Van Grootberg naar Swakopmund
Gisteravond hebben we besloten via het binnenland van Grootberg naar Swakopmund te rijden. Die weg is langer (ongeveer 500 km en 8 uur rijden, volgens Google Maps) dan via de kust maar meer scenic. Beide mogelijke wegen zijn "dirt roads" dus dat maakt geen verschil.
Aangezien het zo lang rijden is besluiten we om 6 uur te ontbijten zodat we om 6:30 naar "beneden" kunnen gebracht worden met de jeep en om 7 uur kunnen vertrekken. Dit zou ons moeten toelaten Twyfelfontein (met de 5000 jaar oude rotstekeningen) en de Organ Pipes (speciale basalt formaties) te zien. Als er dan nog tijd overschiet zullen we onderweg nog de "Burnt Mountain", het "Petrified Forrest" en de "White Lady" gaan bezoeken.
Het zou dus een "uitdagende" dag worden ... en dat is het ook geworden.
Na 20 km op een erbarmelijk slechte weg (de "dirt" road is een echte "rock" road waarbij "rock" het zelfstandig naamwoord "rots" is, maar ook het werkwoord "to rock" "schudden" betekent) aan een zorgwekkende trage snelheid horen we plots een harde knal. Ik ben blijkbaar op een rots, die nog net iets groter dan de andere was, gereden. Ondanks het feit dat ik maar 40 km/h reed was dit voldoende voor de band om de geest te geven. Dit maakt het voor ons overduidelijk waarom hier in ieder dorpje toch minstens 1 hutje staat met de vermelding "tyre repair" en waarom iedere 50 meter de overblijfselen van een band langs de kant van de weg liggen.
Daar staan we dan in de "middle of nowhere" met nergens een hutje met de vermelding "tyre repair" te bespeuren. Ik begin de wagen op te krikken en terwijl ik dat doe stopt de eerste auto die passeert. De chauffeur, Helmut, vraagt of hij kan helpen en voegt er onmiddellijk op een verontschuldigende toon aan toe dat dit een Duitse naam is. Dat weten we ook wel, maar Helmut is inderdaad niet direct een naam die men op iemand met zijn on-Arisch uitzicht zou plakken. Arisch of niet hij helpt en niet alleen psychologisch ... iets waar we ook al gelukkig mee zouden zijn. Helmut zegt dat we terug kunnen rijden naar een tyre repair shop in het vorige dorpje (6 hutten waarvan 1 de tyre repair shop) of door kunnen rijden naar Twyfelfontein, want daarvan weet hij dat er een repair shop is. Twyfelfontein is wel nog 50 km en de weg is slecht, zegt hij ... En als hij dit zegt zal het wel waar zijn. We besluiten het erop te wagen en rijden erg langzaam (max 30 km/h) over de weg en tussen de grootste stenen laverend naar de rotstekeningen in Twyfelfontein. 5000 jaar geleden krasten mensen van de nomadische San stam tekeningen van allerlei wilde (maar eetbare) dieren en waterplassen op de rotsen. Men vermoedt dat die rotstekeningen eigenlijk "landkaarten" voor jonge Sannetjes waren kwestie van hen te leren waar welke dieren konden gevonden worden. Ik vraag me af waarom ze op die "landkaarten" dan ook niet de grootste stenen op de wegen aangeduid hebben. Na het bezoek gaan we op zoek naar de repair shop. De band kan niet meer op een veilige manier opgelapt worden dus moet een nieuwe band gestoken worden. Gelukkig hebben ze in hun beperkte voorraad nog een band van de juiste maten en kunnen we, 2005 Namibische lappen lichter, weer op pad. Het ganse gedoe met de band en de betaling ervan heeft meer dan 2 uur geduurd en we lopen dus serieus achter op het, reeds zeer drukke, schema. Hierdoor laten we alle andere attracties in de buurt voor wat ze zijn en rijden door.
Het wordt een uitbalanceren van enerzijds snel genoeg rijden, zodat we voor de duisternis in Swakopmund zijn (in het duister stenen vermijden wordt geen sinecure) en traag genoeg rijden zodat de stenen, die we ongetwijfeld voor onze banden geschoven zullen krijgen, geen gat in een van onze banden kunnen snijden. De weg kan vergeleken worden met een ski-piste. De slechte stukken zijn getraceerde pistes met hier en daar stenen. De zeer slechte stukken zijn moguls met stenen voor en na iedere bult. Op de zeer slechte stukken rijden we 40 en op de gewoon slechte stukken rijden we 70. Op die manier loopt alles naar wens en kan ik Gertrude zelfs beginnen voorspellen dat we tussen zeven en half acht (= rond het invallen van de duisternis) in Swakopmund zullen zijn. Mijn woorden zijn echter nog niet koud of ik spits mijn oren met de nodige ongerustheid. Inderdaad, op een weg waar 100 km per uur toegelaten is (en ik, omwille van de zorgvuldige balans, maar 80 km per uur rijd) heeft een band het weer begeven. Ten tweede male vandaag mag ik de krik en kruissleutel uit de koffer halen. Uebung macht den Meister zeggen nog velen hier ten lande (Bart De Wever zou exercitatio artem parat zeggen). Door de vorige oefening kunnen we na 20 minuten weer op pad.... maar deze keer wel zonder reserveband wat niet goed is voor onze gemoedsrust. Bovendien wordt aankomen voor duisternis quasi onmogelijk ... maar ... nu hebben we toch een beetje geluk.
Plots verandert de dirt / rock road in een soort asfalt zonder asfalt te zijn. Hierop kan zonder probleem 100 km/h gereden worden en kunnen we onze kringspieren wat relaxeren. Met nog ongeveer 100 km te gaan kunnen we plots weer (juist) voor duisternis toekomen maar noch ik noch Gertrude durft nog uitspraken daarover te doen ... men moet het lot niet uitdagen, is de boodschap. Ik weet niet of het door het niet voorspellen van de aankomsttijd of door een lachje van Dame Fortuna komt maar we arriveren zonder verdere miserie om 7:30 in ons hotel.
Swakopmund is nog steeds erg Duits zoals we moeten vaststellen in Kuecki's pub waar we 's avonds eten en door iedereen (barman, dienster, mensen aan de toog, ...) in het Duits aangesproken worden. Zo Teutoons zien we er toch niet uit.
Reacties
Reacties
ik probeer me vanalles voor te stellen maar het lukt niet, behalve een lekke band in the middle of nowhere - been there, done that.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}