Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag # 1: Tournon sur Rhone – Le Cheylard

We hebben om 7:45 in het B&B van de Gyselinckskes afgesproken voor het ontbijt. Ik heb goed geslapen. Mijn betere helft is beter op veel vlakken maar niet op gebied van slapen (de afgelopen nacht alvast niet). Misschien ligt het aan het slechte hoofdkussen, het gezoem van de airco of aan de zenuwachtigheid bij het begin van de tocht. We zullen het niet weten en zouden er trouwens ook niet veel mee opschieten mochten we het weten.

Na een, naar Franse normen, uitgebreid ontbijt (baguette, croissants en brioche met allerlei confituren en met een zelfgemaakte yohourt) fietsen Hanne en ik naar station van Le Mastrou (de stoomtrein die ons van Tournon naar Lamastre een 40-tal kilometer ten Westen van de Rhône) zal brengen. Het stationnetje ligt een 6-tal km (dus een kleine 20 minuutjes) van het B&B. Terwijl wij naar het station fietsen, brengt Tom met de auto de valiezen naar het stationnetje. We komen ongeveer tegelijkertijd aan waardoor Tom direct naar het B&B kan terugrijden. Hij laat de auto daar achter en fietst met de rest van het gezelschap terug naar het stationnetje.

Iedereen is rond 9:30 ter plaatse en de fietsen en de valiezen kunnen in een specifieke wagon geladen worden. Dit verloopt allemaal erg vlotjes. Geen wonder want de mensen van de organisatie krijgen veel gelegenheid om te oefenen. Per seizoen komen namelijk 100’000 toeristen op deze stomende attractie af. Sommigen (zoals wij) fietsen vanaf het eindstation verder, anderen spenderen een paar uur in Lamastre en keren met het stoomtreintje van 15:00 terug naar Tournon. Nog anderen rijden tot halverwege met het stoomtreintje en keren terug met een soort go kart die op de sporen fietst. Voor ieder wat wils dus. Wat echter voor iedereen opgaat is dat men na een tijdje in een wagonnetje achter de locomotief overal roetdeeltjes begint te vinden. Le Mastou blaast namelijk constant een zwarte rookpluim de lucht in die over de wagonnetjes achter de locomotief neerdaalt. Misschien moeten aspirant roetveegpieten overwegen hier op 5 december zich in de taak aan de zijde van St Niklaas te komen inleven.

Na een ritje van een tweetal uur komen we rond de middag in Lamastre (het eindstation van Le Mastrou) aan. Vroeger liep de treinlijn verder om alle kleine stadjes en dorpjes van de streek te ontsluiten maar in de zestiger jaren had Koning Auto de harten van voldoende Fransen veroverd om de treinlijn volledig de dieperik in te duwen. Gelukkig stonden er een paar stoomlocomotief afficionado’s op om het tracé tussen Tournon en Lamastre toeristisch uit te baten. Dit was, gebaseerd op het succes van hun onderneming, duidelijk een goed idee.

Aan de uitgang van het station staat Dorian van Aurance Taxi klaar om onze bagage naar ons hotelletje 20 km verderop in Le Cheylard te vervoeren. Dat is een pak van mijn hart want stel u voor dat de brave borst niet was komen opdagen!!! Bovendien is hij nog zo eerlijk om ons 20 euro korting te geven wanneer hij ziet dat we maar drie valiezen hebben (hij had er waarschijnlijk zeven verwacht). Nadat hij vertrokken is kopen we bij de warme bakker een paar stukken koude pizza, koude quiche en koude croque monsieur die we verorberen op een schaduwrijk bankje aan een speelpleintje.

Rond 13:00 hebben we genoeg gelummeld en vertrekken we met onze magen enigszins gevuld voor de eerste 20 km op de Dolce Via. Tom dacht (en had een groot deel van de familie wijsgemaakt) dat de weg naar Le Cheylard bergaf was. Dat viel tamelijk tegen want we klommen de eerste 15 km van 370 m tot een goede 600 m alvorens de laatste 5 km naar beneden te kunnen sjezen naar 480 m waarop Le Cheylard ligt. Het overgrote gedeelte van de weg is kiezel / zand en exclusief voor voetgangers en fietsers. Voor een mountain bike (en mountain bike banden) is dit OK maar voor onze gewone banden is het maar op het nippertje OK zeker met een paar tamelijk zware zakken aan de bagagedrager. Alles verloopt echter naar behoren op uitzondering van een paar donderslagen en een paar zeer donkere wolken (gelukkig niet in de richting die wij moeten nemen). Dit geeft ons echter wel extra motivatie om goed door te duwen waardoor we rond 3 uur voor de deuren van ons hotelletje staan. De receptie is echter tot 4 uur gesloten. De siësta mag dan wel een Spaanse uitvinding zijn, andere landen lijken niet veel weerstand geboden te hebben tegen de veralgemening van deze gewoonte. Ik trouwens zelf ook niet als wil ik beklemtonen dat ik maar een half uurtje of zo in de armen van Morpheus vertoef (en ik bedoel niet die van de Matrix). Er zit dus voor ons niets anders op dan een terrasje zoeken waar we een frisse pint kunnen nuttigen. Onder het nuttigen van de pint wordt de lucht dreigender en dreigender en vallen er zelfs een paar dikke druppels. We besluiten dan ook naar het hotel terug te fietsen in de hoop dat de receptie al open is of dat we onder een luifel nog een paar minuutjes kunnen schuilen tot de receptie open gaat. Vijf minuutjes na onze tweede aankomst en vijftien minuutjes voor de eerste regendruppels gaat de deur open.

Wij krijgen een redelijk propere maar redelijk kleine kamer toebedeeld, de Gyselinckskes hebben een familiekamer die natuurlijk groter is … nogal logisch. We spreken om 6 uur af voor het aperitief en een spelletje Uno onder de druivelaar. Al snel blijkt dat bij iedereen de laatste stukjes pizza / quiche / croque verteerd zijn en dat we wel eens iets bij het aperitief zouden willen knabbelen. De dame des huizes weet ons echter te vertellen dat dit niet mogelijk is omdat we het niet van op voorhand laten weten hebben Ik (we) begrijp(en) die redenering niet al te best maar de dame straalt een zodanige kordaatheid uit (= een eufemisme voor onze zwakheid) dat niemand zich geroepen voelt haar standpunt in twijfel te trekken. Als ik om 7 uur aan de receptie ga vragen of we het menu kunnen zien om dan later onder onze druivelaar te eten zegt ze dat er niet te kiezen valt (we hebben blijkbaar, zonder het zelf te weten, half pension??!!) en dat onze tafel al in de eetzaal gedekt staat. Gezien er maar 2 hotels in Le Cheylard zijn, staan we in een tamelijk zwakke positie en moeten we ons dit willens nillens goed laten vallen. Gelukkig is het eten dat ons voorgezet wordt lekker en kunnen we in relatieve vrede de avond afsluiten (Gertrude met een spelletje “Bonen”, ik met deze blog). Toch denk ik niet dat we hier nog weerkeren of het hotel aan iemand aanraden.

Morgen staat ons een heel wat zwaardere etappe dan vandaag te wachten. Vanuit Le Cheylard (480 m) rijden we de voie verte helemaal tot in St Agrève (1070 m) op. Hopelijk zitten er in de weg naar boven niet te veel afdalingen zodat het totaal aantal hoogtemeters niet al te zeer oploopt. Anders zal er voor ons niets anders opzitten dan zeggen dat het allemaal wat veel is voor Jasper ;-))

Tot morgen, slaapwel

Reacties

Reacties

Karine

virtueel meerijden, daar ben ik het sterkst in.
Hou het veilig
Ik kijk uit naar ieder verslagje8

Matthieu en Niki

Veel succes met de sportieve vakantie

Maud

Goed begonnen!

Wilfried

Spaar ons, heer, van lekke banden!0

Nicole

Lijkt weer een leuke bedoening, ja die Franse hotels .....

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!