Dag 4: Larressingle - Eauze
Vannacht heb ik het horen regenen en het eerste dat ik onmiddellijk na het opstaan doe (zelfs nog voor wat meestal prioritair beschouwd wordt) is naar de lucht kijken. Er blijken gedurende de nacht 49 tinten van grijs verdwenen te zijn. Deze constatatie maakt ons niet direct vrolijk, maar veel verschil maakt het niet en dus gaan we rond 7:30 ontbijten met de troostende gedachte dat we wel zullen zien hoe het allemaal uitdraait. De eigenares van de B&B heeft alvast haar beste beentje voorgezet. We krijgen een croissant, stukken baguette, 3 zelfgemaakte confituren, fruitsap, thee, een potje zelfgemaakte yoghurt, een schaaltje met echte fruitsalade, enz. Ze heeft ons ook elk een halve baguette (met paté en met gekookte hesp) voorbereid om de middag door te komen.
Alle bagage is rond 8:30 in de auto geladen, waardoor Nelly ons naar de Romeinse brug aan de voet van de heuvel van Larressingle kan voeren. Op die manier zitten we onmiddellijk op de GR 65 die ons subito presto (zo toch ongeveer) in Saint Jean de Pied de Port gaat brengen. Die Romeinse brug heeft baai de weei bitter weinig met de Romeinen te maken, aangezien ze gebouwd werd voor de St Jacobspelgrims en die pelgrimstochten kwamen slechts in de Middeleeuwen op gang. Romeinse brug moet derhalve geïnterpreteerd worden als Romaanse brug. Er is echter nog een tweede verklaring mogelijk: in de Middeleeuwen werden pelgrims die naar Rome op bedevaart trokken “Romiu” in het patois van de streek (Gascogne) genoemd. Later werd het begrip Romiu = iemand die naar Rome op bedevaart trok ,uitgebreid tot alle bedevaarders = dus ook die naar Santiago waardoor deze brug gebouwd werd (waarschijnlijk door iemand die heel wat op zijn kerfstok had want zelfs in die tijd een brug bouwen moet een kostelijke onderneming geweest zijn). Voila zie, zo heeft het lezen van deze blog ook weer zijn steentje bijgedragen tot jullie cultuur. Een andere bedenking die ik me hierbij maak is dat onze middeleeuwse voorvaderen geen hedendaagse gezondheidshype nodig hadden om als volleerde sportievelingen Europa te doorkruisen van het ene naar het andere pelgrimsoord. Dat constant pelgrimeren was trouwens een goede (en veel gezondere) tijdsbesteding dan voortdurend in oorlog te zijn. Misschien moeten Trump, Kim Yung Un, Erdogan, Dutertre en Putin eens samen Romiu worden.
Om 8:45 laten we Nelly een fotootje van ons drieën nemen en beginnen we aan de 29.5 km lange tocht die ons vandaag wacht. Tijdens het ontbijt heeft het tweemaal geregend maar nu is het droog. Dat wil zeggen dat de hemelsluizen toe zijn. De paadjes liggen er echter erg drassig bij door de regen van de voorbije weken. Na een paar kilometer vinden we (na wat zoeken) het kerkje van Roudges. Dit kleine, in Romaanse stijl opgetrokken kerkje, ligt mooi tussen de wijngaarden op een heuvel. Vandaar zien we duidelijk dat hier in de streek zeer veel wijn en Armagnac geproduceerd wordt. Wilfried en ik besluiten dat we vanavond de weliswaar aangename doch zware taak om de afzet van die sukkelaars van wijnboeren wat op te krikken, op ons zullen nemen. Met die bedenkingen zetten we de weg verder. Het weer is welwillend ,want hier en daar verschijnt een stukje blauwe lucht. Meestal zijn dergelijke verschijningen kortstondig maar we klagen niet want alles is beter dan regen … en die krijgen we voorlopig niet te zien. De streek hier is erg mooi met rollende heuvels die quasi altijd rijen wijnstokken in mooie patronen en verschillende tonen van groen vertonen. Ook de ondergrond is goed voor stappers. We krijgen grotendeels aarden paadjes voorgeschoteld, maar soms zit er ook een stukje asfalt tussen (goed om de modder van onze schoenen te lopen).
Na een 12-tal kilometer komen we in Montreal aan. We hebben het wel over “Montreal en Gers” en niet over de versie “au Canada” voor diegenen die onze oriëntatiecapaciteiten onderschatten en onze atletische capaciteiten overschatten. De centrale plaats van Montreal is OK (= genereert geen WOW maar is mooi) maar in het algemeen valt het stadje wat tegen. Het is wel plezant dat Nelly net in Montreal toekomt als wij er ook zijn.
Een paar km voorbij Montreal beginnen we naar een pick-nick plaatsje te zoeken. Een bankje of een muurtje of … lijkt echter moeilijk te vinden, zeker als die plek dan ook nog een mooi uitzicht over de wijngaarden zou moeten bieden. Plots vinden we echter het walhalla der pick-nickplaatsen: een mooie tuin met kort afgereden gras en bloemenperken en struiken, een paar stenen bankjes, een vijver vol met waterlelies van allerlei pluimage en met koi’s, een mooi uitzicht op een goed onderhouden wijngaard. Er is echter één probleem: er staat een bordje dat in niet mis te verstane bewoordingen stelt dat we op de weg langs de tuin mogen lopen (dat zou er nog aan mankeren) maar dat we niet mogen stoppen ter hoogte van de tuin. Onder het motto “Liberté, Egalité, Fraternité” lappen we dit bordje royaal aan onze bemodderde laarzen en Gertrude en ik vleien ons neer op een bankje en beginnen onze baguette op te peuzelen. Na een paar minuten komt Wilfried, tot onze verbazing, zijn halve baguette vragen. Dat blijkt een probleem te zijn ,want wij hebben die niet. Wilfried’s broodje is waarschijnlijk in onze B&B blijven liggen waardoor we hetzelfde motto van daarnet moeten inroepen en wat aan broodjes overblijft broederlijk delen. Op die manier zullen we alle drie de tocht kunnen beëindigen.
Na de middagstop is het, zoals altijd, wat moeilijk om weer in het ritme te komen. Bovendien nodigt de rest van de tocht (toch nog zo’n 10 km) niet uit tot overborrelend enthousiasme. We zijn namelijk op de Franse versie van de Waalse Ravel gekomen. Ravel is, voor diegenen die het niet weten, een netwerk van wegen in de beddingen van vroegere (stoom)treintjes of (stoom)trams. Dit is ideaal voor een fietstochtje omdat de weg nooit erg daalt of stijgt en steeds afgezoomd is met bomen en struiken waardoor de wind buitenspel gezet wordt. Het is echter boooooorrrrrrriiiiiiiinnnnnnnnggggggg om op zo’n weg te stappen omdat men in de verte steeds hetzelfde ziet = een lichtvlek aan het eind van een tunnel van struikgewas.
Uiteindelijk (= om 16:45, na 29.4 km) komen we aan de kathedraal van Eauzes uit. Hier is dus ook weer een kathedraal (en een bisschop). Ik vraag me af hoeveel kathedralen er in Frankrijk zijn maar die vraag wordt snel naar de tweede plaats verdrongen door een andere vraag, namelijk waar is een mooi terrasje waar we een goede pint kunnen drinken? Nelly heeft zich goed van haar scouting opdracht gekweten en loodst ons deskundig richting elk twee frisse pinten van een nieuw vat (waardoor het wachten wat tegenvalt). Water uit de Camelbag is goed maar schiet duidelijk tekort ivm een frisse pint. Daarna is het tijd om de schoenen en guetten te kuisen (een laagje hardnekkige modder heeft zich opgebouwd), om te douchen en om de vuile kleertjes te wassen. Zo ziet men maar weer eens dat de moderne pelgrim het ook niet makkelijk heeft. Bovendien laten al deze besognes voor het eten geen tijd over voor het schrijven van deze blog en al zeker niet voor een korte rustpauze.
We krijgen in het restaurant verbonden aan het terrasje met de frisse pinten van daarnet een lekkere maaltijd voorgeschoteld. We kunnen de maaltijd echter niet beginnen zonder eerst de lokale producenten van Floque d’Armagnac te ondersteunen. Floque is een soort versterkte wijn (à la Porto) die zowel in het wit als het rood bestaat. Een glaasje van elk gaat de tafel rond en krijgt goedkeurende commentaren (zelfs van Nelly).
Weer thuisgekomen wordt nog snel een waskoord in de kamer gespannen. Hopelijk is alles droog tegen morgen en beginnen we aan deze blog te schrijven. Voor het herlezen opteer ik voor morgenvroeg, want schaapjes beginnen te dringen aan het hek. Ik moet ze dringend beginnen tellen of ik loop het risico dat ik jullie wat gebrabbel voorschotel. De wekker wordt een beetje vroeger gezet zodat de blog voor ons vertrek richting Nogaro kan gepost worden.
Nog een goede dag aan iedereen (hopelijk aan ons ook).
Reacties
Reacties
Hopelijk blijven de weergoden jullie goed gezind!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}