Van Kermanshah naar Shushtar
Gisterenavond zijn we weer met een briefje van Abdullah naar een restaurant getrokken en wel doorvoed en een hele 12 Euro lichter teruggekeerd. We zijn het stilletjes aan gewoon geworden gezouten yoghurt te drinken bij ons eten alhoewel we er nog steeds rotsvast van overtuigd zijn dat een glas wijn of bier onnoemelijk veel beter zou zijn. Enfin we zullen met een lever van een pasgeboren baby naar België terugkeren en dat is ook iets waard.
Vanmorgen is het Internet onnoemelijk traag. Ik probeer alle truken van de foor (althans de foor die ik ken) maar niets helpt. Op de receptie weet men mij te vertellen dat er iets fout is met hun server. Misschien is mijn onophoudelijk proberen om De Standaard, De Redactie, Het Belang van Limburg te bereiken de server zuur opgebroken.
Na het ontbijt gaan we op weg naar Shushtar. Khoram Abad is de eerste en enige stop in de 400 km verbindingsrit van Kermanshah naar Shushtar. Khoram Abad wordt een nachtmerrie om de auto geparkeerd te krijgen. Ten einde raad besluit Abdullah op een plaats te parkeren waar parkeren niet toegelaten is, maar hij lost dit op door eens met een soldaat die ook voor de zekerheid in de straat instaat te gaan praten. Abdullah’s babbeltje lost dus twee problemen op: we kunnen parkeren en we zijn er “zeker” van dat er niet zal ingebroken worden.
Khoram Abad is beroemd door zijn kasteel gebouwd op een rots boven de stad. Het eerste kasteel werd door de Sassaniden in de 3de eeuw AD als verdediging van de toegangsroute naar hun koninkrijk gebouwd. Nadien werd het oorspronkelijke kasteel meerdere malen herbouwd en uitgebreid. Het bouwwerk kreeg zijn huidige vorm onder de Qasar (18de eeuw) en diende tot voor de recente omvorming tot museum als gevangenis.
Vooraleer een bezoek te brengen aan het kasteel eten we onze picknick in de tuin aan de voet van de rots op. De gezouten yoghurt begint te smaken. Na het bezoek moeten we nog een 250 km verder tot in Shushtar. Gelukkig is de ganse weg via een autostrade. Deze autostrade wordt uitgebaat door een privé firma en men ziet het aan de kwaliteit van het wegdek … en aan de tol die “we” moeten betalen. De 3 USD zijn verwaarloosbaar naar Europese normen maar niet te versmaden voor een simpele Iraniër die minder dan 200 USD per maand verdient. Dankzij de goede autostrade en dankzij het feit dat we vandaag van ruim 1500 m boven de zeespiegel naar bijna de zeespiegel afdalen bereiken we in iets meer dan 2 uur Shushtar. De omgeving is zeer mooi met woeste kloven die het steeds droger wordend landschap doorklieven. Wij rijden dan wel bergafwaards maar het kwik daarentegen stijgt onverdroten van midden de 20° naar boven de 40° C. Dat wordt hier puffen vanavond en morgen. Gelukkig gaan we na Shushtar naar Shiraz en dat is weer 1500 m boven de zeespiegel en waarschijnlijk dus aangenamer qua temperatuur … en hopelijk ook qua hotel. De eerste indruk van het hotel is niet schitterend en de tweede en de derde en de n-de ook niet. We zullen het wel uitzitten … misschien zelfs letterlijk want het bed is keihard. De vorige bedden waren ook al niet zacht maar dit bed klopt al de anderen moeiteloos. Maar enfin, we gaan niet klagen … het is wat het is en veel alternatieven zijn niet beschikbaar. Er is WiFi (niet op de kamer maar in de receptie dus niet voor Gertrude want dan zou ze haar hoofddoek moeten blijven aanhouden en na een dag wil ze daar toch voor een uurtje van af) en dat is ook al iets. Ik probeer weer De Standaard en al zijn lotgenoten, maar het werkt niet. Ten einde raad probeer ik Joepie en jawel dat werkt. Joepie wordt duidelijk niet subversief beschouwd en om een onbekende reden kan ik via Joepie naar De Morgen, waardoor ik kan te weten komen dat Crevits het onderwijs een zwaar beroep vindt, dat Ivan De Witte eens met Wilmots gaat spreken over het niet selecteren van een speler van AA Gent voor de Rode Duivels, dat Gwendolyn Rutten vindt dat beide ouders de 15 weken ouderschapsverlof moeten kunnen opnemen, waarom we die stoute vakbond nog eens gaan missen en dat men een varkenskop voor het bureau van Angela Merkel gedeponeerd heeft. We kunnen ook inloggen op de website van de Jupiler League (men heeft hier niet door dat daar alcohol in zit) en zullen dus te weten komen of Brugge kampioen is.
De avond wordt afgesloten in restaurant Mostowfi … een echte aanrader want heerlijk gegeten en prachtig gelegen in een gerestaureerd herenhuis naast de ruines van het paleis van Shushtar. Het hele diner voor ons drieën (pruimen stoverij van kalfsvlees, zoet zure stoverij van lam en gefrituurde kip met daarbij alle drank waaronder 3 flesjes Chateau de la Pompe van 2016, 1 fles van 1 l Chateau du Yaouhourt ook van het gezegende jaar 2016 en nog een paar varianten van pickels en rijst) kost ons (fooi inbegrepen) 800’000 Rial of 21 Euro. Als het zo verder gaat zullen we de hele reis kunnen afmaken zonder in financiële miserie te geraken.
Kermanshah
De eerste nacht in Hotel Jamshit in Kermanshah valt mee en het ontbijt ook. Er is inderdaad jam en van het tweede deel van de naam is er niets te bespeuren … dus dat valt goed mee. Als we Abdullah ontmoeten blijkt dat hij de plannen voor de dag omgegooid heeft. Kermanshah is volgens hem een uit de voegen gegroeid dorp (wel van 1.5 miljoen inwoners) met een belangrijke attractie: een paar bas reliefs in de rotswand gehakt. Het oorspronkelijke plan was de dag te vullen met het bezoek aan deze bas reliefs en de bazaar. Dat was een beetje mager en Abdullah heeft daarom bedacht dat het beter was een grot een tweetal uur rijden ten Noorden van Kermanshah te bezoeken.
Zo gezegd, zo gedaan en onderweg zien we erg mooie natuur (dit wordt ook geholpen door het steeds maar beter wordend weer). We bevinden ons al geruime tijd op ongeveer 2000 m hoogte (wat het killetjes maakt als de zon niet schijnt maar lekker fris als de zon wel schijnt) met bergen van 3 à 4000 m hoogte rond ons. Op alle toppen ligt nog heel wat sneeuw. Of die er nog ligt tijdens het midden van de zomer weet ik niet zeker. Onderweg zien we veel schapen en geiten in grote en kleine kuddes. Die lopen nog dartel rond maar er zijn er ook die minder gelukkig zijn. De minder gelukkige hebben hun kop verloren en hangen aan een rek waar ze vakkundig versneden worden. Ik heb zo een vermoeden dat Ben Weyts hier niet akkoord zou mee gaan maar hier is de toegang tot het Internet nog slechter dan in het hotel waardoor ik het niet kan checken.
Het bezoek aan de Quri Qaleh grot is OK. Er hangen stalagtieten en er staan stalagmieten zoals in vrijwel alle grotten ter wereld maar het zijn de mensen in en aan de grot die de ervaring speciaal maken. Een hondertal meter in de grot is een klein stalletje waar men (video) CD’s kan kopen en waar muziek gespeeld wordt. Een groep jongens en meisjes vinden dit voldoende aanleiding om een rondedans te starten en algauw wordt ik gepromoveerd van neutrale fotograaf tot “enthousiaste” mededanser. Ik wordt behendig tussen twee jongens geloodst waardoor vleselijk contact vermeden wordt, maar moet meedansen tot wanneer zij ook een beetje moe geworden zijn. De tocht door de grot wordt verder gekruid door mensen die vragen waar we vandaan komen, wat we van Iran denken en door het poseren voor de vele foto’s die ze van ons samen met hen willen. Ik vraag me af op welke websites we uiteindelijk nog gaan belanden.
Na de grot rijden we nog wat verder naar het Noorden (richting de provincie Kurdestan). De natuur blijft mooi, de mensen blijven even enthousiast over onze aanwezigheid maar dragen steeds kleurrijker kleren. Misschien heeft dit wel te maken met het feit dat het vrijdag (= zondag) is en dus een vrije dag voor allen waardoor iedereen (in familieverband) op picknick lijkt te trekken. De meesten lijken echte “pro picknickers” met een tentje, een BBQ, een theestel, een tapijt (of tapijten als ze echt met velen zijn), enz.
Wij zijn veel minder geëquipeerd maar kunnen toch ook van de geneugten van een picknick genieten door wat plat brood en kebab te gaan kopen en het te verorberen op een dekentje dat in de koffer van onze gids ligt.
Het einde van de volledig gereorganiseerde dag is het het enige ware hoogtepunt van Kermanshah. De Sassaniede bas reliefs van de 3de tot 7de eeuw quasi rechtover ons hotel zijn vrij goed bewaard en getuigen van de laatste stuiptrekkingen van Zoroastrisme als staatsgodsdienst. Nadien is de Islam gekomen om tot de dag van vandaag de plak te zwaaien.
Weer worden we verschillende keren gevraagd waar we vandaan komen maar de meest spectaculaire vraag komt van een Islamitische wacht. Hij vraagt of hij op de foto met mij mag samen met zijn vriend. Ik zeg ja maar al spoedig blijkt dat ik hem niet goed begrepen heb. Hij zal waarschijnlijk vrienden (ipv vriend) gezegd hebben, want hij lijkt de helft van zijn bataljon op de foto te willen.. Het hele gedoe levert een interessante discussie met onze gids over het leger en de islamistische wachten op. Als je daarin geïnteresseerd bent, kunnen we er later eens een boompje over opzetten. Ondertussen zal ik proberen online te blijven. Na De Standaard is nu ook De Redactie onbereikbaar geworden. Ik probeer op de hoogte te blijven van wat in Belgie gebeurt, maar alles wat zweemt naar kranten en nieuwsberichtgeving lijkt problematisch. Zelfs Het Belang van Limburg (?!?!) lijkt gevaarlijk beschouwd te worden. Ik hoop dat mijn verslag van de zwarte lijst blijft.
Van Hamadan naar Kermanshah
De eerste tussenstop vandaag is Kangavar, een klein stadje op de weg van Hamadan naar Kermanshah. Daar staat de Anahita tempel, een vuurtempel van het Zoroastrisme. Het Zoroastrisme is samen met het Judaisme een van de eerste monotheïstische godsdiensten. Zoroaster riep zo’n 3000 jaar geleden Ahura Mazda uit als de enige god van de schepping. De 4 elementen van deze godsdienst waren aarde, lucht, water en vuur (waar hebben we dit nog gehoord ??) en in de vuurtempel hielden de priesters een eeuwig brandend vuur in stand (daar kan de Olympische vlam nog iets van leren). Van de zigguratstructuur (vergelijkbaar met een pyramide … ik ken ook het verschil niet, maar vermoed dat pyramides meer begraafplaatsen waren en ziggurats meer tempels zijn) is niet veel meer te zien omdat de tand des tijds en de tanden van de verschillende invallers serieus aan het gebouw geknabbeld hebben. Het bouwwerk met zijn basis van 210 op 240 m moet echter erg impressionant geweest zijn als men afgaat op de sokkels en de kolommen die er nog staan.
Van Kanvagar gaat het naar Bistoon. Daar heeft Darius een indrukwekkend bas relief nagelaten. Darius de Grote staat er afgebeeld met zijn voet op de borst van de leider van een opstand. De opstandeling heft zijn armen op in een smeekbede om zijn leven gespaard te zien. De geschiedenis leert ons echter dat hij ofwel niet luid genoeg gesmeekt heeft of dat Darius niet goed hoorde want er is nadien van hem (en van de 9 andere mede-opstandelingen die ook op het bas relief afgebeeld staan) niets meer gehoord. Iets voorbij het bas relief bekijken we de ruïnes van een karavanserai. Veel meer dan restanten van funderingen is er niet te zien. Dit is echter voldoende om te begrijpen hoe zo’n karavanserai werkte met plaatsen voor de kamelen en publieke verblijven voor arme en privé kamers voor rijke handelaars. 100 m verder staat een volledig gerestaureerde karavanserai (minder oud dan de eerste maar toch ook een 400 jaar oud). Deze karavanserai is nu een (zo lijkt het toch) mooi hotel. We mogen niet binnen tenzij we ingang betalen of iets drinken … maar dat drinken moet dan gebeuren in een klein kamertje van waaruit men niets ziet. Dat doet ons besluiten een thee te drinken in het theehuis / winkel juist naast de eerste karavanserai. We vlijen ons neer (alhoewel vlijen een vleiende manier van beschrijven is hoe we ons neerzetten) op tapijten op de grond. Na de thee is het rechtkrabbelen ook al niet elegant te noemen, maar we geraken in verticale positie en dat is wat telt.
Van Bistoon gaat het dan naar Kermanshah waar we na het inchecken in ons hotel een wandelingetje in the nabije park doen. Vanuit iedere auto, vanop ieder terrasje, vanachter ieder eetstalletje worden we gevraagd vanwaar we komen, wat we denken van Iran, of België beter is dan Iran, enz. Daarnaast worden we ook verschillende malen gevraagd met hen op de foto te staan. Nog een paar weken hier rondlopen en we verwachten dat een rode loper voor ons uitgerold wordt wanneer we in Zaventem landen.
Vanavond eten we zonder onze gids. Hij laat ons echter niet achter zonder op een papiertje op te schrijven wat we in het restaurant moeten bestellen. Dat briefje komt goed van pas want zodra we het restaurant van onze keuze binnenstappen wordt ons (in het Engels) “No English” gezegd. Ik haal echter met grote zwier het papiertje van onze gids boven en minder dan 10 minuten later zitten we yoghurt te drinken, rijst en een plat pizzastijl brood, een soort kalfsstoverij en een lamskebab ter grote van 4 hamburgers met nog een vijftal lamsribbetjes te smullen. Dit festijn kost ons 560’000 Rial (15 Euro is minder impressionant) fooi inbegrepen!!
Hamadan, de hoofdstad van de Meden .... lang geleden
Vannacht heb ik (en door mij ook Gertrude) niet zo goed geslapen. Rond 04:00 ben ik beginnen hoesten en heb ik moeten vaststellen dat de verkoudheid waar ik al een klein weekje mee kampte in de volgende versnelling geschakeld heeft. Ik zal het hierbij houden anders moet ik allerlei kleurgradaties beginnen beschrijven en daar zijn jullie, mijn waarde lezers, waarschijnlijk niet in geïnteresseerd. Het enige wat ik over kleur in het algemeen, dus niets met mijn verkoudheid te maken, wel wil zeggen is dat ik deze morgen, zonder veel na te denken, een rood polootje aangetrokken heb. Onmiddellijk bij het betreden van de ontbijtzaal kon ik me zeer goed inleven in het lot van een veelkleurige vogelschrik in het midden van een bende kraaien. Gelukkig zetten de kraaien hun ontbijt na een korte onderbreking verder waardoor ik me mans genoeg voelde om ook mijn ontbijt te gaan vergaren.
Na het ontbijt staat een bezoek aan Hamadan op het schema en ere wie ere toekomt beginnen we met een bezoek aan de ruïnes van Hegmataneh waar het paleis van Diaoko rond 700 BC gebouwd werd. Diaoko was de koning van de Meden. Zijn rijk liep ten einde op het moment dat Darius (zijn kleinzoon, by the way, en koning van de Perzen) hem vermoordde. Veel blijft er niet meer te bewonderen van het paleis maar de plaats is en blijft de plaats waar de wetten van Meden en Perzen (althans in de zomer als het te heet was in Persepolis) geschreven werden en dus niet om mee te spotten.
Na de Hegmataneh ruines komt de bazaar aan de beurt. Dit is een zeer grote bazaar met derhalve zeer veel bazaar (kleren, tapijten, schoenen, machines, schroefjes en boutjes, groenten, vlees, enz, enz). We worden voortdurend bekeken (en niet alleen omdat ik een rood polootje aan heb) en ook voortdurend aangesproken door mensen die willen tonen dat ze kunnen Engels praten (Hello!, Where are you from? Welcome!, enz.). Bovendien willen mensen regelmatig met ons op de foto … zolang er maar niet een lid van het vrouwelijke geslacht naast mij staat of een vertegenwoordiger van het mannelijke geslacht naast Gertrude staat. We krijgen bij een van de stalletjes ook allerlei vruchten (aardbeien, witte braambessen die veel zoeter zijn dan de rood/zwarte soort) en zelfs groenten die een kruising tussen selder en venkel lijken te zijn. We debatteren nog, nu ik hier de blog zit te schrijven, wat we daarmee gaan doen. Niet aannemen zou onbeleefd geweest zijn, iets wegsmijten is tegen ons geloof en als dusdanig opeten zal niet lukken want er zitten een soort doornen op. We houden ons beschikbaar voor suggesties.
Net buiten de bazaar kopen we een broodje gevuld met gefrituurde gehaktballetjes (falafel of zoiets). Normaal ligt er ook tomaat en salade tussen maar daarvoor passen we uit veiligheidsoverwegingen. Ook zonder de groenten is het spul lekker en met een banaan later in de namiddag zullen we (tot het avondmaal) van de hongerdood gespaard blijven, dat hopen we toch. Onder het eten leren we ook alles over “torof” de typische Iraanse beleefdheid waarbij men nooit onmiddellijk zijn gedacht mag zeggen. Ik zal uw broodje betalen, neen dank u, toch ik betaal graag, neen echt niet ik kan heus wel zelf betalen, allé … laat mij betalen ik heb het geld al in mijn hand, neen, ik heb ook mijn portefeuille al in mijn hand, enz., enz.
Uiteindelijk is het broodje betaald geraakt en gaan we naar de graftombe van Avicenna. Zijn naam was veel gecompliceerder dan dat ,maar we willen het niet moeilijker maken dan het al is. Hij werd geboren in Bokhara in Uzbekistan, hij heeft het grootste deel van zijn leven rondgereisd door gans het Perzische rijk, was wereldberoemd (zelfs tot in Europa) als arts, botanist, filosoof, poëet, wiskundige, musicoloog, enz en stierf in Hamadan waardoor zijn graftombe hier staat en Hamadan kan claimen dat het hun zoon is.
Vandaar gaat het naar de laatste etappe (voor het avondeten) van de dag en dat zijn de rotsinscripties en watervallen van Ganjanameh. Deze spijkerschrift inscripties werden tot aan de ontcijfering van het cijferschrift geïnterpreteerd als aanwijzingen om een schat te vinden. De waarheid die later aan het licht kwam was dat het alleen maar een beschrijving was van hoe groot Ahura Mazda (niet een auto model maar wel de God van de Zoroasters) was en hoe de Godheid op de voet gevolgd werd door Darius de Grote en Xerxes de Grote , de opdrachtgevers van de inscripties (beiden niet zonder reden de Grote genoemd).
Om hiervan te bekomen gaan we een thee drinken in een theehuis langs de waterval. Langs de wanden van het langwerpige gebouw staan ijzeren “bedden” met ieder hoofdeinde tegen het voeteinde van het volgende “bed”. Op de “bedden” liggen tapijten en daarop kan men in kleermakerszit hurken. Daaraan wagen wij ons niet want we willen nog in één stuk terug aan de auto (en bij extensie in Teheran binnen 23 dagen) geraken. Onze gids bestelt zich een waterpijp als we beloven het niet aan zijn moeder te vertellen. Hij vertelt ons nu ook (is dit een verder bewijs van zijn vertrouwen of zit er meer dan wat tabak in zijn pijp???) dat hij thuis wijn brouwt (hij woont in Shiraz dus dat is een goede start). Van zoveel openhartigheid staan we paf. Misschien moeten we opletten en is hij van de SAVAK (of zijn post Islamitische opvolger VEVAK … zo is het Google te vinden) en probeert hij te weten te komen of wij afgevaardigden zijn van die duivelse heersers van het Westen. We zoeken het verder uit en houden jullie op de hoogte.
In het hotel aangekomen stel ik vast dat ik niet naar de website van De Standaard kan surfen. Bij de receptie bevestigt men mij dat het hier inderdaad om “filtering” gaat. Censuur zou een ander woord kunnen zijn. Zou de VEVAK al toegeslagen hebben? Als ik vraag waarom ik het subversieve gedachtegoed van De Standaard in Teheran wel kon raadplegen en hier in Hamadan niet wordt me gezegd dat ze daar misschien een VPN hadden. Mij zegt dit weinig maar ik geeft het toch maar mee omdat er onder het lezerspubliek mensen zitten die veel IT vaardiger zijn dan mij. Gelukkig is Reis Mee veel minder toxisch voor het regime dan de Standaard en kan ik mijn blog nog posten tenzij ik nog zwaardere straffen opgelegd krijg ?!?
In de hoop dat dit niet gebeurt gaan we op zoek naar een restaurant waarvan onze gids weet dat het er goed is. De restaurant vinden is eenvoudiger dan een parkeerplaats en als we die dan toch vinden in de buurt van het restaurant blijkt het restaurant nog niet open. Het is al na 8 uur maar men is de vloer nog aan het schrobben. Onze gids gaat bij een aantal mensen te rade maar lijkt na een gesprek met een taxibestuurder vastbesloten. We weten waar we naartoe willen en beginnen te stappen want nu de auto een plaatsje heeft willen we dit niet meer afstaan. Onderweg passeren we een bakkerij waar men een plat soort brood (à la 3 pizzabodems naast elkaar) aan de lopende band in een oven, waarin keitjes liggen, bakt. We mogen van de bakker foto’s nemen en krijgen als toemaatje een brood mee. Goed tegen de honger die zou kunnen toeslaan op weg naar “ons” restaurant. We eten zeer lekker (een lams kebab, een gebakken kip en een vegetarische schotel met de bijhorende obligate yoghurt en yoghurt drinks, rijst (deze keer met gedroogde veenbesjes ertussen) drinks en platte broden (maar niet zo lekker als van onze keitjes bakker)) voor 15 Euro (waarin een 25% fooi al ingebrepen zit). Jammer dat we morgen al weer verder trekken maar ik ben er zeker van dat onze volgende stop, Kermanshah, ook veel moois en lekkers in petto heeft.
Van Teheran naar Hamedan
Ondanks het feit dat het 09:00 uur is vooraleer de wekker van zijn oren begint te maken, voelt het vroeg aan. Geen gezaag echter, wie op reis wil gaan moet er ook de mindere kanten bij nemen. De ontbijtzaal is nog goed gevuld als we toekomen maar het is ongebruikelijk stil. Het feit dat minstens de helft van de aanwezigen doofstom blijkt te zijn, zou wel eens de verklaring kunnen zijn. Het ontbijt zelf lijkt een mengeling van gewone zaken (een eitje, koetjeskaas, cakes, fruitsap, koffie en thee) en minder gebruikelijke zaken (aan de lopende band gebakken plat brood, gepickelde groenten en (kippe)worsten in een gepickelde tomatensaus, een exotische yoghurt en allerlei zoete tot hypermierezoete koekjes).
Na het ontbijt ontmoeten we Abdulah opnieuw. Het is een vriendelijke man die maar al te graag over van alles en nog wat zijn opinie geeft (dat is echt interessant) maar die duidelijk voor meer dan één brug blijft haperen. Dit is goed om ons geduld te oefenen (we moeten stoppen met het raden van de woorden die hij wil zeggen,want vroeg of laat komt hij er wel uit en bovendien lopen we het risico dat hij, net op het moment dat hij klaar was voor zijn woord, nu probeert ons woord te herhalen wat weer een oponthoud in het betoog betekent).
Rond 10:30 vertrekken we richting Hamedan na eerst 300 Euro uitgewisseld te hebben. We hebben in het wisselkantoor een fantastische deal uit de brand kunnen slepen, want we hebben niet minder dan 11 miljoen 650 duizend rials voor onze 300 Euro teruggekregen. Goed, he?
Een paar kilometer buiten Teheran stoppen we voor de eerste keer. We bezoeken de laatste rustplaats van de Grote Leider Ayatollah Khomeini. Dit is een groot complex met een aantal minaretten met gouden daken, koepels met turkooizen decoraties, honderden immense (Perzische!!!!) tapijten en centraal de eenvoudige grafsteen van de Grote Religieuze Leider.
Het geheel is smaakvol ingericht maar ik ga niet proberen een foto van het interieur bij te voegen. Ik heb vorig jaar voldoende geprobeerd foto’s in mijn blog op de iPad te krijgen om me er nu niet meer aan te wagen. Wie de foto’s wil zien zal eens ten huize van Peeengee moeten langskomen.
Verder moet ik ook nog melden dat ik tot celebrity gepromoveerd ben. Bij ontstentenis aan beter uitziende buitenlanders ben ik aangesproken door TVMIK (= het TV station van het mausoleum van Imam Khomeini) een interview. Ik moest uitleggen wie ik was (nog ben), waar ik vandaan kwam, wat mijn plannen waren, wat ik van het mausoleum vond, enz. Wie geïnteresseerd in meer detail kan die altijd vinden op TVMIK
Nadien trekken we naar Hamedan. Dit gaat over zeer goede wegen (2 of 3 vaks autostrades) al dient gezegd te worden dat de signalisatie iets minder goed / duidelijk is …. tenminste als we afgaan of het aantal keer dat onze chauffeur / gids op zijn sporen moet terugkeren. Tweemaal gebeurt dit zelfs in regelrechte spookrijdersstijl (een keer zelfs over een paar honderd meter). Dit kruidt de trip een beetje extra, doet me begrijpen waarom onze chauffeur / gids liever heeft dat we ook achteraan veiligheidsgordels dragen en is de perfecte verklaring voor de meer dan 20’000 verkeersdoden in Iran per jaar.
In Hamedan gaan we, na in het hotel ingecheckt te hebben, nog eens het park rechtover het hotel bezoeken. In dat park staat de graftombe van Babataher, een poëet van de elfde eeuw. Op de wanden van het gebouw staan een aantal van zijn gedichten gebeiteld. Die Farsi kalligrafie ziet er erg sierlijk uit en de ritmiek van de gedichten is ook zeer mooi (kunnen we oordelen na de voorleessessie van onze gids en nog meer na het luisteren naar een man die plots uit het niets de versen begint te zingen)
Het slot van een geslaagde eerste dag is een etentje met onze gids in een lokaal restaurant. We leggen ons lot in de handen van onze gids en laten hem alles bestellen. We krijgen een salade met een roze vinaigrette, een pot yoghurt, twee glazen drinkyoghurt (= 10 dosissen Yakult), 2 lamkebabs van bijna een halve meter lang en 10 cm breed, een gestoofde lamsnek, twee kommen rijst, een kommetje gepickelde groenten en twee gepickelde reuze lookknollen. Dit alles kost ons wel 1.5 miljoen …. Rials maar ja, zoals al eerder gezegd: men moetber iets voor over hebben. Met veel goede wil en de gewaardeerde hulp van de gids krijgen we bijna alles naar binnen gewerkt. Gelukkig kunnen we onze tijd nemen om alles te verorberen omdat andere restaurantbezoekers ons komen vragen waar we vandaan komen, welke taal we spreken, enz. Wij krijgen te horen dat ze hier zijn om de pensionering van de vader te vieren en mogen van hun dessert mee eten. Een flinke besparing op onze rekening maar als dit hier zo voortgaat zal het verlies in gewicht door het niet nuttigen van alcohol meer dan gecompenseerd worden door een toename in gewicht door de massale hoeveelheden eten.
We zullen nu maar in ons bedje kruipen zodat de vertering kan starten.
Van Blanden naar Teheran
Van Blanden naar Teheran
Hier zitten we dan in de lounge van SN Brussels na een vrij vlotte transfer van onze voordeur naar de lounge. Ja, men kan wat foeteren op de niet werkende roltrap die het ondergrondse treinstation met de begane grond verbindt of op de relatieve chaos aan de check-in balies of op de 4 verdiepingen die men per trap moet beklimmen om op het vertrekniveau te geraken, maar al bij al valt het allemaal mee en het fileleed op de Geldenaaksebaan bleek achteraf (zonder reden) de grootste bron van ergernis van dit eerste stukje van de reis.
Als de rest van de trip onder dit niveau van ergernis blijft kunnen we niet klagen.
Over de vlucht naar Istambul kunnen we al niet klagen: vertrokken met maar een klein beetje vertraging komen we min of meer op tijd in Istambul toe … niet dat een uur of zelfs een paar uur vertraging een probleem zou betekenen. We hebben hier sowieso een paar uur vooraleer we naar Teheran kunnen doorvliegen. Gelukkig heeft Schering Plough en daarna Merck me zoveel in een vliegtuig doen zitten dat ik nu nog steeds een Gold card van de Star Alliance groep heb waardoor we in de lounge binnengelaten worden. Dit maakt het wachten veel aangenamer en biedt een laatste mogelijkheid om onze levers nog met een dosis alcohol op te zadelen. De uitgebreide keuze snacks, kaas, fruit enz geldt daarbij als het perfecte excuus.
Ook de vlucht naar Teheran verloopt min of meer vlekkeloos. Nog een filmpje uit het uitgebreide assortiment van het flight entertainment systeem meepikken en Klaar is Kees. Kees is wel nog niet helemaal klaar met het vliegtuig aan de grond (01:40) want we moeten nog door de immigratie. In de rij staan we achter “Onze man in Teheran” te wachten. Misschien hebben jullie deze reeks op Canvas over het leven van een Nederlander getrouwd met een Iraanse famile in Iran wel gezien. De man lijkt erg bereid een gesprekje aan te gaan over Teheran, Iran en … België en wat daar zoal gebeurt tegenwoordig. Tijdens de immigratieprocedure probeert de beambte ons wat elementair Farsi bij te brenge. Iets in de zin van “slalom” is waarschijnlijk goedenavond of zo. We proberen zijn begroeting niet al te enthousiast te herhalen uit vrees voor Israëlis gezien te worden … met alle gevolgen van dien. Nu moeten we nog onze valies recupereren. Die komt er uiteindelijk tegen 2:15 door.
Abdulah onze gids staat ons zoals afgesproken op te wachten. HIj vindt het niet erg dat het al een kot in de nacht is … zegt hij althans (want hij is gisteren met de auto van Shiraz (zo’n 900 km van Teheran) gekomen. Teheran blijkt ook wel een eindje van de luchthaven te liggen. We rijden er een uurtje op … en dan is dat nog rijden zonder te praten als Abdulah. De brave borst blijkt namelijk regelmatig “voor de brug te blijven staan”. Vooral “s klanken” zijn een probleem maar dat schrikt Abdulah niet af over de shah, zijn geboortestad Shiraz, de temperatuur in summer enz te spreken. Zijn Engels is behoorlijk alleen bij tijden met de inlassing van wat extra adempauzes.
Uiteindelijk geraken we rond 04:00 in bed. Het is een erg hard bed en we hebben alleen een laken over ons maar we zijn moe genoeg om dat allemaal niet erg te vinden. We zetten de wekker op 9 uur en hopen dat Iran even klaar is voor ons als wij voor Iran.
Voorspel
Plots dringt het tot mij door dat we maar een paar dagen meer thuis zijn vooraleer we weer op pad trekken. Misschien komt de gedachte vrij plots voor ons omdat de vorige “grote reis” maar half october 2015 eindigde terwijl de editie 2016 reeds begin mei van start gaat. De verrassing kan echter ook veroorzaakt zijn door het drukke leven waaraan gepensioneerden onderhevig zijn of misschien zijn het gewoon de eerste tekenen van Alzheimer. Het doet er allemaal niet toe, we vertrekken binnen een paar dagen (9 mei) en deze keer is de reisbestemming Iran.
De meesten onder jullie hebben ons vroeger al wel bezig gehoord over Iran en zijn dus al een beetje aan de gedachte gewoon geraakt. Voor anderen is het misschien wel een verrassing want Iran is (nog steeds) geen “gewone” bestemming. Nochtans heeft het land, als men de reisgidsen en de mensen, die er al geweest zijn mag geloven, heel wat te bieden. We zullen het allemaal eens gaan uitzoeken en jullie via onze blog op de hoogte houden.
De echte reiskoorts, met als voornaamste symptoom bergen kleren op een vrijstaand bed, is nog niet toegeslagen maar dat zal in de komende dagen wel moeten gebeuren. Gertrude heeft zich, met het oog op de, naar onze normen erg zedige kledijvoorschriften die in Iran geeist worden, een aantal lichte sjaals en blouses en broeken aangeschaft. Voor mij ligt het allemaal iets eenvoudiger alhoewel er ook voor mij geen polo’s, T-shirts of shorts zullen mee moeten.
De luchthaven van Zaventem lijkt, na de terroristische aanslag van 22 maart, op het voor ons juiste moment weer op bijna volle toeren te draaien. Dat zou dus moeten snor zitten. Tenzij de terroristen er weer anders over beslissen heeft Turkish Airlines echter geen enkel excuus om ons niet ongeschonden via Istambul naar Teheran te brengen (en een kleine maand later omgekeerd terug naar Brussel). In Teheran gaan we, ondanks het erg onchristelijk (en ook onislamitisch, denk ik) aankomsttijdsstip (= 1:30 AM), afgehaald worden door de gids/chauffeur die ons gedurende 24 dagen door het Iran ten Zuiden van Teheran zal rondvoeren en rondgidsen (zie het kaartje)
Samengevat, het ziet er naar uit dat we binnenkort “Let the beast go” kunnen roepen en voor jullie zou het moeten volstaan “Iran” in het vakje voorzien voor het wachtwoord te typen om onze avonturen op veilige afstand te volgen.
De beklimming van de Lion's Head en zwanezang vanuit de luchthaven
Vanmorgen staan we voor ons laatste wapenfeit van deze reis. Het oorspronkelijke plan was de laatste voormiddag door te brengen met wat rustig rondkuieren in Kaapstad en het V & A Waterfront. De Lion's Head (of Tafelberg) beklimmen was gepland voor donderdagnamiddag. Toen zag het weer er echter maar zo en zo uit en onze benen nog zo en zoër, waardoor we reeds in de voormiddag beslisten de beklimming uit te stellen of af te lassen afhankelijk van de omstandigheden. In de namiddag werd het weer nog zeer goed, maar het was duidelijk dat onze benen een extra rustdag konden appreciëren. We zijn toen op het verzoek van onze benen ingegaan omdat we nog een lange samenwerking met onze benen op het oog hebben. Dat betekent echter dat we deze voormiddag op de Lion's Head gaan kuieren in plaats van aan het Waterfront.
De omstandigheden zijn perfect: er is een helder blauwe hemel en rond 8 uur, als we beginnen met de klim, is het nog niet al te warm. Het mooie van de Lion's Head is dat de berg een soort kegel is en dat het pad zich in een spiraalbeweging naar boven werkt. Hierdoor heeft men in alle windrichtingen een perfect zicht op de omgeving (.... weer zo ver het oog reikt). Nu eens ziet men de Tafelberg en zijn 12 Apostelen, dan weer kijkt men op de Atlantische Oceaan, dan komt Robben Eiland in zicht en dan weer de stad met het Waterfront en de haven. Eerst gaat het gezapig omhoog via een grint pad, maar dat verandert vrij vlug in een smal rotsig padje waarbij men van rots tot rots stapt als op een slecht gemaakte trap. Het wordt steeds steiler en een eerste ladder komt in zicht. We blijven echter kranig de tanden op elkaar houden waardoor "zagen" niet mogelijk is. Dan komen we op een splitsing: links is recommended, rechts is korter en daardoor steiler (en met wat trappen, kettingen en beugels in de rots om handen en voeten houvast te geven). We kiezen voor de recommended route en ondervinden snel dat het langs daar ook niet eenvoudig is. Ook langs hier is het wat klefferen, maar de tanden blijven op elkaar. Onze inspanningen worden uiteindelijk beloond als we na 1.5 uur de top bereiken. Het zicht van hierboven (met zijn 669 m beduidend lager dat de 1085 m hoge Tafelberg) is fantastisch. Vanop ieder punt van de top heeft men werkelijk een 360° panorama en men heeft bovendien een zicht op de Tafelberg (iets dat men vanop de Tafelberg niet heeft aangezien de Tafelberg dan onder de schoenzolen verstopt zit). We blijven een half uurtje genieten maar kunnen dan niet veel anders dan de terugtocht aanvatten. We besluiten deze keer erg stoer te doen en de steile weg te nemen. Heel soms moeten we het achterwerk gebruiken om probleemloos van een rots af te raken, maar we hebben dit voldoende geoefend in de Fish Canyon om niet uit de toon te vallen tussen de vele sportieve Kapelingen. Uit allerlei gesprekken boven hebben we vernomen dat velen hier 's morgens, voor het werk, eens naar boven komen lopen. Zo sportief zijn wij nu ook weer niet. Uit die gesprekken vernamen we ook dat we zeer veel geluk hebben vandaag. Het is namelijk zelden zo helder, zegt men ons.
Samenvattend, we zijn erg tevreden dat we over deze beklimming als laatste wapenfeit kunnen rapporteren.
Daarna gaan we terug naar het B&B voor een welverdiende douche en om onze bagage op te halen en dan kunnen we naar de luchthaven.
Meer dan 8000 km meer op de teller, uitgerust met 2 nieuwe en 1 gerepareerde band, met 8 weg en weer bewegingen extra van de ruitenwissers en veeeeel vuiler (zowel van binnen als van buiten) leveren we de huurauto bij Europcar af.
De vakantie zit erop, nu begint de terugreis ... deze keer met Turkish Airways, a member of the Star Alliance group, zoals ze dat zo mooi zeggen. Laat ons hopen dat hun service en hun vliegtuigen min of meer in de buurt van Singapore Airlines, waar ik mijn miles verdiend heb, komen.
Zwanezang
Voor ons (want Gertrude heeft alles zorgvuldig nagelezen en de aanwezigheid van spellingskemels is dus een gedeelde verantwoordelijkheid) was deze blog plezant om te maken (en soms een uitlaatklep voor spanning of frustratie). We hopen dat jullie er ook iets aan gehad hebben (ondanks de afwezigheid van foto's). Misschien willen jullie ook wel eens Zabona als bestemming kiezen. Ons is het enorm goed meegevallen en we kunnen het dus zeker een aanrader noemen. Bedankt om de soms (?) (te?) lange verslagen te lezen en de moeite te doen een reactie te plaatsen. Deze reacties deden ons veel plezier, omdat ze erop wezen dat het geschrijf ook gelezen werd en omdat ze soms goede raad bevatten.
Tot de volgende keer
PEEENGEE