Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dag 5: De weg van de zeven meren

Vandaag doen we de “Weg van de 7 meren”. Die weg loopt van Bariloche naar San Martin de los Andes zo’n 200 km ten Noorden van Bariloche. We gaan in San Martin overnachten en daarna terug naar Bariloche komen voor nog twee nachten. Zoals ik de weg op de GPS uitgestippeld heb, hebben we 274 km voor de boeg. Hoeveel km we echt doen zal vooral afhangen van welke ripio’s we willen doen en welke we achterwege laten. Het ziet eruit als een schitterende morgen tot ik onze terrasdeur opendoe. Het is wel een mooie blauwe lucht maar bitter koud. Het blijkt dat het, als we een uurtje later in de auto stappen, nog altijd maar 2° C is. We vinden dat niet erg (zodra we in de auto zitten en de verwarming zich begint te laten voelen) omdat we denken dat, eens de zon wat hoger staat, de temperaturen snel zullen stijgen. De temperaturen stijgen inderdaad, maar helemaal niet zo snel als we gehoopt hadden ondanks het feit dat het zonnetje haar uiterste best doet. Rond 10 uur zitten we nog maar aan 9°C en op de middag hebben we nog maar 12° C bereikt ondanks de staalblauwe hemel met een felle zon.

Onderweg naar San Martin komen we het stadje Villa Angostura tegen. Dit lijkt op een stadje uit een TV feuilleton (lezers van onze leeftijd kunnen bv. aan Peyton Place of zoiets denken, iets jongere lezers kunnen aan Melrose Place denken en nog jongere mensen lezen waarschijnlijk deze blog niet) met nette huisjes en winkeltjes en bloemen overal. We stoppen er om een pick nick voor deze middag te kopen. Op zoek naar een bakker passeren we een money changer. We kunnen aan de verlokking om naar de wisselkoers te kijken niet weerstaan en jawel, vandaag worden 45 ARS geboden voor 1 Euro. We weten nu zeker dat we er goed aan doen zoveel mogelijk met de credit card te betalen en als we toch geen cash meer hebben slechts 100 Euro per keer te wisselen.

De hele verdere weg naar San Martin is bezaaid met fantastische uitzichtpunten. We kunnen niet bij elk punt stoppen maar ieder plaatsje heeft toch weer iets anders te bieden al zijn het steeds weer andere variaties op het thema van blauw van het water en de lucht en groen van bomen en struiken. Zo nu en dan zien we ook wit van verder gelegen bergtoppen die (nog ? al ?) met sneeuw bedekt zijn. Zo zien we in het begin van de tocht de 3500 m hoge Cerro Tronador die op de grens met Chili niet minder dan acht gletchers herbergt. De meeste ripio zijsprongen laten we links (en rechts) liggen, omdat we de indruk hebben dan de meerwaarde van het ploeteren over deze slechte wegen tamelijk gering is in vergelijking met wat we voorgeschoteld krijgen als we op de “normale” weg blijven. Uiteindelijk komen we om 4 uur aan in San Martin. Dat is perfekt om Jasper nog een gelukkige verjaardag te wensen voor hij moet gaan slapen, om een pint te gaan drinken en om de achterstand van de blogs bij te benen. We slagen in opdracht #1 en #3 maar vinden jammer genoeg geen cerveceria open om opdracht #2 tot een goed einde te brengen. We zoeken vanavond compensatie met een echt goede Malbec en een echt lekkere steak.

Ondertussen weten we dat de steak en de Malbec opdracht niet 100% tot een goed einde gebracht werden (ik nam hertenragout en was niet 100% overtuigd, Gertrude nam ternera Milanese Napolitana (een Wiener schnitzel met tomaten erover) en was ook niet 100% tevreden). Morgen beter.

Slaapwel

Dag 4: Bariloche en het Circuito Chicco

Zoals gezegd worden we om 6:15 opgepikt aan het hotel om naar de luchthaven te gaan. Dit is rijkelijk vroeg en bovendien rijkelijk op tijd om de vlucht van 8:40 te halen. De luchthaven voor de binnenlandse bestemmingen ligt namelijk op een boogscheut (als men goed kan schieten) van het hotel. Maar enfin, niet gezaagd, we zijn blij dat we naar de volgende bestemming kunnen gaan. Onze chauffeur vertelt onderweg dat het trouwens in Buenos Aires vandaag (= eergisteren) erg warm en drukkend gaat worden. Men voorspelt 32° C met kans op onweer morgen (= gisteren). Het lijkt er dus op dat we net op tijd Buenos Aires verlaten.

Het weer in Bariloche (2 uur vliegen in ZW richting genesteld op een kleine 1000 m hoogte in de Andes) is gans anders dan in Buenos Aires. Het is late voormiddag en de temperatuur is nauwelijks 12°C. Het heeft hier duidelijk ook geregend en het miezert nog een beetje wanneer we toekomen. Er staat een stevige bries waardoor de witkoppen op het meer me doen denken dat er enorm veel witte watervogels op het wateroppervlak drijven. Al bij al toch wel teleurstellend na het zomerse weertje van Buenos Aires maar we “troosten” ons met het idee dat het voor dat soort weer is dat we thermisch ondergoed, fleece, KW’s, regencapes en guetten in ons valies en rugzak gestoken hebben. Na de gebruikelijke formaliteiten krijgen we de sleutels van de huurauto en rijden naar ons hotel. San Carlos de Bariloche, zoals het stadje met zijn volledige naam heet, doet zowel Gertrude als mij totaal onafhankelijk aan San Francisco denken. Er zijn wel geen trams die van de hellingen daveren, er is geen Transamerica pyramide, er is geen Golden Gate bridge of geen Alcatraz gevangenis en Bariloche is natuurlijk veel kleiner maar er is wel een straatje dat aan Lombard Street doet denken … vandaar. Achteraf beschouwd wat mager om de vergelijking met Frisco te doorstaan, maar we blijven erbij en hopelijk krijgen jullie toch een beetje een idee van wat Bariloche is.

We checken in ons hotel (in het centrum van het stadje) in en zoeken wat kleins om te eten, want ons ontbijtkoekje van deze morgen is al lang verteerd. In één van de belangrijkste straten van Bariloche worden we (figuurlijk) overvallen door money changers. Ze bieden 44 ARS voor 1 Euro. We krijgen vandaag dus 2% meer Peso’s voor een Euro dan gisteren. Dit betekent dat we er gisteren voor 2% opgelegd zijn of dat de Peso met 2% gedevalueerd is op één dag. We houden het in het oog maar concentreren ons voor het ogenblik op de Circuito Chicco. Dit is een erg bekende auto- , fiets- of busrit van een goede 50 km (afhankelijk van wat men erbij neemt en wat niet) ten Westen van Bariloche. We vertrekken rond 2 uur en stellen tevreden vast dat het wel nog frisjes is, maar dat het miezeren opgehouden is en dat steeds grotere blauwe stukken lucht tussen de steeds minder dreigende wolken te zien zijn. Eerst rijden we naar het legendarische hotel Llao Llao met een prachtig zicht over het Nahuel Huapi meer. Dit meer gaf ook zijn naam aan het nationaal park waar Bariloche aan / in ligt. Nu de zon meer en meer door de wolken begint te piepen, wordt de natuur steeds mooier. Ik had vooraf nog een paar zijsprongen van de eigenlijke Circuito Chicco in de GPS geprogrammeerd maar meestal zijn die niet bijster interessant ook al omdat die zijsprongen meestal over “ripio” wegen gaan. Ripio is een term die jullie nog dikwijls zullen zien verschijnen. Ripio zijn steentjes die gebruikt worden om iets te vullen. Ripio als men van wegen spreekt is dus een weg die verhard is met steentjes maar die niet afgewerkt is met tarmac. In het Nederlands denk ik niet dat er een woord voor bestaat; In het Engels spreekt men van “unsealed” of “dirt” of “gravel” roads. Op deze ripio’s rijdt men best niet veel meer dan 30 km per uur ook al omdat dikwijls “washboards” ontstaan wat een fantastische massage oplevert, maar na korte tijd begint te vervelen. Dit alles om te zeggen dat we de meeste van mijn geplande “zijsprongen” achterwege gelaten hebben, omdat we veel tijd “verliezen” op de mooie plekjes die op de Circuito Chicco zelf liggen.

We nemen wel de ripio die naar de Colonia Suiza leidt omdat we toch wel benieuwd zijn om de Zwitserse kolonie te zien. De “colonia” is een samenraapsel van een 30-tal blokhutten en -hutjes waarin wat art & craft , ijscrème, bier, enz. verkocht wordt. Eigenlijk niet de moeite om gedurende een 10-tal kilometer gemasseerd te worden en weer een bevestiging dat we de ripio’s alleen gaan gebruiken als er geen andere mogelijkheid is om iets speciaals te zien of te doen. Na de Colonia Suiza gaan we, om toch gedeeltelijk in de sfeer te blijven, naar de Campanario zetellift. Volgens de reisgids heeft men van daarboven het mooiste uitzicht op de omgeving van Bariloche. Met nog een half uur voor sluitingstijd (6:00) hebben we nog net voldoende tijd om deze bewering te bevestigen of te ontkrachten. De reisgids blijkt het bij het rechte eind te hebben. Het uitzicht is werkelijk erg mooi … ondanks het feit dat we niet zo erg hoog boven het meer staan. Dat de zon in de loop van de namiddag steeds nadrukkelijker aanwezig geworden is, speelt zeker ook een rol.

Na de Campanario zetellift is het tijd om naar Bariloche terug te keren, want we krijgen serieuze honger … en dorst. Gertrude vindt in de reisgids een restaurant dat aan al onze desiderata lijkt te beantwoorden dus wij op stap. Onderweg naar het restaurant kunnen we niet weerstaan aan de lokroep van een paar money changers. We laten nog eens 100 Euro uitwisselen aan een koers van 44 ARS deze keer en voelen ons tevreden dat we gisteren ook maar 100 euro wisselden. Op die manier werd ons “verlies” beperkt. We willen toch niet meer wisselen omdat men maar nooit weet en morgen misschien wel 45 ARS voor één Euro geboden wordt. Na het geldwisselgedoe gaan we verder naar het restaurant. Het restaurant bewijst (tot spijt van wie het benijdt) dat de reisgids niet altijd gelijk heeft. Misschien waren ze juist als het over de zetellift ging, maar kennen ze niets van restaurants. Misschien zijn onze verwachtingen voor een sappige en smakelijke steak zo hoog gesponnen dat we alleen teleurgesteld konden zijn. De steak was inderdaad niet slecht … maar toch niet zo fantastisch als gehoopt. Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van de fles wijn. Niet slecht … maar we hebben ons al laten verwennen door betere Malbecs van Mendoza. We besluiten morgen een nieuwe poging met steak en Malbec te ondernemen.

Thuisgekomen begin ik met volle moed aan de blog. Ik probeer zelfs niet naar Champion’s Leagues voetbal te zoeken (wat ik de eerste dag in Buenos Aires wel met succes deed waardoor ik Real Madrid glorieus de boot zag ingaan) maar de steak (en misschien de halve fles Malbec) halen het op mijn goede wil waardoor ik dit gisteren (is iedereen nog mee?) zit te schrijven.

Slaapwel en tot ….. binnenkort

Dag 3: Verdere verkenning van Buenos Aires

Laat mij beginnen met me te verontschuldigen voor de laattijdige plaatsing van deze post. Ik zou met allerlei excuses kunnen aankomen (slechte Internet verbinding, snipverkouden, te warm of te koud, enz.) maar ik ga dit niet doen. De Waarheid is dat er zo veel te doen is waardoor er zo veel te vertellen is dat ik er gewoon niet toe kom om alles opgeschreven te krijgen binnen de me overblijvende tijd. Enfin ik zal mijn best doen en hopen dat dit goed genoeg is voor jullie (en mijzelf als ik dit binnen 20 jaar herlees).

We staan vandaag (= eigenlijk eergisteren), na een zeer redelijke nacht, op een zeer redelijk uur op. Vier tijdszones verschil lijken geen onoverkomelijk probleem te vormen. We kunnen op ons gemak van een mooi ontbijt buffet genieten en hebben besloten om met de metro naar onze eerste bezienswaardigheid te gaan.

Teatro Colon, onze eerste stop van de dag is tamelijk ver van ons hotel en we willen om 9 uur, als de deuren open gaan, op de stoep staan om een geleide wandeling van het theater te kunnen doen vooraleer we weer op stap gaan met de Free City Walk. We kunnen om 9:15 met een toer mee maar jammer genoeg is die toer in het Spaans. De eerste Engelstalige toer is om 12 uur wat voor ons niet goed uitkomt. Zelfs in het Spaans kunnen we echter van het bezoek genieten. Dit theater werd niet gebouwd om de inwoners van Buenos Aires of van Argentinië te imponeren, maar om de wereld te overtuigen van de macht en rijkdom van Argentinië. Er is eerst en vooral de grootte van het gebouw. Het biedt, over 7 verdiepingen (totaal 30 m hoog), plaats aan 2500 toeschouwers. De scene is 48 m diep en er zijn ondergrondse ateliers waar alle attributen en decors van de opera’s, die er opgevoerd worden ,gemaakt worden. Naast de grootte is er echter ook de uitvoering. Marmeren trappen uit Carara marmer, mozaïek vloeren uit Engeland, glasramen uit Frankrijk, enz. Geen wonder dat Teatro Colon tot één van de vijf top zalen van de wereld gerekend wordt en dat dankt het theater niet alleen aan de grootte en de afwerking maar vooral aan de fantastische akoestiek. Naar het schijnt was Pavarrotti zelfs bang om hier te komen optreden omdat de akoestiek dermate goed is dat het minste foutje onverbiddelijk gehoord wordt door de aanwezigen (zeker die op de 7de verdieping = Paraiso omdat daar het geluid best is). We krijgen nog allerlei weetjes mee zoals het feit dat er 3 architecten geweest zijn. De eerste was een Italiaan die vroegtijdig stierf. De tweede, de Argentijnse rechterhand van de eerste, werd vermoord door de minnaar van zijn vrouw omdat hij meer met zijn theater dan met zijn vrouw bezig was. Ten slotte was er een derde architect. De Belg Jules Dormael , die de klus klaarde. Horum omnium fortissimi Belgae sunt, nietwaar? Verder kregen we ook uitleg over de getraliede ruimtes naast de Parterre waar weduwen tijdens de 2 jaar durende rouw (en maîtresses voor de 2 jaar durende rouw) naar het spektakel konden komen zonder zelf gezien te worden. Een ander weetje is dat het gehele parterre van zijn normale hellende positie naar volledig horizontale positie kan gezet worden om de aristocratie toe te laten het theater als balzaal te gebruiken. Kortom, een bezoek meer dan waard.

Na het bezoek vervoegen we om 10:30 Martin van Free City walks. Victoria was historica, Martin socioloog en dat hoort men. Hij doet de toer vanuit een ander perspectief en dat is interessant. Hij vertelt ons over de 3 miljoen inwoners van Buenos Aires en van de 13 miljoen als de suburbs meegerekend worden. Een belangrijke reden voor deze grote aantallen is dat tijdens de 19de eeuw actief aan immigratie gewerkt werd. In Londen, Parijs, Rome, Madrid enz. werden immigration offices ingericht waar mensen overtuigd werden om naar Argentinië te emigreren , In het totaal werden 5 miljoen (vooral laaggeschoolden) mensen overgehaald. 50% hiervan waren Italianen met Ieren als de tweede grootste groep. Van die 5 miljoen zijn echter de helft uiteindelijk teruggekeerd. Diegenen die in Argentinië toekwamen werd gevraagd of ze spaarcentjes hadden en werd de raad gegeven met die spaarcentjes draad te kopen. Met die draad kon men namelijk grond afbakenen en wat afgebakend is, werd automatisch eigendom. Sommige families, zoals die waarvan Mercedes Anchorena aan het hoofd stond, zijn erin geslaagd veel draad te kopen want ze hadden op een bepaald moment 500’000 ha (wees gerust ik heb de nulletjes nog eens herteld). Op zoveel land kan men natuurlijk al heel wat spullen door laaggeschoolden en nog lager betaalde arbeidskrachten laten verbouwen en exporteren, waardoor zoveel centjes in het laatje kwamen dat Mercedes zich een echt palacio kon veroorloven, waarin heden ten dage de ganse provinciale administratie gehuisvest is. Mercedes liet trouwens ook een eigen kerk met een crypte bouwen zodat zij en haar familie daar konden begraven worden in plaats van zich te moeten vernederen tot een teraardebestelling op de Recoleta begraafplaats (= de Pere Lachaise van Buenos Aires)

Bij onze verdere tocht richting Recoleta moeten we de Avenida 9de Julio oversteken. Dit is niet zonder risico (zeker niet met 30 ongeorganiseerde toeristen) omdat die avenida 140 m breed is. Dat was tot voor kort de breedste avenida ter wereld. Die eer wordt nu opgeëist door Brazilia maar er wordt nog over geruzied (what’s new tussen Argentinië en Brazilië??). Om zo’n brede avenida te bouwen werden gewoon 2 blokken van het rastersysteem van de stad afgebroken om plaats te maken voor stroken voor auto verkeer (snel doorgaand verkeer, traag lokaal verkeer en busstroken) . Martin vertelt ook over de huidige financiële toestand van het land en zijn bevolking. Het gaat duidelijk niet goed en Martin verwijt de opeenvolging van regeringen slecht beleid. De inflatie is bv. torenhoog (48% voor 2018, 18% in 2017 en 43 % in 2016). De lonen worden natuurlijk aangepast, maar niet snel genoeg om gelijke tred te houden. Hierdoor stelt Martin dat de mensen in 2018 een reëel loonverlies van 15% ondergaan hebben. Dit leidt tot veel stakingen en betogingen. Martin zegt bv. dat vandaag de leraars het werk neergelegd hebben, morgen zullen het anderen zijn en de dag nadien weer anderen. Hierdoor komt men in Buenos Aires aan een gemiddelde van 2 betogingen per dag. Dat zijn cijfers waar zelfs Brussel de duimen moet voor leggen …. alhoewel die toch ook aan 600 per jaar zitten. Nog een ander voorbeeld van de voorthollende inflatie is de kost van de elektriciteit. De elektriciteitsrekening is de laatste 3 jaar met maar liefst 1600% gestegen. Misschien moet onze Belgische oppositie hier eerst een oplossing komen uitwerken vooraleer ze de Belgische burgers helpen.

Martin vertelt ook over het Peronisme dat zowel door extreem rechts als door extreem links gehaat wordt. En alsof externe haat nog niet voldoende was, zit de Peronistische beweging ook nog opgescheept met enorme interne schisma’s tussen de linkse en de rechtse strekkingen en alle mogelijke schakeringen er tussenin. De conversatie brengt ons naadloos bij Evita Peron ook al omdat van Juan Diego Peron zelf bitter weinig geweten is. Men weet niet goed wie hij was, waar hij vandaan kwam, wat zijn familiale situatie was, enz. We weten wel dat hij fascistische neigingen had (zonder echt met de Nazi’s mee te heulen), goede zaken gedaan heeft toen hij Minister van Werk was (vakbonden toegelaten, minimum loon ingesteld, sociale zekerheid en gezondheidszorg uitgebouwd, enz) en dat hij erg verstandig, sluw, gewiekst, enz. was. Maar wie de man eigenlijk was blijft in de grijze zone. Evita daarentegen is veel kleurrijker. Wat een leven en wat een hiernamaals!! Ik zal er waarschijnlijk eens een boek over lezen (als ik door mijn huidige literatuur ben) en raad, na wat ik vandaag allemaal gehoord heb, iedereen aan ook eens een degelijk historisch verantwoord boek over Evita te lezen. Een voorsmaakje: ze werd geboren als bastaarddochter van oligarch en simpele (maar waarschijnlijk mooie) moeder op de buitenrand van de samenleving en van Buenos Aires. Op 16 jarige leeftijd trekt Eva Duarte naar Buenos Aires om de kost te verdienen als actrice (kwatongen beweren dat dit slechts haar bijberoep was). Na een tijdje komt ze Juan Diego Peron tegen. Hij is op dat moment een wat obscuur generaaltje (deel van de op dat moment aan de macht zijnde militaire dictatuur en weduwnaar van zijn eerste vrouw die in onduidelijke omstandigheden overleden is). Juan Diego is belast met het organiseren van een benefiet concert voor slachtoffers van een aardbeving en Eva is een actrice. Van het een komt het ander en ze trouwen. Eva is erg charismatisch maar overlijdt op 33 jarige leeftijd aan baarmoederkanker. De volksverering is zo groot dat drie miljoen mensen naar haar begrafenis komen en dat beslist wordt haar te balsemen en op te baren in een mausoleum a la Lenin. Dezelfde taxidermist als diegenen die ook Lenin er permanent goed deed uitzien wordt aangesproken en Evita wordt in een glazen kist opgebaard. Na de val van Juan Diego ten gevolge van een militaire coup vreest de dictatuur een aanbidding van Evita en wordt dus beslist haar te laten verdwijnen. Dit is echter niet zo makkelijk want ze zal niet vergaan omwille van de parafine die de plaats ingenomen heeft van de natuurlijke weefsels. De dictatuur beslist dus Evita van haar glazen kist naar een gewone houten kist te verhuizen en de kist in een bestelwagen van de ene kant naar de andere kant van de stad te laten vervoeren. Dit gebeurt gedurende 6 maanden zonder problemen maar na 6 maand begint men bloemen onder de bestelwagen te vinden. Er is dus een lek en de dictatuur beslist het over een andere boeg te gooien. De kist met “parafin Evita” wordt in de kelder van een theater samen met andere theater attributen gedeponeerd. Na een tijdje beginnen aan de ingang van het theater bloemen te verschijnen. Er is dus weer een lek en er wordt dus beslist het lijk van Evita aan een kolonel te geven. Die was al vanaf de start vrij labiel en werd er niet beter op door een 2 jarig verblijf van paraffine Evita in zijn kelder. Als ook bij zijn voordeur bloemen opduiken wordt het voor onze kolonel allemaal wat te veel en pleegt hij zelfmoord. Dan komt een andere kolonel aan de beurt. Die laat parafin Evita in zijn bureau zetten, kwestie van ze te kunnen tonen aan bezoekers . Dat is het moment waarop het Vaticaan in actie schiet. Ze hebben een begraafplaats in Milaan en bekomen dat Evita er begraven wordt. De afgezette Juan Diego Peron zit ondertussen in ballingschap in Madrid waar hij zijn gekwelde hart verzorgt door met Isabella te trouwen. Om zijn eeuwige liefde duidelijk te maken wordt Evita’s lichaam opgegraven in Milaan en naar Madrid gebracht. Na 20 jaar ballingschap in Spanje mogen Juan Diego en Isabella terugkomen naar Argentinië om deel te nemen aan de verkiezingen. Lijsttrekker Juan Diego en zijn running mate Isabella worden met 60% van de stemmen verkozen maar ze hebben moeite een zekere eenheid binnen de Peronistische partij uit te stralen. En plots sterft Juan Diego waardoor zijn vice presidente Isabella aan de macht komt. Die heeft echter geen kaas gegeten van politiek en mist het charisma van Evita dus laat ze haar opnieuw opgraven en verhuizen van Madrid naar Buenos Aires hopende dat Evita’s charisma op haar zal afstralen. Dat gebeurt niet en bij de volgende coup wordt Isabella afgezet en wordt besloten Evita weer te begraven. Er wordt besloten Evita op Recoleta in haar familiegraf en onder haar meisjesnaam (Duarte) te begraven. Men hoopt dat dit in alle anonimiteit kan gebeuren maar neemt toch geen enkel risico en begraaft haar 20 m diep met gewapend beton erover zodat niemand op het idee komt haar weer boven te halen. Dit plan werkt …. Een beetje want tot op heden is Evita’s graf veruit het populairste graf van gans de Recoleta begraafplaats. Tot daar de toer met City Walks en tijd om over nog wat andere zaken te rapporteren.

Na het bezoek aan de Recoleta begraafplaats eten we in een microbrouwerij in de buurt, wisselen wat Euro’s in ARS (43 ARS voor 1 Euro) en wandelen naar de metro (we worden pro’s in deze vorm van openbaar vervoer) waarmee we nr Centro Cultural Borges gaan om ticketjes voor de tango show van vanavond te kopen. Nog een geluk dat we niet zonder tickets vanavond opdagen want er zijn nog slechts een paar plaatsjes over. Daarna wandelen we naar de colleccion Amalia Lacroze de Fortabat . Deze collectie is een beetje een allegaartje vooral van Argentijnse artiesten van allerlei slag (van pointillisme tot installaties) maar er hangt ook een Breughel (de volkstelling in Bethlehem = Vlaanderen in de winter) een Chagall, een paar tekeningen van Klimt, een William Turner (= San Marco plein). Kortom zeker de moeite om eens te bezoeken ook al omdat het voor gepensioneerden gratis is en we moeten zelfs niet bewijzen dat we gepensioneerd zijn … ze zouden toch een geste kunnen doen en ons paspoort vragen.

We lopen van het museum door tot aan de Puente de la Mujer . Die brug is onmiskenbaar ontworpen door Calatrava. De vorm geeft een goede eerste aanwijzing en het feit dat de gebruikte materialen al serieus onder de tand des tijds te lijden gehad hebben is het ultieme bewijs. Het is nu rond 6 uur en de hitte (het moet bij de 30 graden zijn) is stilletjesaan het perfecte excuus om een frisse pint op een van de terrasjes die de Puerto Madero rijk is te nuttigen. Men zegt altijd dat iedere pint een boterham is. Dat is maar goed ook want we kunnen niets deftigs eten vooraleer we naar de tango show kunnen omdat de meeste restaurants maar om 8 uur openen. De tango show is in een klein theatertje in de Centro Cultural Borges dat zelf gevestigd in de Galleria Pacifico. We kunnen de tango show goed volgen omdat het theatertje zo klein is. De dansers en de zanger worden begeleid door 3 muzikanten (piano, bandoneon en contrabas). Ze spelen werken van Piazzola en andere tango componisten waarop de dansers hun ding doen. Ze zijn fenomenaal. Om te doen wat die doen mag men geen rug- of knie- of enige andere pijn hebben en als een gewone sterveling zonder rug-, knie of enige andere pijn zou doen wat zij doen zou een knie-, rug- en een paar andere operaties het gevolg zijn. Het enige dat we minder smaken in de show is de zanger. We denken echter dat hij de baas is en dat zijn deelname derhalve buiten kijf staat.

Na de uur durende show gaan we snel nog iets eten in een naburig Italiaans restaurant en laten ons dan met de taxi naar ons hotel brengen. We moeten namelijk vanavond nog de valiezen pakken want morgen ( = gisteren) worden we om 6 uur opgehaald om naar onze vlucht naar Bariloche in het hart van de Lake District gebracht te worden.

Dag 2: Eerste introductie tot Buenos Aires

Ondanks de bijna 17 uur in het vliegtuig om van Frankfurt naar Buenos Aires te geraken (24 uur van de deur van de Wijnbergstraat tot deur van onze hotelkamer in Buenos Aires) is er van slapen in hotel Lufthansa niet veel in huis gekomen. Desondanks voelen we ons alle twee nog redelijk fris bij het ontschepen. De administratieve afhandeling door de immigratie diensten verloopt vlot (misschien zou Maggie hier eens op studiereis moeten komen. Theo moet thuis blijven, hij moest er maar niet van onder getrokken zijn!). Ook onze valiezen zijn al op de transportband aan het ronddraaien als we daar aankomen (misschien moeten de mensen van Swissport en Aviapartners hier eens op studiereis komen als ze tenminste niet aan het staken zijn). En ook de douane lijkt opgewassen tegen hun taak terwijl toch iedere valies toch gescand wordt (we zullen Alexander ook maar eens laten op reis gaan want de douane in Zaventem doet veel minder controle).

We zijn met andere woorden erg tevreden over de werking van de luchthaven hier en bovendien staat de afhaaldienst, ondanks onze 4 uur vertraging, netjes met een naambordje op ons te wachten. Het is vandaag een verlofdag (derde carnavalsdag) waardoor het verkeer erg vlotjes gaat. Op minder dan 45 minuten staan we aan de receptie van ons hotel. De chauffeur zegt dat dit traject op een werkdag tot 2 uur kan duren. Door de vlotte rit hebben we nog net de tijd om wat lichtere kleren aan te doen (het is hier erg goed weer, heldere blauwe lucht en tussen de 25 en 30°C) en onmiddellijk met de taxi naar de Congresso Nacional te rijden. De kost van een taxi is erg schappelijk. Voor een 30 minuten rit betalen we 230 ARS (= 5 Euro). Aan de Congresso Nacional (= parlement) vertrekt iedere dag om 3:00 een gratis stadswandeling die zich concentreert op de zone tussen de Congresso en de Casa Rosada (= de ambtswoning van de president). Er zijn steeds twee gidsen. Een houdt zich bezig met de mensen die de taal van Shakespeare machtig zijn terwijl de andere gids de Spaanstaligen wijzer maakt. De gidsen zijn meestal jong afgestudeerden die louter op tips werken. We gaan op stap met Victoria, een enthousiaste historica die, in het Engels met sterke Amerikaanse inslag, haar ongezouten mening mening geeft over allerlei gevoelige (Peronisme, “vermisten” onder de laatste militaire junta, etc) en minder gevoelige onderwerpen (architectuur van de stad, roze kleur van het ambtsgebouw van de president, etc). Victoria heeft haar tip dubbel en dik verdiend.

Bij het einde van de toer is het al 6:00 pm en dus hoog tijd om ons wat te rehydrateren. Dat doen we door op een terrasje in de San Telmo wijk een lokaal biertje in ons keelgat te laten verdwijnen. Het spul is niet erg straf, maar wel fris en heeft de verdienste alleen in porties van 500 ml gepresenteerd te worden. A man gotta do what a man gotta do, nietwaar? Net om de hoek van ons terrasje ligt het restaurant dat ons door Eddy aangeraden werd. Om 7pm ligt het er echter nog totaal verlaten bij. Ik probeer een jonge kerel, die daar rondloopt, te vragen wanneer het restaurant open gaat en of Gust (de patron, heeft Eddy me gezegd) er is. Ons gesprek, dat via Google Translate loopt, wil maar niet vlotten en we komen tot de conclusie dat hier eten moeilijk zal zijn. Een ander adres dat Eddy opgaf ligt ook in de onmiddellijke omgeving. Van buitenaf ziet La Brigada er veelbelovend uit maar gaat ook pas om 8 pm open. Hierdoor stappen we een klein restaurantje in dezelfde buurt dat nogal wat pasta’s op zijn kaart heeft binnen. De grootste troefkaart van dit restaurantje is dat het al om 7 pm open is. Gertrude en ik nemen beiden een andere soort pasta, kwestie van een halve portie van elk te kunnen eten. De smaken van beide pasta’s zijn goed en erg verschillend maar de pasta zelf is veel te veel gekookt. Al dente is een vreemd concept voor de kok van het etablissement. Jammer.

We treuren echter niet, want we hebben totaal onverhoopt nog een erg mooie namiddag gehad. Voor hetzelfde geld waren we te laat geweest voor de geleide wandeltocht door het centrum van Buenos Aires of erger nog: zaten we nog in Frankfurt.

Nu is het tijd om te proberen slapen zodat we morgen een ander deel van de stad kunnen gaan bekijken

Slaapwel

Dit verhaal is gemarkeerd als spam en is daarom niet zichtbaar voor bezoekers.

Proloog voor Buenos Aires, Lake District en Argentijns en Chileens Patagonië

Hallo, hier zijn we weer.

We zitten in de laatste rechte lijn naar het vertrek op onze jaarlijkse grote reis en het is dus tijd om de blog weer op te starten. Sinds we uit Singapore terugkwamen stond Latijns Amerika zeer dikwijls op ons menu. We bezochten Mexico, Honduras, Guatemala en Belize tijdens een reis. Tijdens een andere reis bezochten we Peru, Bolivia en van het Noordelijke deel van Chili tot de wijnstreken rond Santiago de Chile. Op nog een andere reis kwam Ecuador (met de Galapagos eilanden) aan de beurt. Er zijn veel redenen voor dit overwicht aan Latijns Amerikaanse bestemmingen. Zo is er zeker het feit dat we omwille van praktische redenen vanuit Singapore meestal bestemmingen in Azië / Oceanië kozen maar er is ook het feit dat we, zolang we ons nog redelijk fit voelen, voor relatief verre en actieve bestemmingen willen kiezen. Latijns Amerika is ver en heeft een aantal actieve bestemmingen. De voor 2019 geplande reis naar Zuidelijk Chili en Argentinië is daar zeker geen uitzondering op.


De voorbereiding van de reis liep deze keer over een hobbelig parcours. Al eind 2017 begonnen de eerste voorbereidingen voor wat de “grote reis voor 2018” zou worden. Er werd met mensen die Argentinië en Chili door en door kennen gepraat, een aantal reisorganisaties werden gevraagd te laten weten hoe modelreizen naar Argentinië en Chili er meestal uitzien, Mr. Google werd gevraagd wat hij er zoal van dacht, enz. Al gauw bleken de oorspronkelijke plannen om heel Argentinië en Chili ten Zuiden van Santiago te bezoeken veel te ambitieus. Dit deel van de aardbol is te groot om, binnen het tijds- (en portemonnee-)bestek van 1 maand, het “If it’s Tuesday, this must be Belgium” gevoel te vermijden, zelfs niet als verschillende binnenlandse vluchten zouden genomen worden.

Er werd dus besloten het Noorden (met onder andere de Iguazu watervallen en het Salta gebied) en het centrum (met de wijnstreek rond Mendoza of de Jezuïeten-overblijfselen van Cordoba) van Argentinië voor een andere keer te laten. Alleen Buenos Aires bleef behouden omdat we daar via onze internationale vlucht sowieso toekwamen. Wat wel overbleef na al dat knipwerk was het Chileense en Argentijnse Lake District (zo’n 2 uur vliegen in Zuid Westelijke richting van Buenos Aires) en Chileens en Argentijns Patagonië (nog eens een tweetal uur vliegen pal Zuidelijk vanuit het Lake District). En zelfs na het invoeren van deze beperkingen moesten we nog “knippen”. Zo besloten we bv Chiloe eiland en de Carretera Austral niet te doen en moest ook Peninsula Valdes (beroemd omwille van de walvissen) eraan geloven. We denken / hopen dat ondanks al dat knipwerk toch nog een zeer mooie reis overblijft. We zullen jullie de komende maand, op min of meer dagelijkse basis, of ge het wilt of niet, een uitgebreide verslaggeving van al onze avonturen opdissen en hopen dat wij (en jullie) tot de conclusie komen dat het, ondanks het knipwerk, een onvergetelijke ervaring geworden is.

De voorbereiding van de reis was ook om andere redenen nogal geaccidenteerd. Zo liep de samenwerking met de Argentijnse reisorganisatie die we onder de arm genomen hadden ook niet altijd optimaal (= altijd niet optimaal). Het bedrijf zelf is waarschijnlijk OK en heeft lokaal een goede reputatie, maar de persoon die ons bij dit alles begeleidde was allesbehalve van het niveau dat we de laatste jaren bij andere reizen (b.v. Ecuador, Zuidelijk Afrika of Iran) hadden mogen meemaken. In plaats van eigen inbreng kregen we in het beste geval gewoon tegenkanting of, in het slechtste, gewoon uitvoering van wat we vroegen (wat dan omwille van voortschrijdend inzicht meestal weer moest rechtgezet worden). Bovendien kwam de reactie niet binnen de paar dagen maar meestal slechts na een aantal herinneringsmails, enz.. Een mooi voorbeeld van de geringe inbreng was het feit dat we oorspronkelijk van plan waren in oktober 2018 te vertrekken. Volgens de persoon van het reisbureau was dit perfect … tot ik in allerlei bronnen begon te vinden dat in oktober (= de Patagonische Lente) het risico op nog ondergesneeuwde bergpaden relatief groot is en dat men daarom maart (= de Patagonische Herfst) aanraadt voor mensen die bergtochten willen doen. In het uiteindelijke reisschema zitten 5 volle dagtochten in de bergen. Dit zou in oktober niet mogelijk geweest zijn. Hierdoor moesten we dus weer alles wat al gedaan was veranderen (gelukkig hadden we nog geen vliegtickets besteld). Al bij al erg jammer, want de voorbereiding van een reis is eigenlijk al het eerste deel van de reis zelf. De moeilijke “samen”werking maakte dit eerste deel van de reis niet erg aangenaam maar we trekken ons op aan het feit dat dit deel nu afgesloten is en dat het aangename deel kan beginnen.

Een andere snelheidsdrempel op de weg naar Patagonië was de gezondheid. Gertrude moest, van midden december tot eind januari, moedig strijden tegen een hardnekkige bronchopneumonie. Uiteindelijk werden de microben dank zij Gertrude’s moed en (vooral?) dank zij een aantal opeenvolgende antibioticakuren overwonnen en kon net op tijd begonnen worden met het opbouwen van de conditie die zal nodig zijn om de verschillende tochten die in de nationale parken van Argentijns en Chileens Patagonië gepland zijn tot een goed einde te brengen. Laat ons dus maar hopen dat het gezegde “Eind goed, al goed” weer maar eens uitkomt (maar dat zal wel het geval zijn want anders zouden die paar woordjes nooit het status van een gezegde verworven hebben).

Nu al dit achter de rug is zijn we bijna 100% klaar. De internationale en binnenlandse vluchten zijn geboekt, de hotels zijn vastgelegd, huurauto’s op drie verschillende plaatsen zijn geconfirmeerd, de 4 daagse cruise naar Ushuaia is geboekt, de staptochten in de verschillende nationale parken zijn op de GPS uitgestippeld, stadswandelingen in Buenos Aires zijn bekeken, enz. Er resten nu alleen nog de allerlaatste taken en taakjes zoals: een mailtje naar de buren sturen zodat die weten dat we (weer) uithuizig zijn en waar, in geval van nood, een sleutel kan gevonden worden, zorgen dat de frigo en de diepvries zo leeg mogelijk gegeten zijn en, het allerbelangrijkste, de juiste kleren (inclusief het thermisch ondergoed) in de juiste hoeveelheden in 1 valies en 1 rugzak proppen zodat we comfortabel en zonder een geurspoor na te laten in alle weertypes (gaande van lekker Mediterraan in Buenos Aires tot bijna vriezen met regen in stormwind in Ushuaia) alles kunnen doen wat we gepland hebben.

Maandag om 19:05 mag de Lufthansa piloot in Brussel de gashendel open trekken om ons, zonder dat we ons, althans volgens Bart van Antwerpen (tot nader order), schuldig moeten voelen, naar Frankfurt te brengen. Van daar zal een andere Lufthansa boy/ girl ons naar Buenos Aires brengen waar we, als alles volgens plan verloopt, 13.5 uur later = om 8:00 uur lokale tijd voet op Argentijnse bodem zullen zetten. Dan kan het grote avontuur beginnen. We houden jullie op de hoogte (als de beschikbaarheid van Internet geen probleem is). Het ga jullie ondertussen goed (en we hopen voor ons hetzelfde).

Lectori salutem

Slot

Deze 237 km lange tocht (met een goede 5000 hoogtemeters) is weer eens een zeer mooie ervaring geweest. De tocht bracht ons door zeer gevarieerde landschappen met gemanicuurde wijngaarden in de streek van de Cotes de Gascogne befaamd door de Floc en de Armagnac, grote landerijen met mais of koren en mooie bossen met oude eiken of met dennenbomen. We liepen door eeuwenoude stadjes en dorpjes, zagen mooie kapelletjes en lelijke kerken en ontmoetten mensen van allerlei slag. We verbleven in goede hotelletjes en vooral in soms erg mooie B&B’s met zeer vriendelijke eigenaars (één uitzondering niet te na gesproken). We hadden een goede chauffeur die ons vellig naar het beginpunt en van het eindpunt (terug)bracht. We hadden ook een chauffeur van de bezemwagen die niet alleen de bagage van punt A naar punt B bracht, maar ook altijd stipt op de afgesproken plaatsen was en bovendien vooraf de scouting van restaurants deed. Mede daardoor hadden we steeds zeer lekkere maaltijden. Hopelijk laat dit niet te veel zijn sporen na. Mogelijks verliep de tocht voor een stap-purist wat te veel via verharde wegen maar anderzijds was dit, gezien de weersomstandigheden, maar goed. Waar de wegen niet verhard waren, waren ze quasi altijd modderig, soms zo erg dat we er centimeters diep inzakten.

Dit brengt me naadloos bij het weer. Uiteindelijk kunnen we niet al te veel klagen over het weer. Natuurlijk hebben we eens een hele dag regen gehad, natuurlijk hebben we een aantal keer de paraplu’s moeten opentrekken om ons te beschermen tegen een bui, natuurlijk hebben we twee keer met ons hoofd in de wolken gelopen maar wat kan men verwachten als men 10 volle dagen in het voorjaar buiten loopt? Ja, het had droger kunnen zijn, maar gans Europa klaagt over onstabiel weer. Het had ook zonniger kunnen zijn, maar dan was het (veel) warmer geweest en dan hadden we daarover geklaagd.

Conclusie: We hebben een zeer mooie tocht achter de rug. Niemand heeft zich pijn gedaan (ook niet na een uitschuiver in de laatste rechte lijn), niemand heeft meer dan een paar ongemakken (gehad). We kunnen, mogen en zullen dan ook niet klagen. Dat is trouwens de algemene les die ik voor mezelf zou willen trekken uit deze en andere tochten. Men kan wel altijd over iets klagen, maar waarom zou men dat doen? Klagen brengt geen verandering en is dus niet nuttig. Ofwel kan men aan een situatie iets veranderen en dan moet men dat daadwerkelijk doen ofwel kan men aan een situatie niets veranderen en dan houdt men de bek in de pluimen. Waarom zouden we trouwens klagen als een 75-jarige dit alles zonder verpinken (en soms als een dartel veulen) gepresteerd heeft. De tweede jongste heeft trouwens ook niet geneut, getsiept of gepleut.

Ik hoop dat jullie vanop afstand ook een beetje kunnen genieten hebben van onze kleine avontuurtjes. Ik had gehoopt onderweg regelmatig foto’s te posten, maar dat is er niet van gekomen. Onder het motto “één beeld zegt meer dan 1000 woorden”, heb ik een serie foto’s (als het voorgaande klopt zou ik me loeten beperken tot 15 foto’s maar dat is niet gelukt) op de website geplaatst. Hopelijk krijgt ge hierdoor een beter idee van wat we zoal gezien hebben. Als ge alle foto’s wilt zien zult ge u naar de Wijnberg moeten verplaatsen. Gelukkig ligt de Wijnberg echter niet in de Pyreneeën.

Tot in den draai

Dag 14 & 15: Terugrit van Roncesvalles naar Blanden met tussenstop in La Rochelle

We pakken het vandaag rustig aan en ontbijten maar om 8:00. Daarna lopen we nog eens binnen in de kerk van het kloostercomplex van Roncesvalles. We zijn er een tijdje helemaal alleen met de Gregoriaanse muziek, die zachtjes uit luidsprekers vloeit (er zijn misschien onvoldoende monniken) maar dat is meer dan voldoende gezelschap. Het bezoek aan het klooster kan maar vanaf 10 uur en dus vertrekken we zonder het te bezoeken (we hebben allemaal het klooster vroeger al eens bezocht). De rit naar La Rochelle verloopt rimpelloos vanaf het moment dat de eerste 50 km achter de rug zijn. Ondanks het feit dat ik vooraan mag zitten, voel ik me niet optima forma. Ik troost me met de idee dat het nog veel slechter zou zijn had ik achteraan gezeten. Om 3:00 uur komen we toe in La Rochelle.

We moeten de auto ergens op een parking achterlaten, omdat de madam van de GPS ons steeds weer naar geblokkeerde straten of éénrichtingsstraten stuurt. Een stedelijk mobiliteitsplan dat recent ingevoerd werd heeft hier duidelijk ook ravage aangericht. We besluiten dus eerst te voet te gaan inchecken (we hebben toch maar een zakje met het hoogstnodige voor de nacht en morgen) en aan de receptie te vragen waar we best gaan parkeren (zo dicht mogelijk bij het hotel). Dat blijkt veel makkelijker gezegd dan gedaan. Wilfried en ik rijden bijna een half uur straat in, straat uit om uiteindelijk op de parking dichtbij het hotel aan te belanden. Het enige voordeel is dat we de echtgenotes nu moeiteloos kunnen overtuigen dat we een pint verdiend hebben. Daarna gaan we het stadje nog wat verkennen en laten ons dan een mooi drie gangen menu welgevallen. We spreken om 7:30 af voor het ontbijt.

De terugrit van La Rochelle naar Blanden verloopt, zo mogelijks, nog rimpellozer. Als het zo doorgaat zullen we geen rimpels meer hebben en zullen Nivea, Yves Rocher en l’Oréal aan ons niet veel geld meer verdienen. Rond 5 uur zijn we thuis. Tijd om van alles te doen (blog posten, denken over epiloog, kabeltjes aansluiten, foto's downloaden, GPS tracks downloaden, naar Delhaize gaan, enz, enz)