende de 2 uur die we hier ter plaatse doorbrengen zien we minstens 3 of 4 lawines van de afkalvende gletsjer. Er zijn er veel meer, als men zich baseert op de knallen en het gebulder, maar de meeste gebeuren niet voor onze ogen. Bovendien hoort men het geluid maar op het moment dat de lawine al achter de rug is. Het geheel is werkelijk zeer impressionant. De voorbijvaart tussen de kleine (en soms grotere) ijsschotsen komt tot een einde als we de pier aan de Oost zijde van de gletsjer bereiken. Daar gaan we voor een derde keer op deze trip aan land.
Alles is perfekt georganiseerd: we kunnen ofwel via perfect aangelegde metalen paden naar boven stappen of een shuttle bus nemen die passagiers om de 20 minuten van de pier naar een centraal en hoger gelegen uitzichtpunt brengt. We krijgen 2 uur om de uitzichtpunten en de verschillende balkons te verkennen. Ons plan is snel klaar. We springen op de bus, die net aan de pier aankomt, om ons naar het hoogste punt te laten brengen en we nemen een foto van de kaart die de verschillende paden die in het geel, rood, blauw of groen gekenmerkt zijn en verder vertrouwen we op onze GPS. Verloren lopen op deze prachtig aangelegde metalen paden is zeer moeilijk (maar men weet maar nooit) maar belangrijk is dat we op tijd weer aan de boot staan die ons naar het vertrekpunt van deze morgen moet terugbrengen. De 2 uur die we hier hebben zijn voldoende maar toch maar net als men van alle uitzichtpunten (bijna iedere plaats op de paden is een uitzichtpunt omdat het geheel zo fantastisch aangelegd is … zonder belemmerende struiken of bomen of …). De organiserende macht verdient hier zeker een pluim. Niet alleen hier aan de Peito Moreno gletsjer zelf maar overal in het park zijn de paden prima aangelegd en onderhouden. Bovendien is er aan mindervaliden gedacht door trappen en hellingen in te bouwen. Bovendien is er een lift die rolstoelgebruikers van een hoger naar een lager gelegen uitzichtpunt brengt. Het is ook mooi dat men het aantal boten beperkt houdt via een systeem van licenties. Zo zijn slechts 2 operatoren geoorloofd de Perito Moreno gletsjer van de Noordzijde te benaderen.
We zijn op tijd (zij het maar net) terug aan de boot (die ondertussen andere toeristen die met de wagen tot hier gekomen zijn ... dat kan ook) om terug te varen. Dit doen we door deze keer van Oost naar West langs de muur te varen. Het blijft impressionant zeker wanneer men de ijsmassa vergelijkt met een boot van 3 verdiepingen hoog die langsvaart. De terugvaart gebeurt zonder wereldschokkende zaken en we worden aan ons hotel afgezet zonder dat we Nadine’s reactie over lekker bier gezien hebben. We hebben echter geen zin meer om nog eens naar de hoofdstraat te stappen en beslissen ons te goed te doen aan een gewone “Patagonia” die ook niet zo slecht is, zeker niet als hij gevolgd wordt door een goede Malbec samen met de lamsragout die de kok vandaag voor ons in petto heeft.
Conclusie: we hebben weer een erg mooie dag achter de rug (met dank aan Koot & De Bie en Bert & Ernie) en gaan nu slapen want morgen worden we om 7:00 opgehaald om de bus naar El Chalten te nemen
Slaapwel
Dag 19: Van Ushuaia naar El Calafate
Gisteren hadden we in Ushuaia minstens drie seizoenen in één dag: Mistig en dikke wolken ’s morgens, zonnig in de late voor- en de vroege namiddag en regen in de late namiddag / avond. De nieuwe dag begint grijs maar het regent niet; er staat geen harde wind en het is niet koud. We kunnen dus niet klagen. Natuurlijk zouden we nog liever een volle zon hebben, maar dat zit er niet in (niet dikwijls hier in Patagonië in het algemeen en Ushuaia in het bijzonder, denk ik). Volle zon gedurende de hele dag zit er voor de komende dagen trouwens niet in als de weersvoorspellingen enigszins kloppen (wat ook geen zekerheid is). Het ziet er wel naar uit dat we in de komende dagen in El Calafate en in El Chalten niet meer dan een beetje gemiezer moeten vrezen. Opnieuw als de weersvoorspellingen kloppen zou het afwisselend bewolkt en zonnig moeten zijn zonder regen en zonder overmatig veel wind. Ik zal vanavond op mijn blote knietjes vragen dat het weer zich aan de voorspellingen houdt.
Ushuaia heeft sinds een paar jaar een nieuwe luchthaven, legt onze chauffeur ons uit. De vorige had maar een startbaan van amper 200 m en, wat waarschijnlijk (maar ik ben natuurlijk alles behalve een expert) nog een groter probleem was, had een startbaan met een Noord Zuid oriëntatie. Met de wind die 90% van de tijd uit het Westen komt,is dit sub-optimaal. Vraag me niet waarom ze dat zo gedaan hadden. Er is hier nochtans plaats genoeg. Enfin de nieuwe luchthaven heeft de oriëntatie gerectificeerd en heeft een langere startbaan waardoor grotere vliegtuigen kunnen landen en opstijgen (wat met het groeiende succes van de cruises onder andere naar Antarctica erg goed is) en waardoor alle piloten nu hier kunnen landen (vroeger moest men een specifieke accreditatie voor Ushuaia hebben). In de luchthaven is maar één incheck balie open en worden maar twee gates gebruikt. Desondanks verloopt alles vrij vlot. Het voelt misschien wat ongemakkelijk te weten dat we net plaats genomen hebben in een Boeing 737 – 800 Max 8. Het type vliegtuig dat omwille van de twee recente crashes in veel landen op non actief gezet is tot het onderzoek éénsluidend uitgewezen heeft wat het probleem is. Misschien heeft Aerolineas Argentinas het probleem al in het geniep opgelost. Ik maak me er niet druk over want veel alternatieven hebben we niet. Als ik rondkijk zie ik niet veel andere vliegtuigen staan en wij zouden een tijdje onderweg zijn moesten we van Ushuaia naar El Calafate stappen. Dus doen we onze veiligheidsgordel aan en hopen dat alles OK verloopt. Het feit dat ge nu dit verslag leest is alvast een goed teken.
Een uurtje na het opstijgen landen we veilig in El Calafate. Een Calafate is, baai de weei, een struik waarop naast stekels ook cassis uitziende bessen staan. Die bessen zijn hier erg populair. We zullen ze toch eens moeten proberen… zeker als men bedenkt dat ze ook in Calafate Sour gebruikt worden (= een lokale versie van Pisco Sour). We worden opgewacht door een shuttle die ons comfortabel naar El Calafate (20 km ten Zuiden van de luchthaven) brengt. Onderweg zien we weer die kleine rode kapelletjes. We vragen de chauffeur wat die te betekenen hebben. Het blijkt dat Nadine in één van haar reacties een week of twee geleden gelijk had. De kapelletjes zijn inderdaad ter ere van Gauchito Gil (hier klikken zal u alle details geven). We worden naar een klein hotelletje gebracht. Dat is op zich geen probleem. Ik heb trouwens de indruk dat hier geen grote hotels zijn maar ons hotelletje heeft wel het nadeel ver van het centrum gelegen te zijn. Dit betekent dat we (althans voor deze avond) in het hotel gaan eten. Het is niet dat het menu (soep, ossobuco en sinaasappel met rosemarijn) ons zo aanspreekt. Gertrude is er trouwens van overtuigd dat ossobuco een gesofistikeerde beschrijving voor boelie (= bouillie en iedereen weet toch dat koevoet beter es dan boeilie alhoewel Madame de predikant liever nen end saucie eit) zal zijn. Het is gewoon dat we niet veel zin hebben om na een uitgebreide maaltijd nog 6 cuadras = 6 blokken = minstens 1 km te stappen in het donker en waarschijnlijk in de regen (als de weersvoorspelling klopt). Niet aan te doen, door in ons hotelletje te eten zullen we, hopen we, tenminste niet overtoeterd zijn (ik ben nog altijd mijn overdaad (= 500 g) aan beefsteak aan het verteren).
Na het inchecken en een paar administratieve taakjes stappen we tot het centrum waar we in een leuk restaurantje het kleinste op het menu bestellen (een Hamburgesa simple = zonder spek of kaas alleen een beetje sla en een paar schijfjes tomaat). Het is niet veel maar, toch eet ik maar een helft van de bun op kwestie van mijn maag toch ooit eens leeg te krijgen. Op onze tocht worden we begeleid door een straathond waar we pas afscheid van nemen aan de deur van het restaurant. Na het eten staat een collega van hem ons op te wachten. Die loopt mee tot aan het natuurreservaat van de Laguna Nimez (juist voorbij ons hotel). We wandelen verder tot aan Argentino meer, waar de besneeuwde toppen van de Andes de achtergrond vormen. Jammer genoeg begint het weer wat te miezeren dus wandelen we op het gemakje terug naar het hotel voor een wasje en een plasje, voor deze blog en voor ons avondmaal. We bestellen een fles Malbec, omdat we denken dat die goed gaat passen bij de ossobuco en met de bedoeling die vanavond (of in het beste / ergste geval morgen) verder te degusteren. De ossobuco Malbec combinatie is echter zo erg geslaagd dat het plan om morgen nog een aperitief te hebben van de overschot in duigen valt. Niet getreurd, ze hebben hier nog wijn en morgen is een andere dag waarop we naar één van de meest bekende gletsjers (Perito Moreno) ter wereld gaan kijken. Weeral iets om naar uit te zien. Laat ons hopen dat we morgen de beloofde opklaringen krijgen.
Slaapwel
Dag 18: Dag 4 Aankomst cruise in Ushuaia en bezoek
Ik neem aan dat we vannacht goed in Ushuaia toegekomen zijn want we hebben er niets van gezien of gevoeld. Als ik de gordijnen een beetje wegschuif (ik had er gisteravond aan gedacht om ze dicht te schuiven) zie ik dat we voor eerst sinds een paar dagen een vis a vis (= een beetje havenactiviteit) hebben. We maken ons klaar en halen ons paspoort op om hem op te fleuren met een stempel van Kaap Hoorn. Daarna schuiven we aan voor het Laatste Ontbijt (het moet toch niet altijd over het Laatste Avondmaal gaan). We nemen afscheid van Chris en Ruth en van Joe en Elke met dure beloftes over in contact blijven en mekaar bezoeken om oude koeien en jonge kalfjes uit de gracht te halen. We zijn allemaal bewust dat dergelijke zaken niet dikwijls gebeuren maar wie weet. Gertrude is nog meer dan te voren geïnteresseerd in de Alaska cruise en die begint in Vancouver en daar wonen Chris en Ruth … dus, wie weet? En Joe en Elke wonen aan de Boden See en hebben een appartement in Saltzburg … dus wie weet? Wij hebben de deur opengezet voor België en Spanje … dus, wie weet?
Het is zwaar bewolkt, maar hier en daar lijken zonnige plekken tevoorschijn te komen. In de hoop dat die tendens zich doorzet gaan we rond 9 uur van boord om onze transfer op te zoeken. Die lijkt niet te vinden te zijn. De mensen van de cruise zijn erg behulpzaam, maar bij de firma die ons zou moeten komen ophalen lijken ze van niets te weten. De staff van de cruise kan ons wel zeggen dat ons hotel op wandelafstand van de pier is. Zo gezegd, zo gedaan en we beginnen dus te stappen met gelukkig maar relatief weinig bagage op onze nek. Wat de mensen van de cruise er niet bij gezegd hebben is dat alle straten in Ushuaia zich San Francisco allures aanmeten en dus vanuit de haven allemaal vrij steil tot erg steil oplopen.
Dampend als een os (en een …) komen we aan in de receptie van ons hotel. Gewoonlijk zeg ik grappend dat ik hoop dat ze een kamer voor ons gereserveerd hebben. Ik zie niet in waarom ik vanmorgen die gewoonte zou moeten breken. Het grappige van de situatie verdwijnt vrij snel als het madammeke niets vindt en het meneerke zich plots herinnert dat het reisbureau onze reservatie 2 dagen geleden gecanceld heeft. Wij weten van toeten noch blazen, omdat we de laatste 4 dagen incommunicado geweest zijn. De receptionist is vriendelijk genoeg om het reisbureau te bellen met de vraag wat er nu moet gebeuren. Het blijkt dat we om een onbekende reden naar een ander hotel moeten. Dit hotel is wel zeven blocks verder omhoog. We beslissen op staande voet dat we die additionele blocks niet op stappende voeten, maar met een rijdende taxi gaan overbruggen. Daar aangekomen probeer ik deze keer niet de flauwe plezante uit te hangen, maar dit is ook niet nodig want ze hebben een reservering voor ons. Wat ze wel niet hebben is een Internetverbinding want blijkbaar zit de hele stad zonder Internet. Bij werken is de optische vezel tussen het vasteland en het verre Ushuaia afgesneden. Hierdoor kunnen we noch via de telefoon, noch via mail het reisagentschap interpelleren.
We besluiten, in afwachting van de terugkeer van vaste telefonie en Internet, het meest zuidelijk gelegen stadje van de wereld te verkennen. Er zijn een aantal musea die de etnische groepen als onderwerp hebben, maar we vinden dat we daar genoeg over gehoord hebben de laatste paar dagen en dus beslissen we naar het Museo Martimo te gaan. Dit museum is ondergebracht in een voormalige gevangenis. De gevangenis heeft 5 vleugels en iedere vleugel heeft een 70-tal cellen die allemaal gevuld zijn met zaken die rond een bepaald thema draaien. Zo is er een kunst galerij gevestigd in één vleugel. Een aantal artiesten hebben er een tijdelijke tentoonstelling. In een andere vleugel zit naast een souvenir shop een tentoonstelling met polyester pinguïns die op verschillende manieren beschilderd zijn. In nog een andere vleugel wordt vooral de geschiedenis van de gevangenis zelf uit de doeken gedaan en in nog een andere vleugel gaat het vooral over expedities naar Antarctica. Een aantal cellen zijn gewijd aan Adrien de Gerlache. Er hangt zelfs een gedenkplaat ter ere van een bezoek van een Belgische delegatie geleid door toenmalig Minister Bert Anciaux.
We lopen uiteindelijk toch wel een paar uur in het museum rond en gaan, na de innerlijke mens met een spaghetti versterkt te hebben, wat uitrusten en de blogs posten die jullie ondertussen over jullie heen hebben gekregen (want de lichtpulsen kunnen opnieuw door de glasvezel tot in Ushuaia flitsen). Daarna moet er nog een belangrijke taak vervuld worden. We hebben namelijk nog geen T-shirts voor nakomelingen gekocht en die traditie mag toch niet gebroken worden. Het is ondertussen zachtjes beginnen regenen, waardoor niet echt van een fantastische shopping ervaring kan gesproken worden. Essentieel is echter dat we hebben wat we moeten hebben en dat we daardoor met een gerust hart ons avondeten kunnen gaan verorberen. We hebben nog wel niet echt honger maar we hebben geen zin om naar boven naar het hotel te stappen om daarna weer naar beneden naar de haven te komen om te eten om daarna weer naar ons hotel (= weer naar boven) te stappen. Het restaurant dat ons aangeraden werd heeft, net zoals vele restaurants hier, een grote open grill waarop steaks en dergelijke kunnen gelegd worden maar waarlangs ook langs de zijkant ganse lammeren urenlang staan te roosteren. Wij beslissen steak te nemen … omdat de porties van het lamsvlees te groot lijken. Gertrude bestelt een fillet mignon en ik een rib eye met als resultaat dat we drie kwart kilo vlees voorgeschoteld krijgen. Voor het eerst in mijn volwassen leven laat ik eten op mijn bord (omdat Gertrude me nog een stuk van haar steak gegeven heeft). Omdat een hond ruift, hebben we dit lid van de fauna nooit gehad waardoor ik ook geen doggy bag kan / wil mee. Om (vol)slank te worden kruipen we na de maaltijd nog een laatste maal naar ons hotel omhoog. Daar kan ik de blog van vandaag afmaken en kunnen we ons neerleggen om de vertering zijn werk te laten doen.
Slaapwel
PS De kelner heeft me de raad gegeven eens wijn van Bodega Noemia te proberen. Dit zijn Malbec wijnen maar niet van Mendoza, zoals de meeste, maar van Rio Negra (= Lake District). Niet goedkoop maar erg lekker zegt de brave borst. Dat zullen we eens in België moeten bekijken want we reizen “light”, nietwaar?
Dag 17: Dag 3 van de cruise Kaap Hoorn en Wulaia Baai
Vannacht goed geslapen, juist één keer wakker geworden voldoende om te denken dat het schip niet erg wiebelde en dat het dus waarschijnlijk niet erg waaide en dat we dus waarschijnlijk wel voet aan wal zouden kunnen zetten op Kaap Hoorn. Juist voor de wekker afliep werd ik dan weer wakker. De indrukken waren dan iets anders dan een paar uur (??) geleden. Het schip wiebelde wel en de kansen op een ontscheping leken dus al veel minder gunstig. We verzamelen in de lounge en wachten op de beslissing van de kapitein. Om 7:20 komt het verdict dat iedereen al verwacht had: we gaan niet ontschepen omdat er te veel wind staat. De limiet is 35 knopen (= ongeveer 70 km/uur) en nu staat er (ondanks het feit dat we ten Oosten van het eiland (= in de schaduw) liggen een wind van 55 knopen (= 110 km/uur) met windstoten tot 72 knopen (= 144 km/uur). Met andere woorden het waait niet een beetje te veel, maar veel te veel … en dat laat zich voelen ook bij het gewoon rondlopen aan boord. We zijn allemaal een beetje teleurgesteld maar toch ook allemaal overtuigd ,dat dit de enige goede beslissing is. Uiteindelijk moet het veilig blijven, zelfs als er een symbolische (en geen enkele andere) reden was om hier eens uit te stappen.
Terwijl we met zijn allen wat blijven rondhangen in de lounge, beginnen we een gesprek met één van de natuurgidsen. Ik kan hem allerlei vragen stellen en voor het eerst begrijp ik waarom de natuur hier zo heftig kan te keer gaan. Vandaar de uitspraak die van de eerste scheepvaarders stamt: “Below 40° South, there is no law. Below 50° South there is no God”. En wij zitten op 55° dus moet ik hier zeker niet op zoek naar God. Verder Zuidelijk dan de Kaap Hoorn moet men ook niet op zoek naar enige landmassa (buiten Antarctica) om de wind en de stromingen te temperen. Kaap Goede Hoop in Afrika ligt 2400 km meer naar het Noorden en de meest Zuidelijke tip van het Zuid eiland van Nieuw Zeeland ligt 1100 km meer Noordelijk dan Kaap Hoorn. Daarom ook dat alle stromingen van de Antarctische vortex (warm water van de evenaar dat aan de oppervlakte naar het Zuiden afgevoerd wordt) en daar afkoelt en naar de diepte zakt om diep onder de oppervlakte weer naar het Noorden te stromen. Dat alles wordt door een “nauwe” engte (minder dan 1000 km) tussen het Antarctische schiereiland en Kaap Hoorn geperst. Die koude stromen hebben zelfs een naam: langs de Chileense kust is dit de Humboldt stroming en langs de Argentijnse kant de Malvinas stroming. Ik vraag de natuurgids ook wat het slaagpercentage van de landingen op Kaap Hoorn is. Hij zegt dat dit rond de 60% draait … omdat men hier alleen in de zomer komt. ’s Winters komt de Stella Australis hier niet … anders zou het % lager liggen.
Na het rondlummelen in de lounge (waarbij het lijkt dat de wind nog in kracht toeneemt (dank u, Mr. de kapitein om ons aan boord te houden) komt het ontbijt terwijl we steeds verder koers zetten naar het Noorden en de bescherming van het vaste land. We krijgen nu zelfs windstoten tot 90 knopen = 180 km/uur..Dan is er een film over het avontuur van Shackelton op Antarctica. De brave Britse borst begon in december 1914 een reis met zijn schip de Endeavour en 27 man met de bedoeling als eerste Antarctica te doorkruisen. Zijn schip vroor echter vast toen hij te traag vorderde. Dit deed hem besluiten tot de volgende lente te wachten (ze hadden toch voedsel genoeg want ze hadden het idee van de doorkruising al moeten opgeven). Bij het smelten van het ijs werd het schip echter volledig vernield, waardoor ze met reddingssloepen terug naar open water dienden te geraken om zo terug naar een bewoond (!!) eilandje te gaan. Ze konden echter niet tegen de wind en de stroming op, waardoor ze besloten één van de reddingssloepen om te bouwen tot een “zeilboot”. Zes man vertrokken op die “zeilboot” naar een walvisbasis 800 km verder, terwijl de andere 21 achterbleven, wachtend op hulp. Hun zeilboot geraakte lek waardoor ze quasi alles verloren maar toch slaagden ze erin het eiland van de walvisbasis te bereiken (jammer genoeg voor hen langs de verkeerde kant van het eiland en nog jammerder met een grote bergketen tussen de basis en waar zij waren. Die bergketen hebben ze in 36 uur overwonnen (Reinhold Messner en 2 andere alpinisten hebben een aantal jaar geleden de tocht herdaan. Messner en Co waren goed gevoed en uitgerust, hadden alle moderne materiaal en hebben er dubbel zolang over gedaan dan Shackelton. Van de walvisbasis is dan een schip naar de 21 andere expeditieleden vertrokken en ze daar alle 21 nog in (een beetje) leven teruggevonden. Wat een verhaal van moed en doorzetting.
Na de lunch gaan we voor anker in Wulaia baai waar we de keuze hebben tussen 3 excursies. De “moderate” blijft op de kust waar een klein informatie centrum is, de “demanding” gaat naar een viewpoint een 150-tal meter hoog en de “challenging” gaat nog eens een 100-tal m hoger naar een ander viewpoint. Het weer is nog altijd bewolkt dus is het zicht niet fantastisch. We doen het dus alleen voor de sport en als voorbereiding voor wat we in El Chalten voor de voeten gaan geschoven krijgen.De wandeling verloopt vlotjes en het bezoek aan het informatiecentrum ook. Het is gewijd aan de Yamanah stam die hier lang gewoond heeft, maar waarvan nu alleen nog een 92 jarige dame als volbloed Yamanah overblijft. Er is ook informatie over Fitzroy, die hier tweemaal op bezoek geweest is (de tweede maal met Charles Darwin aan boord). Die dacht dat hij met de Yamanah de “missing link” tussen mens en aap gevonden had. Niet erg vleiend voor die mensen, maar dat zal hun leren heel hun leven naakt en meer dan de helft van hun leven peddelend in bootjes door te brengen waardoor ze kromme benen en een zeer sterk ontwikkeld bovenlichaam hadden.
Na de wandeling is het de laatste keer dat de barman kan recidiveren. Ik moet zeggen dat de warme chocolademelk met een scheut whiskey me meer en meer begint te bevallen. Na de bevalling is het moment aangebroken om de laatste zodiak rit terug naar het moederschip te ondernemen. Hierbij krijgen we van Patagonië als afscheid nog een paar regendruppels cadeau. Onze cruise begint stilletjesaan zijn staart in te trekken. Vannacht varen we richting Ushuaia, waar we rond 2:00 zouden moeten toekomen. Een Argentijnse immigratie officier zal ondertussen aan boord komen enl alle formaliteiten zullen voor ons vervuld worden. Een leven van koningen, vinden we. Het enige dat wij moeten doen is ons (zelf) douchen, verse kleren aantrekken en van de aperitief genieten. Zolang de koffers morgen vanaf 7;30 op de gang staan, zal daar ook voor gezorgd worden. Er wacht ons als beloning nog een diner (een zeer lekkere lamsschenkel) en een afscheidsdrink met de kapitein om de cruise af te sluiten. Ons (= mij ook) is het meegevallen (in mijn geval zeer zeker omdat het maar 4 dagen duurde en er genoeg activiteiten waren).
De afscheidsdrink wordt opgevrolijkt door een trekking van de eerste prijs voor de tafels die met de drie quizzen meegedaan hebben. We denken dat iedereen,die meegedaan heeft, alle vragen juist beantwoord heeft, want de antwoorden waren te vinden op de intranet site en bij de gidsen en de obers en het madammeke van de souvenir shop en ….. Jammer genoeg wint onze tafel niet. We hadden nochtans de meest juiste van de juiste antwoorden, vinden we zelf. Nie neuten is ons motto echter. Na de trekking van de eerste prijs is er nog een veiling van de navigatiekaart. Van het initiële bod van 100 US$ gaat de veilingsprijs de hoogte in om te stranden op 620 US$. Niet slecht voor een kaart die waarschijnlijk niet meer dan 50 US$ kost maar OK als men bedenkt dat de opbrengst van de veiling naar de 64 personeelsleden aan boord van het schip gaan. Wij doen niet mee omdat het tegen ons principe van “licht reizen” gaat. Een afsluitend pintje (= Stella Artois) tegen de dorst vannacht en om de Belgische economie te steunen wordt genuttigd onder het bekijken van foto’s die deelnemers aan de cruise ingebracht hebben. Er zijn fantastische foto’s bij. Weer een moment om te bedenken dat anderen zeer mooie foto’s kunnen maken. Daarna keren we terug naar onze kajuit om de valies en de rugzak weer te vullen, zodat we morgen een koninklijk leventje kunnen hebben.
Nu is het tijd om te slapen … en morgen een grote ontlasting van verslagen te veroorzaken.
Slaapwel
Dag 16: Dag 2 van de cruise in Beagle Channel met Pia gletsjer
De verslaggeving over vannacht loopt nogal uiteen. Ik heb tussen 4 en 5 (of zo) vastgesteld dat de boot nogal aan het wiebelen was, ben opgestaan om de staat van de sanitaire faciliteit van onze kajuit te verifiëren en ben nadien zonder veel problemen weer gaan slapen omdat alles in orde was. Gertrude heeft zelfs met moeite teken van leven gegeven tijdens deze, zij het zeer beperkte, lichamelijke activiteiten van mij. Als we Joe en Elke deze morgen aan het ontbijt zien, spreken die van een zeer onstuimige zee met de boot die in alle richtingen bewoog. Joe heeft er zelfs een (zeer donker) filmpje van gemaakt. Hierop kan men (met een beetje goede wil) inderdaad het water tot op de vensters zien opspatten. Als Ruth en Chris ook verschijnen wordt het verhaal nog steviger. Conclusie wij zijn zeer goede slapers omdat we een zuiver zieltje hebben.
Deze morgen is het 9° C (= vergelijkbaar met gisteren), quasi geen wind (ook vergelijkbaar met gisteren) maar aanzienlijk minder mooi, omdat de wolken bijna tot aan het water komen. De uitstap is maar deze namiddag dus hopelijk komt die fameuze 4 seizoenen per dag uitspraak uit. We zitten deze morgen duidelijk niet in de zomer. Het eerste deel van de ochtend wordt gevuld door een slakkengang ontbijt en een presentatie over de verschillende etnische groepen die hier ooit geleefd hebben. Veel van die stammen blijft niet meer over. De meesten waren namelijk niet bestand tegen de micro-organismen die de missionarissen (naast het ware geloof) meebrachten. Diegenen die de micro-organismen overleefden zijn achteraf omgekomen in conflicten met de Westerlingen omdat ze het aandierven te jagen op de schapen van de Westerlingen (die – de schapen- waren veel trager dan de guanaco’s en dus makkelijker prooien). Er wordt in de presentatie ook zeer zedelijk gewag gemaakt van regelrechte slachtpartijen georganiseerd door de Westerlingen omdat ze de autochtone etnische groepen maar een vervelende hindernis op de weg naar meer schaapkweken vonden.
Na de presentatie over de verschillende etnische groepen krijgen we een rondleiding op de commandobrug. Die is veel interessanter dan de rondleiding gisteren in de machinekamer. Er wordt getoond hoe, gebaseerd op radar, sonar, GPS en good old papieren stafkaarten genavigeerd wordt. Dat papieren gedoe is nog altijd nodig, omdat de elektronische kaarten niet het volle gebied in alle detail bestrijken. Dit deel van de wereld wordt niet commercieel bevaren (al zeker niet sinds de komst van het Panama kanaal) en de vraag naar volledig accurate elektronische kaarten is dan ook niet erg groot. De GPS is dan ook vooral ter bevestiging van wat de bemanning visueel of met de radar of de sonar “ziet”.
Rond de middag laat de zon zich schuchter zien. Hopelijk zet de tendens zich tijdens het eten en de daarop korte siesta door, waardoor we de Pia gletsjer in zijn volle glorie zullen kunnen bewonderen. Tijdens het eten zien we een school dolfijnen minutenlang naast de boot zwemmen. Ze (een 10-tal, denk ik) vinden het duidelijk erg plezant en springen om beurt aan grote snelheid uit het water. Rond 14:00 is het verzamelen geblazen voor de expeditie naar de Pia gletsjer. Deze gletsjer is één van de 1600 gletsjer die de Darwin Mountain Range rijk is. De zodiak brengt ons tussen de ijsschotsen, die voortdurend van de gletsjer afbreken tot aan een kustlijn(tje) waarachter de Pia gletsjer in volle glorie (zelfs al is de zon erg schuchter is gebleven) oprijst. Het regent en het waait niet dus kunnen we niet klagen. De gletsjermond (ik neem aan dat men dat zo zegt omdat men ook van een gletsjertong spreekt) is 1.2 km breed en meer dan 200 m hoog. Hogerop is er een klif met daarboven nog een tweede deel van de gletsjer zichtbaar, zeker wanneer men naar het intermediair of het hoogst gelegen uitkijkpunt klimt. Het intermediair uitkijkpunt is nog relatief makkelijk te bereiken maar als men het hoogste uitkijkpunt wil bereiken moet men er door de modder ploeteren (soms dieper dan een stevige bergschoen hoog is …) en over rotsblokken klauteren (een beetje evenwichtsgevoel komt hierbij van pas) voor over hebben. Terwijl Patricio zijn uitleg over de Pia gletsjer staat te doen, zien we een lawine in het hoogstgelegen stuk van de gletsjer. We hebben quasi constant kraken en piepen van de gletsjer gehoord maar een lawine komt toch nog met een groter gedruis naar beneden. Naast het mooie zicht op de gletsjer wordt met deze expeditie nog een tweede beloning verdiend. De barman die gisteren met warme chocolademelk stond te leuren recidiveert en brengt ook nu weer zijn waar (al dan niet gefortifieerd met de hulp van Johnny Walker) aan de man en de vrouw.
Terug aan boord zet ik me, in afwachting dat we verder varen langs de “glacier alley”, aan de blog zodat ik vanavond (na het aperitief en het diner met een glaasje wijn … of twee) niet te veel meer moet schrijven. Over de wijn gesproken: alle wijn is van Chileense origine omdat de boot Chileens is en dus de Chileense economie op alle manieren moet gesteund worden: Chileense wijn, Chileense scheepswerf, Chileense bemanning. Een minimum van 89% moet Chileen zijn (vraag me niet waar het rare getal vandaan komt). 11% van de bemanning zijn dus immigranten waaronder één Belgische … ik zal zelfs meer zeggen, er is één Gentse / Wetterse dame, die al 10 jaar in Ushuaia woont, aan boord. Zij is, dank zij haar afstamming,de kers op de taart.
Om 18:15 vaart de boot voorbij de eerste gletsjer van de “Alley of the Glaciers”. Ik ga niet alle gletsjers opnoemen maar ze hebben allemaal de naam van een West Europees land. Bij iedere gletsjer / land krijgen we een specialiteit van dat land aangeboden. Bij de Alenania krijgen we bratwurst met sauerkraut, bij de Italia pizza, bij de Francia kaas en champagne en bij de Hollanda oliebollen. Een wat rare combinatie dat alles vooral omdat al deze gletsjers / gerechten mekaar in relatief snel tempo opvolgen en ook omdat we onmiddellijk nadien naar de Captain’s diner moeten. We weten eigenlijk niet goed wat er Captain’s aan het diner is, buiten het feit dat de kapitein ons smakelijk eten wenst en zegt dat we morgen rond Kaap Hoorn aankomen, maar dat de kans op een ontscheping tamelijk klein is omdat er te veel wind voorspelt wordt om een veilige ontscheping te garanderen. Enfin we zien morgen wel, want het weer kan hier erg wisselvallig zijn. We moeten in ieder geval om 7;20 volledig klaar staan in de lounge zodat snel gehandeld kan worden als er toch een mogelijkheid zou zijn.
Tijdens het diner zien we in de verte de lichtjes van Ushuaia, maar wij blijven op een Zuidelijker koers richting Kaap Hoorn en de Drake’s Passage. Nog gauw een documentaire meegepikt over het harde leven van de fauna in Patagonië en we zijn klaar met weer eens een mooie dag die we mogen meemaken hebben.
Slaapwel en tot morgen voor een laatste volle dag aan boord van de Stella Australis
Dag 15: Dag 1 van de cruise in Ainsworth Bay en Tucker eiland
Om 8:00 wordt het ontbijt geserveerd. We zijn te vroeg uit de veren en hebben dus de tijd om het schip wat te verkennen. We doorlopen de verschillende lounges en zien het weer zienderogen verbeteren. Eerst zijn tussen de wolken hier en daar stukken blauwe lucht te zien om daarna op een blauwe lucht hier en daar nog een paar wolkjes te zien. Ook de wind is gaan liggen waardoor het schip er erg rustig bij ligt. Laat ons hopen dat het zo blijft …. ook al omdat we ons geregistreerd hebben voor de “demanding expedition” (we hadden de keuze tussen een lichte wandeling of een meer veeleisende variant). Ik vermoed dat het meest demanding van deze expeditie niet het wandelen maar het in en uit de zodiak klimmen zal zijn. Dit vermoeden wordt bewaarheid wanneer we om 8:50 met warme kleren (het is 8° C) en daarboven nog een zwemvest klaar staan om aan wal te gaan. We varen snel tot aan de kustlijn waar we gelukkig zonder veel miserie (= natte voeten) op begane grond kunnen gaan. Die begane grond is eigenlijk de eindmorene van de Marinelli gletsjer die nu 17 km achteruit getrokken is. We klimmen op de120 m hoge morene (dat zorgt voor de kwalificatie “demanding”) en krijgen van daar een prachtig zicht op de fjord en de twee gletsjers, waar de Marinelli eigenlijk uit bestaat. Patricio, onze gids, last op deze plaats van schoonheid een spiritueel moment in. Gelijk heeft hij, de mens neemt niet voldoende de tijd om de schoonheid van wat ons omringt te laten doordringen en om naar de innerlijke stem van onszelf te luisteren … zelfs maar voor een minuutje of twee. Daarna komt de drang om te babbelen, foto’s te nemen, zorgen te maken over…, weer naar boven en is de magie over, maar geen geneut, we hebben die twee minuutjes toch gehad.
Er blijkt in deze “demanding excursion” echter nog een tweede uitdaging te zitten en dat is de modder. Door de regen van de voorbije dagen is het paadje diep, ja diep, en moesten we als loze vissertjes eigenlijk een rijfstok (of strijkstok) en leren (van dieredommediere) laarsjes hebben. Die hebben we allemaal niet, maar we hebben wel stevige (en waterdichte) stapschoenen en getten aan waardoor we zonder problemen en tamelijk proper weer in de zodiak geraken. Die zodiak brengt ons naar een paar ijsschotsen die in het water drijven en vandaar maar een strandje waar de barman een standje heeft ingericht met whiskey, hot chocolate of een mengsel van beiden (best te pruimen dat mengsel). Van dit barstrandje worden we na een kwartiertje kijken naar de gletsjer in de achtergrond weer naar het moederschip gebracht. De zee is nog altijd zeer rustig (wat het overklimmen serieus vergemakkelijkt) en de zon staat nog altijd te stralen, waarmee bewezen is dat het gezegde dat men hier iedere dag de 4 seizoenen heeft niet juist is. Het is immers nu al minstens een halve dag stralend zomerweer. Hopelijk blijft het duren maar mocht dat niet het geval zijn dan kunnen ze ons dit al zeker niet meer afpakken.
Aan boord besluit ik dat ik dringend aan de blog moet beginnen maar laat me door Gertrude overtuigen dat te doen in één van de lounges. Daar slaat het noodlot toe. Men kan er allerlei drankjes (bubbels, sterke drank, cocktails, wijn, bier, Cola, water, … ik stop best met de opsomming vooraleer het helemaal “verwaterd”) bestellen. Ik besluit de inwendige mens te sterken en te laven met wat chips en een Stella, kwestie van de Belgische economie te ondersteunen. Op dat moment komen Ruth en Chris ook de lounge binnen, 2 minuten later gevolgd door Joe en Elke. Daarmee is het tafel 32 sextet compleet en komt er van blog schrijven niets meer in huis. Om 13:00 worden we aan tafel geroepen want daar staat een salad bar, een pasta bar, een dessert buffet, enz. op ons te wachten. Ondertussen schuift een fantastische natuur aan ons raam voorbij. Het weer is nog altijd fantastisch wat de sneeuw op de bergen, het groen op de heuvels en het blauwe water zo mooi maakt. Het glas Syrah bij het eten vervolledigt de afbraak van mijn blogschrijfmotivatie en ik besluit een Spaanse traditie in Patagonië in te voeren … voor zover dat nog niet bestond.
Na de siësta komt Tucker eiland aan de beurt. Tucker eiland staat bekend om zijn grote Maghelaan pinguin kolonie. Die pinguïns zijn migranten tussen Patagonië in de zomer en Noord Argentinië in de winter. De meeste vogels zijn al vertrokken, maar er zijn er toch nog voldoende om ze grappig te zien rondlopen. We zien ook nog een grote kolonie rots- en keizeraalscholvers (dit zijn de autochtonen hier en blijven dus ter plaatse). Het zonnetje schijnt nog altijd maar er is wel veel meer wind dan deze morgen. Hierdoor is het zodiakritje veel plezanter dan deze morgen. Al is het jammer dat het (koude) water dermate opgespat wordt ,dat iedereen kleddernat het tochtje moet afsluiten. Wat droge kleren lossen dit probleem echter snel op.
Na Tucker eiland en voor een presentatie over gletsjers is er wat vrije tijd, wat perfekt is voor de blog…. van gisteren en vandaag. Veel tijd is er echter niet over, want we “moeten” een aperitief gaan nuttigen en naar een presentatie over glaciologie gaan luisteren. Beiden zijn goed. Het eerste zorgt ervoor dat we geen dorst meer hebben, het tweede dat we weer een aantal trivia hebben die we uit de hoed kunnen toveren als het weer eens over klimaatopwarming gaat. Na de glaciologie is het tijd voor het diner. Gertrude koos voor de veilige keuze: gevulde kip, ik ging voor een iets gewaagder optie (zeker na het tamelijk doorbakken beefsteak van gisteren): de zwaardvis. De zwaardvis is inderdaad goed (= te) doorbakken wat ik minder goed vind maar het is zeker niet slecht… en er zijn zoveel kindjes die geen zwaardvis krijgen!!!
Tijdens het diner hebben we de meest uiteenlopende gesprekken over voor de hand liggende onderwerpen zoals daar zijn de Brexit en de EU, Trump maar ook over hoe de Canadezen voelen over hun land, wat uiteindelijk erg vergelijkbaar is met hoe Belgen (mocht Jules Destree ongelijk hebben gehad toen hij zei: Sire, il n’y a pas de Belges) voelen over België. Zelfs de verschillende tonen die in het Chinees bestaan komen aan bod. Elke heeft Chinees geleerd en kan, net zoals wij, enkel met haar handen aangeven hoe een toon omhoog of omlaag gaat. Wij horen bij haar het verschil niet … en zij ook niet, geeft ze ridderlijk toe. Na het diner gaan we naar de film. Het is een wat langdradige documentaire over de fauna van Patagonië . Veel mooie plaatjes,maar zoals gezegd, wat te lang en te divers om te blijven boeien. Ik moet Gertrude op het einde dan ook laten weten dat de lichten weer aangegaan zijn en dat het tijd is om naar onze kajuit te gaan. Men heeft ons verwittigd dat we kort na middernacht in de Stille oceaan gaan terechtkomen en dat we daar, gedurende een half uur of zo, een vrij grote kans op zware golven hebben. Ik wil tegen die tijd vast slapen. Nadien varen we het Beagle kanaal in, waar het weer rustiger zou moeten zijn, waardoor we hopelijk gewoon lekker kunnen doorslapen..
We dekken ons goed in zodat we niet uit ons bed rollen en ik laat jullie wel weten hoe het geweest is.
Dag 14: Terugkeer naar Punta Arenas en boarding
Laat me beginnen met de bekentenis dat ik gisteren lui geweest ben. In plaats van mooi bij te blijven met de gebeurtenissen heb ik gewoon de hele dag laten verlopen zonder maar een letter aan cyberspace toe te vertrouwen … erger zelfs, ik heb zelfs geen letter met mijn Ikea potloodje op het verfrommeld stukje papier, dat ik altijd in mijn zak zitten heb, gekribbeld. Het zal dus vandaag (= de tweede avond aan boord) allemaal uit het blote hoofd moeten gebeuren.
De ochtend begon zoals gisterenmorgen begon: we hoorden regen terwijl het nog donker was en het enige dat er bij kwam toen het licht begon te worden, was de zichtbaarheid van de wolken. We vinden dit, althans voor de eerste paar uur eigenlijk niet zo erg, omdat het vandaag toch een soort verbindingsetappe is. We moeten van Torres del Paine NP naar Punta Arenas rijden om daar aan boord van de cruise te gaan. Het inchecken is tussen 13:00 en 17:00 en het aan boord gaan is vanaf 18:00. Het probleem is echter dat we de auto voor 13:00 aan de luchthaven moeten gaan teruggeven. Het Hertz bureau in Punta Arenas is namelijk op zondag gesloten. De rit duurt, onder optimale omstandigheden, 4.5 uur wat betekent dat we ten allerlaatste om 8:30 moeten vertrekken. We verwachten wel geen file dus is er geen reden om gestresseerd te zijn maar het “Namibië ripio platte tuben syndroom” hebben we nog altijd niet verwerkt en dus vertrekken we om 7:30 kwestie van ruim genoeg tijd te hebben mocht de reserveband moeten aangesproken worden.
De rit verloopt echter vlekkeloos. Waar zouden die vlekken blijven onder een constante regendouche? Deze douche maakt het rijden op de ripio niet makkelijker. Men ziet de putten wel beter liggen (= blinkende vlekken op de weg), maar men heeft geen idee hoe diep ze zijn en ze allemaal ontwijken is onbegonnen werk. Eens in de buurt van Puerto Natales krijgen de banden rust en wordt de ripio achter ons gelaten. Op zo’n 50 km voor Punta Arenas zien we dan toch wat licht verschijnen aan de horizon. Laat ons hopen dat dit een goed teken is. In ieder geval stopt het met hard regenen en uiteindelijk stopt het regenen zelfs helemaal. Het terugbrengen van de huurauto verloopt vlot op uitzondering van het feit dat we helemaal naar Punta Arenas moeten doorrijden om de tank vol te doen en dan terug naar de luchthaven moeten rijden om de auto af te leveren. Daarna moeten we dan terug met een taxi naar Punta Arenas rijden. Gelukkig hebben we vandaag veel tijd op een plaats waar zeer weinig te zien en te doen is. Waarom de Engelsen de plaats ooit “Sandy Point” genoemd hebben is mij niet duidelijk, dat de Spanjaarden de naam gewoon vertaalden is wel duidelijk en wat ook duidelijk is dat we hier niet makkelijk nog een namiddag nuttig gaan doorbrengen.
Inchecken verloopt vlotjes ,dus blijft er veel tijd over om niet goed te weten wat gedaan (het meeste dat te bezoeken is hebben we al bezocht en de rest is gesloten). Het regent niet meer dus besluiten we het kerkhof (een toeristische topattractie in Punta Arenas) te bezoeken en misschien op weg naar het kerkhof het museum over Patagonië mee te pikken. Het museum is jammer genoeg gesloten dus dat is rap opgelost. Daarom is al onze hoop op het kerkhof gevestigd (nu ik dit herlees klinkt dit toch wel iets anders dan ik het bedoelde … maar het zij zo). De zij-ingang van het kerkhof leidt naar de minder glamoureuze kant. Die ziet er uit als de kerkhoven die we al zeer veel in Spanje gezien hebben (= appartementskerkhoven waarbij graven boven op elkaar gestapeld in een grote wand verwerkt zijn). Naarmate we echter verder naar de hoofdingang toe wandelen (niet dat we dit bewust doen want we lopen gewoon tussen de verschillende “grafwanden”) komen grotere grafmonumenten en zelfs echte mausolea in zicht. Dit deel van het kerkhof is naar onze opinie minstens even impressionant als de Recoleta begraafplaats van Buenos Aires … maar hier liggen Evita, Fangio en andere beroemdheden niet begraven en dus zijn de verhalen waarschijnlijk veel minder spectaculair. Wat wel opvalt zijn de vele Joegoslavische namen die we hier zien. Er moet hier dus een serieuze immigratiegolf rond de vorige eeuwwisseling geweest zijn. Terwijl we hier wat rondlopen komt er een begrafenisstoet (op zondag?) binnengereden. Iedereen is in het zwart gekleed en de kinderen dragen witte ballonnen mee. We nemen aan dat dit te maken heeft met het feit het de begrafenis van een kind is.
Het is nu stilletjesaan tijd om naar de haven terug te keren, nog een laatste keer de e.mails te bekijken, te vernemen dat de Buffalo’s de Kanaries op hun tsjoepe gegeven hebben en in te schepen voor het Patagonische avontuur. We worden, na onze paspoorten afgegeven te hebben, naar onze kajuit gebracht waar onze valies en rugzak al netjes op ons staan te wachten. De kajuit valt erg goed mee. Ze is (alles in acht genomen, met haar 16.5 m2 oppervlakte) ruim te noemen en voelt erg luchtig / licht aan door het grote raam. Veel tijd om alles te inspecteren en spullen in de kasten op te bergen hebben we niet, want we “moeten” om 19:00 op de welkomstdrink zijn. Naast drank en spijs is er ook uitleg over de verschillende activiteiten aan boord en aan land. Het ziet er allemaal als een goed geoliede machine uit. Om 20:00 varen we af en om 20:15 worden we aan tafel verwacht. Daar hebben we niets op tegen want we krijgen al stevig honger. Dat moet van de zeelucht zijn!!!
We zijn bij een Canadees en een Duits koppel ondergebracht. Chris en Ruth van Vancouver en Joachim (Joe) en Elke van de Boden See. Ze vallen erg goed mee, dus daar kunnen we ook al niet over klagen. We krijgen een uitgebreide maaltijd van voorgerecht, soep, hoofdgerecht en dessert voorgeschoteld. Beleefd als we zijn eten we alles netjes op (ondanks het feit dat het beefsteak dat ik bestelde best iets minder gebakken had mogen zijn). Zagen gaan we daarover niet doen, want er zijn zoveel kindjes die geen eten hebben.
Rond 22:00 gaan we terug naar onze kajuit. Dat verloopt minder vlot dan verwacht. De Carmenere die geschonken werd was niet slecht maar zoveel hebben we er niet van gedronken dat dit ons gewaggel zou kunnen verklaren. Wat het gewaggel wel verklaart, is dat de zee niet zo rustig is en dat de golven, aangejaagd door een toch wel stevige westenwind, tegen de zijkant van de boot (die van Noord naar Zuid, de Straat van Maghelaan moet oversteken) beuken. Onze boot / schip is veel gevoeliger aan golven die van de zijkant komen dan aan golven die loodrecht kunnen aangepakt worden. De kapitein heeft echter niet veel keuze als hij wil uitkomen waar de brochure van Australis zegt dat we gaan uitkomen. We kruipen dus in ons bed en rollen net zoals onze boot met de golven mee.Dit belet me niet vlotjes in slaap te vallen. Gertrude heeft wat meer miserie maar dat komt wel in orde.