Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag 7: Rustdag in Bilbao

Vandaag is het rustdag. Na het ontbijt moeten we om 9:30 aan het Toerist Informatie Bureau zijn om tijdens een geleide wandeling de oude stad te verkennen. De gids doet, afhankelijk van de deelnemers de rondleiding in het Baskisch, het Spaans en het Engels. Gelukkig zijn er deze keer alleen Spaans - en Engelstaligen anders hadden we hetzelfde 3 maal moeten horen (is niet hetzelfde van begrijpen). Zoals iedere goede gids brengt ze ons een aantal interessante weetjes aan en zegt ze ons dat we ons gelukkig kunnen prijzen met het feit dat het regent … anders zou het hier niet zo groen zijn. Dat zegden ze in Ierland ook toen we dag in dag uit in de regen moesten lopen op de Wicklow Way. Nu is het nog niet zo erg en het is ook gevoelig warmer dan in Ierland …maar toch vinden we dat het stilletjesaan mag ophouden.

Dat doet het echter niet. Gewapend met onze paraplu stappen we na het bezoek aan de oude stad naar het Guggenheim museum. Het gebouw, de omgeving en de collectie blijven erg indrukwekkend en wat ook opvalt is dat het gebouw van Frank Gehry niet lijkt te verouderen. Dat is anders dan de brug over de Nervion rivier van die andere sterarchitect Calatrava. Op één of andere manier lijkt die minder belang te schenken aan de keuze van de materialen waardoor de tand des tijds sneller lijkt te bijten bij de kunstwerken van Calatrava dan bij die van Gehry. Zowel Wilfried als ik moeten denken aan de Science city in Valencia. Schitterende gebouwen maar ook die zijn aan het afschilferen of groen worden of verliezen tegeltjes of … Wij lopen eens door alle zalen (en kijken ook naar de video van Pieter / Pierre Huyghe) maar Wilfried en Nelly spenderen het hele bezoek in de speciale collectie over Abstract Expressionism. We zijn om 4 uur aan de uitgang afgesproken om naar het Museum de Bellas Artes te gaan. Dit museum is maar 5 minuutjes lopen van het Guggenheim. Gewapend met onze paraplu's overbruggen we die 5 minuutjes en we zijn blij dat we weer binnen zijn, want het is nog altijd aan het regenen. De gids van deze morgen zal blij zijn … wij net iets minder. De collectie van dit museum is van erg diverse pluimage (wat oud Grieks werk (= van zeer oude Grieken), romaanse kunst, Vlaamse primitieven, El Greco (= een tamelijk oude Griek), Spaanse barok en een volledige afdeling modern werk (zelfs Ensor is vertegenwoordigd). We spreken om 6 uur af in de cafetaria van het museum vanwaar we een perfect zicht hebben op de regen buiten. Een biertje en een tapa verder zijn we opnieuw gewapend om buiten te komen. We hebben honger maar het is nog geen 7 uur. Bovendien is het zondag en veel restaurants zijn dus gesloten. Gelukkig heeft de barman van de cafetaria in Bellas Artes ons een adres gegeven. Irunia is volgens hem the place to be.

We vinden het restaurant zonder problemen en het ziet er inderdaad zeer goed uit. Kleurrijke faillence aan de muren, mooi oud houtsnijwerk, geschilderd plafond en bomvol dorstigen en hongerigen. Waar onze barman het (een beetje) mis had was in zijn inschatting dat we daar onmiddellijk aan een tafel (echt) zouden kunnen eten (= niet aan de bar tapas staan eten). Er zijn inderdaad netjes gedekte tafels maar die worden maar om 8 uur stipt vrijgegeven. Er zit dus niets anders op dan om beurt in de rij gaan staan tot 8 uur. Dit loonde echter de moeite, want het eten dat we voorgeschoteld krijgen is erg lekker, de wijn trouwens ook en dat alles voor een zeer redelijke prijs. Na het eten wandelen we met de paraplu boven het hoofd terug naar ons hotelletje waar het grootste deel van dit verslag nog geschreven wordt.

Dag 6: van Gernika naar Bilbao (31.1 km, 7:12 h stappen en 944 hoogtemeters)

De wekker doet zijn werk om 6 uur 30. We willen namelijk om 7 uur ontbijten zodat we “vroeg” kunnen vertrekken. Deze morgen was de wekker echter niet echt nodig, want een donderslag bij donkere hemel maakt ons wakker. Na die eerste donderslag komen er meer en ze zitten de bliksemschichten kort op de hielen. Ik heb geen zin om in zo’n weer meer dan 30 km te gaan stappen. En Gertrude heeft eergisteren al beslist dat ze voor de etappe van vandaag opteert om bij Nelly te blijven. Nu begin ik echt te denken dat ze zeer goede connecties hierboven heeft. Hoe kon ze anders weten dat het vandaag ging onweren? Onder het ontbijt hebben Wilfried en ik niet veel tijd nodig om consensus over al dan niet stappen bij zo’n weer te bereiken. De etappe zal, als het niet betert, simpelweg geneutraliseerd worden. Ze doen dit bij de Ronde van Frankrijk en Italië ook en waarom zouden wij dat dus ook niet doen? Gelukkig moet het echter niet zo ver komen omdat het onweer wel hevig maar niet van lange duur is, waardoor we rond 8 uur toch onze eerste stappen richting Bilbao zetten.

Het is vandaag een lange etappe. Er werd 28.9 km vooraf uitgerekend maar de ervaring leert ons dat het meestal een paar km meer is … zoals bij de beenhouwer: “Mag het wat meer zijn, mijnheer? En wat kunt ge daarop dan zeggen? Het is door het onweer fris maar niet koud. Het is overal erg nat waardoor de getten goed van pas komen en het is ook glad op de aardewegjes. Uit de doppen kijken is daarom de beste remedie. Gelukkig valt er geen extra regen meer, waardoor we toch een goede vooruitgang kunnen boeken. We stappen zo verder tot we kort voor 1 uur Larrabetzu bereiken. Dan hebben we ongeveer 17 km afgelegd. De laatse paar km voor Larrabetzu waren op een tamelijk drukke weg omdat we de GPS track van het boekje over de Camino del Norte rechtdoor gevolgd zijn terwijl de Camino naar links aangeduid stond. Misschien was dit een recente manier om de drukke weg te vermijden, wij weten het niet en zullen het waarschijnlijk ook nooit weten.

In Larrabetzu proberen we onze pick nick aan te spreken in de ommegang van de kerk. Alle kerken hier in het Baskenland hebben een dergelijke ommegang (meestal met banken). Die van Larrabetzu heeft dit ook maar we kunnen er zonder halsbrekende toeren uit te halen niet in omwille van een omheining die op slot zit. Gelukkig vinden we een huis met een overstekend dak en een stenen bank onder de oversteek. Het regent wel (nog) niet maar die oversteek zorgt ervoor dat de bank droog is … iets wat niet kan gezegd worden van de banken en tafels die in het kleine parkje een 100-tal m verder staan.De buurman van het huis waar we neerstrijken heeft duidelijk geen probleem met ons neerstrijken. Hij ziet er de kans in om een babbeltje te slaan. Dit verkleinwoord is eigenlijk niet op zijn plaats hier. De man staat gedurende het half uur dat we zitten te knabbelen te tateren over koetjes en kalfjes en de wielerwedstrijd die een beetje verder plaats heeft en over de Camino populariteit en over de spelers van Athletic Bilbao en over Champions League finale en over de weg tussen Larrabetzu en Bilbao en hoe lang we er zouden moeten over doen en hoe hij kon zien wanneer het ging beginnen regenen en ….. De man heeft over allerlei zaken een opinie en wil die graag aan de wereld verkondigen. Voor het ogenblik is er echter geen betere vertegenwoordiger van de wereld dan mij voorhanden waardoor ik er dus moet aan geloven. Gelukkig zijn onze boterhammetjes vrij snel op en kunnen we de buurman het allerbeste wensen met andere vertegenwoordigers van de wereld die hopelijk voor hem en voor de wereld beter Spaans spreken dan mij.

De weg na Larrabetzu is erg monotoon. We moeten de hele tijd op het voetpad naast een drukke weg lopen, de weg is zo recht als een rechte pijl en zo plat als een platte vijg. Wat een verschil met wat we de vorige paar dagen gedaan hebben. Het enige voordeel is dat we, zelfs met 20 km in de benen, toch nog een mooi gemiddelde van bijna 5 km per uur halen. Buurman’s beschrijving van de weg richting Bilbao was trouwens niet het enige waarmee hij gelijk had. Hij had ook regen voorspeld en die komt er onder de vorm van gemiezer. Zowel Wilfried als ik lopen te denken dat we beter in Larrabetzu de bus naar Bilbao genomen hadden. Ik had beter naar buurman moeten luisteren. Hij had gezegd dat “veel” “pelgrims” deze truc toepasten. Wij geraken zonder de truc echter ook op de afspreekplaats waar de dames ons staan op te wachten.

Een warme douche en een frisse pint maken veel goed. Daarna lopen we nog eens bij het Toerist Informatie bureau binnen waardoor de dames de dag van morgen kunnen bedisselen. Wij kijken welke restaurants het dichtst bij ons hotelletje zijn en besluiten de suggestie van André Bries, een GR stapper, te volgen. Dit blijkt een voltreffer te zijn. We kiezen allemaal voor een degustatie menu maar als de kelner voor de bestelling komt blijkt dat we niet één voorgerecht van de vier vermeld op de menu moeten kiezen maar dat we alle vier de voorgerechten krijgen. Hetzelfde is waar voor de twee hoofdgerechten en voor de twee desserts. Gelukkig hebben we geen weegschaal op onze hotelkamer. Dat zou anders pas een voltreffer geweest zijn. Na het eten gaan we nog snel de tweede helft van Real Madrid – Juventus meepikken waardoor geen tijd overschiet om het verhaal van de dag te schrijven (vandaar deze laattijdige post).

Dag 5: Van Ziortza Bolibar naar Gernika (21 km, 5 h 23 min staptijd en 701 hoogtemeters)

Ik word om 6:30 wakker met de bedenking dat het zeer hard waait. Een beetje meer wakker worden en de oren iets meer spitsen leert echter dat het niet hard waait maar … regent. Daar gaat het vertrouwen in Gertrude weersvoorspellingen. Volgens haar zou het hooguit wat bewolkt mogen zijn tot 5 uur vanmiddag en dan zou het kunnen regenen. We hopen dat Gertrude uiteindelijk (net zoals thuis) toch gelijk krijgt en maken ons klaar voor het ontbijt en het daaropvolgend bezoek aan het klooster van Zenarruza..We willen om 10:15 in het klooster zijn omdat de mensen van het B&B ons vertellen dat de 4 overgebleven kloosterlingen (Cisterciënzers) er dan op zijn Gregoriaans uit de bol gaan.

Tijdens het ontbijt krijgen we nog enkele staaltjes van rare manieren van de Basken. De uitbaatster van het B&B vertelt ons hoe haar kinderen (9, 6 en 3) alleen thuis en via TV Spaans leren. Op school krijgen ze namelijk alleen onderwijs in het Baskisch … en wat Engels. Spaans komt pas veel later in het curriculum voor. Toch wel erg tekenend voor de situatie in Spanje (ook al omdat de dame ons vertelt dat Catalunya een vergelijkbaar systeem ingevoerd heeft). De 2 jongste kinderen (de oudste is op “bosklas” naar Bilbao) zitten samen met ons aan tafel en eten (zonder overdreven enthousiasme) een soort fruitpap. Het niveau van enthousiasme gaat echter gevoelig de hoogte in wanneer mama ook aan tafel komt zitten. De kroost begint aan mama’s T-shirt te frutselen en voor we doorhebben wat er aan het gebeuren is zijn de 3 en de 6 jarige gretig van borstvoeding aan het genieten. Rare mannen … en vrouwen die Basken.

We rekenen af, laden de bezemwagen en stappen in om terug naar Ziortza Bolibar te rijden. Van daar nemen we immers de draad van de Camino weer op en het klooster van Zenarruza ligt op de camino. Men heeft ons gezegd dat het tamelijk steil omhoog gaat maar dat 30 minuten zouden moeten volstaan. Wij beginnen alvast te stappen (want we willen de Gregoriaanse gezangen voor geen geld missen) terwijl Nelly Madame G beleefd vraagt haar via de weg naar het klooster te leiden. Wij staan vrij vlug aan de ingang van het klooster (ook al omdat we onze rugzakken in de bezemwagen achter gelaten hebben) en kunnen voor de kloosterlingen aan hun optreden beginnen de kloosterkerk en - binnenkoer bezoeken. Van Nelly is nog niets te bespeuren, maar plots krijg ik een telefoontje van Nelly. Ze staat op aangeven van Madame G ergens midden de bossen waar in geen mijlen een klooster te bespeuren is. Ik kan geen raad geven, maar denk dat ik misschien toch een schietgebedje voor de Heilige Christoffel zal doen. Als patroon van de automobilisten en van de GPS toestellen kan hij misschien Madame G doen ophouden Nelly te ambeteren. We kunnen de 3 kloosterlingen die om 10:15 in het koor plaatsnemen niet overtuigen met hun optreden te wachten tot Nelly ons vervoegd heeft en ze beginnen Latijnse teksten die alleen Bart De Wever zou verstaan te debiteren. Net voor ze daarmee klaar zijn komt Nelly ten tonele zodat ze kan getuigen dat er niet veel te missen was.

Na het klooster gaan we verder naar Munitibar waar we een paar koude croque monsieurs voor de pique nique op de kop kunnen tikken. De eerste paar uren was het weer best te pruimen (= nu en dan een zonnige periode) maar na de middag beginnen de wolken er meer en meer dreigend uit te zien. Gertrude’s geloofwaardigheid (althans op het gebied van weersvoorspellingen) krijgt hiermee een ferme boost. Hopelijk klopt haar voorspelling dat het pas vanaf 5 uur zal regenen want ik verwacht dat we rond 4:30 in het hotel zullen zijn. We houden er een stevig ritme op na zeker in vergelijking met de 2 Fransen die we op de eerste dag ook ontmoet hadden (één van hen ziet er alles behalve een ervaren stapper uit en zucht zijn longen uit zijn lijf bij iedere helling). Die stevige tred zorgt ervoor dat we Guernica (= Gernika) bereiken zonder echt nat te zijn … tenzij van het zweet.

We doen snel wat verse kleren aan en Wilfried en ik gaan nog een wervelwind bezoek aan Gernika afleggen tussen de steeds groter wordende regendruppels. We gaan eens kijken naar de faillence replica van Picasso’s meesterwerk “Gernika” en naar een bronzen werk van Henry Moore in het stadspark. Voor het vredesmuseum blijft er geen tijd over omdat dit museum om 7 uur sluit en wij om 7:15 in een restaurant met de dames afgesproken hebben. De tijd die na de faillence en Moore nog overblijft wordt opgevuld met een bezoek aan het “parlementsgebouw” voor de Provincie Biskaye. De basis van dit parlement werd in de Middeleeuwen gelegd. Toen bestonden hier in Gernika volksraadplegingen die onder een grote eik (waarvan nu nog een stomp overblijft) gehouden werden. Dit doet me denken aan de vergaderingen die in Altdorf tussen vertegenwoordigers van de stichtende kantons van de Confederatio Helvetica plaatsvonden. De “portier” van het parlementsgebouw geeft me een interessante uitleg over de Baskische taal, het onafhankelijkheidsstreven van de Basken, de iconische waarde van Biskaye als voorloper van de onafhankelijkheidsstrijd, enz. Kortom het gesprek is minstens even interessant als het bezoek zelf.

Om 7:15 treffen we onze madammen voor het restaurant waar we voor 12 Euro een menu met voorgerecht, hoofdgerecht en dessert voorgeschoteld krijgen. In de 12 Euro zit ook nog een fles water en een fles wijn inbegrepen. Het restaurant zal niet onmiddellijk een ster krijgen van het welbekende Franse bandenmanneke en Parker zal geen 90 + score aan de wijn geven maar het is allemaal best lekker. Geen wonder dat het restaurant vol zit met caminolopers die we in de loop van de vorige dagen gezien hebben. Ze lezen waarschijnlijk allemaal hetzelfde boekje. Nu is het tijd om het verslag te schrijven en te slapen want morgen staat een lange dag van minstens 30 km op het programma. Wat ook op het programma staat, als we Gertrude kunnen geloven, is ... regen. We zien binnen een paar uur wel.

Dag 4: Van Deba naar Ziorza Bolibar (20.3 km; 4h 59 min stappen en 646 hoogtemeters)

De stijve nek die ik al een paar dagen koester is er vannacht niet op verbeterd. Iedere keer dat ik me in bed wou draaien ben ik wakker geworden. Naar mijn rechterkant moest ik zelfs mijn hoofd met mijn beide handen vasthouden om me min of meer pijnvrij te kunnen installeren. Gelukkig was het donker, waardoor de zotte houdingen niemand aan het lachen konden brengen. ’s Morgens schrijft Gertrude me, als ervaringsdeskundige, een paar oefeningetjes voor, Nelly biedt me haar neksteun aan en voor de rest zorgt de farmaceutische industrie. De stijve nek is na een tijdje niet verdwenen maar draaglijker. Nog een paar extra pilletjes en klaar is Kees (een andere Kees dan die van de batterijen een paar dagen geleden) … dat hoop ik althans.

Na het ontbijt geeft Nelly Madame Garmin de opdracht ons onverwijld naar de startplaats van de ingekorte tocht te brengen. Dit heeft veel meer voeten in de aarde dan verwacht. We rijden eerst voorbij de afslag die Madame G voor ogen heeft, daarna keren we via een rotonde terug, maar rijden weer voorbij de afslag van Madame G, dan keren we opnieuw terug, nemen de Madame G afslag maar komen op een camping uit, waar de weg doodloopt. Tenslotte besluiten we niet meer naar Madame G te luisteren en weer naar de rotonde te rijden. Daar zegt Madame G ons plots dat we op 1.5 km van onze bestemming zijn. Begrijpe wie begrijpen kan. Omwille van deze complicaties is het uiteindelijk later geworden dan oorspronkelijk gepland, maar dit zou geen probleem mogen zijn omdat we maar een 20-tal km te stappen hebben en omdat we op 260 m hoogte i.p.v op zeeniveau vertrekken.

Het is zoals op Gertrude’s weersvoorspelling stond een lekker weertje. De zon schijnt en toch is het nog lekker fris in de schaduw. Dat komt goed van pas want we krijgen al snel een stevige en lange klim voor de voeten geschoven. Het hoogste punt is net geen 500 m hoog en geeft een prachtig uitzicht over de hele streek. De uitgelezen opportuniteit voor Wilfried om zijn tekengerief boven te halen. Ondertussen kunnen wij ook van de gelegenheid gebruik maken om ten eerste op adem te komen en ten tweede om van het uitzicht te genieten. We wanen ons in Zwitserland. Zelfs de koeienbellen zijn op de achtergrond aanwezig. Die Basken zijn echter rare jongens, want sinds gisteren weten we dat het hier niet de koeien maar de paarden zijn die een bel dragen. Of de katten hier de bel aangebonden worden , weten we niet. Misschien hangen de Basken een koeienbel aan de paarden om ook van hen melk te kunnen bekomen. Ik weet het niet en Mr. Google heeft ook geen verklaring voor het gedrag van die rare jongens hier.

Rond 13 uur hebben we de karige picknick (we zijn vandaag, net zoals op de andere dagen, geen enkel winkeltje tegengekomen) achter de kiezen en kan ik een SMS naar Nelly sturen met onze Expected Time of Arrival op de afspraakplaats (het voetbalveld van FC Markina). Als we net op het afgesproken tijdstip het voetbalveld in het vizier krijgen moeten we vaststellen dat Nelly er niet is. Dit is geen probleem, want het weer is nog altijd zeer goed en er staan bankjes aan de parking van FC Markina. Na een half uurtje begint de zin naar een biertje echter toe te slaan en onder het excuus dat we ten allen prijze een zonneslag moeten vermijden besluiten we de dichstbijzijnde bar in downtown Markina op te zoeken. Ik vraag een vrouw die met haar twee honden op stap is waar die bar wel zou kunnen zijn. Terwijl de dame haar uitleg doet, staan de honden mijn benen af te likken. Ik vraag me af of dit een reclame voor mijn zweet of voor Nivea zonnecreme zou kunnen zijn. In ieder geval is het minder werk onder de douche straks. Het onderwerp van het gesprek onder het stappen naar de bar en bij het nuttigen van een biertje is wat er toch zou kunnen gebeurd zijn. Heeft Madame G weer haar kuren? Is de batterij van Nelly’s GSM leeg? Staat Wilfried’s GSM wel degelijk aan? Of op stil alarm? Uiteindelijk blijkt dit alles juist te zijn. Madame G heeft Nelly idd weer door een éénrichtingsstraat gestuurd, de batterij van Nelly’s GSM was leeg en Wilfried’s GSM stond idd op stil alarm. Uiteindelijk komt alles echter in orde en kunnen we de weg naar de B&B aanvatten.

We stoppen eerst echter in de geboorteplaats van Simon Bolivar (= Ziorza Bolibar). In dit slaperige dorpje bestaat er geen gevaar op grote files want we lijken wel de enigen te zijn die hier rondlopen (= een toertje rond de kerktoren). Daarna gaan we naar onze B&B Baxetxe Basseria (ondanks een laatste poging van Madame G om de boel in de war te sturen) waar de gerant ons staat op te wachten. Wanneer we op zijn vraag, wanneer we willen eten, antwoorden dat 7 uur ons wel zou uitkomen heeft hij een tegenvoorstel. 9 uur is het vroegst mogelijk maar hij maakt ons een vieruurtje zodat we toch niet moeten verhongeren. Dat lijkt ons wel wat en de tafel wordt gevuld met bordjes met chorizo, gekookte hesp, morcilla (bloedworst met rijst), kaas met vijgenconfituur, chips en … een paar frisse pinten of water. Wanneer dit 4 uurtje een 5 uurtje geworden is moet er dringend gedoucht worden zodat van het zwembad en de jacuzzi kan gebruik gemaakt worden door de dames. De mannen kennen hun plicht en zetten zich aan het schrijven / tekenen in het reisboekje en het schrijven van de blog. Voor we het weten is het tijd voor het 9 uurtje. Onze nieuwsgierigheid over het menu wordt niet lang op de proef gesteld. We krijgen eerst een reuzenbord met een salade van tomaten, sla, ui, aardappelen, geraspte wortels, ei en piepkleine visjes van onbekend allooi. Daarna een soort varkenslapjes met rode pepertjes erop en als dessert een ijscrème voor mijn reisgezellen en kaas voor mij. Dit alles met een Rioja die we buiten verder soldaat maken als voorbereiding voor de nacht.

Dag 3: Van Zarautz / Getaria naar Deba (21.5 km; 5h36min stappen en 880 hoogtemeters)

Het eerste (misschien het tweede om volledig eerlijk te zijn) wat Gertrude ’s morgens doet is het weerbericht op het Internet checken. Voor vandaag staat er wat bewolking in de ochtend en een volle zon in de namiddag op het programma. Zo willen we het horen en we stappen dan ook blijgezind na het ontbijt in de bezemwagen die ons naar de rand van Getaria zal brengen om de zaken die we nog niet bezocht hebben in het kleine stadje alsnog te bezoeken. We gaan via een lift en een aantal roltrappen (vraag me niet of dit een rendabele investering geweest is) naar het centrum van het stadje. We bezoeken de kerk waar een aantal mooie hedendaagse glasramen te bewonderen zijn, we lopen nog eens door de hoofdstraat en … voor we het goed beseffen is het al 10:15 voor we één Camino stap voor de andere gezet hebben. Gelukkig hebben we vandaag maar een 20-tal km voor de boeg. Wat we echter op dat moment niet realiseren is dat onze boeg vandaag erg veel op en neer zal gaan. Mede hierdoor hebben we tegen 1 uur amper 5 km gedaan. Daardoor scoren een aantal oude bekenden uit Canada, Italië, Duitsland, etc die nochtans al van Zarautz komen beduidend beter dan ons maar wij kunnen terugblikken op een geslaagd bezoek aan de kerk van Zumaia (iets wat velen zullen gemist hebben). In de kerk van Zumaia worden we wel eerst aangevallen door een robotstofzuiger die het parket van de kerk spic en span houdt maar daarna geeft de koster ons uitgebreid uitleg bij de inboedel van de kerk. Alles (twee retabels, een sculptuur, een reliekenkist, enz.) blijkt uit Vlaanderen te stammen. De reden hiervoor is dat, in de 15de eeuw, de grote man van Zumaia, een reder, veel handel dreef met Vlaanderen. Op een van zijn reizen kwam hij in contact met een schilder in Brussel (leerling van Van Der Weyden) die hij prompt de opdracht gaf een retabel te schilderen met hem en zijn familie centraal. Men moest toch weten wie de mecenas was!!! De koster weet er nog veel pittige details bij te vertellen die ik jullie zal besparen want Gertrude zegt nu al dat ik veel te veel schrijf.

In de namiddag zetten we er wat meer de pas in waardoor we toch nog op een redelijk tijdstip in ons hotel toekomen alhoewel de laatste loodjes erg zwaar wegen. We dalen namelijk volledig naar Deba (= op zeeniveau) af om dan opnieuw naar ongeveer 200 m hoogte = waar ons hotel ligt, op te klimmen. Nelly is er al en zij heeft ervoor gezorgd dat de bazin een aantal biertjes in de koelkast gezet heeft. Die zijn erg welkom en we genieten dan ook ten volle vanop een bank in de tuin met een prachtig uitzicht over Deba en de zee. Bovendien krijgen we nog een bordje met zeer lekkere groene olijven en worden we uitgenodigd ons te bedienen aan de kerselaars die in de tuin staan. Dit moet geen twee keer gezegd worden.

Na de douche en het traditionele wasje en plasje is het tijd om de innerlijke mens nog verder te versterken. Het restaurant naast het hotel is gesloten maar gelukkig heeft Wilfried van de bazin gehoord dat het Restaurant Inguain zeer lekker is. We besluiten de waarheid van de woorden van de bazin op de proef te stellen en het blijkt al snel dat ze gelijk heeft. De chef komt zelf zijn menu voorstellen en geeft bij allerlei zaken uitleg in een mengelmoesje van Spaans, Frans en Engels. Ik vraag of hij Vlaams spreekt waarop de brave man vraagt of ik Baskisch spreek. Het compromis is dat wij voor ieder woord Vlaams dat hij leert, wij een woord Baskisch moeten leren. We besluiten hem geen Vlaams bij te brengen om onszelf de moeite besparen. Baskisch is nog minder een wereldtaal dan Vlaams is de achterliggende redenering. De kookkunst van onze kokende polyglot valt best mee want de boleten die we eerst bestellen zijn erg lekker en de heek voor Nelly en de zeetongetjes voor de anderen zijn zeer lekker. De vissen waren duidelijk tot kort voor hun schielijk overlijden springlevend en werden door onze polyglot zeer eenvoudig maar zeer lekker bereid. Ook de lokale wijn die hij erbij aangeraden heeft is zeer lekker. Misschien heeft dit te maken met de lokale gewoonte om de wijn vanop minstens 50 cm hoogte in het glas te mikken.

Alweer een zeer mooie dag, laat de volgende maar komen. We hebben wel al besloten de tocht van morgen in te korten van de oorspronkelijke 32 km naar iets in de buurt van 20 km. Dit gaan we doen door niet van het hotel te vertrekken maar van iets verder op de camino en door iets vroeger te stoppen dan op de oorspronkelijke afspraak. Gertrude checkt morgenvroeg of de barometer nog steeds op “Beau Fixe” staat en dan zien we wel wat gebeurt..

Dag 2: Van San Sebastian naar Zarautz / Getaria

Laat me beginnen met een verontschuldiging voor mijn obstipatie. Het is geen "schrijvers obstipatie" maar eerder een "upload obstipatie". Ik vind namelijk wel de tijd om te schrijven maar er blijkt steeds wat te weinig tijd te zijn om het geschrevene op de web site op te laden. Nu hoop ik dat hierin verandering komt en dat ik alles zal opgeladen hebben voor we de deur van ons huidig verblijf achter ons dicht getrokken hebben.

Nu het verhaal van onze tocht tussen San Sebastian en Zarautz / Getaria

We staan deze keer “normaal” op. Dit wil zeggen: op tijd, enigszins stram, min of meer uitgeslapen en benieuwd naar het weer buiten. De weersvoorspellingen, die Gertrude op de voet volgt, blijken te kloppen: regen was voorspeld, regen is er. Het is geen harde regen zoals gisterenmorgen maar een gezapig regentje dat, zo vrezen we, wel uren kan doorgaan.

Na het ontbijt laden we de bezemwagen … enkel met valiezen en allerlei andere benodigdheden. Wij zelf zetten ons niet in de bezemwagen, want we zijn er (nog altijd) van overtuigd dat we stappend het einddoel gaan bereiken. In regenkledij voor de enen en met de paraplu in aanslag voor de anderen stappen we op de dijk langs het laatste deel van La Concha (een van de twee baaien met een zandstrand die San Seb rijk is). Het is eigenlijk jammer dat we nu al weer San Seb verlaten, want het is een mooie stad en we hebben er deze keer veel te weinig van gezien. Niet getreurd echter, we komen wel een andere keer terug.

Tijdens de eerste beklimming worden we ingehaald door een (nog bijna) jonge dame uit Canada. We zullen haar de hele dag hier en daar terug tegenkomen. Meestal steken we haar voorbij in de afdalingen want ze heeft duidelijk nog meer schrik om te vallen dan Gertrude. In de beklimmingen is het dan weer haar beurt om ons voorbij te steken, want ze heeft misschien nog iets meer longvolume, hartcapaciteit en zeker jongere spieren dan wij . Wij hebben echter meer levenservaring. Niet dat dit hier veel van pas komt, maar sommigen vinden levenservaring een troef en dus dacht ik het maar te vermelden in deze blog met veel lezers met veel levenservaring.

Ondertussen blijft het zonder ophouden regenen. Nooit stortregenen, maar allerlei variaties op miezeren. Soms echt maar een licht gemiezer wat Wilfried doet besluiten zijn regencape uit te doen overgaand op hevig gemiezer wat Wilfried doet besluiten zijn regencape weer aan te doen. Het is inderdaad niet makkelijk de juiste bescherming te vinden, die voldoende beschut zonder al te warm te zijn. Een paraplu is imho de ideale oplossing maar dan kan men wel maximaal één wandelstok gebruiken. De paadjes zijn ondertussen echte modderbeekjes geworden en het zicht op de mooie natuur blijft verieren tussen onbestaand en zeer slecht. Wat we wel zien zijn een paar groepen amateur (in tegenstelling tot ons, de pro’s) stappers. Dit zijn mensen die met een busje op een plaats afgezet worden en een paar kilometer verder weer opgepikt worden. Op die manier wordt hun een beetje Camino ervaring aangeboden. Of ze er onder de gegeven omstandigheden ten volle van genieten durf ik betwijfelen. De sportschoenen die ze dragen zitten enkeldiep onder de modder en hun kleren zijn kletsnat omdat ze niet de juiste regenkledij hebben … maar ze zullen er nog lang kunnen over spreken en dat is toch de bedoeling, neem ik aan.

Als we in de buurt van Orio komen is het gestopt met regenen … het is ondertussen kort bij 2 uur. Dat is maar goed ook want we dalen via een middeleeuwse weg (met karrensporen uit de 6de eeuw staat op een informatiepaneel) naar Orio en het is zonder regen al een uitdaging om niet “op de doos te gaan”. Laat staan dat we dit onder een gutsende regen zouden moeten doen. Eenmaal in Orio zoeken we een terrasje waar we, genietend van een biertje, onze boterhammetjes kunnen verorberen. Onze Canadese dame is er ook aangeland en we nodigen haar dus bij ons aan tafel uit. Zo komen we allerlei te weten. Bv. dat ze van Vancouver is, dat het vandaag haar eerste stapdag is, dat ze in 2015 de Camino Frances gedaan heeft en het een autostrade vond, dat ze tot in Oviedo wil stappen en … dat een huisje in een goede wijk van Vancouver makkelijk tot 3 miljoen dollar kan kosten. We bedenken dat we Gae en Tammy eens moeten gaan bezoeken maar dat we daar tijd zullen moeten voor maken en dat is, zoals algemeen bekend, erg moeilijk voor gepensioneerden.

Na deze late middagstop stappen we verder naar Zarautz waar we met Nelly afgesproken hebben. Na een tijdje krijg ik van de GPS het signaal dat de batterijen bijna de geest gaan geven. Geen probleem, denk ik, we steken er de reserve batterijen, die ik altijd bij heb, in en klaar is Kees. Kees is echter niet zo makkelijk klaar als ik gedacht had want de reserve batterijen blijken zich sinds ik ze de laatste keer opgeladen heb weer ontladen te hebben. Daar gaat hun verkoopargument dat ze hun lading bewaren. Als ik thuis kom doe ik mijn beklag bij WayPoint en Fujitsu. Daar zijn we voor het ogenblik echter niet veel mee en ik probeer me te herinneren waar in Zarautz we met Nelly afgesproken hadden. Gelukkig weet ik nog dat de afspraak vlak bij het strand aan de andere kant van het golf terrein was. Daar aangekomen is Nelly echter niet te bespeuren. Madame Garmin in Nelly’s auto heeft namelijk een probleem met de coördinaten die Nelly ingebracht heeft. Een paar telefoontjes brengen de situatie echter onder controle en een paar minuten later zijn we op weg naar het een paar km verder gelegen Getaria waar ons hotel = een agrotourismo gelegen is. Het stuk weg tussen Zarautz en Getaria heb ik er namelijk tussenuit geknipt omdat de camino er tussen de hoofdweg van San Seb en Bilbao en de zee geprangd zit. Het zicht op de zee mag dan wel mooi zijn maar meer dan 5 km stappen onder die prangende omstandigheden na meer dan 22 km lijkt niet de beste manier om de tijd door te brengen. De ontvangst (door één van de dochters des huizes, blijkt later) in ons hotel (eens we het gevonden hebben) is hartelijk en wat meer is, we kunnen een frisse pint nuttigen om de heftigste symptomen van deshydratatie te bestrijden. De kamer is ruim (toegegeven alles is ruim ivm wat we in San Seb hadden), het bed is zacht, het zicht is mooi, … wat kan een mens nog meer wensen … buiten een lekker avondmaal? We eten met ons vieren twee zeer lekkere gegrilde ganse staartvissen in een restaurant in downtown Getaria, aangeraden door de dochter des huizes en kunnen daarna moe maar tevreden in ons bedje kruipen.

Poitiers naar Hendaye

De nacht is warm geweest maar toch hebben we redelijk geslapen. Gertrude is wat vroeg wakker maar dat is niet echt verwonderlijk gezien het feit dat ze gisterenavond al wat voorsprong genomen had. We ontmoeten Nelly en Wilfried op het afgesproken tijdsstip en kunnen van een meer dan behoorlijk ontbijt (zeker naar Franse normen) genieten. Onder het ontbijt zien we de deelnemers aan de marathon van Poitiers passeren. De start is slechts enkele honderden meter van ons hotel, maar het valt toch al op dat 5 deelnemers met duidelijke tekenen van hun migratieachtergrond zich al hebben losgewerkt uit het blanke kluwen.

Na het ontbijt zegt Nelly dat ze zich niet 100% voelt en dus liever wat extra rust en een “Starwar” behandeling neemt. Daarom besluiten Wilfried, Gertrude en ik de stad nog wat te gaan verkennen. We volgen een uitgestippelde wandeling, die ons langs de St. Hilaire kerk (een zeer imposant (vooral langs de binnenkant) bouwsel van de 11de en 12de eeuw), langs een tweetal mooie parken en verschillende “hotels particuliers” brengt. Al bij al een mooie stadswandeling die eindigt met het aankopen van een paar broodjes die we deze middag ergens aan een pick nick tafel zullen verorberen. Het is namelijk nog altijd zeer mooi weer (38.5° C is de hoogste waarde die we op de thermometer zien verschijnen) … iets wat in de komende dagen drastisch zal veranderen. Als we het weerbericht mogen (moeten?) geloven gaat het de volgende twee dagen regenen. Hoe weten die mannen daarboven dat we morgen beginnen stappen?

Tegen 12 zijn we uitgecheckt, is de wagen gepakt en verlaten we Poitiers dat we ons herinneren als een wat slaperig stadje dat veel moois te bieden heeft en zeker een stop van een paar uur waard is, maar dat zich niet altijd voldoende optooit om hoog op de lijst van toeristenbestemmingen te belanden. We hebben besloten via Biarritz naar Hendaye te rijden omdat we niet te vroeg in Hendaye (waar we de nacht geboekt hebben) willen aankomen. We hebben namelijk de indruk dat daar bitter weinig te beleven valt. De rit verloopt vlot. In ieder geval veel vlotter dan de rit van onze tegenliggers. Zonder duidelijk aanwijsbare reden zien we de wagens in tegengestelde richting soms over verschillende kilometers zeer traag vorderen of soms zelfs helemaal stilstaan. Het doet ons plezier te zien dat niet alleen op de ring van Brussel, Gent en Antwerpen files mogelijk zijn.

Na ongeveer 450 km komen we in Biarritz toe. We wandelen wat op de dijk en besluiten dat een drankje op één van de terrasjes de beste manier is om “le beau monde” (soms letterlijk maar meestal figuurlijk) te observeren. Daarna moeten we nog een 30-tal km verder naar Hendaye waar we in ons hotel inchecken. Jammer genoeg is het al te laat om nog van de faciliteiten (zwembad en 3 barriques = jacuzzi’s) van het hotel te genieten. We willen namelijk niet al te laat eten. Nelly (die weer de “oude” is) heeft een tiental adressen van restaurants met een hoge quotering volgens klantenreviews. Jammer genoeg kunnen we er maar een paar van vinden en zijn die bovendien op zondag gesloten. We besluiten dan maar op goed geluk in een restaurant, dat wel open is binnen te stappen. Jammer genoeg is het goed geluk niet erg goed deze keer want het restaurant is matig … in alle aspecten … decoratie, kwaliteit van het eten, service, etc. . Het spreekwoord dat honger de beste saus is blijkt echter nog eens te kloppen en we hebben dus geen honger meer na ons restaurant bezoek en dat is ook al iets.

Nu nog snel een schietgebedje voor de Clarissen omdat we hier niet zo maar direct een paar doosjes eieren bij de hand hebben. We hopen dat ze toch niet van plan waren advokaat te maken en dat ze ons schietgebedje voldoende vinden om aan de voorspelde regen een andere bestemming te geven. Ik ga hier stoppen want ik moet nog wat werken aan de volgende trip (= één week na onze terugkeer van de Camino). Een gepensioneerde heeft toch nooit gedaan!!!!

Dag 1: van Irun naar San Sebastian

We staan op en het eerste wat ik doe is naar de lucht buiten kijken. Enigszins tot mijn verbazing maar zeker tot mijn genoegen stel ik vast dat het slechts een beetje bewolkt is. Ik loop wat in de kamer rond, neem een douche en vraag Gertrude hoe laat we met Nelly en Wilfried afgesproken hebben. Plots slaat de gezapige stemming om in een ware F1 pitlane frenzy als blijkt dat we eigenlijk al 10 minuten over tijd zijn. Dit is een mooi begin voor de eerste stapdag!! Het wordt allemaal nog een beetje erger bij het ontbijt. Het begint namelijk te regenen. Dat was natuurlijk voorspeld maar zo’n voorspelling ook daadwerkelijk zien uitkomen geeft geen goed gevoel. Gelukkig is er de patron van het hotel die komt zeggen dat de regen er maar is “pour aroser le jardin” en dat het snel zal over zijn.

We rijden in de ondertussen gutsende regen naar het vertrekpunt van onze tocht (Ermita de Santiago in Irun, een 5-tal km van ons hotel). Dit heeft echter meer voeten in de aarde dan men bij een eerste lezing zou vermoeden. Madame Garmin zegt ons namelijk dat we aan de rotonde de 2de afslag moeten nemen. Die leidt naar een tweede rotonde waar Madame Garmin zegt dat we de 4de afslag moeten nemen. Dit brengt ons terug naar de eerste rotonde waar Madame G ons halsstarrig weigert een andere afslag te laten nemen dan … de 2de. Dit brengt ons terug naar de tweede rotonde waar Madame G …. De zeer aandachtige lezer heeft nu al door waar mijn gedachten zijn op dit moment. Ik zie ons inderdaad hier vannacht half verhongerd tussen de twee rotondes shuttelen met als enige hoop dat de benzine gauw op zal zijn. Gelukkig is er een kordate actie van Wilfried die bij de eerste rotonde de 1ste afslag neemt (oorspronkelijk zeer tegen de zin van Madame G). Door deze heldhaftige daad zijn we nu snel aan ons startpunt. Santiago de Compostella, here we are … enfin “in uw richting we are” alvast.

Na een paar fotootjes onder een afdak van een gite beginnen we, met de paraplu netjes boven ons hoofd en tegen de wind (want die is er ook in niet geringe mate) te stappen. Tot aan de Ermita de Guadeloupe gaat het gezapig en op een goede weg omhoog. Na die eerste 2 km is het echter gedaan met de lol. Aan deze kapel moet men kiezen voor de variante die bovenop de heuvelketen loopt (scenic route) of voor de variante die langs de voet van de heuvelketen loopt (minder spectaculair). Wij zijn moedig en kiezen ondanks het slechte weer voor de weg die dwars op de hoogtelijnen steil de heuvel oploopt. We komen een Duitse dame tegen die besloten heeft de steile klim te laten voor wat die is = te steil … en ons ook hiervan wil overtuigen. Wij zijn echter echte (Wijn)berg(straat)bewoners die dus van geen kleintje vervaard zijn en zetten door (alhoewel ik me loop af te vragen waarom we dit doen want door de regen zullen we waarschijnlijk toch noch l.. noch r… zien. Ik krijg nog meer van die gedachten wanneer een vlucht gieren boven onze hoofden begint te cirkelen. Eerst denken we dat Wilfried het eerste slachtoffer zal zijn. Al gauw bereiken we echter consensus dat hij waarschijnlijk te taai en dus veilig is. Ik ben de jongste dus misschien wel het malst en de daarom de meest geviseerde. Maar dan denken we dat ik waarschijnlijk niet genoeg g.. heb (trouwe lezers weten dat ik hierdoor vorig jaar zelfs mijn rugzak niet degelijk kon dragen) voor hongerige gieren. Het enige overblijvende slachtoffer is dus Gertrude (want er is niemand anders op de heuvelkam). Zij lijkt er geen groot probleem van te maken maar wij laten het niet zover komen en stappen succesvol verder tot helemaal boven.

Van daar is het zicht ongelooflijk mooi … het enige probleem is dat we het niet kunnen zien. Getrude blijft echter zweren bij het weerbericht dat droog weer vanaf de middag voorspelde. En gelijk heeft ze. Rond 12 heeft er dan toch iemand de kraan van tuin irrigatie gevonden en dichtgedraaid waardoor het stopt met regenen. Rond 1:30 zijn we in Passaie / Passajes (ongeveer halverwege het parcours van de dag) en de zon komt er zelfs door. Dit is een cadeau van moeder natuur want we eten in een lekker zonnetje en in een omgeving die Wilfried aan Cinque Terre en ons aan Ticino doet denken ons boterhammetjes op.

Vanaf Passaie gaat het voor de tweede maal vandaag steil bergop (de eerste 100 m zelfs via een trap). Deze beklimming doet Wilfried eraan denken dat hij nog geen tekening gemaakt heeft en hij zet zich al snel aan het maken van een mooie schets. Dat dit een goede gelegenheid is om op adem te komen is slechts een (niet te versmaden) neveneffect. Het valt ons alle drie trouwens op hoe we in functie van het terrein een voorkeur hebben voor bergop of bergaf stappen. Als we bergop stappen vinden we naar beneden gaan beter voor de adem. Als we bergaf stappen vinden we naar boven gaan beter voor de knieën. Daarmee is nog maar eens bewezen dat een mens nooit tevreden is.

Het is de hele namiddag zeer mooi weer waardoor we vanaf de kliffen ten Oosten van San Seb (zoals San Sebastian in modieus Frans naar analogie met Val Tho genoemd wordt) een prachtig zicht op de zee en uiteindelijk op de stranden van Donostia = San Seb = San Sebastian hebben. Na iets meer dan 24 km, iets minder dan 8 uur en 968 gecumuleerde hoogtemeters komen we in het pensionnetje aan. We zetten onze valies en rugzak in de kamer en stormen de eerste beste taberna binnen. Dat hebben we zeker verdiend vinden we. Daarna nemen we een douche (we vinden dat onze omgeving dit zeker verdient) en stappen daarna gezwind naar het restaurant dat Nelly voor ons (via de Guide Michelin) gescout heeft. La Perla is een echte parel en in complete tegenstelling met gisteren. Nu is de kwaliteit van het eten erg hoog, de binneninrichting smaakvol, de bediening vlot en vriendelijk en dat alles voor een zeer schappelijke prijs.

Al met al een zeer geslaagde dag die met een zeer steile klim in zeer slecht weer begon maar die geleidelijk uitgroeide tot een groot succes op alle gebied.