Op avontuur in Albanië (en Griekenland en N. Macedonië)

Dit verhaal is gemarkeerd als spam en is daarom niet zichtbaar voor bezoekers.

Dag 4: Van Oostduinkerke naar Diksmuide

Om half acht staan we op om de laatste hand te leggen aan de blog en vooral ook om ervoor te zorgen dat de bagage om 9:00 klaar staat voor de afhaling. Dit wil zeggen dat we zelf ook vertrekkensklaar zijn kort na 9. Dat is maar goed ook want de weersvoorspelling voor vandaag is niet fantastisch (buien met onweer vanaf elf uur) en dus is het best dat we niet te laat vertrekken en er toch wat tempo in houden. We kunnen de kustroute echter niet definitief achter ons laten zonder een laatste paar Beaufort kunstwerken te zoeken. Gewoontegetrouw hebben we niet erg veel succes maar op de dijk van De Panne vinden we, dicht bij het standbeeld van Leopold I opgericht ter gedachtenis aan het feit dat hij daar in 1831 “aanspoelde”, een kunstwerk van een aangespoelde octopus (is de kunstenares misschien ook geen royalist??).

Van De Panne gaat het via Adinkerke (waar we Plopsaland kunnen bewonderen) het binnenland in. Hierbij negeren we straal nog een aantal locaties van Beaufort kunstwerken omdat we ons stilletjes aan zorgen beginnen te maken over de steeds grijzer wordende lucht. Onze eerste stop (gepland met bijhorende stadswandeling) is Veurne. Samen met deze eerste stop komen echter ook de eerste regendruppels. Ik heb tot nu in mijn T-shirtje rondgereden maar besluit nu mijn KaaWeetje aan te trekken en dat is nauwelijks gebeurd of de bui, die we al een tijdje zagen hangen, slaat toe. Dit doet ons besluiten de stadswandeling achterwege te laten en rechtstreeks richting Diksmuide te rijden. Gelukkig is de bui van korte duur en kunnen we ons snel gelukkig prijzen dat wij droog blijven terwijl we links en rechts van ons de regen zien neerplensen.

Ons geluk blijft echter niet duren en zo’n 5 km voor Diksmuide (= ongeveer ter hoogte van de Dodengang) begint het weer te regenen. We slaan dan ook de Dodengang over en rijden zo snel mogelijk naar Diksmuide waar we vannacht gaan slapen. B&B ’t Withuis is gevestigd in een erg statig herenhuis op de Grote Markt. De eigenaar van het Hotel “De Vrede” is ook de eigenaar van de B&B. Hij geeft ons alle nodige informatie, de bagage die reeds eerder in de voormiddag afgeleverd werd en de sleutels om de fietsen veilig (en droog) te stallen. Eén kamer is al gepoetst en de tweede wordt 10 minuten na onze aankomst aan ons overgedragen. We trekken wat droge kleren aan en gaan bij Bistro De Vrede onze honger en dorst stillen met een lokaal biertje (Papegaai) en een exotisch slaatje (Mozzarella met een snuifje curry op de croutons). Het is tijdens en na het eten nog steeds hard aan het regenen waardoor we geen andere optie hebben dan een siësta te nemen.

Rond half vier is de regen opgehouden waardoor we beslissen op exploratie te trekken. Eerst kijken we eens binnen in de St Nicolaas kerk. Deze kerk is na de grote oorlog herbouwd en heeft daardoor niet meer het karakter van een oud gebouw (de oorspronkelijke kerk dateerde van de 12de eeuw). Daarna gaan we naar het Museum aan de IJzer met de ruïnes van de oorspronkelijke en de huidige IJzertoren. De huidige toren is 22 verdiepingen en 84 meter hoog en bevat een museum met allerlei wetenswaardigheden over het ontstaan, verloop en einde van de Groote Oorlog. We spenderen bijna 2 uur in de toren en zijn tevreden met de opfrissing van ons geheugen en zijn zo nu en dan wat stilletjes door wat we te zien krijgen. Hoe kunnen gewone mensen zich zo idioot blijven gedragen / zich zo hersenloos laten meeslepen met een paar op dwepers / machtswellustelingen?

Als we om 6 uur uit de toren komen is het zonnetje van de partij. We besluiten rond 7 uur naar één of andere restaurant op wandelafstand van onze B&B te gaan. Restaurant Père et Mère is de gegadigde en ze leggen ons in de watte met een carpaccio van rund (Gertrude) of asperges (Erik en mij)of garnaalkroketten( Mien) gevolgd door paling in het groen (Mien) en Zeebaars (Gertrude, Erik en mij) en een lekkere Barbera. Niet zo moe maar wel erg tevreden keren we “huiswaarts” om de blog af te werken en een beetje naar de halve finale van de Koningin Elisabeth competitie voor cello te luisteren. Nu is het tijd voor een goede nachtrusten wens ik dus iedereen slaapwel.

Dag 3: Van Wenduine naar Oostduinkerke

Vandaag staan we om 7:30 op. Het ontbijt is ten vroegste om 8:30 maar op tijd opstaan heeft als voordeel dat de blog van gisterenavond nog eens met een frisse kop kan herlezen worden vooraleer hem te posten. B&B Amylia heeft voor ons een zeer lekker ontbijtbuffet in petto. Als we vandaag last hebben om tegen de wind te fietsen zullen we het niet op een gebrek aan calorieën kunnen steken. Het weerbericht voor vandaag ziet er trouwens niet fantastisch uit. Tot 11 uur zou het droog moeten blijven maar daarna staan ons (soms onweerachtige) buien te wachten. We willen dus zo snel mogelijk vertrekken en aan het bagagetransport zal het zeker niet liggen want stipt om 9 uur staat het madammeke van het taxibedrijf aan de deur. We geven onze bagage mee maar vragen haar of ze de volgende dagen misschien een half uur later kan komen opdagen. Dat geeft ons de tijd onze tandjes nog grondiger te schrobben.

Om 9:30 zijn we opnieuw klaar voor een dagje in / op het zadel. We geraken vrij vlotjes op de het traject van de Kustroute maar, zodra we op de Kustroute zijn, slaat de verwarring toe. Soms moeten we de drukke weg over zonder dat het duidelijk aangegeven staat, soms houdt het fietspad, zonder boe of ba, op, soms zijn werken aan de gang waardoor we geen andere keuze hebben dan de drukke verkeersader met auto’s te delen. Een bijkomende bron van frustratie zijn de kunstwerken van de Beaufort tentoonstellingen. Ik heb die allemaal met exacte GPS coördinaten op de Garmin gezet maar desondanks zijn verschillende kunstwerken niet te vinden (omdat ze gevandaliseerd werden of omdat ze bewegwijzerd zijn of omdat de toegang bijna totaal overgroeid is).

Onder het motto nie neute, nie pleue rijden we verder naar De Haan waar we in een parkje, op de aanwijzingen van Erik, een foto vinden van Einstein samen met James Ensor genomen tijdens zijn verblijf in De Haan. Bij het buitenrijden van De Haan begint het lichtjes te druppelen. Tegen het moment dat we Bredene binnenrijden begint het druppelen fanatieker te worden waardoor we ons genoopt zien een toevlucht te nemen in het Staf Versluys (scheepsbouwer en zeiler) informatiecentrum. We spenderen bijna twee uur in de cafetaria van het Staf Versluys centrum maar uiteindelijk kunnen we om kwart voor één weer op onze fietsen springen. Na een half uurtje komen we aan de veerpont van Oostende waar we het geluk hebben dat de veerpont net klaar ligt om ons naar de overkant te brengen. Eens aan de overkant besluiten we iets te eten vooraleer de tocht verder te zetten. Het wordt een broodje met Noordzeegarnalen en een beetje sla. Dat is voldoende om onze honger te stillen en ons verder richting Oostduinkerke te laten fietsen.

We hebben hier en daar een Beaufort kunstwerk gezien maar er ook minstens de helft niet kunnen vinden. Wat we echter wel gevonden hebben is de (tegen)wind van ik weet niet hoeveel Beaufort. Ik weet wel dat het niet beau maar wel fort was. Vooral in het traject tussen Oostende en Nieuwpoort is de wind erg sterk waardoor we zodanig gezandstraald worden dat onze oren vol zand zitten en drie van de vier van ons gezelschap zand in hun haar hebben. Beelden van het kampioenschap tegenwind fietsen en flarden van Boudewijn De Groot’s “Hoe sterk is de eenzame fietser” komen in mij op (alhoewel het zeker nog geen windkracht 7 is en we, met zijn vieren, niet eenzaam zijn).

Langzaam komt Nieuwpoort in het vizier. Het plan is daar het veer te nemen over de toegangsgeul naar de jachthaven . We volgen dan ook netjes de pijltjes van de Kustroute en belanden aan de pier waar tot onze spijt (en frustratie met de Kustroute) de boodschap hangt dat door werken het veer buiten dienst is. Dit betekent zeker een tiental kilometer extra wat vervelend is maar geen onoverkomelijke hindernis aangezien we nog veel elektriciteit in onze batterijen hebben (wat niet kan gezegd worden van de batterijen in mijn GPS, gelukkig heb ik een setje verse batterijen mee en heb ik de GPS van Tom als extra extra veiligheid mee … en die komen allemaal van pas).

Door het tijdsverlies in Bredene, door de regen, door het soms vruchteloos zoeken naar Beaufort kunstwerken en door de omweg in Nieuwpoort wordt de dag die oorspronkelijk een van de kortste zou zijn uiteindelijk een van de langste (tot nu). We komen rond half zes in Oostduinkerke aan waar Floris (de zoon van Erik en Mien) ons opwacht. Hij heeft de bagage bij het Immo kantoor, waar de taxidienst die afgeleverd had, al opgepikt en hij heeft ook … de sleutel van het appartement gebracht. Nog een geluk dat Mien zich eergisteren al gerealiseerd had dat ze de sleutel in Gent vergeten was.

Als toetje op een al met al toch weer geslaagde dag heeft Erik een reservatie in de Waserette, een restaurant in hartje Nieuwpoort gemaakt. We trakteren onszelf op een lekkere Angus entrecote met bearnaisesaus saus en een stevige Spaanse wijn. Wat kan het leven toch hard zijn!!! Gelukkig is de wind gevallen waardoor de terugrit naar Oostduinkerke een fluitje van een cent is en ik moeiteloos het grootste deel van deze blog kan schrijven na het uitwisselen met Erik van een aantal muzikale pareltjes (Hauser, YoYo Mah, Botti, Einaudi, enz.) en voor het slapengaan.

Dag 2: Van Brugge naar Wenduine

We beslisten gisteren om te ontbijten om 8 uur. Dat is ruim vroeg genoeg (misschien zelfs wel een beetje te vroeg) om de amper 60 km die we vandaag moeten afleggen te overbruggen maar zo vroeg ontbijten is nodig om ervoor te zorgen dat de valiezen om 9 uur klaar staan voor het bagagetransport. Wat hebben we vandaag geleerd (zou Piet Huyzentruyt zeggen)? Beter aan de bagagevervoerder vragen de valiezen pas na 10 uur op te pikken (zou een goede leerling zeggen). Enfin, water under the bridge … en bruggen zijn er genoeg in het Venetië van het Noorden. Rond 9 zijn onze fietsen geladen, zijn de valiezen in de receptie achtergelaten en staan we klaar om te vertrekken. We fietsen vlotjes Brugge buiten en krijgen Damme na een 10-tal km in het vizier.

We parkeren onze fietsen aan het stadhuis van Damme om een kleine wandeling door Damme te maken. Die 1.9 km zijn meer dan voldoende om de eerste indruk van verwaarlozing te bevestigen. Erik noemt Damme groezelig en inderdaad, veel gebouwen zouden wel eens een likje verf kunnen verdragen, de vroeg-gotische en imposante kerktoren staat met nadar afsluitingen omringd om te vermijden dat zowel gelovigen als ongelovigen een baksteen op hun hoofd zouden krijgen, de verdedigingsfunctie van de omwalling is absoluut niet duidelijk meer door de weelderige vegetatie in de omwalling. Kortom, het wandelingetje door Damme overtuigt ons niet van de leiderskwaliteiten van burgemeester Joachim Coens, die ook al geen beste beurt maakte als partijvoorzitter …. misschien zal, ook hij, een Europees mandaat moeten nastreven. De ooievaars die we alom zien lijken daar zich alvast niets van aan te trekken. Een inwoner waarmee we in gesprek raken wel. Hij legt de schuld bij de politiek … maar wie doet dat tegenwoordig niet?? Na een koffie / thee op een terrasje rijden we richting Nederland. Onderweg komen we nog een aantal virtual reality stations over de Middeleeuwse situatie van het Zwin tegen. De animatie is mooi gedaan maar toch een beetje teleurstellend omdat niet voldoende het contrast tussen de huidige en de toenmalige situatie gegeven wordt.

Op weg naar Catzand rijden we eerst door Sluis dat er niet groezelig uit ziet en een levendige drukte uitstraalt. Daarna bezoeken we Retranchement (een verdedigingsbolwerk gebouwd door de protestanten tijdens de 80-jarige oorlog tegen de katholieke Spanjaarden) met het plan daar iets te eten. Het is namelijk ondertussen bijna 1:30. Restaurant Grenzeloos is de enige eetgelegenheid in de omgeving maar wie heeft veel eetgelegenheden nodig wanneer er één zeer goed is? We eten alle 4 asperges, Erik & Mien met zwezeriken, Gertrude en ik met mousseline saus, ei en Cecina de Leon (een soort Grison vlees). Na het eten is het al 2:30 en vertrekken we, via het Zwin, naar de Kustroute die we de rest van de middag (en morgen) zullen volgen.

Die Kustroute is tot nu toe een beetje een tegenvaller. De bewegwijzering langs de weg en de GPX die ik van de officiële website gedownload heb, komt niet altijd overeen, het fietspad kruist, in het beste geval, meermaals de zeer drukke kustweg of houdt, in het slechtste geval, opeens op. Bovendien blijken meer dan de helft van de kunstwerken van de Beaufort tentoonstelling onvindbaar. Ik had ze nochtans allemaal op mijn GPS ingegeven. Niets aan te doen, morgen beter. Rond 5:30 staan we voor B&B Amylia. De kamers zijn er maar de bagage nog niet. Er zit dus niets anders op dan Taxi Brugge te telefoneren. Ik krijg iemand aan de lijn die op de hoogte is (dat is een goede eerste stap) en me verzekert dat de bagage er binnen het kwartier zal zijn …. en zo geschiedt het. Eind goed, al goed.

Na een verfrissende douche wandelen we tot op de dijk waar we in Restaurant Vin Dune (in Wenduine, hebt ge hem??) ons tegoed doen aan zeer lekkere ribbetjes en even zeer lekkere gebakken tongetjes. Dit en het gezelschap maken de dag dan toch nog zeer goed. Mij rest alleen nog het schrijven van de blog en het kijken naar een stuk van de tweede helft (en de extra time) van de finale van de Conference Cup. Slaapwel

Dag 1: Van Gent naar Brugge

Vandaag is het geen speciale uitzending van het programma van Joris Hessels over Gentbrugge maar rijden we van Gent naar Brugge. Onze bagage wordt door het eerste taxibedrijf netjes op tijd om 9:15 bij Erik & Mien afgehaald. Dit betekent dat we vroeg uit de veren moesten want we wilden niet vol stress aan onze tocht beginnen omwille van chaotisch verkeer rond Brussel (en misschien zelfs ook rond Gent). Alles loopt echter op wieltjes (de twee regenbuitjes tussen Blanden en Gent niet te na gesproken) en om 9:30 starten we onze rit. Niet verder dan de uitgang van de garage gebeurt het eerste (en hopelijk laatste) ongeval(letje) van de tocht. Terwijl we met zijn vieren netjes staan te wachten tot wanneer de tram weggereden is, verliest Gertrude haar evenwicht en “rolt” ze over de Gentse straatstenen. Gertrude is echter niet aan haar proefstuk toe wanneer het op “stilstaand vallen” aankomt (zie ons verhaal van de fietstocht in de Ardèche) en ze kan dus fluks en (gelukkig) zonder kleerscheuren opveren. Van de garage uitgang gaat het verder langs de Lindelei, Coupure en Brugsche Puurte langs het kanaal richting Brugge.

Om kwart voor 11 is het tijd voor een korte stop waarbij Mien met een koekje trakteert. Kort daarna verlaten we het jaagpad om de bosrijke streek in de buurt van Aalter te doorkruisen. In deze bossen hebben mensen, die duidelijk sterke schouders hebben, stulpjes (om u tegen te zeggen) neergepoot. Iets voor 12 komen we aan in De Crem-city (vroeger ook het Cremlin genoemd maar sinds een paar maand is die naam wat in diskrediet gevallen). Naast de kerk is een mooi pleintje waarop naast een kiosk ook een aantal terrasjes er zeer goed uitzien. We vlijen ons neer op het terrasje van De Koffieboon en bestellen, omdat we niet teveel willen eten, een salade. Het is onmiddellijk duidelijk wanneer de serveerster de schotel brengt dat we onze doelstelling; iets kleins eten, niet zullen bereiken. Ainsi soit il om in cd&v terminologie te blijven.

Om 1 uur springen we weer op onze stalen rossen om over de laatste 30 km te galopperen en zo Brugge rond 3:45 uur te bereiken. We zetten onze fietstassen bij onze valiezen die netjes in het hotel afgeleverd werden, we stallen onze fietsen in een garagebox van het hotel, we nemen een douche en zijn daarna klaar voor een fris product van lokale makelij (= Brugse Zot). We moeten vanavond tamelijk vroeg eten omdat we ons ingeschreven hebben voor een gegidste wandeling die om 8 uur van wal steekt. Op aanraden van vrienden van Erik & Mien wagen we onze kans bij Cezar (een eetwinkel / bistro, niet erg ver van ons hotel en zonder ook maar één kenmerk van een val voor toeristen). Dit is een absoluut succes. Zowel het voorgerecht van asperges met rauwe ham als het hoofdgerecht van varkenswangetjes zijn superlekker. Jammer dat we morgen al weer verder moeten.

De “Brugge by night” stadswandeling met Legendary free walking tours is zeer goed. Simon brengt ons allerlei wetenswaardigheden bij: zoals Brugge = Bryghia = Vikings voor haven of zoals Beurs = de taverne van de familie Van Beurzen waar de wisselkoers van goederen bij ruilhandel bijgehouden werden of hoe de geest van de Italiaanse monnik in het nonnenklooster aan de overkant van het water bleef ronddwalen nadat hij zijn geliefde non vermoord had of hoe de zwanen (lange nekken) door Keizer Maximiliaan van Oostenrijk aan de Bruggelingen opgelegd werden, of hoe Philips de Goede Jan Van Eyck naar Portugal stuurde om een portret van zijn toekomstige echtgenote te maken omdat selfies nog niet in zwang waren, enz, enz. Enfin, een onderhoudende en leerrijke tocht door de stad waardoor we ons, na deze blog, moe maar tevreden ter bedstede kunnen begeven. Tot morgen

Proloog van onze fietstocht door Westelijk Vlaanderen.


In 2021 besloten Mien, Erik en Gertrude en ik gebruik te maken van een verslapping van het Corona virus om een fietstocht door het Oostelijke deel van Vlaanderen (= Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant) te maken. Dit viel zodanig in de smaak dat er weinig discussie was toen de herhaling van “een” fietstocht ter sprake kwam. Het logische vervolg op onze tocht door Oostelijk Vlaanderen was …. juist …. een tocht door Westelijk Vlaanderen. Reeds in 2018 dachten Gertrude en ik aan een kleinschalig fietstochtje langs de slagvelden en begraafplaatsen van de Grote Oorlog. Het is er toen niet van gekomen maar in 2022 leek de tijd rijp voor een “grootschalige” 8-daagse fietstocht door het Westelijke deel van Vlaanderen (= West en Oost Vlaanderen) met twee etappes langs de slagvelden en begraafplaatsen van WO I.

Jullie, trouwe lezers, weten dat ik geen voorstander ben van voorgekauwde reizen dus probeerde ik verschillende bestaande routes op zo’n manier te verknippen en met elkaar te verbinden dat de gewenste locaties op de gewenste dagafstanden van elkaar lagen en dat na acht dagen een redelijke totale afstand (421 km ... op voorwaarde dat we ons niet misrijden) afgelegd zou zijn. Eerst was er de “Historische Steden route” die ons van Gent naar Brugge zou brengen. Daarna was er de “Verdwenen Zwinhavens route” tussen Brugge en het Zwin alvorens we de “Kustroute” (hopelijk met veel Beaufort kunstwerken maar weinig Beaufort tegenwind) zullen afhaspelen. Daarna gaat het landinwaarts over de “1914-’18 route” langs Diksmuide en Ieper om daar over te schakelen op de “Heuvellandroute” zodat we via Kortrijk en Oudenaarde op de “Leieroute” terecht kunnen komen die ons terug naar Gent zal brengen. Hieronder staat een kaartje met onze geplande route.

Voilà, de verschillende etappes en routes zijn uitgewerkt, de overnachtingsplaatsen zijn gereserveerd, het transport van de bagage is geboekt, de banden en de batterijen van onze fietsen zijn elk op hun specifieke spanning gebracht. Nu is het alleen nog een kwestie van de beenspieren soepel te maken en te houden, (hopelijk) veel zonnecrème te kunnen smeren en geen spijt te moeten hebben dat we beslisten de paraplu’s te vergeten. Wij zijn dus zo klaar als mogelijk om binnen een dikke week (op 17 mei) te vertrekken en ik hoop dat jullie minstens even klaar zijn om onze avonturen vanop veilige afstand te volgen.

Lectori salutem

Epiloog van de Alps2Adria fietstocht

De aller kortste epiloog voor dit verhaal zou kunnen zijn dat het een zeer mooie tocht was. Trouwe lezers weten echter dat ik meestal niet zo kort ben in mijn verslagen. Ik zal daarom deze keer ook wat meer uitleg geven

De tocht die wij deden was erg goed doenbaar. Ik had een titanenstrijd met de Alpen verwacht maar met onze mechanische doping viel dit zeer goed mee en bovendien dient het gezegd dat we door in Villach te vertrekken het moeilijkste stuk (tussen Salzburg en Villach) vermeden. Natuurlijk was er nu en dan eens een vals plat dat langer dan me lief was waardoor ik in de achterste gelederen van het peloton belandde. Natuurlijk was er wel eens een erg steile klim die gelukkig nooit meer dan een paar honderd meter lang was waardoor een snelle overschakeling van “Eco” naar “Sport” voldoende was om bij te blijven. Natuurlijk waren er een tweetal passen (eigenlijk pasjes) maar door mijn extra gewicht (op het zadel en in de fietstassen) kon ik altijd weer voor het einde van de afdaling mijn achterstand goed maken.

De weg was zeer mooi omdat we praktisch de hele tijd (met uitzondering van de laatste 30 km van de laatste dag) op wegen met zeer weinig verkeer of zelfs dikwijls op fietspaden in “eigen bedding” reden. Dit laatste was vooral wanneer we van “ravel-achtige” infrastructuur met veel tunnels konden gebruik maken. De weg was ook zeer mooi omdat we langs mooie uitzichten reden. Eerst langs de Karintische Alpen, daarna naar een erg mooi gelegen bergmeer, daarna langs de vruchtbare lagune en daarna langs de Adriatische kust. De weg was ook mooi omdat we een aantal mooie stadjes zoals Venzone, Udine, Palmanova, Aquileia, Grado en Trieste bezochten. De weg was ook mooi omdat alles netjes onderhouden was en vrij van de gebruikelijke plastiek en andere rommel langs de kant.

Niemand van ons (ook de koersfiets fanaten) heeft een platte band gehad. Nu mag ik dit zeggen zonder onheil over ons af te roepen. Het gevaar op een platte band is nochtans reëel als men, alles tezamen, bijna 2100 km (= ongeveer 300 km x 7 fietsers) aflegt. Bovendien was van de afgelegde kilometer zeker 20% op gravel. Goede banden en goede fietsers, zou ik zeggen.

De organisatie van de Alps2Adria is zeer goed met op alle kritieke plaatsen signalisatiebordjes die goed overeen komen met de GPS tracks die ik gedownload had. Het verschil tussen de eerste 4 dagen en de 5de dag was dan ook markant. Ook het bagagetransport (dat we nooit te zien kregen) liep op wieltjes. Bijna altijd stonden onze valiezen op ons te wachten als we op onze bestemming toekwamen. Ook de treinrit van Trieste naar Villach verliep onverwacht vlekkeloos. We vonden de trein zonder noemenswaardige problemen, er was plaats zat voor de fietsen op een aparte wagon, wij hadden ook meer dan plaats genoeg, de trein vertrok op tijd en kwam op tijd toe, enz..

Een andere factor die een bepalende rol speelde was het weer. Ik volgde de weersvoorspellingen reeds een tweetal weken voor ons vertrek. Op dat moment was het weer zowat overal in Europa slecht tot zeer slecht. De streek die we zouden bezoeken ontsnapte daar niet aan …. tot een week voor ons vertrek het weer er toch wat beter begon uit te zien, zeker langs de zuidelijke kant van de Alpen. Jammer genoeg was die opheldering in de weersverwachtingen maar van korte duur. Iedere dag werd zon, wolken, regen en onweer voorspeld. Zo’n voorspelling betekent eigenlijk: “we weten het niet, ge zult het wel zien”. Wel wij zagen … dat we veel geluk hadden. Eén keer reden we het terrein van ons hotel op toen het begon te regenen en één keer werden we gezegend met een massale stortbui die echter minder dan een half uur duurde. Daarbuiten hadden we altijd mooi tot zeer mooi weer. Zoals ik altijd zeg: men moet niet mooi zijn om geluk te hebben.

Al het bovenstaande speelt een belangrijke rol maar het allerbelangrijkst is ontegensprekelijk het gezelschap. Dat zorgde ervoor dat dit weer eens een fantastische ervaring was die, zeker van onze kant, voor herhaling vatbaar is. Ik heb bij deze epiloog ook een paar foto’s aangehecht. Die zouden elk duizend woorden moeten waard zijn en dus iedereen moeten overtuigen ook eens één of andere fietstocht te maken. Meer informatie en meer foto’s om de laatste twijfel langs de kant te schuiven zijn beschikbaar op de Wijnberg. Altijd welkom.

Dag 5: Van Grado naar Trieste

Ik ben om 6:45 wakker en sta op om wat verder aan de blog die ge ondertussen ontvangen hebt te schrijven. We hebben afgesproken dat we om 8 uur zouden ontbijten. Het finaliseren van het verslag zou dus voor het ontbijt moeten lukken. Eerst en vooral echter neem ik de tijd om het wolkendek te inspecteren. Het ziet er min of meer OK uit. Er staat geen volle zon maar het is ook niet aan het regenen. Dat zou dus moeten meevallen. Het ontbijt is lekker maar weer een bewijs van hoe serieus de Italianen de Corona bestrijding aanpakken. We hebben gisteren een document met alles wat we willen voor ontbijt bij de receptie moeten achterlaten en alles wordt deze morgen, per bubbel, aan tafel gebracht. Onze tafel staat dan ook direct bomvol met allerlei bordjes en schaaltjes maar met een beetje geschipper en veel goede wil lukt het wel.

We vertrekken voor de laatste etappe iets na 9 uur. Vlak boven ons staat een zwak zonnetje, richting Trieste ziet het er vrij schappelijk uit maar richting Venetië en boven de zee ziet het er dreigend uit met zwarte wolken. Het wordt dus waarschijnlijk een dubbeltje op zijn kant. We rijden Grado uit en passeren weer een aantal aanlegsteigers met plezierbootjes. Die liggen veilig in de talloze kanalen die het eiland rijk is. Aan de kant van de zee (naar het zuiden) zijn een aantal zeer grote campings die vrij druk bezet lijken. Het is natuurlijk augustus, de vakantiemaand voor de Italianen en veel andere Europeanen. Minder dan 1 uur op onze tocht lijken we de campings en plezierbootjes achter ons gelaten te hebben en rijden we nu op een dijk die toch wel een 3 à 4 meter hoger is dan het land dat door de dijk tegen overstromingen moet beschermd worden.

Ondertussen blijven we het gerommel van de donder achter ons horen en blijft het perspectief in de richting van Trieste zonnig. De boodschap is dus lustig verder blijven pedaleren en hopen dat we het onweer dat achter ons broeit voor blijven. Dat lijkt vrij goed te lukken want de zon geeft meer en meer katoen. Hierdoor beslissen we (= de oldies) de zonnecrème boven te halen. De jonkies hadden dit al gedaan maar wij zijn dan ook iets conservatiever met die zonnecrème.

Voor Montfalcone hebben we een aantal bordjes met FVG2 erop gezien. Meestal lopen die bordjes op dezelfde weg als de track die ik op de GPS gezet heb. Een paar keer lijken ze af te wijken. We weten niet goed wat gedaan en denken dat de FVG2 misschien rustiger wegen opzoekt maar wel langer zal zijn. We besluiten daarom de GPS te volgen. Tot Montfalcone lukt dit vrij aardig maar in Montfalcone loopt het mis. De GPS stuurt ons een vrij drukke weg op en de FVG2 bordjes zijn in het niets opgegaan. Er zit dus niets anders op dan de GPS via de drukke weg verder te volgen. Dat is een domper op de feestvreugde die er de voorbije 4.5 dagen geweest is. Het gemopper (ook bij mijzelf) houdt aan tot in Duino waar de GPS ons naar een kasteel moet leiden maar dat kasteel met de fiets niet bereikbaar blijkt te zijn.

We besluiten, aangezien het toch bijna middag is, iets te eten op een mooi terrasje rechtover de ingang van het kasteel. Ondertussen zal Tom eens met zijn smartphone de FVG2 opnieuw tevoorschijn toveren. Dat lukt echter niet. De FVG2 lijkt van de aardkloot verdwenen te zijn. Er zit dan ook niets anders op dan voor de resterende 20 km de GPS (= de drukke weg) te volgen. Hier en daar is er wel iets dat voor een voetpad / fietspad moet doorgaan maar het overgrote deel van de weg moet “en file indienne” gedaan worden.

Om 2:45 zijn we gezond en wel (en met zijn zevenen) in Trieste. We vinden zonder problemen het hotel en een kwartiertje na onze aankomst vinden onze valiezen ook de weg naar het hotel. Onze eerste taak na het inchecken in Trieste is de verkenning van het station dat letterlijk op wandelafstand (< 5 minuten stappen) van het hotel is. Ik vraag in het station aan twee verschillende mensen of ze iets meer weten over onze trein van morgenvroeg. Ze zijn vriendelijk maar onwetend (onvriendelijk maar wetend zou in dit geval beter geweest zijn, maar ja, men kan niet altijd kiezen). Ze zijn namelijk tewerkgesteld door de Italiaanse treinmaatschappij en niet door de Oostenrijkse OBB die de service van Trieste naar Villach verzorgt. Hierdoor besluiten we dat we morgen best goed op tijd komen te meer omdat ik een bericht van OBB gekregen heb met de melding dat de bezetting morgen erg druk zal zijn en dat we dus zeker een reservering voor onze fietsen moeten maken … terwijl we die reservering al gemaakt hebben ?!? Laat ons hopen dat het allemaal in orde komt..

Na het bezoek aan het station gaan de jonkies naar het strand om te checken of het zeewater inderdaad zout is zoals men beweert en gaan de oldies een wandelingetje in de stad maken. Trieste is wel degelijk een mooie stad met veel statige en goed onderhouden gebouwen. Hier is duidelijk veel rijkdom (geweest?). Een wandeling in de stad is niet echt tenzij er een bezoek aan een lokale kroeg bij komt te kijken. Deze wandeling is niet anders en we stoppen derhalve al vrij vlug om de lokale horeca te ondersteunen. De uitverkoren kroeg ligt aan de Canal Grande de Trieste waar veel mooie terrasjes zijn..

Na de douche vragen we de receptie waar hij ons zou aanraden te gaan eten. Hij stelt Al Barottolo in de buurt van dezelfde Canal Grande voor. Het blijkt dat we er goed aan deden zijn raad te volgen want we eten zeer lekker en komt op een nog net aangenaam ritme.

Hiermee zit de laatste fietsdag erop. De algemene conclusies komen binnen een paar dagen als alles wat bezonken is maar de conclusie van de dag is toch wel dat het tweede stuk van deze dag qua fietsinfrastructuur duidelijk beneden de verwachting was. De natuur was zeer zeker de moeite maar vanaf Montfalcone was het laveren tussen het verkeer van dien aard dat echt genieten er niet meer bij was. Jammer ,na 4.5 dagen genieten op wegen die quasi voor ons alleen waren