Naar Hermanus ten Oosten van Kaapstad
Vandaag is het tijd voor een laatste echte excursie. De bestemming is Hermanus, een van de weinige plaatsen waar men (mits wat geluk) geen zeemansbenen moet hebben om walvissen te zien rondzwemmen. Vooraleer we ons "walvis-spotten-talenten" kunnen testen hebben we echter nog wat wijn te proeven ... misschien helpt dit wel bij het spotten.
Eerst komt Oak Valley aan de beurt. Dit wijnhuis is me aangeraden door Iben van het reis agentschap. De ligging van het wijngoed midden een zeer bosrijke omgeving is schitterend. De wijnen zijn OK zonder een speciale vermelding te verdienen. We hebben al betere zaken voorgeschoteld gekregen. Bovendien heeft iedere wijn de geur van versgebakken brood en spek en omeletten en dat is niet onlogisch aangezien we de wijnen proeven in de ontbijtruimte van een soort welness centrum waar .... vers brood gebakken wordt en waar omeletten met spek geserveerd worden.
De tweede wijngaard is interessanter ... ook al omdat de eigenaars rasechte Oost-Duinkerkenaars zijn die hier een paar jaar geleden met hun tenten en hun wijnstokken zijn neergestreken. We hebben een aangenaam gesprek met de eigenaars / wijnmaker en proeven een aantal van hun wijnen waarbij de Sauvignon Blanc en de Shyraz ons als meest memorabel bijblijven.
Na het verplichte nummertje wijnproeven gaan we walvis-spotten in Hermanus, een klein uurtje verder Oostwaarts. We laten de auto op de parking van een strand aan de ene kant van Hermanus achter en doen een klif-wandeling richting Centrum Hermanus. We hebben onze pick-nick mee en tijdens het verorberen van die pick-nick zien we inderdaad een paar walvissen (het kan ook dezelfde walvis zijn,die zich onder water verplaatst om ons te misleiden en een grotere fooi op te strijken). De wandeling langs de rotsachtige kust is zeer mooi en regelmatig zien we een walvis aan de oppervlakte komen om wat te bekomen van zijn duikexploten. Het gekende "National Geographic prentje" met een duikende walvis waarvan men enkel nog de staart ziet, kunnen we hier niet schieten omdat de walvissen zo dicht bij de kust zwemmen. Zouden ze duiken zoals ze doen voor National Geographic dan zouden ze zeker met hun kop tegen de (rotsachtige) bodem botsen. Om dit te doen worden ze door de lokale middenstand zeker niet voldoende betaald. De walvissen zijn echter wel bereid tot zeer dicht bij de kust te komen. Op een bepaald moment zijn er twee op minder dan 50 meter van ons verwijderd. Een spectaculair zicht ook zonder de Nat Geo acrobatieën. Na een pint om ons geslaagd walvis-spotten te vieren nemen we een taxi terug naar de parking waar onze auto staat te wachten.
We rijden langs de kustweg terug richting Kaapstad. Die weg is iets minder spectaculair dan de Chapman's drive van gisteren, maar is toch een mooi alternatief voor de snelweg die in het binnenland blijft.
Thuisgekomen is het tijd om de valies netjes te ordenen want morgen moeten we vroeg vertrekken om, terwijl het nog niet te warm is, de beklimming van de Lion's Head te doen. De eigenares van het B&B heeft gevraagd onze kamer te ontruimen zodat de kamer kan klaargemaakt worden voor de volgende gasten.
Nu is het tijd om te slapen want morgen is het vroeg dag.
Het schiereiland ten Zuiden van Kaapstad
Zoals de weerman beloofd had staat vanmorgen in een helder blauwe hemel een schitterend zonnetje te stralen. We hebben vandaag in de eerste wijngaard afgesproken om 10 uur en zijn dus niet echt "in a hurry". Dat kunnen we trouwens niet zijn want het ontbijt begint maar om 8 uur (= vrij laat in vergelijking met het gemiddelde van deze reis) maar een goede voorbereiding voor thuis waar ik het ontbijt ook maar rond die tijd geserveerd "krijg". We besluiten ook de eitjes, de worstjes en het spek achterwege te laten. We doen dit niet alleen om beter voorbereid te zijn op de thuiskomst, maar ook omdat een maand op hotel ons gewicht dermate zou kunnen opgedreven hebben dat we niet meer op het vliegtuig toegelaten worden tenzij we een extra stoel betalen.
Rond 8:30 vertrekken we richting Constantia, de duidelijk zeer welstellende voorstad van Kaapstad. Alhoewel het niet zichtbaar is omwille van de stevig uitziende omheiningen ben ik ervan overtuigd dat de hondenhokken in deze buurt minstens even groot en waarschijnlijk beter ingericht zijn dan sommige huisjes in de townships. Om 9:00 uur draaien we al de oprit van Eagle's Nest op. Ik hoop dat we nu al kunnen beginnen met de proeverij, maar dat is wat te optimistisch. Dus moeten we ons tot 10 uur bezig houden met een klein wandelingetje in de bossen van Constantia. Om 10:00 kan dan het echte werk beginnen. We krijgen voor 50 ZAR (= 3.5 Euro) 5 wijnen voorgeschoteld waarvan vooral de Shiraz een plaatsje in ons geheugen verdient.
Daarna gaat het van Eagle's Nest naar Steenberg. Dit is niet alleen een wijngoed maar ook een golfclub. De eigenaar van Steenberg is ook de eigenaar van Graham Beck en de man moet duidelijk niet vrezen dan hij van honger zal sterven. Alles ziet er hier prachtig uit. We zijn hier geïntroduceerd door Peter de Leeuw van Kaapse Wijnen en dat laat zich direct voelen. We krijgen eerst een glas MCC (Methode Classique Champenoise) dat we tijdens een korte rondleiding in de tuinen (vanwaar het zicht op het hoofdgebouw prachtig is) en in de kelders kunnen ledigen. Daarna worden we geïnstalleerd in het salon van de proefruimte. De glazen wand van het salon wordt weggeschoven (vanwaar het zicht op de tuinen prachtig is). De eigenlijke proeverij kan nu beginnen met twee andere MCC's (1 met 100% Chadonnay en 1 met 100% Pinot Noir). Daarna krijgen we twee Sauvignon Blancs, dan een Chardonnay en een Rose om af te sluiten met 4 rode wijnen (een Merlot, een Syrah, een Nebiolo en een blend van Merlot, Cabernet Sauvignon en Syrah genaamd Catharina). Het bezoek aan Steenberg was zeker de moeite en we besluiten eens terug in België een flesje of twee hiervan te kopen.
Na Steenberg gaat het verder naar het Zuiden richting Kaap De Goede Hoop. De zichten op de Indische Oceaan aan onze linker zijde worden steeds spectaculairder zeker eens we in het Nationaal Park binnen gereden zijn. In de reisgids staat dat men vanaf de vuurtoren op Kaap de Goede Hoop zo ver kan kijken als het oog reikt ... en dat blijkt waar te zijn ... net zoals het altijd het geval is. Ik heb nog nooit verder kunnen kijken dan het oog reikt. Enfin, het zal wel goed bedoeld zijn... en men kan hier inderdaad zeer ver kijken (Antartica heb ik wel niet gezien maar wel aan de rechter zijde de Atlantische Oceaan en aan de linker zijde de Indische Oceaan ... beide een paar honderd meter onder ons. Technisch gezien is de scheiding tussen de Indische en de Atlantische Oceaan maar aan het meest Zuidelijke punt van het continent (= Kaap Agulhas) maar voor de gemakkelijkheid gaan we de scheiding een paar km naar het Westen opschuiven. Van Kaap De Goede Hoop gaat het dan weer Noordwaarts, maar deze keer met de Atlantische Oceaan aan onze linkerkant. De kust is hier, zo mogelijk, ruwer en nog spectaculairder. Zeker in de buurt van de Chapman's Peak en Chapman's Drive (een 10-tal km tolweg in de stijl van de 17 miles drive in Monterey). De zon komt lager en lager te staan waardoor het effect op het water en op de bergen (hier staan de 12 apostelen nog recht wat niet kan gezegd worden van hun collega's in de buurt van Melbourne) erg mooi wordt.
We besluiten in Camps Bay (op een paar km van onze B&B) te eten onder begeleiding van de ondergaande zon. We nemen natuurlijk vis maar ik mispak me en beetje aan de benaming Baby Klipfish. Zo baby is het beest absoluut niet. Voor een "post war bayboomer" zoals mij is iets op ons bord laten liggen echter een absolute no-no en de baby klipfish gaan dus gans (met uitzondering van de graten) achter de kiezen. Om de vertering vlotjes te laten verlopen moet ik het beest nog wel besprenkelen met een pintje in onze B&B.
Zo komt een einde aan alweer een mooie dag en kunnen we ons weer verheugen op morgen.
Van Paarl naar Kaapstad (via een paar wijngaarden)
We vertrekken rond 9 uur uit het hotel in Paarl. Het weer is veel beter dan gisteren. Het lijkt er zelfs op alsof de zon vandaag een kans maakt het van de wolken te kunnen winnen.
We moeten om 10 uur op onze eerste wijnproefafspraak zijn maar de GPS loodst ons zo goed dat we een kwartiertje te vroeg bij Altydgedacht (= dit is de naam van het wijngoed) toekomen. Dat is geen probleem en we krijgen direct onze eerste Sauvignon Blanc voorgeschoteld. Dit wijngoed is erg verschillend van de meeste die we al bezocht hebben. Meestal stralen wijnhuizen (ongeacht in welk land of wereldeel ze zich bevinden) een niet geringe graad van rijkdom uit. Altydgedacht wijkt af van die norm. De ruimte voor de proeverij is aftands, de fermentatietanks, de bottelarij en de kelders zijn verspreid over een aantal stallen / schuren ... maar de wijnen die ze maken zijn ieder jaar goed voor een aantal gouden medailles. Slechts 20% van hun druiven (waarschijnljk de 20 beste % als men voortgaat op het aantal medailles) worden ingezet in de productie van hun eigen wijnen. De rest wordt verkocht aan andere wijnhuizen omdat de investering die zou nodig zijn om al hun druiven zelf tot wijn om te toveren te groot zou zijn.
Van de wijnen die we mogen proeven steken de "The Ollo", de Pinotage, de Merlot en de Barbera boven hun collega's uit. De prijzen zijn zeer schappelijk zeker nu de ZAR zo laag staat.
Van Altydgedacht rijden we naar De Grendel. Het contrast tussen de twee kan niet groter zijn. Vooraleer een vriendelijke maar kordate dame de slagboom opent verifieert ze eerst onze geloofsbrieven. Een 2 km lange oprijlaan, afgezoomd met bomen, brengt ons tot aan een groot gebouw dat de proefruimte, een aantal bureaus en een restaurant huisvest. De ene kant van het gebouw is volledig uit glas om het best mogelijke uitzicht op de Tafelberg te waarborgen. In de proefruimte lopen een aantal dames rond die het proeven in goede banen leiden. Een van hen moet een afstandsbediening voor de wolken hebben, want nog voor we onze derde wijn proeven trekken de wolken boven de Tafelberg langzaam weg en laat de Tafelberg zich in volle glorie zien. Er zijn zoals steeds een aantal OK wijnen bij en ook een aantal zeer lekkere (De Koetshuis Sauvignon Blanc en de Syrah zitten bij deze laatste categorie en hebben nog een redelijk prijskaartje). Andere wijnen zijn ofwel niet speciaal of wel speciaal maar niet zo speciaal dat ze hun prijskaartje justifieren.
We eten bij De Grendel nog een kaasschotel met aangepaste wijn en gaan de Tafelberg nog eens van een andere hoek (Bloubergstrand) bekijken, vooraleer we naar onze B&B in Oranjezicht (= in Kaapstad zelf, tegen de helling van de Tafelberg aan) opzoeken.
We hebben ondertussen ons plan om ofwel de Tafelberg of de Lion's Head deze namiddag te beklimmen afgelast. De voornaamste reden (excuus) is dat er nog wat wolken boven de bergen hangen. Een andere reden is dat we nog steeds bezig zijn met de afvoer van het melkzuur dat we in onze benen opgestapeld hebben tijdens de afdaling in de Fish River Canyon.
In plaats van de beklimming van een berg doen we de afdaling van de B&B naar het Waterfront waar bars en restaurants de normale havenactiviteiten aan het verdringen zijn. De innerlijke mens moet toch ook zo nu en dan eens iets hebben. De atmosfeer aan het Waterfront is vergelijkbaar met Fisherman's Wharf in San Fransisco of Darling Harbor in Sydney. Het is hier gezellig toeven met veel volk, hier en daar wat life muziek, een Ferris wheel en een quasi permanent zicht op de Tafelberg.
Na het eten nemen we een taxi terug naar het B&B. De chauffeur is een Kongolees van de Kasai streek die hier al 4 jaar woont. Hij zegt dat het hier niet makkelijk is voor hem, omdat hij, zoals alle andere buitenlanders die hier van alle delen van Afrika toestromen niet met open armen ontvangen worden. Op een of andere manier klinkt dit vertrouwd in de oren.
Morgen staat een rit doorheen het schiereiland ten Zuiden van Kaapstad op het menu ... en wonder boven wonder, ook daar zijn een paar wijngaarden waarvan we er 2 willen bezoeken.
We houden jullie op de hoogte.
Paarl, Stellenbosch en Franschhoek
Het heeft deze nacht geregend maar tegen dat we opstaan regent het niet meer. Er hangen wel duistere wolken rond de toppen van de bergen wat de omgeving jammer genoeg minder mooi maakt. De zon doet wel nu en dan haar best,maar het komt niet verder dan schuchtere pogingen en we trekken dan maar van 's ochtens vroeg op wijnproeverij.
Het eerste wijngoed op onze lijst is Fairview en wel om 9 uur. Er lijkt verwarring te bestaan over onze komst. Suzanne van Fairview, waarmee ik gecorrespondeerd heb, zegt dat ze nooit een definitieve bevestiging gekregen heeft ('s avonds, terug in het hotel, waar ik "een soort" Internet verbinding heb, kan ik voor mezelf bewijzen dat ik wel een bevestigingsmail gestuurd had). Dat staat echter niet in de weg van een komplete degustatie met 8 wijnen (en 8 bijhorende kazen, waarvoor we, na het uitgebreide ontbijt van een half uur geleden, beleefd passen). Het is een goede zaak dat we hier zo vroeg zijn, want rond 10 uur komen de busjes (vanuit Kaapstad?) aan. Fairview is een populaire bestemming, omdat ze naast wijn ook kaas maken en men de boerderij kan bezoeken. De meeste wijnen zijn lekker en vooral de Nurok (wit) en de Syrah Jakhalsfontein (rood) zijn zeer lekker. Gedetailleerde proefnotities zijn beschikbaar op aanvraag.
Onze tweede bestemming is Glen Carlou. Daar is men wel op de hoogte van onze komst. Men had ons wel een kwartiertje eerder verwacht, maar we hebben al een kwartiertje vertraging opgelopen in Fairview. Glen Carlou is kleiner dan Fairview en men voelt dit. De wijnmaker komt zelf opdraven om ons de kelder en de fermentatietanks te tonen. Op basis van onze gesprekken zegt hij dan de persoon in de proefruimte welke flessen (6) hij moet openen. De meeste wijnen zijn wijnen, die ik nog niet in Belgie geproefd heb. Dat is een goede zaak. Vooral de Quartz Stone Chardonnay (275 ZAR) en de Gravel Quarry Cabernet Sauvignon (375 ZAR) zijn zeer lekker en vallen voor die kwaliteit qua prijs nog goed mee. Jammer dat we hier niet kunnen kopen en het voordeel van de wisselkoers kunnen verzilveren. Nu verzilvert de importeur de gunstige wisselkoers.
Onze derde bestemming is Rust en Vrede. Ook daar is men van onze komst op de hoogte ... ook als die ondertussen 30 min vroeger verwacht was. Hier krijgen we 4 rode Estate wijnen voorgeschoteld. Vooral de Merlot (omwille van zijn zachte elegantie) en de Estate 2012 (een mengeling van Cab. Sav., Syrah en Merlot, omwille van zijn kracht) vallen in de smaak. Die laatste kost wel al 390 ZAR (ongeveer 28 Euro). Ondanks de goede wisselkoers voor Belgie nog niet exorbitant maar in de Zuid Afrikaanse context makkelijk duur te noemen.
Na het wijnproeven gaan we naar Stellenbosch om het stadje wat te verkennen en om een kleinigheid te eten. Die kleinigheid (een toast met wat kip voor mij en met hesp voor Gertrude) is buiten alle verwachting enorm groot waardoor we het grootste deel van de namiddag lopen te verteren. Stellenbosch is een levendig stadje met een universiteit (en bijhorende studenten die voor een levendige atmosfeer zorgen) met een aantal mooie gebouwen in de "Dorpsstraat" maar er meer dan een uurtje rond lopen lijkt "des gutes zu viel".
Van Stellebosch rijden we naar Franschhoek. Onderweg zien we een aantal zeer mooie wijngaarden. Hier is de wijnbouw een paar honderd jaar geleden ontstaan door Fransen (= Hugenoten) die wijnstokken van Frankrijk naar hier, hun nieuwe vaderland, meenamen. Franschhoek heeft net zoals Stellenbosch een aantal mooie huizen geconcentreerd in een of twee straten. Langer dan een uurtje zouden we hier toch niet spenderen ... misschien ook omdat het weer maar zo en zo is. We zijn dat niet meer gewoon, het is rond half zes en rijden dus terug naar ons hotel.
's Avonds willen we naar een restaurant in Paarl. Gertrude zit nog altijd met de "poepers" sinds onze doortocht door het lokale Soweto en we spenderen dus een dik uur aan het zoeken van de GPS coordinaten van een goed restaurant met veel vis op de kaart (= licht verteerbaar) dat open is. We willen de GPS coordinaten omdat "de madam" ons dan feilloos van het hotel naar het restaurant kan brengen. Op die manier lopen we geen risico in het donker door "Little Soweto" te moeten. Nadat dit allemaal uiteindelijk gelukt is zegt de receptioniste van ons hotel dat ze transport van en naar het hotel kan regelen. Ik zeg dat het OK is omdat de lieve vrede me 300 ZAR waard is ook al is dit de prijs van twee flessen wijn in het restaurant waar we gaan eten (het eten en de wijn waren lekker ... en licht verteerbaar).
Nu ga ik onder de dekens (alleen een laken voldoet hier voor het moment niet) om goed voorbereid te zijn op de proeverijen van morgen en mogelijks op een klimmetje op de Tafelberg of de Lion's Head maar dit plan lijkt zeer ambitieus en bovendien niet zo interressant als het weer niet goed is. Klefferen willen we alleen doen als het mooie zichten / foto's oplevert. Wijnproeven kan zelfs in barslechte weersomstandigheden.
Naar Kaapstad
Vandaag is een (lange) overbruggingsetappe. We leggen de laatste km in Namibia af (geloof het of niet, op asfalt) en daarna gaan we op de snelweg een 700 tal km richting Kaapstad. De snelweg is eigenlijk maar een tweevaks weg maar er is nagenoeg geen verkeer en we kunnen de hele tijd 120 km per uur rijden... tenzij er wegwerkzaamheden zijn. Op die plaatsen wordt op een vak gewerkt en het overblijvende vak wordt alternerend voor de twee richtingen opengezet. Men moet gewoon 10 minuten wachten vooraleer toegelaten te worden op het beschikbare vak. Tijdens die 10 minuten staan hooguit een tiental auto's te wachten. Dit geeft een idee van de "drukte" op de wegen hier (rond Brussel of Antwerpen zou een 10 minuten oponthoud voor een monsterfile zorgen).
Voor het eerst op deze reis hebben we geen blauwe hemel. Tijdens de eerste helft van het traject is de zon nog grotendeels van de partij maar naarmate we Kaapstad naderen worden de wolken donkerder en donkerder. Op een bepaald moment miezert het zelfs een heel klein beetje, maar niet genoeg om de ruitenwissers aan te zetten. Het wordt ook duidelijk koeler. Alles in lijn met de weersvoorspellingen. Het lijkt erop dat onze laatste paar dagen minder zonnig en warm zullen zijn dan wat we tot hier toe gehad hebben. Ook niets aan te doen. We hebben echter een goed alternatief = wijn proeven. Twee of drie wijngaarden per dag zijn vastgelegd. Daar zullen we ons op concentreren.
Net voor we op onze bestemming toekomen krijgen we nog een staaltje van een GPS anomalie voorgeschoteld. We herkennen allerlei straatnamen uit de beschrijving van het reisbureau maar de GPS "Madam" stuurt ons rechtdoor en dan rechts en dan links en dan weer rechts en dan terug ... enfin, het doet er niet toe hoe dikwijls we links en rechts gaan. Wat er wel toe doet is dat we in het Soweto van Paarl belanden. Dit keer is het wel een bidonville gemaakt van bidons. Allerlei onguur uitziende figuren (we zijn niet van plan te checken of ze ook daadwerkelijk onguur zijn) lijken tamelijk verbaasd een white boy (en girl) hier te zien. Ik kijk strak voor mij uit en ben bijna even blij als Gertrude (en die is zeer blij) op het einde van de straat een grotere straat te zien die ons quasi rechstreeks en zonder verdere fratsen van ons madam naar het hotel brengt. Ons hotel is deze keer een Spa resort. We hebben "jammer genoeg" te veel wijngaarden te bezoeken om van de faciliteiten gebruik te kunnen maken. Onze dijspieren schreeuwen nochtans om een deugddoende massage. Die afdaling in de Fish Canyon heeft haar sporen nagelaten maar hopelijk kunnen we morgen weer op een min of meer normale manier uit de auto kruipen of min of meer vlot een trapje afstappen. In afwachting denk ik dat we vooral gaan genieten van de bar, het restaurant en de wijnlijst van het hotel.
Van de Fish naar de Orange River
We hebben de nacht overleefd ofwel omdat de tent de nodige bescherming geboden heeft ofwel omdat de paarden te lui waren om ons aan te vallen. Gertrude heeft nochtans een hele tijd lichtjes van oogjes in het duister gezien. Ik heb die niet gezien ... omdat ik langs de andere kant van de tent lag of omdat ik al na 2 minuten in dromenland vertoefde ... waar geen oplichtende oogjes zijn. Volgens Paul waren dit genets (= wilde katten, dus familie van de luipaarden) .
We zijn beiden, om uiteenlopende redenen, vroeg wakker en kunnen het aantal sterren zien teruglopen van miljarden over miljoenen over duizenden tot niets meer als de zon boven de horizon verschijnt. Dan is het sowieso tijd om op staan.
Na een uitgebreid ontbijt krijgen we een Afrikaanse massage = 2 uur in de jeep om terug uit de canyon tevoorschijn te komen. Een massage kunnen onze dijspieren na de steile afdaling van gisteren goed gebruiken maar de massage die we krijgen is erg algemeen en doet weinig aan de stramheid van onze dijen die zich al serieus laat voelen.
Terug in de lodge is mijn eerste bekommernis mijn band. Er was blijkbaar weer een (weliswaar kleine) perforatie in het loopvlak en die is nu gerepareerd. Ik ben erg tevreden dat ik erop aangedrongen heb de band in een waterbad onder te dompelen. Hierdoor heeft men het lek nauwkeurig kunnen lokaliseren en heeft men de piste van het lekkende ventiel verlaten.
Ik vraag de rekening maar men zegt me dat het OK is. Repareren van lekke banden als deel van de overnachtingsprijs dat zegt iets over de toestand van de weg, zou ik zo denken.
We vatten de terugweg aan. Met de 1.5 uur voor 19 km toegangsweg tot de lodge zijn we nog trager dan in de heenreis maar nu hebben we zelfs geen mini lek (toch niet tot nu, 8 uur later). Eens op de openbare weg is het opnieuw iets beter gesteld met de weg ... we zouden kunnen op een gemiddelde snelheid van 60 of misschien zelfs 70 mikken ... maar ik durf niet.
Plots staat er (onaangekondigd) water op de weg... een bizar zicht in het midden van de woestijn. Het blijkt de Fish River te zijn waar normaal zo weinig water in staat dat men beslist heeft op de kosten van een brug te besparen. Ik stap uit en probeer met een stok te peilen hoe diep het water op de diepste plek is. Paul heeft me verzekerd dat er geen krokodillen in de Fish River zitten dus dat zou OK moeten zijn. Ik vind geen plaats die dieper is dan 25 cm dus beslis ik dat we het erop wagen. Gertrude's advies is net iets minder positief maar door gebrek aan alternatieven (we hebben de hele dag nog niemand gezien) wagen we het erop ... en met succes.
De natuur is weer wondermooi, zij het met een heel ander soort bergen dan in de streek van de Fish Canyon. De bergen hier zijn weer echte bergen en geen "tafelbergen" die ontstaan zijn door erosie van een hoogvlakte. De natuur is hier in het grensgebied tussen Zuid Afrika en Namibië, waar de Oranje Rivier heer en meester is, ongelooflijk woest en in schril contrast met de paar tientallen km asfalt die we tot aan de Oranje rivier voorgeschoteld krijgen.
Aan een afslag stoten we op een gesloten slagboom. We moeten een aantal documenten invullen en dan vraagt een politieman of we wapens of een groot mes of diamanten hebben. We zeggen neen, maar hij begint de hele auto te doorzoeken. Hij doorzoekt alles erg grondig. Hij kijkt niet alleen onder de zetels en in het handschoenkastje, maar ook in het rugzakje waarin onze portefeuilles in zitten. Hij kijkt zelfs in de portefeuilles en hij kijkt zelfs in Gertrude's portefeuille in het vakje van het klein geld. Hij zegt dat hij op zoek is naar diamanten, maar ik heb de indruk dat hij op zoek is naar geld. Tot tweemaal toe opent hij de geldbuideltjes die we normaal altijd op ons dragen maar die nu, uitzonderlijk, in het rugzakje zitten en "bol staan" van de Euro's die we daar als reserve hebben. De man is duidelijk erg nerveus en ik word het ook. Ik heb de indruk dat hij iets van plan is,maar dat we beiden zo intens op zijn vingers staan te kijken dat hij niet durft zijn slag te slaan. Dan heeft hij een andere manier om ons te couilloneren gevonden. Achteraan in de auto ligt een, in bubble foam verpakt, beeldhouwwerkje dat we in Johannesburg kochten. Hij vraagt wat dit is en wanneer ik zeg dat het een stenen beeldje is zegt hij dat steen niet toegelaten is. Ik interpreteer dit als: tenzij ge me geld geeft neem ik u dit beeldje af. Ik ben niet van plan me zo maar te laten doen en zeg hem dat ik hem het beeldje zal tonen als hij mij een schaar of een mes geeft. Dat interesseert hem niet en dus wandelt hij weg. Ondertussen is de hele bemanning van de post naar onze auto gekomen. Ik denk dat ze allemaal vinden dat hier iets raars aan de hand is. Een van hen geeft me uiteindelijk een mes waarmee ik het pakje kan open snijden. Als ze zien wat de "stone" die "not allowed" was volgens hun collega in werkelijkheid is,beginnen ze allemaal te lachen. De politieman kan daardoor niets anders doen dan te zeggen dat het OK is en dat we door mogen. Incident gesloten maar toch een kantje van Afrika dat we nog niet gezien hadden.
Hierdoor en door de slechte weg is het uiteindelijk over zessen vooaleer we in de buurt van Norotshama River Resort toekomen. De buurt is niet te missen, want plots komt men in een groene vallei. Zo ver men kan zien staan hier miljoenen druivelaars aangeplant. Een of andere Oost-Europeaan is daar jaren geleden mee begonnen en exporteert nu 2.5 miljoen kisten druiven naar heel de wereld. Dit is goed voor hem en voor de 20'000 mensen die hij hiervoor tewerkstelt ook, maar ik heb toch mijn bedenkingen. Zo is er de bidonville (hier niet gemaakt van bidons maar van riet) en het zeer rudimentaire transport van de werknemers. We zien mensen van de wijngaarden naar huis gebracht worden in vrachtwagens. Deze transporten zijn best te vergelijken met dierentransporten. We kunnen onmogelijk tellen hoeveel mensen op een vrachtwagen staan maar tussen de 50 en 70 zal zeker geen overdrijving zijn. De mensen staan op de vrachtwagens omdat ze er zo veel meer op krijgen en vallen zullen ze wel niet want want ze staan opeen gepakt als sardienen. Enfin, aan iedere medaille zijn twee kanten en de mensen zien er allemaal tevreden uit ... ze zwaaien toch vrolijk als de vrachtwagens ons voorbijsteeken.
Het resort zelf is zeer mooi gelegen aan de rivier. We nemen een deugddoende douche, drinken een frisse pint en eten een lekkere steak (in mijn geval een T bone van 500 g) met wijn van het huis Norotshama. De man maakt dus ook wijn van zijn druiven... een duizendpoot.
Nu nog snel dit verhaaltje afmaken en dan morgen vroeg alles doorsturen zodat we de lange rit naar Kaapstad kunnen aanvangen in de wetenschap dat uw correspondent in Zuidelijk Afrika zijn werk gedaan heeft.
Een dag en een nacht in de canyon
Ik heb goed geslapen maar ben om 6 uur wakker. De wind is gedurende de nacht gaan liggen maar het is vroeg erg licht in onze kamer, ik denk aan mijn (ten derde male) lekke band en misschien ben ik ook wel wat excited in het voorruitzicht de derde diepste canyon ter wereld af te dalen. Gertrude heeft voor het ogenblik nog geen last van excitement ... dat komt waarschijnlijk nog. We lummelen wat rond, vertrekken om 10 uur met een jeep naar het punt vanwaar een pad naar beneden loopt. Het weer is zeer goed, een helder blauwe hemel en nog niet al te warm omdat er een zacht briesje staat. We passeren een kampeerplaats die een paar jaar geleden opgegeven werd omdat het daar dikwijls zo erg waaide dat het kamperen niet echt een pretje meer was. Om 10:15 komen we aan het viewpoint vanwaar de afdaling begint. Het moet gezegd worden, de afdaling ziet er voor iedere leek (Gertrude en mij in dit geval want Paul, onze gids doet dit zo gemiddeld 1x per week) niet van de poes uit. Ik dacht dat de afdaling vergelijkbaar met de afdaling van de Grand Canyon (= een gewoon bergpadje) zou zijn ... wel dit is niet het geval. Hier is het letterlijk afdalen van een klif in de diepte. De gemiddelde hellingsgraad schat ik op 70 of 80 ° met overbruggingen van de ene naar de volgende rots die regelmatig (om niet te zeggen bijna altijd) het gebruik van het achterwerk vragen. Zo dalen we een honderdtal meter vooraleer het dalingspercentage wat redelijker wordt. We zijn trots / verwonderd dat "we" dit zonder enig gejammer doorkomen. Wat hier redelijk genoemd wordt is nog steeds erg respectabel en dan, na een klein uurtje, komen we bij de "Jelly Leg" aan. Dit is een "wandeling" door wat soms een bergriviertje (met watervallen en alles wat men zich daarbij kan voorstellen) is. Nu is er enkel een droge bedding met grote rotsblokken waarover men moet kruipen. Van die niveauverschillen trekt water zich niet veel aan ... maar wij wel.
Paul zegt na 2 uur dat we goed gevorderd zijn en dat het tijd wordt om aan de lunch te denken. We krijgen twee opties voorgeschoteld: ofwel een ietwat kortere weg via een vlakke plek maar zonder enige schaduw of een ietwat langere weg via een (andere) rivierbedding waar de gids een boom weet staan. De toenemende temperaturen vertienvoudigen de snelheid van ons beslissingsproces en we kiezen unaniem voor de ietwat langere maar lommerrijke (1 boom) weg. Na de lunch gaat het nog een tweetal uur door. Er is werkelijk nergens een spoortje schaduw te bespeuren en we zijn dan ook erg blij de bestemming in het vizier te krijgen. De bestemming is de erg rotsachtige canyon van de Fish River waar een beetje water in staat. Het water lijkt stilstaand maar misschien is er toch enige bijdrage (zelfs nu, in het droge seizoen) van de Fish River aan de Orange River (verder Zuidelijk). De kookploeg is reeds ter plaatse en vergast ons op twee zeteltjes in de schaduw van de rotsen, op elk een frisse pint en op het gefluit van een paar vogeltjes. We hebben ook nog wat chips over vanuit ons lunchpakket en ons rest dus alleen nog de vraag wat we nog meer zouden wensen om perfect gelukkig te zijn. We blijven het antwoord schuldig.
Na een siesta in onze tent besluiten we de Fish River wat van naderbij te bekijken. We weten niet of we willen pootjebaden of zwemmen en houden het dus op zitten in het water. We kunnen eigenlijk niet gemakkelijk in het water stappen en we durven ook niet duiken, ik omdat ik niet zeker ben dat het diep genoeg is en Gertrude omdat ze haar haar niet wil nat maken.
We zitten dus een halfuurtje met onze onderste helften in het water en laten de honderden vissen onze welgevormde tenen bewonderen. Gelukkig / spijtig zijn het niet van die eelt-etende visjes die zich aan onze eksterogen en andere ongewenste uitstulpingen zouden tegoed doen.
Na deze afkoeling van onze onderste helften is het tijd voor een thee met wat versnaperingen en een nieuw biertje voor de liefhebber. Dit geldt als inleiding op de maaltijd waar de chef niet al te druk mee bezig geweest is (omdat het meeste reeds klaargemaakt is).
Naast onze tafel wordt een vuurtje gestookt. De heersende temperaturen vereisen dit niet echt maar het staat zo in het draaiboek dus zo zal het gebeuren. Van de tafel naar de tent wordt de weg gemarkeerd door kaarsen in een bruine papierzak (een zeer goed idee want de kaarsen blijven branden en de zak begint niet te branden). De fles met een lekkere (en op onze aanvraag gekoelde) Pinotage wordt aangeboord. We krijgen eerst een groenten quiche en daarna, als hoofdgerecht, springbok filet met een pepersaus. Het dessert is "iets" overgoten met vanillesaus. Alles bij mekaar een vijfsterren menu onder een miljoenen sterren firmament. De hemel is hier echt hemels met zeeeeeeeeer veeeeeeeeel sterren en een reep Milky Way er als toemaatje bovenop. Kortom onze vroegere vraag wat we nog meer nodig hebben om perfect gelukkig te zijn blijft onbeantwoord .... misschien is dit iets om ongelukkig over te zijn!?
(Een beetje) moe maar (heel erg) tevreden kruipen we in ons tentje om dit verslag te schrijven en om dan lekker te slapen. Liefst van al zou ik onder de sterren slapen maar het feit dat hier een paar luipaarden ronddwalen zorgt ervoor dat de sterren opgeofferd worden aan de veiligheid van een tentje.
Hopelijk krijgen jullie dit bericht ook als mocht blijken dat de tent niet de bescherming bood die we ervan verwachtten.
Van Namtib Farm Resort naar de Fish River Canyon
Vandaag rijden we naar de Fish Canyon. We verlaten langzamerhand de bergen die we gisteren zagen om op een hoogvlakte te eindigen. De uitzichten zijn nog mooi maar minder spectaculair dan wat we gisteren zagen. In Aus, een "dorpje" op het kruispunt van een aantal wegen (waarvan een, de B4, zelfs in asfalt gelegd is) willen we ons nijpend cash tekort een oplossing geven. Dat is echter gemakkelijker gedacht dan gedaan. De ATM machine blijkt namelijk zonder geld te zitten en we kunnen maar 100 Namibische dollars krijgen ... daarmee (7 €) zullen we niet ver springen dus vragen we aan de dame (?) van het benzine station / de supermarkt / de garage en de bank of het niet wat meer kan. Drie kwartier later komt er iemand die meer geld in de machine steekt waardoor we onze benzinetank en onze portefeuille weer kunnen vullen. Het voelt goed ... en of het bij onze terugkeer in Belgenland nog goed zal voelen zullen we dan wel gewaar worden.
Van Aus gaat het dan naar Guateb ... op de B4 ... wat voelt het goed weer eens 120 (of mag het ook wat meer zijn) te rijden zonder door elkaar geschud te worden en zonder constant lawaai rond zich te hebben. De pret kan echter niet blijven duren en na een 100 tal km moeten we weer op een gravel weg. Het lijkt erop dat de machine hier nog niet zo lang geleden gepasseerd is en dus dat valt allemaal nog wel mee tot we de weg naar de Fish River Lodge moeten inslaan. Een eerste probleem is de juiste weg vinden. De pijlen naar de lodge zijn wat verwarrend, maar dan komt het tweede probleem: de weg is van bij de start slecht ... echt slecht ... nog slechter dan enige weg die we hier al gezien hebben. Met onze slechte band-ervaringen in gedachten rijden we aan 10 km / uur over de weg. Dat geeft Gertrude veel tijd om het prachtige landschap dat zich voor onze ogen ontvouwt te bewonderen. Alhoewel ... Gertrude kan maar moeilijk lyrisch worden, omdat ze mijn raad om Zen te blijven bij de staat van de weg en de banden iets te letterlijk opneemt en ik moet 99% van de tijd mijn ogen op de weg gefixeerd houden om te vermijden dat we hier midden deze 20 km en 1 uur durende rit een platte tube zouden krijgen door een of andere slecht ingeschatte steen. Iedere keer dat ik kijk (1% van 1 uur is toch nog 36 seconden) is het landschap prachtig. De Fish River Canyon zou na de Grand Canyon en de Copper Canyon in Mexico (nog nooit van gehoord) de derde diepste canyon van de wereld zijn. Het uitzicht herinnert inderdaad aan de Grand Canyon. Een hoogvlakt waarin plots een (zeer) diepe inkerving zit. In die inkerving gaan we morgen afdalen om overmorgen, als alles snor zit, weer tevoorschijn te komen.
Uiteindelijk, na 20 km Afrikaanse massage en zorgvuldig sturen over de verraderlijke scherpe punten van de rotsblokken waarover / waartussen we moeten sturen, komen we aan bij de lodge. De plaats is ongelooflijk met een restaurant / bar / lobby met een glazen wand die rechtstreeks uitgeeft op de canyon. Ieder chalet staat op minder dan 10 m van de klif en geeft een fenomenaal uitzicht op de canyon. Erg, erg mooi ... voor foto's een adres.
Als ik de valies uit de koffer ga halen is er echter minder goed nieuws .... Het blijkt dat de linker achterband het begeven heeft. Deze keer is de band nog niet volledig plat maar toch serieus leeggelopen. Het manneke ( = bosmanneke in dit geval) dat me met de valiezen ging helpen zegt dat ze hier een tyre repair shop hebben (ik ben duidelijk niet de enige die met bandenproblemen te kampen heb, maar misschien wel diegene die het meeste bandenproblemen al gehad heeft). De band wordt eraf gehaald en "a la guerre comme a la guerre" getest op lekken = door er water te laten overlopen omdat ze geen groot genoeg recipient hebben om de hele band in onder te dompelen. Deze keer lijkt het erop alsof het ventiel lekt. Ik zeg het bosmanneke dat we de auto morgen niet nodig hebben en dat hij dus de hele dag kan testen of de band nog lekt nadat hij het ventiel verder aangespannen heeft.
Na het lekkere dinner, met een gepersonaliseerde service van onze gids voor morgen, drinken we nog een pint en kruipen onder de lakens met de begeleiding van het gehuil van de wind die deze namiddag komen opsteken is. De gebouwen hier zijn duidelijk niet op de huidige (niet ongewone?!) windkracht voorzien, want alles (ramen, gordijnen, dak) flappert in het rond maar geen probleem ... we hebben oorstopjes gekregen waardoor we het allemaal niet meer horen.