Dag 2, zondag 15 september: Aix en Provence – Roquebrune- Cap Martin
Eerst nog een woordje over gisteren (dat zal me leren (te?) vroeg de boeken toe te doen). Zoals onszelf beloofd was een vloeibare lekkernij onze eerste prioriteit. Lekkernij is echter wat overdreven uitgedrukt want het biertje dat ik geserveerd kreeg was niet erg koud (wat bij de huidige temperaturen van rond de 30° C welkom zou geweest zijn) en was niet erg smaakvol en het viel bovendien tamelijk klein uit. Niet getreurd echter, we trokken na de verfrissing naar de oude stad waar we wat rondslenterden op zoek naar een betere aanloop naar het avondeten. Dat was moeilijker dan verwacht omdat praktisch alle terrasjes al klaar gezet waren voor het avondeten ipv alleen voor een aperitief. Ten tweede male niet getreurd echter, we gaan dan toch onmiddellijk naar het restaurant dat ons door de receptionist aangeraden werd (Le Patio). We kiezen voor dit restaurant omdat het in een minder toeristische straat ligt (= een lager Kleine Beenhouwersstraatgehalte) en we speculeren dat het restaurant het daarom meer zal moeten hebben van kwaliteit ipv van passage. Onze gok lijkt te slagen want we krijgen een uitstekende maaltijd voor een redelijke prijs voorgeschoteld . Daarna wandelen we op ons gemakje terug naar ons hotel dat op een boogscheut (zelfs voor een prutsschutter) van het restaurant ligt.
Deze morgen hebben we ons voorgenomen het Cezanne circuit door de oude stad van Aix en Provence te volgen. Paul Cezanne was een geboren en getogen Aixenprovencelaar en de stad heeft dus een circuit voor haar beroemde telg uitgestippeld. Het circuit is makkelijk te volgen omdat er om de 5 m in de stoep een bronzen tegel met een speciaal logo verwerkt is. Die tegels bleken echter al gauw gegeerd te zijn bij de plaatselijke bevolking en/of bij de toeristen waardoor men nu het circuit slechts kan volgen als men een kaartje van de stad bij de hand heeft. Na de 2 uur onderdompeling in geboorte- en sterfhuizen, middelbare scholen, rechtsfaculteit, ateliers, enz van Cezanne checken we uit en rijden we naar Menton (eigenlijk de buurt gemeente Roquebrune Cap Martin). Alles verloopt vlot met uitzondering van het vinden van de ingang van ons hotel (en zijn ondergrondse garage) waardoor het toch 2:30 wordt vooraleer we een restaurantje kunnen beginnen zoeken. Dat het al laat is is op zich geen probleem want we hebben deze morgen de innerlijke mens stevig gesterkt aan het buffet maar dat (bijna) alle keukens om 2;30 sluiten is duidelijk een domper op de feestvreugde. Uiteindelijk kunnen we dan toch nog ergens een salade op de spreekwoordelijke kop tikken waardoor we er weer tegen kunnen tot vanavond.
We hebben een tafeltje gereserveerd in La Roquebrunoise (een restaurant met zorg geselecteerd door restaurantverkenner en bezemwagenchauffeuse Nelly) om 8 uur. Dit restaurant heeft maar één nadeel: het is niet echt op wandelafstand van ons hotel. We besluiten daarom de auto van stal te halen en eerst nog eens tot in Menton te rijden. Dat “auto van stal halen” is veel simpeler gezegd dan gedaan. De ondergrondse garage is zo smal en heeft zo veel kolommen op de meest ambetante plekken dat het wegrijden uit de garage een echt probleem is. Ik ga hier niet beginnen uitleggen wat ik allemaal moeten doen heb om de auto heelhuids uit de garage te krijgen, maar ik kan u verzekeren dat een video opname van het gemanoeuvreer in 1, 2, 3 viraal zou gegaan zijn.
Die inspanning loonde echter de moeite want Menton is een zeer aangenaam stadje. Het heeft een strandje (vooral kiezel), het heeft een jachthaven met een paar boten die niet zouden misstaan in Puerto Banus, het heeft een basiliek en het heeft een kerkhof met een prachtig uitzicht en met een stevig hek dat om 7 uur op slot gedaan wordt (ik denk niet dat die twee laatste zaken rechtstreeks met elkaar in verband staan). Kortom de uitstap naar Menton was zeker meer dan de moeite waard. Rond 7 uur reden we dan naar het middeleeuwse deel van Roquebrune (= een paar kilometer steil bergop) waar Nelly het restaurant gevonden had. Ze verdient hiervoor een pluim op haar hoed (hopelijk past die pluim even goed op haar baseball cap) want een hoed lijkt ze niet mee te hebben. De ligging van het terras is fantastisch, de bediening is zeer goed, het eten is lekker, … Wat kan een mens meer wensen??
Na het eten wringen we ons (= de auto) weer in de ondergrondse garage maar nu verloopt het al iets vlotter. Het spreekwoord “Oefening baart kunst” wordt weer maar eens bewaarheid. Laat ons hopen dat dit ook morgen zo gaat, want uit de garage raken lijkt moeilijker dan erin te geraken.
Geachte lezers, ik ga dit verhaal nu maar posten want ik moet nog kijken met hoeveel doelpunten verschil de Buffalo’s KV Mechelen afgemaakt hebben. Ik twijfel er niet aan dat ze gewonnen hebben maar ik wil toch nog weten met hoeveel.
Tot binnenkort
Reacties
Reacties
23.30 h ik begon mij al ongerust te maken maar ik stel vast dat alles naar wens verloopt !!
Mama zal dat varkentje (=auto) wel eens wassen (=uit de garage rijden). Iedereen weet dat vrouwen beter achter het stuur zijn.
PS: er staat een “)” verkeerd geplaatst in uw verslag. Wie zoekt, die vindt.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}