Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag 13; Sheep Mountain lodge (Matanuska) naar Valdez

Ik kan niet wachten om vandaag weerman te spelen. Al vanaf het eerste ogenblik dat ik mijn ogen opentrek heb ik de indruk dat het buiten vrij licht is. Piepen door de gordijnen bevestigt het vermoeden. De zon is van de partij. Zouden de Alaskaanse Armand Pienen er dan ook maar zo veel (weinig) van kennen als onze nationale Armand in de tijd deed? We weten het niet maar besluiten zo vlug mogelijk te ontbijten en op pad te gaan. Dat lukt niet zo best omdat we net na een paar families komen die blijkbaar hetzelfde dachten. Niet getreurd echter, we zetten ons om 9:15 in gang en het zonnetje staat er nog altijd. Wel zijn een paar wolkenbanden komen opzetten maar die zitten hoog en lijken niet boosaardig.

We rijden verder de Matanuska vallei in. De natuur is hier zeer mooi en weids. Uiteindelijk komen we op een soort hoogvlakte uit. Ik schat dat we hier zo’n 1000 meter hoog zitten. Dat blijkt zo ongeveer de boomgrens te zijn. Eén van onze metgezellen op de Kenai Fjord Odyssey heeft uitgelegd dat de boomgrens bepaald wordt door hoe hard het klimaat is. Hoe verder naar het Noorden (of het Zuiden) men gaat hoe lastiger de natuur het heeft en dus hoe lager de boomgrens is. Hij zelf woont in de buurt van Capital Reef NP in Utah waarvan ik me herinner dat er fruitbomen op bijna 3000 m hoogte stonden. Tot het tegendeel bewezen is zal ik zijn uitleg onthouden.

De Glen highway die we nu al bijna 200 miles volgen is op de groei gebouwd. Er zijn twee vakken (of drie waar het bergop gaat en men voorbijsteken wil mogelijk maken) à la Américaine (= breed zoals hier veel achterwerken zijn) met nog een pechstrook langs beide kanten. Dat is allemaal voor een paar auto’s per uur. Het is zo rustig dat ik midden op de highway kan gaan staan om rustig een fotootje te nemen. Op de E40 ga ik dit niet proberen. Wel zien we om de paar kilometer een brievenbus (of een paar brievenbussen gegroepeerd). Er moeten dus mensen wonen tussen al die bomen. Maar waar leven ze van? Of zijn het alleen maar zomerhuisjes? Met die bedenkingen komen we uiteindelijk in Glenallen aan. Ik verwacht een echt centrum aan te treffen. Glenallen is toch het kruispunt van twee highways (de Glen en de Richardson hwy) maar niets daarvan. Er is wel een medisch centrum, een bank, een rechtbank, een benzinestation, een “general store” en een Subway, maar slechts een paar “gewone huizen”. Die huizen zijn met moeite woningen te noemen. Soms hebben ze zoveel wrakken van auto’s, tractoren, caravans, RV’s, vrachtwagens, enz in de voor-, zij- en / of achtertuin dat ze maar met moeite van een autokerkhof te onderscheiden zijn.

We maken gebruik van de aanwezigheid van een Subway om een voet brood met ham, kaas, salade en tomaten te kopen. Ik denk dat ze bij Subway ons profiel al opgeslagen hebben ondanks de GDPR wetgeving. We plannen een picknick ergens verder richting Valdez want de weersvoorspelling klopt nog altijd niet. De zon is nog steeds van de partij, al dient gezegd dat de wolken ook steeds prominenter worden, zeker als we in de richting, die wij moeten nemen, kijken.

Net voorbij Glenallen hebben we een mooi zicht op de bergen van Wrangell St Elias NP. De hoogste hiervan is Mt. Blackburn en die is 5000 m hoog. We kijken er eens zeer aandachtig naar want wie weet zien we hem, wanneer we binnen een paar dagen naar Wrangell St Elias NP gaan, helemaal niet. Iets verder krijgen we weer eens te maken met wegenwerken. Opnieuw staat hier een brave borst met in zijn één hand een boterham en in zijn andere hand een “Stop / Go Slow” bord. Wij zijn de eerste 10 minuten in de file maar na 10 extra minuten zijn we met z'n drieën. Dan komt de pilot car eraan en kunnen we onze weg verder zetten. We zullen overmorgen, wanneer we dit stukje weg in de andere richting doen, met deze vertraging moeten rekening houden want we willen ons vliegtuigje naar McCarthy in Wrangell St Elias NP niet missen

Op zo’n 30 km voor Valdez zien we de Worthington Glacier. Er is een afslag naar een plaats vanwaar men over een geasfalteerd pad naar een uitzichtpunt kan wandelen. We hebben net de tijd om daarheen te gaan en terug te keren want dan begint het te regenen (echt regenen, niet miezeren). Dat betekent dat het tijd is om onze voet (van Subway) op te eten in de auto. Na de picknick is het opgehouden met miezeren en dus zetten we onze weg naar Valdez verder. Die weg loopt door de Keystone Canyon met quasi verticale rotswanden van een paar honderd meter hoog. Er komen verschillende watervallen van die hoogte naar beneden. Vooral de Bridal Veil en de Horsetail zijn spectaculair. Ze zijn, volgens Google, 600 feet hoog. Ik kan het niet meer nagaan want ik heb mijn Subway maatstaf opgegeten.

Dan komen we in Valdez, onze overnachtingsplaats voor vanavond en morgen. Jullie vragen jullie misschien af hoe een Spaans klinkende naam als Valdez hier in Alaska terechtgekomen is. De uitleg is simpel: de Spanjaarden zetten in 1790 een expeditie in het noordelijk deel van de Stille Oceaan op. Ze ontmoetten alleen inboorlingen (en geen Russen die er wel al waren en die ze waarschijnlijk wel als volwaardig zouden aanzien hebben) en stichtten eerst Cordova (meer ten zuiden van Valdez) en nadien Valdez als kolonies. Na een paar jaar dachten ze echter dat hier niet veel te rapen was en stonden ze dit gebied af aan de prille Verenigde Staten. De Russen hadden al sinds 1740 vestigingen in Alaska met de bedoeling handel in pelzen (vooral van zeeotters) te drijven. Die handel was vooral op basis van slavernij van de bevolking van de Aleuten. De Russen moesten echter, vanwege de moeilijke logistiek, beetje bij beetje de incursies van de Amerikanen dulden. Het orgelpunt hierop was de verkoop in 1867 door Rusland van Alaska (= zo groot als Spanje) aan de Amerikanen voor 7.2 Miljoen USD (in huidig geld 122 miljoen USD). Tot daar de geschiedenisles, nu over naar het milieu. Valdez is natuurlijk vooral bekend door het ongeluk met de Exxon Valdez in 1989. Toen liep deze tanker hier in de baai aan grond en vloeide 40’000 ton ruwe olie in zee waardoor 2100 km kustlijn vervuild werd (de hele Belgische kustlijn is 65 km).

Tot daar de lessen geschiedenis en milieu. Nu kunnen we weer overschakelen op ons verhaal. Door de regen op het moment dat we een tocht in de bergen voor Valdez gepland hadden, zijn we een tweetal uren vroeger dan voorzien in het hotel. Dat geeft Gertrude de kans alles wat we mogelijk nog willen dragen eens te wassen en geeft mij de kans de blog voor vandaag af te werken voor we bij de “Fat Mermaid” gaan eten. Een zalm en een heilbot schotel ronden tegen half negen de dag af waarna Gertrude een paar keer al de TV kanalen afloopt vooraleer het op te geven. Ze kan duidelijk niet kiezen tussen één van de vele religieuze kanalen en één van de politieke kanalen en blijft daarom hangen op een western van 50 jaar geleden.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!