Hamadan, de hoofdstad van de Meden .... lang geleden
Vannacht heb ik (en door mij ook Gertrude) niet zo goed geslapen. Rond 04:00 ben ik beginnen hoesten en heb ik moeten vaststellen dat de verkoudheid waar ik al een klein weekje mee kampte in de volgende versnelling geschakeld heeft. Ik zal het hierbij houden anders moet ik allerlei kleurgradaties beginnen beschrijven en daar zijn jullie, mijn waarde lezers, waarschijnlijk niet in geïnteresseerd. Het enige wat ik over kleur in het algemeen, dus niets met mijn verkoudheid te maken, wel wil zeggen is dat ik deze morgen, zonder veel na te denken, een rood polootje aangetrokken heb. Onmiddellijk bij het betreden van de ontbijtzaal kon ik me zeer goed inleven in het lot van een veelkleurige vogelschrik in het midden van een bende kraaien. Gelukkig zetten de kraaien hun ontbijt na een korte onderbreking verder waardoor ik me mans genoeg voelde om ook mijn ontbijt te gaan vergaren.
Na het ontbijt staat een bezoek aan Hamadan op het schema en ere wie ere toekomt beginnen we met een bezoek aan de ruïnes van Hegmataneh waar het paleis van Diaoko rond 700 BC gebouwd werd. Diaoko was de koning van de Meden. Zijn rijk liep ten einde op het moment dat Darius (zijn kleinzoon, by the way, en koning van de Perzen) hem vermoordde. Veel blijft er niet meer te bewonderen van het paleis maar de plaats is en blijft de plaats waar de wetten van Meden en Perzen (althans in de zomer als het te heet was in Persepolis) geschreven werden en dus niet om mee te spotten.
Na de Hegmataneh ruines komt de bazaar aan de beurt. Dit is een zeer grote bazaar met derhalve zeer veel bazaar (kleren, tapijten, schoenen, machines, schroefjes en boutjes, groenten, vlees, enz, enz). We worden voortdurend bekeken (en niet alleen omdat ik een rood polootje aan heb) en ook voortdurend aangesproken door mensen die willen tonen dat ze kunnen Engels praten (Hello!, Where are you from? Welcome!, enz.). Bovendien willen mensen regelmatig met ons op de foto … zolang er maar niet een lid van het vrouwelijke geslacht naast mij staat of een vertegenwoordiger van het mannelijke geslacht naast Gertrude staat. We krijgen bij een van de stalletjes ook allerlei vruchten (aardbeien, witte braambessen die veel zoeter zijn dan de rood/zwarte soort) en zelfs groenten die een kruising tussen selder en venkel lijken te zijn. We debatteren nog, nu ik hier de blog zit te schrijven, wat we daarmee gaan doen. Niet aannemen zou onbeleefd geweest zijn, iets wegsmijten is tegen ons geloof en als dusdanig opeten zal niet lukken want er zitten een soort doornen op. We houden ons beschikbaar voor suggesties.
Net buiten de bazaar kopen we een broodje gevuld met gefrituurde gehaktballetjes (falafel of zoiets). Normaal ligt er ook tomaat en salade tussen maar daarvoor passen we uit veiligheidsoverwegingen. Ook zonder de groenten is het spul lekker en met een banaan later in de namiddag zullen we (tot het avondmaal) van de hongerdood gespaard blijven, dat hopen we toch. Onder het eten leren we ook alles over “torof” de typische Iraanse beleefdheid waarbij men nooit onmiddellijk zijn gedacht mag zeggen. Ik zal uw broodje betalen, neen dank u, toch ik betaal graag, neen echt niet ik kan heus wel zelf betalen, allé … laat mij betalen ik heb het geld al in mijn hand, neen, ik heb ook mijn portefeuille al in mijn hand, enz., enz.
Uiteindelijk is het broodje betaald geraakt en gaan we naar de graftombe van Avicenna. Zijn naam was veel gecompliceerder dan dat ,maar we willen het niet moeilijker maken dan het al is. Hij werd geboren in Bokhara in Uzbekistan, hij heeft het grootste deel van zijn leven rondgereisd door gans het Perzische rijk, was wereldberoemd (zelfs tot in Europa) als arts, botanist, filosoof, poëet, wiskundige, musicoloog, enz en stierf in Hamadan waardoor zijn graftombe hier staat en Hamadan kan claimen dat het hun zoon is.
Vandaar gaat het naar de laatste etappe (voor het avondeten) van de dag en dat zijn de rotsinscripties en watervallen van Ganjanameh. Deze spijkerschrift inscripties werden tot aan de ontcijfering van het cijferschrift geïnterpreteerd als aanwijzingen om een schat te vinden. De waarheid die later aan het licht kwam was dat het alleen maar een beschrijving was van hoe groot Ahura Mazda (niet een auto model maar wel de God van de Zoroasters) was en hoe de Godheid op de voet gevolgd werd door Darius de Grote en Xerxes de Grote , de opdrachtgevers van de inscripties (beiden niet zonder reden de Grote genoemd).
Om hiervan te bekomen gaan we een thee drinken in een theehuis langs de waterval. Langs de wanden van het langwerpige gebouw staan ijzeren “bedden” met ieder hoofdeinde tegen het voeteinde van het volgende “bed”. Op de “bedden” liggen tapijten en daarop kan men in kleermakerszit hurken. Daaraan wagen wij ons niet want we willen nog in één stuk terug aan de auto (en bij extensie in Teheran binnen 23 dagen) geraken. Onze gids bestelt zich een waterpijp als we beloven het niet aan zijn moeder te vertellen. Hij vertelt ons nu ook (is dit een verder bewijs van zijn vertrouwen of zit er meer dan wat tabak in zijn pijp???) dat hij thuis wijn brouwt (hij woont in Shiraz dus dat is een goede start). Van zoveel openhartigheid staan we paf. Misschien moeten we opletten en is hij van de SAVAK (of zijn post Islamitische opvolger VEVAK … zo is het Google te vinden) en probeert hij te weten te komen of wij afgevaardigden zijn van die duivelse heersers van het Westen. We zoeken het verder uit en houden jullie op de hoogte.
In het hotel aangekomen stel ik vast dat ik niet naar de website van De Standaard kan surfen. Bij de receptie bevestigt men mij dat het hier inderdaad om “filtering” gaat. Censuur zou een ander woord kunnen zijn. Zou de VEVAK al toegeslagen hebben? Als ik vraag waarom ik het subversieve gedachtegoed van De Standaard in Teheran wel kon raadplegen en hier in Hamadan niet wordt me gezegd dat ze daar misschien een VPN hadden. Mij zegt dit weinig maar ik geeft het toch maar mee omdat er onder het lezerspubliek mensen zitten die veel IT vaardiger zijn dan mij. Gelukkig is Reis Mee veel minder toxisch voor het regime dan de Standaard en kan ik mijn blog nog posten tenzij ik nog zwaardere straffen opgelegd krijg ?!?
In de hoop dat dit niet gebeurt gaan we op zoek naar een restaurant waarvan onze gids weet dat het er goed is. De restaurant vinden is eenvoudiger dan een parkeerplaats en als we die dan toch vinden in de buurt van het restaurant blijkt het restaurant nog niet open. Het is al na 8 uur maar men is de vloer nog aan het schrobben. Onze gids gaat bij een aantal mensen te rade maar lijkt na een gesprek met een taxibestuurder vastbesloten. We weten waar we naartoe willen en beginnen te stappen want nu de auto een plaatsje heeft willen we dit niet meer afstaan. Onderweg passeren we een bakkerij waar men een plat soort brood (à la 3 pizzabodems naast elkaar) aan de lopende band in een oven, waarin keitjes liggen, bakt. We mogen van de bakker foto’s nemen en krijgen als toemaatje een brood mee. Goed tegen de honger die zou kunnen toeslaan op weg naar “ons” restaurant. We eten zeer lekker (een lams kebab, een gebakken kip en een vegetarische schotel met de bijhorende obligate yoghurt en yoghurt drinks, rijst (deze keer met gedroogde veenbesjes ertussen) drinks en platte broden (maar niet zo lekker als van onze keitjes bakker)) voor 15 Euro (waarin een 25% fooi al ingebrepen zit). Jammer dat we morgen al weer verder trekken maar ik ben er zeker van dat onze volgende stop, Kermanshah, ook veel moois en lekkers in petto heeft.
Reacties
Reacties
Zorg maar goed voor uw vallende, laat het zeker achter als een geschenk. Jullie zijn volop aan het genieten,!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}