Dag # 6: Chassepierre – Valansart
Deze morgen staan we voor een etappe van ongeveer 20 km omdat we niet dezelfde 3 km tussen het hotel in Chassepierre en de splitsing naar Florenville opnieuw willen stappen. We hebben dit gisteren al eens gedaan en één keer volstaat. Het binnenkomen van Chassepierre was dan wel mooi maar de weg zelf was tamelijk saai en redelijk druk (zeker voor de standaarden die we de laatste paar dagen mogen hanteren hebben). Samenvattend: er is geen goede reden om dezelfde weg nog eens te doen dus doen we beroep op onze bezemwagen om ons naar de splitsing naar Florenville te brengen. Na een mooi ontbijt dat in stukjes en beetjes naar onze tafel gebracht wordt (omwille van de strenge Corona maatregelen in La Vieille Ferme) beginnen we onze tocht aan de splitsing naar Florenville. Het is nu al de 6de dag een mooie blauwe lucht. Het is fris maar niet koud en dus perfect stapweer. Florenville is een klein stadje van 3000 inwoners dat wat hoger ligt en daarom een mooi uitzicht biedt over de omgeving. Florenville is veruit het grootst van de hele streek en daarom denken we dat we hier zonder problemen een sandwich voor de picknick zullen kunnen versieren. Dat is wat optimistisch geredeneerd, want we moeten eerst verschillende mensen (waaronder twee mannen die op een terrasje al hun eerste Chimay Bleue van de dag aan het verorberen zijn) aanspreken om een bakker te vinden. We vinden er zelfs twee maar die hebben (nog?) geen sandwiches. Ze hebben alleen koffiekoeken en dus leggen we ons bij deze situatie neer en kopen een paar koeken voor vanmiddag.
We stappen van Florenville richting Chameleux. Dit plaatsje is niet veel meer dan een herberg en een paar huisjes en dat is exact wat de plaats 2000 jaar geleden ook was. Een Gallo Romeinse nederzetting op de weg van Reims naar Trier. Zo’n nederzettingen hadden ze blijkbaar om de 15 km. Wij kunnen trots zijn, want wij kunnen 25 km aan voor we een afspanning nodig hebben. Onderweg zien we veel geëlektrificeerde afsluitingen met een vermelding in verband met de heersende varkenspest. Wandelaars / mountain bikers worden verzocht bij het buitentreden van een gebied met varkenspest hun schoenen / wielen te wassen. Dergelijke maatregelen hebben we nog niet dikwijls gezien. Misschien moet hier een extra contact tracing systeem voor opgezet worden, nu we daar toch goed in aan het worden zijn althans als we Wouter Beke en zijn gevolg mogen geloven.
Nadien komen we in Orval, onder andere omwille van religieuze redenen een hoogtepunt van onze GR129 tocht. Het is er een drukte van jewelste. Auto’s staan tot 1 km van de ingang van de abdij geparkeerd en mensen lopen af en aan met pakketjes van 6 flesjes van het gegeerde gerstenat. Sommigen hebben zelfs duveltjes die volgeladen zijn met pakketjes Orval. Wij nemen niet de tijd om de abdij en de brouwerij te bezoeken. Het is namelijk al na 1 uur, hebben nog niet gegeten en hebben nog een dikke 10 km voor de boeg. Na een snel bezoek in het voorportaal van het abdijcomplex trekken we verder langs de GR die de omheining van het klooster volgt. We moeten nog een paar kilometer stappen vooraleer we een drie criteria picknickplaats vinden. Dat we daarvoor op de toegangsweg van een privé woning moeten gaan lijkt ons geen groot probleem omdat we sinds de abdij zelf hooguit 2 auto’s gezien hebben. We installeren ons dus in de schaduw (1) op een muurtje (2) aan een meertje (3) en beginnen aan onze koffiekoeken. Plots komt een autootje aangereden. De dame aan het stuur vraagt ons of we iemand toestemming gevraagd hebben om op dat muurtje onze koffiekoeken op te eten. Gertrude antwoordt dat we geen toestemming gevraagd hebben (aan wie zou dat moeten geweest zijn?) maar dat we binnen 5 minuten verdwenen zullen zijn. De dame lacht eens (duidelijk niet erg gemeend) en zegt, terwijl ze wegrijdt, dat het niet “grave” is. Dat vinden we ook en eten dus rustig verder.
Na de picknick stappen we verder tot aan de afspreekplaats in Valansart waar we rond 3:45 toekomen. Onze bedenkingen zijn dat het een mooie tocht was met veel afwisseling maar dat er een beetje te veel verharde stukken tussen zaten. Er waren vandaag minstens 50% van de wegen geasfalteerd en dass ist des Gutes etwas zu viel, vinden onze voeten. Nelly is netjes op post (na haar bezoek aan de abdij / brouwerij van Orval) en brengt ons al even netjes naar de Moulin Gourmand in St Vincent. We zetten de bagage in de kamer en spoeden ons naar het terras waar Wilfried en ik, als boetedoening, twee Orvals verwerken. Het leven kan hard zijn maar men gotta do what a man gotta do, niet waar?
Na een douche, een wasje en een plasje (ik moet dit vermelden om te vermijden dat jullie zouden denken dat we iedere dag met steeds vuilere en stinkendere kleren rondlopen) en een paar gerichte aanvallen op teken die zich proberen in te nestelen, is het tijd om de voetjes onder tafel te schuiven. We hebben ons eerder al akkoord verklaard met een menu van 22 Euro waarvoor we een viertal amuses, een gerookte forel pastei met garnalen en twee rundswangetjes in Navarin krijgen. Voor 4 Euro extra hadden we er ook nog eens een kaasassortiment of een duo van desserts bijgekregen maar gelukkig hebben we die kat uit de boom willen kijken. We zitten nu al paf. Met nog een laagje dessert waren we nog paffer en was deze blog waarschijnlijk tot morgen uitgesteld geworden.
Nu, zonder dessert, kan de blog nog aan de censor voorgelegd worden en we kunnen kijken wat de Gantoise ervan terecht gebracht heeft tegen Moeskroen.
Reacties
Reacties
"Horum omnium fortissimi sunt Belgae ab Oriente (pristini) Flandrensium!" Nog een fijn én sportief vervolg!
Groetjes! Nic
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}