Dag 7: Fernandina eiland en terug naar Isabela
Gisterenavond zijn we na het avondeten richting Fernandina eiland beginnen varen. We zijn rond 3 uur ’s morgens op onze bestemming aangekomen. Vanaf dan was er geen motor geronk meer … en heb ik bijna niet meer kunnen slapen. Ik begin dit geronk al te missen, lijkt het. Na het ontbijt is de eerste activiteit een uitstap op Fernandina, Cabo Espinosa. We gaan met de dinghy aan land waar een erg primitief trapje ons toelaat een dry landing te doen. Dit is heel wat comfortabeler dan een wet landing, waarbij het een heel gedoe is met de schoenen tenzij men Teva’s of iets dergelijks draagt, maar die zijn dan weer minder geschikt om over het lavagesteente te lopen. Eens aan land zien we massa’s iguana’s, krabben en veel zeeleeuwen. Billy, onze gids, heeft weer een “klassessie” over iguana’s en zeeleeuwen voor ons in petto. Na een kleine 2 uur houden we het hier voor bekeken en gaan we terug naar Lonesome George om ons klaar te maken voor de tweede activiteit: snorkelen rond Cabo Espinosa.
Dit is veruit de beste snorkel activiteit die we tot nu gedaan hebben. Het water is redelijk kalm, het zonnetje schijnt en de zichtbaarheid is uitstekend (meer dan 10 m). Alleen jammer dat het water hier niet wat warmer is. Waarom moest die von Humbold hier zo nodig een koude golfstroom leggen?? Het is natuurlijk het leven onder water dat de snorkelexpeditie de moeite waard maakt. Eerst ben ik een beetje teleurgesteld omdat ik maar een paar vissen zie (bicolor parrotfish, bumphead parrotfish en nog veel andere waarvan ik de naam niet ken). Naarmate we verder snorkelen zien we echter ook een zeeschildpad, en nog een, en nog een. Dan zie ik ook een zeeleeuw die met ons wil komen zwemmen … of gaat hij ook een paringsritueel inzetten? Tussen dit allemaal door steek ik van tijd tot tijd mijn hoofd eens boven water om naar Gertrude’s snorkel te speuren. Plots zie ik haar op de dinghy klauteren. Dit voorspelt niet veel goeds, dacht ik, maar het lijkt OK te zijn. Ze kon plots niet meer tegen de stroming op en werd door een golf wat onvriendelijk aangepakt waardoor ze er plots aan dacht dat haar haar aan het nat worden was. Ik ga eens luisteren en wordt gerust gesteld. Snorkelen wordt nog steeds in de tegenwoordige en de toekomstige tijd vervoegd. De voltooid verleden tijd is er voorlopig nog niet bij. Ik snorkel dus verder en kom op een plaats waar ik gans de Galapagos archipel tergelijkertijd zie. Een paar zeeschildpadden zitten zeewier te grazen terwijl een paar andere wegzwemmen naar groenere weiden iets verder. Naast de zeeschildpadden zijn er ook een aantal iguana’s aan het grazen. Ik vraag me af hoelang ze dit zo kunnen volhouden vooraleer ze terug naar de oppervlakte moeten, want ik zie bij hen geen snorkels of, nog minder, duikcylinders. Terwijl ik zo die grazers aan het bekijken ben komt weer een zeeleeuw rond mij zwemmen. Ongelooflijk hoe elegant die dieren zijn in het water terwijl ze zo onbeholpen aan land zijn.
Na dit alles gezien te hebben kunnen we terug naar de Lonesome George waar Francisco de kok ons weer zal opwachten met wat lekker eten. Op de terugvaart zien we nog wat Billy, de gids, een million dollar picture noemt: een cormorand samen met een blue footed booby = blauwvoet gent / gend (??). Jammer genoeg heb ik geen fototoestel bij en dus blijft de miljoen dollar ongerealiseerde winst. We zien op de terugweg ook nog een tweede en een derde boot op “onze” plaats voor anker liggen. De Letty ziet er groter uit dan de onze, de Nemo II lijkt van vergelijkbare grootte. Billy zegt dat voor de ganse archipel slechts 84 boten een licensie hebben. De kleinste (zoals de onze en die andere kan een kleine 20 man “huisvesten”) terwijl de grootste 100 man kunnen meenemen (zo’n grote schepen zijn er maar 3 toegelaten en die zijn vooral boten om van te duiken en die gaan naar de verst afgelegen eilanden van de archipel). Dit is de eerste keer dat we een andere boot zien. De plaats moet dus populair zijn. Eens terug aan boord en droge kleren aangetrokken gaan we aan tafel. Na het eten zie ik plots een hele bende, horde, pak, roedel, vlucht, … vogels. Het blijken fregatvogels te zijn die afkomen op de etensresten die Francisco, de kok, overboord gekieperd heeft. Na dit spektakel is het tijd voor de siesta, want daarna staat er nog een snorkeltrip op het programma. Deze keer zullen we snorkelen aan de voet van een steile klif van wel een paar honderd meter hoog. Ik herinner me nu dat Billy daar gisteren over gesproken had als zijnde een restant van een vroegere vulkaan die onder invloed van een vulkanische eruptie of omwille van tektonische activiteit (de Nasca plaat schuift constant onder het continent met allerlei gevolgen, hier en in de Andes) doormidden gebroken is. Wat er ook gebeurd is, het uitzicht is impressionant. De zichtbaarheid is opnieuw zeer goed. Al snel blijkt dit hier het El Dorado van de zeeschildpadden te zijn. We zien er massa’s (100 is zeker geen overdrijving), van kleine tot enorm grote. Sommige vragen zich nieuwsgierig af wat een bende rare wezens met een buisje in hun mond daar bij hen binnen komt drijven, anderen ignoreren ons kompleet. We snorkelen ook in een grot binnen wat een apart gevoel geeft maar het spectaculairste van de hele activiteit is het eerste deel met al de zeeschildpadden. Voor de rest is er een varieteit aan kleurrijke en minder kleurrijke vissen, een kleine rog en een paar zeeleeuwen, maar dat zijn we ondertussen al gewoon. Als we weer aan boord komen zijn de activiteiten van de dag over en krijgen we warme chocolade melk met koekjes. Sommigen onder ons kunnen dit goed gebruiken omdat ze toch serieus afgekoeld lijken te zijn. Jonathan, de Israeli die gedoken heeft, ziet er erg belabberd uit. Blijkbaar is hij totaal onderkoeld en heeft de 30 m diepe duik (waar de temperatuur maar 14° C was) zijn tol geeist. We nemen afscheid van Fernandina zonder iets van vulkanische activiteit gezien te hebben.
Rond 6:30 gaan we van de Zuidelijke naar de Noordelijke hemisfeer en daar moet op geklonken worden. We zijn gisteren ook al eens van hemisfeer gewisseld maar dat gebeurde in de nacht waardoor de viering uitgesteld werd tot vandaag. 6:30 is een meer gecivilizeerd uur om sangria te drinken en (anderen) salsa te (zien) dansen. U R Gay dottore is weer de grote animator. Daarna is het tijd voor Billy, de gids, om Madame De Vos – Lemmens na te doen en “aan tafel” (in het Spaans) te roepen. Andermaal is de kok erin geslaagd in zijn klein keukentje een lekker buffet in mekaar te knutselen. Na het dessert krijgen we nog een briefing over morgen. We moeten maar om 7:30 aan het ontbijt zijn omdat vannacht minstens 10 uur moet gevaren worden. Dat betekent dus eens wat langer slapen. Er wordt ook gezegd dat het stuk oceaan (tussen Isabela en Santiago eiland) dat we vannacht aandoen bij de ruwere categorie thuis hoort. Daarom wordt iedereen aangeraden niet te laat te gaan slapen. Slapen is namelijk de beste vorm van zeeziekte bestrijding. Om 8:30 zitten we in bed. Gertrude met haar Kobo en ik met de laptop om deze blog te schrijven … tot we stilletjesaan misselijk worden en dus gedwongen worden te slapen. Als dit lukt zal het de eerste keer in zeer lang zijn dat ik 10 à 11 uur zal slapen. We doen alvast een poging.
Slaapwel.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}