Dag 9: Argagnon naar Navarrenx
Zoals ik gisteren reeds gezegd had begon de dag met verder schrijven aan de blog. Jammer genoeg was de tekst nog niet af voor de andere rituelen moesten beginnen. Over die ga ik het echter niet meer hebben, want het is toch iedere morgen hetzelfde: buiten kijken, grijze lucht zien, weersvoorspellingen nakijken om dan tot de conclusie te komen dat we misschien geluk zullen hebben en dat we toch geen alternatief hebben dan te stappen terwijl we het beste hopen. Wat wel uniek is deze morgen (buiten het verder werken aan de blog) is de aanwezigheid tijdens het ontbijt van Rachel, het hangbuikzwijn. Rachel heeft blijkbaar de nacht doorgebracht in haar mand in de ontbijtruimte en is nog niet van plan dromenland te verlaten. Rachel is hier wel degelijk een huisdier, zoals in andere huishoudens een kat of een hond en Rachel ligt dus, terwijl wij ontbijten, in haar mand onder een dekentje te snurken (=letterlijk te nemen). Zo gek hebben we het nog nooit geweten. Rachel is zoals al vroeger gezegd niet de enige reden van irritatie met deze B&B. Voor deze blog zullen we het houden op: “deze B&B is voorlopig de eerste op onze voorkeurslijst als men de lijst onderste boven houdt.”
Iets voor 9:00 beginnen we onze 25 km lange tocht naar Navarrenx. Het duurt tot ongeveer 11 uur vooraleer Wilfried zijn schaduw meent afgetekend te zien op de tarmac. Dit betekent dat het tot dan geduurd heeft vooraleer de zon de bovenhand op de wolken had, maar ook dat we ondertussen al meer dan 2 uur op verharde ondergrond liepen. Dat laat zich op termijn voelen aan de voetzolen dus proberen we elke keer het mogelijk is, in de graskant te lopen. Het dient wel gezegd dat tarmac als een zegen aanvoelt als men net een steile klim op een modderig bospaadje achter de rug heeft. Eens de zon door het wolkendek kwam werd het al heel snel bloedheet. Dit kwam dan nog bovenop een steeds heuvelachtiger reliëf met regelmatig lange afdalingen maar vooral ook lange en steile beklimmingen. Dit laat zich aan onze adem (of beter gezegd het gebrek daaraan) voelen. Ons gepuf is het bewijs dat we dichter en dichter bij de Pyreneeën aan het komen zijn. We kunnen trouwens nu ook de bergketen met besneeuwde toppen daadwerkelijk zien.
Rond 11 uur komen we aan in het klooster van Sauvelade. De kerk van het klooster lijkt goed onderhouden maar de kloostergebouwen lijken verlaten (zij het nog in redelijke staat). De ligging van dit klooster met een duizendjarige (en turbulente) geschiedenis is fantastisch. Ik kan me inbeelden hoe impressionant dit complex voor de pelgrim van een paar honderd jaar geleden moet geweest zijn. Nelly is ook net in Sauvelade en we kunnen dus een babbeltje slaan. We mogen echter niet te veel tijd verliezen, omdat we nog maar halverwege zijn en de onweders de slechte gewoonte hebben in de namiddag de kop op te steken. Na afscheid van Nelly genomen te hebben, vatten we de tweede helft van onze tocht aan. Net zoals voor Sauvelade gaat het steeds weer op en neer en steeds maar weer in stukken van een paar km. Enfin, genoeg om een mens goed in het zweet te zetten. We vragen ons alle drie af hoe het hier zou zijn in juli of augustus wanneer de temperaturen kunnen opklimmen tot 40° C .
Het is al goed na 1 uur als we een geschikte plaats (schaduw, mooi uitzicht, muurtje om op te zitten, enz.) voor onze pick-nick gevonden hebben. Die stelt vandaag niet veel voor: 2 croissants, één appel en een Lu koekje. Dit is goed want we willen niet veel tijd verliezen. Naarmate we Navarrenx naderen lijkt het meer en meer kantje boordje te worden met donkere onweerswolken die zich in onze richting samen pakken. Bovendien horen we steeds nadrukkelijker gedonder in de verte. Op een 15-tal minuten van ons hotel beginnen de eerste druppels te vallen en zien we in de verte bliksemschichten. Gelukkig voor ons lijkt dit gedruppel niet met het volle enthousiasme van de weergoden te gebeuren en vind ik op de wandel GSM een inkorting van de originele GR waardoor we een 5 à 10 minuten staptijd kunnen inwinnen. Hierdoor en doordat we er een flink tempo inhouden komen we redelijk droog (zweet niet te na gesproken) in het hotel aan. Daarmee is onze “regenscore” ronduit goed te noemen. Op 6 stapdagen die we nu achter de rug hebben, hebben we maar tweemaal een kwartiertje regen (= die ons verplichtte de paraplu open te doen) te verwerken gekregen (die paar druppels op het einde van vandaag tel ik dus niet mee). We hebben wel mist en grijze wolken gehad maar voor zo weinig regen tijdens het stappen willen we alle drie onmiddellijk tekenen.
Eens aangekomen en de hereniging net Nelly tot stand gekomen, trakteren we onszelf op een flinke Grimbergen van het vat. Grimbergen is hier in Zuid West Frankrijk erg populair waarschijnlijk door zijn alliantie met Carlsberg en Kronenbourg. Na de frisse douche en de was van de bezweette kleren is de regen opgehouden en kunnen we het stadje dat volledig omgeven is door vestingsmuren uit de 16de eeuw bezoeken. Terwijl Nelly en Gertrude nog op zoek gaan naar een stempel van de “Melkbrigade” zetten Wilfried en ik ons aan het werk met ons teken - en blogwerk respectievelijk. De blog van gisteren en vandaag kan op die manier bijgewerkt worden waardoor we gerust de oogjes kunnen toedoen in de wetenschap dat de achterstand weggewerkt is. Ik zal het proberen beter aan boord te leggen op woensdagavond als de Rode Duivels tegen Egypte moeten spelen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}