Dag 18: Terugkeer uit de jungle en rit naar Tena
We hebben onze wekker relatief vroeg gezet, want we moeten om 6:30 met de kano op apenzoektocht vertrekken. Bovendien moeten we ook alles inpakken, want na het ontbijt verlaten we de jungle. De aapjes die we (moeten) zien zijn erg klein (hoogstens 15 cm als ze volwassen zijn). Het is dan ook geen wonder dat deze aapjes pocket monkeys genoemd worden. We varen een eindje en stoppen de kano door de boeg in de modder vast te boren. Iedereen stapt min of meer elegant uit en we ploeteren de oever op. Dit valt niet mee in die modderige brij. Gelukkig zijn er wortels en takken waaraan men zich een beetje kan vasthouden. Het beklimmen van de oever is echter niet het lastigste. Het lastigste is het vinden van de minuscule aapjes in de toppen van de bomen. Uiteindelijk slagen we er in één aapje te zien. Ik kan zelfs een paar foto maken maar stel achteraf tot mijn ontgoocheling vast dat ik niet het volledige zoombereik van de lens gebruikt heb. Ik zal nu nog meer dan gedacht werk op de PC hebben om een bruikbaar beeld van het kleine aapje te kunnen tonen. Vanop dezelfde plaats zien we ook nog zwarte apen. Die zijn iets groter en slingeren minder schuchter van boom tot boom.
Nu is het tijd voor een laatste ontbijt en daarna voor de finale inpak. Alles voelt vochtig aan, maar het zal allemaal wel drogen (in de valies of aan de mast). Om 10 uur beginnen we de tocht naar Puente de Cuyabeno van waar we een paar dagen geleden in de jungle introkken . Tijdens de terugvaart zien we de usual suspects (zelfs de dolfijnen zijn weer van de partij), maar er is ook één nieuweling in het gezelschap. We zien namelijk op verschillende plaatsen schildpadden. Die zitten dikwijls met een aantal samen op een boomstronk maar zijn te schuchter om te blijven zitten tot we echt dicht genaderd zijn. Andres had gezegd dat men in de voormiddag zeer dikwijls veel fauna kan bewonderen in het stuk van de rivier tussen de lagune en Puente de Cuyabeno. We zitten dus met de camera in de aanslag, denkende dat we opnieuw luiaards en anaconda’s en macau’s zullen kunnen bewonderen. Daar komt echter niets van in huis deels omdat Nestor “volle gaas” over de rivier scheurt. Misschien doet hij dat omdat hij een koersje wil varen tegen een ander bootje dat ons achtervolgt, misschien is het om de twee jonge dames die meevaren (Celina, de (klein)dochter van Mama Aurora en een andere schone die wel lokaal zal zijn, neem ik aan, maar die me met haar zwaar gemaquilleerd gezicht erg veel aan Indonesische meisjes doet denken …). Wat ook zijn reden is, in ieder geval gaat zijn gisteren gestegen fooi weer naar het niveau dat we eerst gedacht hadden. Deze keer hebben we de afstand tussen de bewoonde wereld en de lodge ipv in 3 uur in 1.5 uur afgelegd (ondanks het feit dat het deze keer ook nog stroomopwaarts ging). Na aankomst krijgen we weer onze “bento box” en kunnen dan rond half één onze terugrit met een busje naar Lago Agrio aanvatten. Daar zit Christian ons op te wachten. We drinken nog een cola in de tuin van het hotel en vertrekken rond 3 uur naar Tena .
Het eerste deel van de rit is door een door ontbossing vrij lelijk landschap (vergelijkbaar met wat we zagen tussen Lago Agrio en Puente de Cuyabeno). De weg noemt dan wel Tronca de la Selva maar van de Selva is niet veel meer te zien. Het tweede deel van de 3.5 uur durende rit is veel interessanter. Het landschap wordt heuvelachtiger en het bos keert terug. Nu zijn we in het Cloud forrest. Ik wist niet dat bossen tegenwoordig ook al “in the cloud” zitten. Op een bepaald moment zien we tussen de clouds “El Reventador”. Dit is een vulkaan die nog erg actief is. El Reventador staat dan ook voor “hij die regelmatig ontploft”. Gelukkig doet hij dit niet terwijl ik een foto sta te nemen en kunnen we gewoon voortrijden naar Tena.
We komen net na het invallen van de duisternis in Tena aan (= 6:30) en gaan naar ons hotelletje. Het ligt op een heuvel vanwaar men een zicht over Tena heeft. De kamers liggen trouwens nog hoger op de heuvel, waardoor we een tamelijke klim voor de voeten geschoven worden en dat valt niet mee als men een valies van 20 kg moet meesleuren. De kamer is netjes, ook al omdat de eigenaar erop staat dat de schoenen uitgetrokken worden vooraleer men de kamer betreedt. In de kamer zelf is er geen Internet (omdat we een eindje van het centrale gebouw zitten) maar bij de receptie wel. Daar maken we onmiddellijk gebruik van om eens te kijken wat er zoal gebeurd is in de wereld. We weten nu b.v. dat iedereen in de Duitse verkiezingen gewonnen heeft (behalve Martin Schulz blijkbaar), dat Kim Jung Il nog altijd aan het bekvechten is met Trump …. en dat de Gantoise weer eens verloren heeft. Het ziet ernaar uit dat ik naar België zal moeten terugkeren om daar eens orde op zaken te stellen. We gaan de enige bezienswaardigheid van het stadje bezoeken = een pizzeria. Sinds de eigenaar en zijn vrouw niet meer samen zijn, wordt in ons hotelletje geen eten meer gemaakt voor de gasten. We krijgen met moeite de 2 pizza’s , die we voor ons drieën besteld hebben op. Nog een geluk dat we er geen drie besteld hebben, zoals we oorspronkelijk van plan waren. De twee grote bieren die Gertrude en ik bestellen, kunnen we gelukkig gemakkelijker de baas. Christian moet niet helpen. Hij houdt het liever bij een vers geperst fruitsap van bosbessen. We gaan op een normaal uur naar bed. Het is een verademing niet meer onder een muskietennet te moeten kruipen. De eigenaar raadt wel repellent aan als men wil vermijden totaal overknabbeld wakker te worden. Met mijn track record beslis ik enthousiast met de repellent te werk te gaan. Tijdens de nacht worden we ook eens gewekt. Gelukkig niet van muggengeknabbel, maar van dikke regendruppels die op de zinken nok van het dak vallen. Na een korte tijd houdt het getik op. Misschien omdat het opgehouden is met regenen, misschien omdat we weer in slaap gevallen zijn. Het voelt goed eens te mogen uitslapen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}