Laatste (voormid)dag in de Okavango Delta en terug naar Maun
Emily (of Mack?) komt ons om 13:50 ophalen dus moeten we rond 13:30 vertrekken wat ons toelaat te lunchen en (nog belangrijker) een laatste game drive te doen. Hopelijk zien we een luipaard waardoor alleen nog een rinoceros op de lijst van de "Big Five" ontbreekt ... leeuwen, buffels en olifanten hebben we namelijk al in overvloed gezien. We vertrekken dus met veel goede moed maar naarmate de tijd vordert beginnen we ons toch zorgen te maken. Het feit dat de gids veel onze aandacht vestigt op een giraf, een familie olifanten, een bende mongoose (een soort grote eekhoorns), een horde everzwijnen, een zwerm kudu's enz wijst er volgens op dat hij stilletjesaan ook wanhopig wordt. De gids hangt wel dikwijls uit de jeep om (verse) sporen op te sporen. Regelmatig volgt hij de sporen maar jammer genoeg leiden die altijd naar niets wat ons interesseert = een luipaard ... tot hij plots remt en zegt: ziet ge hem zitten. Niemand van ons ziet iets tot hij al onze neuzen in de juiste richting gekregen heeft. Waarachtig op de eerste dikke zijtak van een saucissenboom hangt een foto van National Geographic. Een jonge volwassen luipaard heeft er duidelijk een zware nacht opzitten en moet in de lommerte van de saucisselaar uitrusten zodat hij vanacht weer kan gaan jagen. De luipaard heeft ons in de gaten, maar is duidelijk niet van plan de pose die hij van National Geographic geleerd heeft te verlaten. Als we hem ook nog eens van de andere kant willen zien zit er voor ons niets anders op dan rond de boom te rijden. Het starten van de motor, het verplaatsen van de jeep, het klikken van de fototoestellen, ... niets brengt de luipaard van zijn stuk. Na 10 minuutjes besluiten we dat we genoeg luipaard gezien hebben en dat het tijd is om de brunch te gaan verorberen.
Tevreden dat we alleen nog een rinoceros moeten zien om de "Big Five" vol te maken vliegen we naar Maun terug. Deze keer is het niet Emily maar Cissee die ons staat op te wachten. Ook hij is niet de door de avonturen verweerde alcoholist die ik me voorstelde. Cissee lijkt net van de schoolbanken gestapt maar ik vraag hem niet hoe oud hij is / hoe lang hij al vliegt uit schrik hem (en mezelf) zenuwachtig te maken. Na de veilige landing kan ik het niet laten te vragen of hij al lang bij Mack Air werkt. Zijn antwoord is ... niet lang ... minder dan 1 jaar. Enfin, we zijn goed geland dus eind goed al goed.
Nu gaan we een pint drinken en wat in aansluiting met de wereld komen want hier in Maun hebben we telefoon en Internet maar veel minder wilde dieren. Een paar foto's volgen nog wel.
Tweede dag in de Okavango Delta
We slapen in met allerlei geluiden en worden er ook mee wakker. Om 6 uur kruip ik uit mijn bedje en besluit wat op het terras te gaan zitten. Daar zal de tea om 6:30 gebracht worden. Het is natuurlijk mooi zo de tea te krijgen, maar de bedoeling ervan is dat de mens (= het personeel hier) aan de wilde dieren door al deze activiteiten wil tonen dat zij de meesters van de schepping zijn en dat er dus weer een einde gekomen is aan hun heerschappij ... voor de volgende 12 uur of zo.
Na het ontbijt gaan we op makoro trip. Een makoro was vroeger een uitgeholde boomstam maar die is nu uit polyester vervaardigd. Het spul lijkt niet erg stabiel ... en is het ook niet. Achteraan staat een "poler" (= hij die met behulp van een pole (= lange stok) het bootje voortbeweegt. Vooraan zitten er 2 pasagiers die gevraagd worden stil te zetten en zeker niet recht te staan tenzij ze er rotsvast van overtuigd zijn dat ze een krokodil of nijlpaard van erg dichtbij willen zien.
Ik zal jullie opnieuw de details besparen (Gertrude zegt nu al dat ik veel te veel schrijf) maar kan toch niet laten te zeggen dat we olifanten, buffels en duizend verschillende soorten vogels gezien hebben. Veel van die dieren zouden we ook zien vanuit het restaurant van PomPom Camp maar dat zou natuurlijk niet de charme hebben om die dieren vanuit een mokoro te zien.
In de namiddag gaan we na de siesta weer op een game drive. We zien een hippo die in een meertje zit te geeuwen (wat in hippo-taal betekent: "ik heb jullie gezien, kijk maar eens naar mijn tanden, als ge dichter komt zal ik ze gebruiken") en allerlei andere dieren die ons niet echt meer interesseren omdat we ze al zo dikwijls gezien hebben. Het grootste deel van de drive gaat uit naar het opzoeken van 4 of 5 leeuwen (2 mannetjes en 2/3 wijfjes). Onze gids wil zijn reputatie van leeuwenspotter alle eer aandoen en rijdt met ons half de concessie rond tot we de leeuwen vinden. Onder wat struikgewas liggen ze slapend op ons te wachten. Gedurende 10 minuten vergewaardigen ze zich zelfs niet om hun ogen open te doen maar daarna stelt het mannetje (de andere ligt een paar tiental meter verder) zich recht (waarschijnlijk omdat zijn kont in de zon komt) en wandelt hij nog een paar meter dichter en laat hij zich met een plof tegen / voor de jeep vallen. Al deze leeuwen zijn blijkbaar zo gewoon mensen te zien ... laat de Amerikaanse tandartsenvereniging maar aanrukken. Er zijn hier veel Cecils.
Na de sundowner is het uiteraard donker en rijden we met de lichttoortsen in alle richtingen zwaaiend naar het kamp terug, hopend een jagend luipaard te zien. Tot onze spijt zien we weer geen luipaard... die paarden zijn echt lui.
Morgen vroeg gaan we voor een laatste maal op game drive. Misschien hebben we 's morgens meer geluk dan 's avonds en zien we dan een luipaard ... maar mijn verwachtingen zijn niet hoog gespannen.
Eerste dag in de Okavango Delta
Vandaag vliegen we naar ergens midden in de Okavango Delta. We moeten om 9:55 in de luchthaven zijn wat voor een vlucht om 10:55 vanuit een miniscule (maar wel internationale) luchthaven ruim bemeten is. We moeten wel eerst naar ons hotel van na de Okavango Delta gaan om daar onze valies af te zetten omdat het vliegtuig dat ons naar De Okavango delta brengt alleen maar kleine bagagestukken kan meenemen. Bovendien willen we nog eens bij Europcar op de luchthaven binnenspringen want onze GPS heeft kuren (hij werkt alleen maar als hij op Gertrude's schoot ligt ... vraag me niet waarom).
Nadat dit allemaal geregeld is zetten we ons in de wachtzaal. Met mondjesmaat worden mensen uit de wachtzaal geplukt om, allemaal via dezelfde gate, naar een of ander vliegtuigje gebracht te worden. Er staan wel 50 vliegtuigjes, de kleinste voor 2, het grootste voor een 12-tal pasagiers. Wij vliegen met Mack Air en ik stel me Mack al voor als een door de vele avonturen die hij al meegemaakt heeft verweerde, licht alcoholistische piloot zoals in een of andere Indiana Jones film. Niets is echter minder waar. Aan het vliegtuigje staat de 23 jarige Emily die makkelijk tweemaal in mijn imaginaire Mack kan. Emily, onze pilote, heeft al op haar 16de leren vliegen en heeft dus waarschijnlijk wel al een paar (vlieg)avonturen meegemaakt , maar heeft nog niet de tijd gehad alcoholiste te worden. Goed voor ons. Ze brengt ons in 20 minuten naar het PomPom Camp zonder ons al te veel door elkaar te schudden. Vanuit het vliegtuigje zien we het dorre landschap in de buurt van Maun groener worden naarmate we dieper in de Okavango Delta invliegen. Hier en daar zien we een paar olifanten die zich van ons daarboven niet veel lijken aan te trekken. Bij onze aankomst in het PomPom Camp worden we verwelkomd door 2 cheer girls (de andere zijn bezig in de keuken). Ze hebben geen pompoms maar zingen wel een mooi Afrikaans liedje. Na het eten (want het is ondertussen bijna middag) en de uitgebreide siesta is het tijd voor een "game drive". We zien van alles. Ik zal jullie de details besparen want het zegt jullie waarschijnlijk toch niet veel als ik het over een "black crested gray bird" heb of een "gray crested black bird" .Ik kan wel zeggen dat de hoogtepunten een hele kudde olifanten (die de vorige nacht heel wat commotie veroorzaakten in het kamp) was en mijnheer en mevrouw leeuw die zich gewillig in allerlei posities lieten fotograferen.
Kortom een geslaagde game drive met allerlei dieren en een mooie zonsondergang (met de traditionele sundowner).
Na het (lekkere) eten scharen we ons met zijn allen rond een kampvuur om wat te keuvelen. Een voor een gaan de koppels terug naar hun tent. Ze mogen dit niet op eigen houtje doen, omdat een van de gidsen mee moet om na te gaan of alles OK is. Ik dacht dat dit deel van de show was tot het Australische koppel all excited terugkeert met de boodschap dat zij niet in hun tent kunnen omdat een mannetjesolifant beslist heeft de boom naast hun tent te pluimen. We gaan kijken en een grote olifant heeft inderdaad zijn zinnen gezet op de boom naast tent # 1. Wij liggen in # 3 en kunnen dus beter ook een beetje wachten tot de verzamelde gidsen erin slagen de olifant wat weg te drijven zodat de Australiers in hun tent kunnen / moeten / mogen / durven. Eens in de tent lopen ze geen gevaar meer want een tent is voor een olifant ... of een leeuw niet interessant ... zolang er niets interessants in de tent ligt. Deze uitspraak triggert bij iedereen een gewetensonderzoek. De ene heeft een paar snoepjes. Zouden ze daar op afkomen? De andere heeft wat cake. Zouden ze daar op afkomen? Enfin, we drinken ons biertje uit en besluiten ook naar onze tent te gaan voor de olifant zijn zinnen op een boom op de weg naar onze tent zet. We zijn nog niet helemaal in onze tent of we horen de olifant opnieuw. Hij lijkt wel het hele bos rond ons af te breken. Bovendien horen we in de nabijheid het geluid van een leeuw. Het belooft dus een "interessante" nacht te worden ook al omdat men ons op het hart gedrukt heeft dat we alleen om medische noodsituaties het alarm mogen slaan. Dieren die in de buurt kabaal maken zijn dus geen noodsituaties ... men moet er gewoon door slapen en wachten tot we ' s morgens opgehaald worden door een gids. Als we het niet overleven en de iPad wel dan hoop ik dat jullie via dit verhaal een goede herinnering aan ons overhouden. Wij zagen jullie ook allemaal graag.
Op weg naar Maun (toegangspoort tot de Okavango Delta)
Eerst nog een paar foto's van ons bezoek bij de familie De Barros (Gans onderaan). Na heel wat gefoefel met de iPad ben ik er in geslaagd verkleinde foto's bij de teksten van de blog te zetten. Rechtstreeks in de blog lukt (tot nu) niet. Daardoor is de methode erg omslachtig (wie beweerde dat Apple veel gebruiksvriendelijker was dan Microsoft?) en jullie moeten dus niet te veel foto's via cyberspace verwachten. Als jullie de foto's willen zien zullen jullie naar het vertrouwde adres in Blanden moeten komen.
- Zeca met Sam (de hond) en ons (1ste en 2de van links)
- Dimi en Gertrude
- Ik (ondergetekende), Zeca (onzichtbaar), George, Bess, Dimi en een fles Kanonkop
Nu het verslag van de dag:
Vandaag moeten we een grote afstand overbruggen want we moeten tot in Maun aan de Zuidelijke kant van het Chobe N.P. ... zo'n 700 km van waar we nu zijn geraken. Hopelijk is de ganse weg niet zoals we gisteren tijdens "de verkenning" van de eerste 10 km voorbij de grens van Botswana vastgesteld hebben (= 2 km geasfalteerd gevolgd door 1 km gravel, gevolgd door 2 km geasfalteerd en opnieuw gevolgd door gravel, enz., ja, er valt inderdaad een patroon te ontdekken zoals de trouwe volgers van Umizumi en Dora de Explorer wel onmiddellijk door hadden). Uit voorzichtigheid hebben we besloten rond 7 uur (h?) te ontbijten.
Voor, tijdens en na het ontbijt wordt het "safari-gevoel" sterker en sterker.
Eerst, voor het ontbijt, is er een gebrul dat ons wakker maakt. Naast de lodge waar we slapen is een rivier: de Limpopo (voor meer details verwijs ik volgaarne naar Wikipedia ... ik zou dat ook moeten doen voor meer details). In de Limpopo zitten crocodillen en nijlpaarden. De crocodillen zijn stil maar de nijlpaarden maken kabaal ... Ik neem aan dat men Nijlpaarden hier Limpopopaarden noemt want de Nijl is hier duizenden kilometer vandaan. Hun gebrul / gegeeuw maakt ons dus wakker ,maar gelukkig zijn ze op veilige afstand en hun lawaai creeert een "safarigevoel" ... dus zijn we er gelukkig mee.
Tijdens het ontbijt is er een vrijpostige aap (ik denk een baviaan maar ik ben niet zeker want we hebben Ruben niet bij ons) ingehuurd om ons een "safarigevoel" te geven. We kunnen ons eten echter voor hem vrijwaren en dat is dus ook OK.
Na het ontbijt (= de 780 km lange verbindingsetappe naar Maun) zijn er allerlei wilde dieren (wilde paarden, wilde ezels, wilde struisvogels, wilde geiten, wilde koeien, enz.) om ons een safarigevoel te geven. Over de struisvogels kunnen we het niet makkelijk eens worden. Zijn het nu struisvogels of emoes? We beslissen dat we zullen voortgaan op hun voorkomen. Zien ze er struis uit dan zeggen we dat het een struisvogel is en zien ze er xxxx uit dan gaan we ze xxxx noemen. Een goede beslissing waar iedereen in de auto kan mee leven.
De weg is zeer goed. Kaarsrecht met hier en daar een flauwe bocht. In uitstekende staat, een paar potholes niet te na gesproken. We rijden dan ook gemiddeld 120 km per uur en zouden sneller rijden mochten we geen schrik hebben van de boetes en van overstekend wild (zie voor de definitie van "wild" hierboven) en mocht onze Duster wat meer PK hebben,
Eens we in Maun toekomen is de eerste indruk maar zo en zo. Overal zijn lodges dicht op mekaar gepakt ... het ziet er allemaal nogal commercieel uit. Ik hoop dat de 19 km die we buiten Maun zitten een heel verschil zullen maken .... en dat is inderdaad het geval. Thamakalane River Resort is een absolute aanrader. Een groot terrein aan de Thamakalane River met chalets en tenten (voor wie het "net echt" wil), een prachtige lokatie voor het restaurant en kleine aparte terrasjes met 1 of 2 tafeltjes die allemaal uitzicht geven op de zonsondergang boven de rivier (ik probeer later wel een foto te sturen) en een frisse pint. Wat kan men meer wensen? ... en toch krijgen we meer. Terwijl we van ons biertje en van de zonsondergang aan het genieten zijn komt een dame ons vragen of we niet meewillen op de boot van haar echtgenoot. De dame blijkt de eigenares van het resort te zijn en ze was net met haar echtgenoot en haar kinderen op de rivier waar ze een aantal olifanten zagen. Ze willen hun vreugde met ons delen en bieden ons (gratis) een mini-cruise tot aan de olifanten aan. We gaan graag op de uitnodiging in en haar echtgenoot toont ons de olifanten en brengt ons ook in de nabijheid van een viertal Thamalakane-paarden (die is voor de aandachtige lezers). Deze dieren komen regelmatig grazen op het terras van de resort wat waarschijnlijk de eigenaars een grasmachine bespaart. Ik vind de echtgenoot een sympatieke kerel ... ook al omdat hij me op een biertje trakteert. Hij vertelt dat zijn (Europese) ouders hier een resort begonnen zijn en dat zijn echtgenote en kinderen hier permanent wonen terwijl hij zich ergens in de Kalahari onledig houdt met mining naar diamanten.
Tevreden met ons klein uitstapje gaan we na een half uurtje weer aan wal en schuiven onze voetjes onder tafel voor een lekker etentje (ik neem een lokaal gerecht van "shredded beef" (iets stoverijachtigs) met "pappa" (iets polenta-achtigs) terwijl Gertrude het op kip met champignons in een Marascino saus houdt)
Al met al een zeer geslaagd einde aan deze lange dag met veel rijden.
Morgen gaat het met een klein vliegtuigje richting Pom Pom Resort in het midden van de Okavango Delta. Ik hoop op Pom Pom girls maar vrees dat ik me zal moeten tevreden stellen met allerlei ander wild gedoe.
Eerste twee delen van de heenreis
Met een beetje vertraging uit Brussel vertrokken maar dat was niet erg want we hadden in Frankfurt meer dan tijd genoeg. Na een Frankfurter worstje (mij aangeraden door een Filipijnse (of zo) madam die me ook zei dat ik er bier moest bij drinken) en wat lezen in kranten van allerlei pluimage is het tijd om de Egyptair vlucht naar Caïro te nemen.
De eerste indruk is niet overweldigend. Het vliegtuig is "niet splinternieuw", het in-flight entertainment systeem is "rudimentair" maar wat het meest verontrust is dat, na het uitleggen van de evacuatieprocedure, een schietgebedje door de piloot of zijn deputy door het vliegtuig gestuurd wordt (dat veronderstellen we toch want het is in het Arabisch en het enige woord dat we menen te herkennen is "Allah"). Dit doet me denken aan het "Gebed voor de reiziger" dat Garuda (de nationale luchtvaartmaatschappij van Indonesië) zijn passagiers ter beschikking stelt op het laatste blad van de brochure in iedere zetel.
Dit alles was niet erg geruststellend maar al met al viel de vlucht goed mee.
Het is wel juist dat Walter De Buck's betoog dat "koevoet beter is dan bouilli" op deze vlucht bevestigd werd maar die "bouilli" (door de steward discreet "beef" genoemd) was, in ieder geval beter dan het alternatieve "fish" (die was, voortgaande op de geur, waarschijnlijk nog door een farao op een vrije namiddag gevangen) dus geen gemor in de rangen.
Het is ook wel juist dat de keuze van drank zich beperkte tot water, Coca Cola of Sprite light maar als men daarmee niet kan leven moet men ticketten van Westerse luchtvaartvaartmaatschpijen willen betalen i.p.v. met frequent flyer miles de grote Jan te willen uithangen.
De volledige alcohol abstinentie zet zich ook door in de lounge van Caïro airport maar zo erg is dat ook weer niet. Onze familiearts zal er blij mee zijn en er is WiFi waardoor ik mijn rapport van de dag kan doorsturen.
Tot schrijfs