Dag 23: Laguna de los Tres, nog een beetje steviger
Zoals gezegd zijn we deze morgen met een Australisch koppel afgesproken om 7:15 om met de taxi richting Lago del Desierto te rijden. De Australiërs zijn er, maar de taxi komt een beetje te laat. Wie zal daarover verwonderd zijn? Een tweede”tegenslag(je)” is dat het ritje van 15 km een halfuurtje duurt ipv het kwartiertje, dat men ons gezegd had, omdat het natuurlijk op een ripio is. Met de chauffeur zijn we echter in goede handen. Hij is automecanicien (en taxichauffeur) en zou dus als geen ander weten wat te doen mocht er een probleem zijn. Hij weet trouwens iedere steen en ieder putje liggen, want hij doet tijdens het hoogseizoen deze rit tot 15 maal per dag. Deze frequentie daalt tot 1 à 2 maal per week tijdens de winter als er bijna geen toeristen in El Chalten zijn. De stenen en de putjes brengen mij tot mijn Namibië trauma. De mecanicien / chauffeur verklapt me (de anderen zitten achteraan en horen toch geen fluit van het gesprek) een welbewaard geheim: men moet met winterbanden rijden. Die slijten wel sneller maar verkorten de remafstand … en geraken minder snel geperforeerd. Verder vertelt hij me ook dat iedere nieuwe auto hier gedemonteerd wordt en iedere bout, na met Loctite behandeld te zijn, weer gemonteerd wordt. Op die manier blijven de bouten, ripio of niet, gegarandeerd op hun plaats. Tijdens de rit praten we verder over koetjes en kalfjes.Het volgende onderwerp komt op, omdat de hele tijd konijnen voor de auto springen. Ik vraag of die gegeten worden. Onze mecanicien / chauffeur bekijkt me eens en zegt dat de 44 miljoen Argentijnen alleen beefsteak eten en daarvoor meer dan 50 miljoen koeien in de weidse weiden staan hebben.
Na die wetenswaardigheden zijn we aangekomen op ons vertrekpunt van de tocht. De Australiërs en wij halen elk 500 ARS uit onze zak en spoeden ons naar een goed uitzichtpunt, want de zon is net opgekomen en raakt met zijn eerste stralen van de dag de top van Fitz Roy. Het is een zeer mooi beeld dat hopelijk in de foto’s tot zijn recht zal komen. Daarna nemen we afscheid van de Australiërs (ze stappen veel sneller dan wij) en starten we onze tocht. Het mooie deze keer in vergelijking met gisteren is dat we in een vallei lopen met de hele tijd de bergketen met zijn talloze toppen en gletsjers binnen “handbereik”. Ik zal jullie alle namen besparen (ook al … en vooral … omdat ik ze ook niet ken). We passeren dan ook verschillende uitzichtpunten. De één al mooier dan de andere en iedere keer weer vragend om gefotografeerd te worden. Ik zal weer een helse job hebben om het aantal foto’s terug te brengen tot een hoeveelheid die mijn harde schijf niet doet ontploffen en daarna om een 150-tal foto’s te selecteren die ik aan “iemand” kan tonen zonder dat “iemand” na 10 minuten begint te geeuwen (in het beste geval) of in slaap valt (in het slechtste geval).
Na een 8-tal kilometer over een golvend terrein komen we op een splitsing. Links gaat naar El Chalten, rechts naar de Poincenot kampeerplaats en dan verder naar de Laguna de los Tres. Wij gaan rechts naar de Lago de los Tres. Die drie zouden de drie bergen rond het meer moeten zijn. Volgens de boekjes zijn die drie de Fitz Roy, de Poincenot en de Torre. We zouden er bij God en klein Pierke gaan drie kunnen uithalen die nu DE drie zouden moeten zijn. We beginnen vol goede moed de beklimming die absoluut niet van de poes is. Er staat aan het begin van de beklimming trouwens een verwittiging dat men in goede conditie moet zijn als men de beklimming wil doen. Er staat ons een klim van 400 hoogtemeters over een afstand van 1 km te wachten. Naast de grote helling is er een tweede uitdaging: het pad is “aangelegd” in een ander soort gravel dan de soort die we gisteren onder de voeten hadden. De gravel van vandaag zet veel meer aan tot glijden dan die van gisteren. Ik verwacht dan ook meer protest dan gisteren, maar dat valt best mee. Straks wil Gertrude alleen nog stappen op glijdende steentjes!!! Deze klim is essentieel een klim over de eindmorene die de gletsjer hier achtergelaten heeft, toen hij klaar was met het aanleggen van de Lagune de los Tres. In plaats van de aangegeven 1 uur hebben we een uur en een kwart nodig om boven te geraken, maar we hebben toch een goed gevoel omdat we het gekund hebben. Velen zouden hier passen, troosten we onszelf. Eenmaal boven op de morene is de kous nog niet af. Men kan op het hoogste punt blijven zitten (wat vele lotgenoten doen) of men kan tot aan het water van het meer gaan, maar dan moet men weer een 50-tal hoogtemeter naar beneden (en straks weer een 50-tal hoogtemeter naar boven). We klauteren niet tot hier helemaal boven om dan voor de laatste 50 of 100 hoogtemeters terug te schrikken. Het spektakel is spectaculair. We weten niet waar eerst te kijken. De bergen hebben allerlei kleuren, het meer is groen, blauw, turkoois, de sneeuw is wit en het ijs heeft een blauwe schijn. We weten niet of we het uitzicht van gisteren of dat van vandaag mooier moeten vinden. Of was het toch Torres del Paine, of de Perito Moreno, of de vulkanen en de meren in het Lake District of was het de ervaring op de boot in Vuurland en rond Kaap Hoorn?? Het is te moeilijk iets te kiezen en dus besluiten we ons boterhammetje op te eten en de moeilijke beslissingen uit de weg te gaan.
De Australiërs hebben ons gezegd dat ze gehoord hadden dat men ook van hier naar het c meer kan gaan bekijken. Het klopt dat men het meer onder weer een andere gletsjer ziet liggen als men weer een andere kam opklimt. Ik doe dat, maar Gertrude past alhoewel dient gezegd dat ze heel alleen naar een andere plaats stapt vanwaar men ook het Suizia meer kan zien. Gertrude gaat zelfs voorbij een bord dat aangeeft dat het gevaarlijk is voorbij dat bord. Wie had dat gedacht? Enniehoe, mijn extra gekleffer en Gertrude’s negeren van een gevaarteken wordt beloond met een spectaculair zicht op een meer met een nog fantastischer kleur. Ik zie ook een ijslawine honderden meter in de diepte storten.
Nu is het moment gekomen dat we naar beneden moeten gaan. We doen dit voetje voor voetje wat geen mensen van the Guiness Book of Records zal lokken, maar wat ons wel zonder wrijvingen tussen onze schoenzolen en de onderliggende steentjes en tussen de echtelingen Gyselinck – Huyghe tot beneden brengt. Eens beneden zetten we resoluut de kaap naar El Chalten. We hebben nu nog een 8-tal kilometers tot het einde van de tocht te gaan en van daar nog een dikke kilometer (of twee) tot ons hotel. De afdaling verloopt vlotjes en we beslissen zelfs nog een ommetje te maken via het Capri meer. We willen dit vooral eens gaan bekijken omdat het Capri meer een bestemming voor minder volhardende stappers of dagjestoeristen is. Het meer is mooi, men ziet de Fitz Roy en een paar andere bergen, er is een “strandje” maar dit alles is maar een mager troostprijsje als men Lago de los Tres gezien heeft. Dit doet ons snel verder stappen waardoor we om 17:15 (een dikke 9 uur, 25 km en bijna 1100 hoogtemeters na ons vertrek (binnennemen van de picknick en van al die natuurpracht inbegrepen) in de hoofdstraat van El Chalten komen.
Onze eerste bezorgdheid is de inwendige mens sterken = hydrateren want onze Camelbak is een paar kilometer geleden droog komen te staan. El Chalten is vol bars, restaurants en hotelletjes. Veel van die bars hebben artisanale biertjes die er echt wel mogen zijn (ik ben niet connaisseur genoeg om te weten of alle artisanale biertjes uit één brouwerij komen of werkelijk allemaal stammen uit microbrouwerijtjes die allemaal onafhankelijk werken). Wat er ook van zij, de IPA smaakt en Gertrude’s Cola ook (maar minder durf ik te wedden). Na een douche en een eerste deel van de blog gaan we iets eten. Er zijn wel veel hotels, bars en restaurants maar wegens een probleem met de credit card firma’s zijn er maar weinig die Master card aanvaarden. Nog gauw nog eens een steak (dat zal niet opvallen met meer dan 50 miljoen koeien) en een paar pannenkoeken met rode vruchten en we kunnen er weer tegen. Morgen wordt een overgangsetappe waarin we hopelijk in de bus en in het vliegtuig wat slaap kunnen inhalen.
Slaapwel
Reacties
Reacties
Beschaafd volk daar die geen onschuldige konijntjes opeten. En “iemand” kijkt al uit naar de foto-selectie.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}