Dag 3, Maandag 16 september: Roquebrune- Cap Martin – Peillon (20 km; 1005 hoogtemeter)
Ik moet bekennen dat ik bij het schrijven van de titel voor de eerste echte stapdag eventjes twijfelde. Zou ik als eindbestemming La Trinité schrijven (waar we op de parking van de lokale Auchan rendez vous hadden met de bezemwagen) of zou ik Peillon schrijven (waar we overnachtten en van waaruit we morgen zullen vertrekken)? Uiteindelijk werd voor Peillon gekozen omdat het zo een mooi plaatsje is ivm La Trinité waar niets speciaals te beleven valt tenzij men in de lokale Auchan wil gaan winkelen. Aangezien we in Spanje altijd naar de lokale Alcampo gaan dachten we dat Auchan niets extra te bieden had en was de keuze uiteindelijk vrij eenvoudig. De vertrekplaats was eigenlijk ook wat twijfelachtig. We konden namelijk vanuit ons hotel in Roquebrune Cap Martin Plage vertrekken maar dat was meer dan 250 cumulatieve hoogtemeters extra ivm rijden naar Roquebrune Cap Martin veille ville, zo’n 250 m boven de Middellandse Zee in het binnenland. Er werd ervoor gekozen om ons met de bezemwagen naar boven te laten brengen en om de tocht vandaar te beginnen.
Dit bleek een zeer wijze keuze te zijn omdat we op die manier het stadje met zijn huisjes die allemaal tegen elkaar aanleunen, om niet van de berg te tuimelen, fris kunnen bezoeken. Na het blitzbezoek aan het middeleeuwse stadje beginnen we de echte tocht. Een oorverdovende stilte maakt zich al snel meester van ons peloton(netje) omdat we alle drie iedere molecule zuurstof beter kunnen gebruiken om onze beenspieren te spijzen dan om onze stembanden te laten trillen. Het gaat zeker gedurende één uur erg steil omhoog maar de inspanning loont. We klimmen van de ene pas naar de andere col en krijgen iedere keer weer een mooier uitzicht voorgeschoteld. De kust van Italië over Menton tot Monaco is spectaculair en spreidt zich aan onze voeten uit. Ik stop dan ook regelmatig om een foto te nemen (misschien moet ik één van deze dagen eens een paar foto’s posten maar ik vrees dat die foto’s de ervaring van zuchten en puffen om een uitzicht voorgeschoteld te krijgen niet op een foto kan weergegeven worden). Vandaag zal dat niet lukken want de Internet verbinding is erg krakkemiekelig.
Om 10:30 wordt het al behoorlijk warm en het zal de hele dag alleen maar warmer en warmer worden. Ik weet het daarom nu al: we zullen onze pint vanavond verdiend hebben. In afwachting van de pint moeten we tevreden zijn met water en de 3 liter die ik voor Gertrude en mij meezeul begint al snel serieus te slinken. Gelukkig is er een vriendelijke man die geheel spontaan vraagt of we genoeg water hebben. We gaan graag op zijn aanbod in en vullen onze Camelbag met een paar extra liter water. De man blijkt oorspronkelijk van Ukkel afkomstig en een etholoog te zijn. Als ge niet weet wat een etholoog is dan moet ge u niet ongelukkig voelen. Ons voltallig peloton wist het ook niet maar ik zal jullie nu allemaal binnenloodsen in de gemeenschap der mensen die weten wat een etholoog is. Een etoloog is iemand die met dieren kan spreken. In dit concreet geval heeft de man met migratieachtergrond uit Ukkel 2 paarden op zijn doening rondlopen. Onze etoloog van dienst benadert ze en laat ze op zachte manier doen wat hij wil. Met andere woorden onze etholoog zou zo maar Robert Redford in de Horse Whisperer kunnen vervangen nu die toch wel echt te oud aan het worden is om iedere dag weer paarden tot betere gedachten te brengen. Onze wandelstokken dragende medemensen in het gezelschap (= Wilfried en Gertrude) worden en passant nog een lesje in dierenbehandeling aangereikt. Ze worden gezegd dat ze hun stokken naar beneden moeten dragen want stokken omhoog worden door de dieren gepercipieerd als een aanvallende houding. Met al die wetenschap, een tiental muggenbeten meer dan voor de paardenfluisteraar en met een paar liter extra water (= extra kg) zetten we de tocht verder.
Die brengt ons een paar km verder tot aan het klooster van Laghet. Dit klooster dateert van de late 19de eeuw en mist de charme van de oude middeleeuwse kloosters. Wat het mist aan charme probeert het te compenseren in marketing (allerlei maten en kleuren voor kaarsen die men na een brand een paar jaar geleden in de crypte niet meer mag aansteken , allerlei paternosters, ex-voto’s alom, ansichtkaartjes, enz.). Wilfried vat het passend samen: het is hier een beetje als Lourdes Oostakker. Ze hebben hier echter wel een bureautje waar een geestelijke klaar zit om een gesprek aan te gaan of de biecht af te nemen (misschien is dit in Lourdes Oostakker ook het geval, maar ik ben geen Lourdes Oostakkeroloog). We hebben nog niet voldoende tijd gehad om voldoende zonden te plegen die een biecht zouden justifieren maar ik krijg wel het idee dat de brave borst misschien wel een stempel heeft om in ons pelgrimsboekje te zetten. En ja hoor, de geestelijke met migratieachtergrond in een of andere Franse kolonie (ik durf hem niet te vragen waar hij vandaan komt uit vrees stigmatiserend over te komen) zet na een paar keer oefenen een stempel in onze boekjes en vindt na een beetje zoeken in een dik boek een wijding voor de pelgrim. Hij moet wel eerst weten of we nog vertrekken of al terugkomen want voor beide opties is een specifieke wijdingstekst voorhanden.
We vertrekken na die wijding vol goede moed (maar een beetje teleurgesteld dat de missionaris ons geen pakje zilverpapier gegeven heeft) aan het laatste stuk van de etappe. Vanaf het klooster gaat het resoluut de berg af. Eerst op wat makkelijke stukken onverhard, dan op vrij ongemakkelijke stukken onverhard om uiteindelijk nog een paar km tarmac onder de voeten te krijgen. We bereiken de Auchan van La Trinite iets voor 5 uur (een 7-tal uur na ons vertrek in Roquebrune) waar we met Nelly afgesproken hebben. Na een paar telefoontjes daagt de bezemwagen op en kunnen we naar Peillon rijden. De weg is smal en gaat steil bergop want het dorpje is boven op een (grote) rots gebouwd. De huisjes zijn zodanig in elkaar verstrengeld dat ieder modern verkeer (= alles dat na de ontdekking van het wiel gekomen is) totaal onmogelijk is. Gelukkig is er een ruime parking aan ons hotel (= net naast de rots). We hebben vanop het terras van het hotel een fantastisch zicht op het dorpje en de vallei. Bovendien hebben ze hier een lekker lokaal biertje dat erg goed smaakt (ook al is het op basis van pois chiche = kikkererwten). Na een deugddoende douche kunnen we onze voetjes onder tafel schuiven voor een lekker menu (tourton, een lokale groententaart genre quiche gevolgd door een lekker stukje vis en een dessert waar mijn tafelgenoten me mee helpen).
We kunnen tevreden terugkijken op een geslaagde dag. Eén minpunt: van dat terugkijken wordt men moe en ik val dus in slaap op mijn laptop waardoor ik de voleinding van mijn verslag tot morgenvroeg moet uitstellen. Dat is geen probleem want de Internetverbinding is hier problematisch.
Reacties
Reacties
Veel plezier
Stap maar dapper verder, de start was in elk geval al een meevaller en leerrijk ! Een etoloog, weer al iets wat we weten ! Men reist om te leren .
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}