Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag 10: Knik River (Alaska Glacier Lodge) naar Palmer (Alaska Harvest B&B)

Ten eerste wil ik over de toestand van het weer rapporteren. Dit begint een traditie te worden maar het is niet ongewoon om veel over het weer te spreken wanneer het weer zo onvoorspelbaar is als hier. Mocht ik een blog vanuit Spanje schrijven, dan zou ik niet iedere dag beginnen met “De zon schijnt vandaag”. Daar is het stabiel, hier niet en dus blijft de hoop dat het weer zich, ten goede, zal keren en blijven we dus dagelijks rapporteren. Ik heb vannacht horen druppelen maar ik heb goed geslapen en heb dus geen idee of het lang of hard geregend heeft. Ik zie alleen dat het buiten nat ligt en dat het nog een klein beetje miezert.

Ten tweede wil ik over de staat van onze gezondheid rapporteren. Die is, op uitzondering van de muggensteken, goed. Eén helft van ons echtpaar weet zelfs niet meer waar de muggensteken waren. De andere helft (er wordt geen prijs gegeven aan diegene die weet welke helft van het echtpaar wel nog weet waar de muggensteken waren) heeft op de rug en de armen maar weinig last van jeuk. Op het hele hoofd (zowel op de landingsstrook alsin het schaarse haar) daarentegen staan tussen de 10 en 20 jeukende bobbels. We zien wel wanneer die verdwenen zijn. In ieder geval ga ik niet meer naar Reflection Lake, daarvoor heb ik geen “second reflection” nodig. Misschien komt de naam van het meer daarvan en niet van de betekenis “weerspiegeling”

Na ons ontbijt (een soort scones met “gravy” (een soort dikke champignonsaus) en nog wat ei en worst) zijn we klaar voor de bootexcursie naar de Knik Glacier. Het is ondertussen weer begonnen en weer gestopt met miezeren. We hebben gisteren op weg naar de lodge gekeken waar we voor de excursie moesten zijn en het vertrekpunt vinden zou dus geen probleem mogen zijn. We willen niet hetzelfde tegenkomen als met de Berenexcursie. Toen verschenen we een half uur te laat op de briefing. Nochtans dreigt nu weer hetzelfde te gebeuren omdat we de afslag naar de vertrekplaats missen (lang de kant waarvan we deze morgen komen hangt geen plaatje). Uiteindelijk komt alles op zijn pootjes terecht en zijn we toch nog op tijd om van de gids een dikke overjas te krijgen. We hebben drie laagjes aan maar dat is volgens hem niet genoeg om de boottocht met succes (en zonder kou te lijden) te doorstaan. Het eerste deel van de expeditie is een 4 mile rit met een grote tweedehands legertruck. Die kan zonder problemen over de losse rotsen langs de oever van de Knik rivier rijden en ondertussen ook de beddingen van zijrivieren oversteken. Na een tijdje achteraan op de truck moeten we afstappen (gelukkig is een ladder voorzien om in en uit het gevaarte te kruipen) en moeten we in twee speedboten overstappen. Die brengen ons tot aan de plaats waar de gletsjer continu in de rivier afkalft. De gids weet te vertellen dat hij hier al 25 jaar werkt en dat de gletsjer in die tijd al 1 mijl teruggetrokken is. De gids legt ook allerhande andere zaken uit. B.V. hoe de ijsschotsen omdraaien (wanneer hun lichtblauwe onderkant lichter is dan de bovenkant); en hoe de ijsschotsen in het water sneller afsmelten dan in de lucht (die nochtans warmer is dan het water) en hoe de lichtblauwe kleur ontstaat. enz. enz.. We worden aan de kant van de morene afgezet en mogen gedurende een uurtje rondlopen. Bij iedere paar meter langs het pad krijgen we weer een ander perspectief op de gletsjer. Toch wel erg fascinerend. Tijdens het uurtje rondlopen krijgen we een afwisseling van lichte regen tot miezeren, over droog tot zelfs een sprietje (water)zon. Bij dit laatste voeren we snel een zonnedans uit maar die is slecht uitgevoerd of verkeerd geïnterpreteerd waardoor we weer regen krijgen. We besluiten derhalve onze dansmoves achterwege te laten. Na een uurtje flink rondgelopen te hebben krijgen we, in het tentje dat de organisatie daar geïnstalleerd heeft, een warme chocomelk of koffie en wat versnaperingen.

Daarna is het tijd om terug naar de bewoonde wereld te trekken. Terwijl dat allemaal gebeurt, zit ik te bedenken dat we tot nu zeer zeker nog geen al te best weer gehad hebben maar dat we eigenlijk omwille van het weer nog niets echt moeten laten hebben. Positief blijven is de boodschap.

Om 1;30 zijn we terug in Basecamp en kunnen we op weg naar onze volgende overnachtingsplaats 30 km verderop, maar nog steeds in Palmer. Palmer is dan ook een vrij grote gemeente in een grote staat (Alaska is dan ook de grootste staat van de USA en even groot als Spanje). Die 30 km afleggen duurt wel iets langer dan gedacht omdat we één afslag missen en daarom de beschrijving niet meer kunnen volgen. Bovendien werkt de GPS in de auto niet goed. Als Gertrude bv. Alaska Street ingeeft stuurt de GPS ons naar Connecticut, zo'n slordige 4500 miles van hier. Daar hebben we ook niet veel aan. Google Maps willen we ook niet gebruiken omdat we schrik hebben dat we de roaming gaan vergeten af te zetten. We doen het dus the old fashioned way, door met een kaartje te werken en mensen aan te spreken. Dat lukt ook, zij het minder vlot dan met de hulp van moderne technologie.

De B&B waar de deze en de volgende nacht in verblijven is van de bovenste plank. We krijgen de hele beneden verdieping ter onzer beschikking. Die behelst een slaapkamer, een badkamer, een Fox Hole (= drie stapelbedden), een zitkamer (met een éénzit, een tweezit en een driezit en een dubbele poef … allemaal op Amerikaanse achterwerken berekend) en een pooltafel voor het geval dat we niet meer zouden weten wat gedaan. Het oorspronkelijke plan was om deze namiddag nog een korte wandeling in de bergen rond de Hatcher pass te doen maar daarvoor is het nu al wat te laat en bovendien is het weer weliswaar beter geworden maar toch betrouwen we het niet 100%. In plaats daarvan gebruiken we de tijd om naar Tom te bellen. Het is zijn verjaardag vandaag en we bellen hem terwijl hij met zijn gezin in een Japanse trein zit. We kunnen van de gelegenheid gebruikmaken om hem jaloers te maken door te zeggen dat het bij ons maar 13°C is.

We zijn van plan te gaan eten in The Ale House. Dat klinkt veelbelovend en ik verheug me al op een frisse pint. Wanneer we het Ale House vinden blijkt daar iets speciaals aan de gang te zijn. De hele buurt staat vol trucks (gewone auto’s zijn hier nauwelijks te vinden) en de tuin van the Ale House zit vol mensen met eten en drinken om van het restaurant binnen nog niet te spreken. We besloten dan maar voor Plan B te gaan. Dat is het Palmer Hotel waaraan een 24/7 restaurant verbonden is. De kaart is er een die, wijlen, Paul Bocuse continu doet omdraaien in zijn graf. Het ergste moest echter nog komen:: het is pas als we aan het bestellen zijn dat ik me realiseer dat ik als drank de keuze heb tussen water, koffie, thee, cola en … melk. Ik hou het, met pijn in het hart, op water van Alaska van jaargang 2023 en beloof mezelf dat ik morgen een frisse pint krijg. Ik hou jullie op de hoogte van de pint, het weer en van andere avonturen

Slaapwel

Reacties

Reacties

Dominique

Lol … het blijft boeiend !

André en Veerle

Weervoorspellers kijken naar modellen, niet naar het weer!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!