Dag 3: Van Oslo naar Bessheim
We staan maar rond 8 uur op … omdat ons dat zo goed uitkomt en doen ons (weer) te goed aan een uitgebreid buffet. We vrezen dat de paar staptochten die we plannen niet voldoende zullen zijn om de opgenomen calorieën op tijd volledig te verbranden maar dat weten we niet zeker dus kunnen we (al zeker voorlopig) verder doen. Misschien komen we op onze trip een weegschaal tegen en dan kunnen we nog altijd beslissen een strenge rantsoenering in te voeren.
Het weer is weer goed en dus besluiten we naar het Museum Island te stappen ipv het openbaar vervoer te nemen. Het Vigeland park was een andere optie voor deze morgen maar het is een heel eindje verder van het hotel gelegen en bovendien hebben we dit park bij onze vorige reis naar Noorwegen bezocht. Dat is wel een poos geleden maar we schatten de kans dat Vigeland recent nog nieuw werk gemaakt heeft vrij klein.
Het Munch museum is impressionant langs de buitenkant maar de binnenkant moet er niet voor onderdoen. Allerlei functies liggen verspreid over 13 verdiepingen. De bovenste twee zijn bestemd voor het restaurant en een skydeck, het gelijkvloers is voor de shop en de kassa enz, de twee verdiepingen daarboven huisvesten allerlei administratie, daarnaast is er nog een verdieping waarop iedereen (maar vooral kinderen) zich creatief kan uitleven op de muren en allerlei organische vormen in papier en dan zijn er nog de kunstcollecties. Drie verdiepingen zijn werken van Munch uit de eigen collectie en dan zijn er nog twee verdiepingen voor privé collecties die werken van Munch maar ook van tijdsgenoten bevatten. Die tijdsgenoten zijn vooral Scandinaviërs maar er is ook werk van Picasso en Kandinsky te bewonderen. Slimmeriken onder jullie zullen ondertussen al door hebben dat ik niet aan 13 kom. Dat klopt en ik weet niet waar mijn geheugen me in de steek laat maar laat dit voor jullie een aanmoediging zijn om ook eens naar Oslo te gaan. Het is een aanrader.
Rond half één is het tijd om terug naar het hotel te stappen want we kunnen onze koffers daar toch niet laten staan. Boudewijn de Groot deed dat wel, zij het in Madrid, Parijs, Berlijn (en misschien nog ergens) en zie wat ervan gekomen is. In het hotel eet Gertrude nog een toast belegd met zalm en ik een croissant met pesto, mozzarella en tomaat, halen onze koffers op en laden we de auto voor de rit naar Gjendesheim / Bessheim.
De omstandigheden zijn perfect. Er staat een mooi zonnetje tegen een donkerblauwe achtergrond, het is 26 °C en het verkeer is niet al te druk (alle Osloers zitten waarschijnlijk op hun zeil of ander bootje) en de wegen (zelfs wanneer het stilletjes aan bergachtiger wordt) liggen er zeer goed bij.
Eén negatief puntje: we zijn ervan overtuigd dat de knop van de cruise control tegen het einde van de reis versleten zal zijn. Constant moet ik de regelaar aanpassen tussen 40, 50, 60, 70 en een enkele keer 80. Bij ieder dorpje of groepering van drie of meer huizen moet de snelheid onherroepelijk naar beneden en Big Brother houdt het met een uitgebreid netwerk van snelheidsmeters in de gaten. Na een tijdje worden we gered door een vermetele wegpiraat die het waagt aan 83 km/uur over de weg te scheuren. Ik kan het niet laten, als goede Belgische burger die zo dikwijls van zijn verkozenen hoort dat we een tandje moeten bijsteken, voeg ik de daad bij het woord en duw de cruise control onvervaard tot een stand waarbij ook wij de duizelingwekkende snelheid van 83 km/uur bereiken. Ik weet dat ik hierdoor het advies van een panel experten die in opdracht van Vivaldi rond de verbetering van de koopkracht moesten werken in de wind sla. Ons huidig gemiddelde verbruik van 6.0 l/100 km zal nu onverbiddelijk met 0.1 l/100 km stijgen en Poetin zal in zijn vuistje lachen maar ik kon niet aan de verleiding weerstaan. Gemiddeld 50 km/uur op een Europaweg (E16) zoals door de GPS Madam aangekondigd zonder verkeer is “des Gutes zuviel”. Uiteindelijk zijn de 260 km rond zes uur afgewerkt en staan we op 1300 m hoogte vanwaar we morgen de Besseggenkam dagtocht gaan doen. Er staat nog altijd een mooi zonnetje en het is nog altijd 18 °C. Hopelijk is dat morgen ook zo.
Eerst nog wat calorieën opdoen echter want zonder die zal het niet lukken. De calorieën liggen mooi tentoon gespreid onder de vorm van een … buffet. En weer worden we geconfronteerd met hartverscheurende keuzes. Qua voorgerecht: neem ik gemarineerde forel of gemarineerde zalm; gerookte forel of gerookte zalm; in witte wijn gestoomde forel of zalm; paté van rendier of van lam; rollade van rendier of van rund; …. En de lijst gaat maar door. Voor het hoofdgerecht (varken, rund, lam en rendier op 3 manieren) en voor de desserts (crème brulée, chocolade pousse, vanille crème taart met fruit, cheese cake, …). Enfin, een lang verhaal kort: we hebben een beetje van alles genomen omdat het oude gezegde toch “Kiezen is Verliezen” is. Het resultaat van naar oude gezegdes te luisteren is dat we nu alle twee met een zware maag zitten die snel van al het lekkers werk moet maken zodat we morgen vroeg (06:30) weer een stevig ontbijt kunnen verorberen want we moeten veel stappen … en er is geen weegschaal in de buurt.
Slaap wel
Dag 2: Van Kristiansand naar Oslo
Gertrude heeft maar zo en zo geslapen maar ik heb zeer goed geslapen waardoor het gemiddelde toch nog zeer degelijk is. We zijn rond 7 uur opgestaan zodat we relax van het ontbijtbuffet zouden kunnen genieten. Zoals altijd is een buffet altijd zo verlokkelijk dat men steevast te veel eet. Enfin dat zullen we er in de komende weken wel weer afstappen … hopen we. Om half tien moet de kajuit vrijgemaakt zijn en worden alle mensen die met een wagen op de boot zijn naar het parkeerdek gevraagd. Het ontschepen verloopt rimpelloos waardoor we om 10 uur wiel op Noorse bodem zetten. De eerste indruk van Kristiansand is veel beter dan die van Eemshaven. De haven hier ligt in een inham in mooi beboste heuvels. Van een woestijn met een horde windmolens is hier dus geen sprake. Het feit dat we de ontscheping onder een mooi zonnetje bij een aangename temperatuur van 21°C kunnen doen draagt natuurlijk ook bij tot de goede impressie die we van Kristiansand krijgen.
Naarmate we de 319 km richting Oslo haspelen worden de eerste impressies bevestigd. Het is hier echt heel mooi door de afwisseling van heuvelende bossen met inhammen van de zee. De wegen liggen er perfekt bij met zeer veel, goed onderhouden tunnels en viaducten en alles ligt er super netjes bij. De vergelijking met Zwitserland dringt zich op. Alleen zijn hier meer bossen. Ook de Noorse architectuur van de steden en stadjes die we hier passeren heeft gelijkenissen met de Zwitserse. Strak, modern, functioneel, zonder veel franje, degelijk zijn beschrijvingen die me te binnen vallen. Het is duidelijk dat hier geld is en dat is waarschijnlijk ook een punt van gelijkenis met Zwitserland. Hier komt het geld van de gaswinning; in Zwitserland van de bankensector.
Rond halftwee zijn we in Oslo. We vinden ons hotel na wat zoekwerk omwille van de vele éénrichtingsstraten in de buurt. Een hotel in het centrum van de stad heeft echter het grote voordeel dat men makkelijk de stad te voet kan verkennen. Vooraleer aan de verkenning te beginnen moeten we de interne mens wat versterken. Dat doen we met een croissant met pesto, mozzarella en een tomaatje. Lekker maar 36 Euro hiervoor lijkt stevig, maar we krijgen er wel een karaf water gratis bij. Daar kunnen de Belgische restaurateurs nog wat van leren.
Ik heb vooraf een wandeling langs de interessantste plekjes van Oslo uitgestippeld. Eens buiten valt het aantal elektrische voertuigen op. Alles, gaande van de step en de fiets over de brommer en motor tot de auto lijkt geëlektrificeerd. Alleen vrachtwagens lijken nog op een verbrandingsmotor te bogen waardoor een “echte” auto met een echte interne ontbrandingsmotor hier echt opvalt. Onze wandeling gaat eerst langs het koninklijk paleis (slechts 5 minuutjes stappen van het hotel) om dan via een mooie winkelstraat (à la Avenue Louise) naar een hippe buurt te leiden. Deze buurt met allemaal nieuwe, relatief lage hoogbouw (hoge laagbouw?) zowel voor professionele als residentiele doeleinden wordt gedomineerd door drie moderne gebouwen (de bibliotheek, de opera en het Munch museum) die pas gisteren lijken geopend te zijn. Voor het Munch museum is dit bijna letterlijk waar (= 2021) maar ook de bibliotheek opende zijn deuren pas in 2020 en het opera huis werd pas in 2008 officieel geopend. Alle gebouwen op dit “Museum island” zoals deze hippe buurt genoemd wordt hebben een directe connectie met het water. Van deze connectie met het water wordt op deze zonnige dag druk gebruik gemaakt door honderden Osloers. De trappen en hellingen naar het water liggen vol met zonneaanbidders. Mij doet dit onmiddellijk denken aan grote kolonies van zeerobben of walrussen die na een duik in koud water op temperatuur liggen te komen. Ik moet echter toegeven dat er in deze kolonie meer fraaie exemplaren te bewonderen zijn dan dat ik ooit in een andere kolonie gezien heb. Wanneer we tussen al dit fraais waden, vallen wij dan ook wat uit de toon … niet omdat we minder fraai zouden zijn maar omdat wij onze fraaiste kanten bedekt houden.
Red Bull zorgt voor een andere connectie met het water. Deze connectie kan soms (letterlijk) keihard tegenvallen en is daarom weggelegd voor een select groepje mensen die zich (quasi?) professioneel toeleggen op “cliff diving”. Morgennamiddag vindt hier een manche van de world tour cliff diving plaats. De mannen (vrouwen) duiken dan vanaf een 27 m (21 m) hoge duikplank die bereikt wordt vanaf het dak van het operahuis. De Red Bull F1 van Max Verstappen staat trouwens ook opgesteld aan de ingang van het operahuis en binnenin staan een aantal simulatoren ter beschikking van wannabee Max Verstappens. Hier zouden onze (klein)kinderen moeten bij zijn.
Van het museum island gaat het dan via het fort (niet erg speciaal maar OK als men toch in de buurt is) en het stadhuis naar het “Nobelprijs voor de Vrede”-plein waar onder veel belangstelling straatmuzikanten van allerlei origine het beste van zichzelf geven. Zo is het ondertussen bijna 7 uur geworden en hebben we een biertje en een etentje verdiend. We gaan naar het restaurant (= Park 29, op de Parkveien) dat ons door de receptioniste van ons hotel gegeven werd als tegengif voor de vele toeristenvallen die hippe buurten “rijk” zijn. Maar in die herberg blijkt jammer genoeg geen plaats meer voor ons te zijn. Het tafeltoebedeelmadammeke van Park 29 is wel zo vriendelijk ons een ander adresje (= Lorrie) in de buurt aan de hand te doen. Ook daar kunnen we niet op het terrasje eten maar binnen is er wel nog plaats en geraken we uiteindelijk toch aan een natje en een droogje.
Ziezo, dat was het voor vandaag. Het was een zeer mooie dag, Oh, such a perfect day zou Lou Reed zingen mocht hij dat nog kunnen. Misschien moet de zanger van gisterenavond zich daar ook eens aan wagen.
Dag 1: Van Blanden naar Eemshaven en dan verder naar Kristiansand
Gisterennamiddag zijn we aan het pakken van de valiezen begonnen en zijn we vrij vlug tot een “short list” van wat mee mocht / moest gekomen. De definitie van “short list” mag dan wel variëren van de ene persoon tot de andere maar het resultaat is dat alles in één grote en twee kleine valiesjes geraakt is … zonder dat er ook maar één van de drie echt vol was. Het tweede kleine valiesje was trouwens een last minute aanpassing toen deze morgen bleek dat buiten mijn tandenborstel en scheermesje toch nog één en ander voor Gertrude mee moest. Ik vraag me trouwens af hoe het pakken van valiezen in andere gezinnen loopt. Misschien loopt het bij sommigen (nog?) vlotter dan bij ons. In dat geval hou ik de reacties op deze blog nauwkeurig in de gaten want suggesties zijn altijd welkom.
De ferry vertrekt vanuit Eemshaven om 15:00 en Google maps voorspelt een reistijd van maximum 6 uur. We moeten bovendien 90 minuten voor de afvaart inchecken wat ons tot de conclusie doet komen dat we rond 7 uur de deur achter ons willen dichttrekken. We willen namelijk niet het risico lopen de reis op een valse noot te beginnen. Het begint slecht want in Bertem staat al een file van bijna een half uur maar naarmate de reis vordert krijgen we echter meer en meer spijt van ons vroeg vertrek …. en de daarmee geassocieerde korte nacht. Na het oponthoud in Bertem verloopt de rit op de ring rond Brussel en die rond Antwerpen als een fluitje van een cent. Ook in Nederland is het op geen enkel moment druk. Door dit alles zijn we al om 12:15 op onze bestemming (= 415 km van onze voordeur). Gelukkig hebben we nog 5 minuutjes verloren aan een tankstation, waar we blij zijn omdat we diesel kunnen tanken aan 2 Euro per liter (waar is de tijd dat we geschandaliseerd waren dat de diesel nu al 1 Euro per liter kostte?).
Op de parking van de Holland Norway line staan al een aantal auto’s en caravans / mobilhomes van mensen die dezelfde veiligheidsmarges als wij in hun rijtijd ingebouwd hebben. Zij moeten op de grote parking proberen de tijd door te komen met allerlei futiliteiten zoals foto’s nemen van de woestijn waarin het dok van de “Romantika” ligt. Alleen een enorme horde grote windmolens houdt de ferry, die 2500 personen kan overbrengen, gezelschap. Het boarden zelf begint om 13:30 en aangezien dit erg efficiënt verloopt kunnen we ons al om 14:00 op de zesde verdieping op een kist met reddingsvesten, die in de schaduw staat, installeren. De kajuiten zijn namelijk nog niet gekuist en het zonnedek op de negende verdieping is … iets te zonnig naar onze smaak. Slechts om 15:00 wordt gemeld dat de kajuiten klaar zijn voor ingebruikname. Wij hebben “on the cheap” een binnen kajuit gereserveerd omdat het toch een nachtelijke tocht is waarbij de kwaliteit van het bed belangrijker is dan het uitzicht vanuit het bed. De kwaliteit van dat bed is trouwens iets wat ik onmiddellijk wil testen voor een mini siësta. Het bed zelf valt mee maar het uitbazuinen van de uitgebreide veiligheidsvoorschriften, in drie talen, duurt zo lang dat een grondige verdieping in de siestalogie onmogelijk is. Het neerpennen van het eerste deel van de blog is een goed alternatief.
Het is half vijf en we besluiten iets te gaan drinken op het zonnedek. Terwijl ik in de rij voor de bar sta aan te schuiven meldt de barman doodleuk dat de bar gesloten wordt waardoor wat een strak plan leek in het water valt. Geen wonder met al dat water rond ons. Enfin, we gaan dan maar iets drinken in het sport café. We moeten ervan profiteren terwijl de drankjes nog redelijk geprijsd zijn. Na dit aperitiefje schuiven we rond 6 uur onze voetjes onder tafel. Vrij velen hebben dit ons al voorgedaan want het buffet werd al om half zes geopend. Toch vinden we nog makkelijk een plaatsje. Het buffet is een typisch grootkeuken buffet. Alles is lekker maar niets is exceptioneel en men eet veel meer dan men normaal zou doen omdat het er allemaal aantrekkelijk uitziet.
Na het avondeten is het tijd om wat te verteren en is er een betere manier om dat te doen dan met een blik op de zonsondergang? De enige verbetering die ik zou zien zou erin bestaan aan een glaasje grappa te kunnen nippen. Dat hebben we echter vorige week meer dan genoeg gedaan en dus tijd om de lever wat respijt te gunnen, een tournee de Norvege minerale als het ware.
De afsluiter van de dag is het aanvullen van de blog. Dit doe ik in half horizontale positie waarbij al snel duidelijk wordt dat de 8ste verdieping (onze kajuit) boven de 7de verdieping (de night club) gelegen is. Het is dus op de tonen (of toch in de nabijheid van de tonen) van Hey Jude, Purple Haze, Hotel California en andere klassiekers dat we de vertering op automatische piloot verder kunnen laten gebeuren en dat ik jullie allemaal een goede nacht kan wensen … laat de Beatles, Prince, The Eagles e.a. maar hun deel van het werk doen.
Proloog voor de 2022 reis naar Noorwegen
23 jaar na onze eerste reis naar Noorwegen hebben we besloten terug te gaan. We willen het niet aan de Noren zeggen maar feitelijk zijn ze maar tweede keuze. Het oorspronkelijke plan (nu al sinds bijna 3 jaar) was naar Alaska te gaan, maar de inmiddels legendarische 4 Russen en installatie van een ritssluiting in mijn borstbeen beslisten daar anders over. Noorwegen leek een geschikt alternatief voor Alaska. We zullen er namelijk ook een paar dagen op een cruise schip verblijven, we zullen er ook een paar dag staptochten doen, we zullen er ook gletsjers en ongerepte natuur kunnen bewonderen en we zullen er ook kledij voor allerlei weersomstandigheden moeten gebruiken. Veel verschillende kleren meenemen zal op deze trip geen probleem zijn aangezien we met de auto rondtrekken en daaruit, al naargelang het weer kouder of warmer, droger of natter wordt, aangepaste kledij zullen kunnen putten.
Onze trip zal ons met een ferry van Eemshaven (Nederland) naar Kristiansand (Noorwegen) brengen. Van daar zullen we naar Oslo rijden om een paar hoogtepunten te bezoeken. Na Oslo zullen we naar Alesund rijden waar we de Hurtigruten ferry zullen nemen. Die zal ons in 2.5 dagen naar de Lofoten en de Vesterålen brengen. Op de archipel zullen we een paar dagen met de auto rondtoeren om dan opnieuw de Hurtigruten ferry te nemen. Deze keer zuidwaards, naar Bodø om van daar gespreid over een kleine 2 weken via tientallen fjords terug tot in Kristiansand te rijden.
Het wordt dus een een lange trip (bijna 6000 km) met, naast de Hurtigruten ferry nog een 30-tal kortere ferry overtochten. Hopelijk levert dit niet al te veel tijdsverlies op, want alles perfect timen zal wel bijna onmogelijk zijn. De allergrootste onzekerheid op deze reis is echter het weer. Noorwegen is een land van natuur en die is natuurlijk best te genieten bij goed weer (zeker voor de 3 dagstaptochten die we gepland hebben) maar we zullen het nemen zoals het is in de wetenschap dat we zeker geen hittegolf te verduren zullen krijgen.
We hopen hoe dan ook dat we binnen een paar weken zullen kunnen terugkijken op een zeer mooie reis en dat jullie ook een beetje, zij het vanop afstand, zullen kunnen meegenieten hebben. De kans dat jullie door het lezen van de blog een zonneslag of een verkoudheid oplopen is in ieder geval klein dus stay tuned en zet jullie schrap. Hier gaan we.
Lectori salutem
Epiloog voor de fietstocht door Westelijk Vlaanderen
Ik neem aan dat jullie uit de verschillende posts al opgemaakt hebben dat onze tocht door het Westelijke deel van Vlaanderen goed meegevallen is. De gevreesde ZW wind was maar één namiddag erg nadrukkelijk aanwezig, de gevreesde heuvelruggen op de heuvelroute vielen al bij al nogal mee (vooral dankzij ons motortje en dankzij het feit dat we niet in de echte “bergen” gegaan zijn). We hebben grotendeels op autoluwe asfalt wegen kunnen rijden waardoor de 50 à 60 km die we dagelijks aflegden soms wat snel voorbij leken te zijn. Niettegenstaande dit alles, dient ook gezegd te worden dat de fietsinfrastructuur op bepaalde plaatsen wat te wensen overliet. Ik heb het hier niet over het stukje Parijs - Roubaix dat we op weg naar Kruisem onder de wielen geschoven kregen maar over fietspaden die plots ophouden of over het kruisen van drukke wegen of, éénmalig, over de veerdienst die zonder enige waarschuwing buiten dienst was (waardoor we 8 km om moesten rijden) of de gebrekkige bewegwijzering naar de Beaufort kunstwerken. Het meest eigenaardige hieraan is dat deze tekortkomingen vooral op de meest toeristische route van alle routes die we samengeplakt hadden ( = De kustroute), voorkwamen. Ruimte voor verbetering dus. Qua toerisme was de tocht trouwens erg goed met mooie steden zoals, natuurlijk, Brugge maar ook Veurne, Diksmuide, Ieper en Kortrijk die een bezoekje waard zijn. Ook de “stilmakende” 14 – 18 begraafplaatsen en musea her en der verspreid in de Westhoek waren zeker de moeite waard. De vergelijking met de oorlog in Oekraine drong zich dikwijls op.
Een andere bepalende factor in het welslagen van zo’n fietstocht is natuurlijk het weer. Oorspronkelijk zag het er zeer goed uit met een lange periode van droogte voor we vertrokken. De weersvoorspellingen sloegen echter kort voor ons vertrek om en er werd vrij wisselvallig weer, soms zelfs met onweer, voorspeld. Uiteindelijk kregen we maar een paar regenbuien over ons heen. Dat viel dus al met al nog zeer goed mee. We zijn tenslotte in Belgie en een week, zoals vorig jaar in Oostelijk Vlaanderen met alleen zon, is dan ook eerder de uitzondering dan de regel.
Naast het weer droeg ook het lekker eten en drinken bij tot het welslagen van onze tocht. ’s Middags probeerden we het, zonder veel succes, beperkt te houden. ’s Avonds vierden we, nu met veel meer succes, de teugels. Ik vrees dat dit een impact zal hebben op de weegschaal, maar de oplossing ligt voor de hand: niet op de weegschaal gaan staan. We zullen wat boete doen in de komende dagen en dan komt alles wel in orde.
Allerbelangrijkst is natuurlijk het goede gezelschap waarin we een week hebben kunnen toeven. Hierdoor zou deze fietstocht wel eens het begin van een traditie kunnen zijn. Iets wat één maal gebeurt is een gebeurtenis, iets wat tweemaal gebeurt is een herhaling maar als we iets driemaal (of hopelijk nog vele malen meer) gebeurt dan begint het een traditie te zijn. Op een bepaald moment tijdens de tocht hebben Erik en ik zelfs al een beetje gebrainstormd over het creëren van die traditie. Het is echter nog niet verder gekomen dan wat brainstormen. Wel waren we het al over een aantal criteria eens. De tocht zou zo rond de 400 km moeten zijn, die logisch in dagetappes van ongeveer 60 km kan opgedeeld worden. Een tocht in lusvorm is ideaal maar mag ook lineair zijn op voorwaarde dat het einde makkelijk met het begin kan verbonden worden (met de trein b.v.). Het parkoers mag over heuveltjes lopen maar mag niet al te uitdagend zijn (daardoor vallen de Alpen, Pyreneeën en zelfs de Ardennen uit de boot). De tocht ligt idealiter niet te ver van België (daardoor vallen Afrika, Amerika en Australië uit de boot) en in een deel van Europa waar de kans op droog weer niet onbestaande is (daardoor vallen Ierland en IJsland uit de boot). Een ander bijkomend maar belangrijk criterium is de kwaliteit van spijs en drank onderweg (valt Nederland hier uit de boot?). Beste lezers, ge ziet dat het puzzelen wordt maar misschien komen we met jullie hulp een hele stap verder. Misschien moeten we een suggestie box openen of een prijskamp uitschrijven waarbij de eerste prijs deelname aan de gesuggereerde tocht is. We kijken naar jullie suggesties uit. Laat maar komen via jullie reacties of naar onze e.mail adressen …. er is een mooie prijs te winnen.
Tot de volgende “Lectori salutem”
Dag 7: Van Kortrijk naar Kruisem
Vannacht heeft het wat geregend, bij het ontwaken regende het niet meer en tegen dat we gans wakker waren was het aan het druppelen. We vrezen dat deze wisselvalligheid een voorafspiegeling van de hele dag wordt. Dat zal ons echter niet afschrikken zeker niet na het stevige ontbijt dat we achter de kiezen slaan. Om halftien richten we de voorwielen richting Oudenaarde / Kruisem. Het is absoluut niet koud en we kunnen dus in T-shirt rijden. Niet ver buiten Kortrijk beginnen de eerste hellingen. We overwinnen ze allemaal op de “Eco stand” al zijn er verschillende hellingen bij die het kleinste verzetje vereisen. Mijn respect voor renners, die gedurende een hele dag 280 km aan hellingen verslinden en dat aan een gemiddelde snelheid van 40 km per uur, kan alleen maar groeien. Zij rijden natuurlijk meer met de fiets dan ons en ze hebben natuurlijk knechten en waterdragers, die ik, voor alle duidelijkheid, niet heb, maar toch. Bellegem is een voorbeeld van één van de vele hellingen. In het dorp zelf ligt de thuisbasis van de familie Vander Ghinste, beter gekend onder hun voornaam: Omer (al 4 generaties langs heet de oudste telg van de familie Omer en dat al sinds 1892). Het succes van het huidige Omer bier is duidelijk zichtbaar in de recente uitbreidingen en renovaties aan de brouwerij.
Rond 11 uur (na de zoveelste helling) begint het wat te regenen. We trekken zo snel mogelijk onze regenjasjes aan en ook de beschermhoezen over de fietstassen. Tegen de tijd dat dit allemaal gelukt is, regent het niet echt meer. We houden echter onze jasjes aan in afwachting van de volgende bui. Een paar kilometer verder op weer een andere helling slaat het noodlot op een andere manier toe. Op een lange afdaling is een eerbiedwaardig lid van ons peloton iets te enthousiast waardoor hij straal het geroep van een ander lid van het peloton negeert en naar beneden zoeft in plaats van af te slaan. Zijn echtgenote is in tranen met het verlies (van verdriet of van blijdschap is nog niet 100% bepaald) maar ze heeft ruim de tijd om van de emoties te bekomen vooraleer hij de afdaling (die nu voor hem een beklimming is) weer (letterlijk) te boven is gekomen. Dat zal hem leren. Wij hebben ondertussen de tijd goed gebruikt om de regenjasjes weer uit te trekken.
Ondanks de hellingen en het speciale afdalingsintermezzo van één van ons zijn we goed gevorderd en besluiten we naar Oudenaarde te fietsen voor de lunch. Echt veel eetcafés zijn hier trouwens onderweg nauwelijks te bespeuren. Zo’n 5 km voor Oudenaarde begint het weer te regenen (echt te regenen) en moeten we dus weer de jasjes aantrekken. We komen rond 1 uur in Oudenaarde aan en rijden rechtstreeks naar de Grote Markt omdat we weten dat we daar zullen vinden wat we nodig hebben. Bij CTR Chicken vinden we onderdak. Dit is een KFC like keten van Aziatische oorsprong die ook burgers, wraps, salades enz aanbieden. Het smaakt ons allemaal en we voelen ons thuis tussen al de humaniora studenten die de zaak binnen en buiten lopen.
Na het eten is de regen opgehouden en we proberen gebruik te maken van die pauze om de laatste 15 km te overbruggen. Naarmate we Kruisem naderen begint de lucht er dreigender en dreigender uit te zien. Uiteindelijk gebeurt het onvermijdelijke, het begint te regenen, vrij hard te regenen en bovendien moeten we net door een strook waar wegenwerken aan de gang zijn (= modder) gevolgd door een kasseistrook die zich tot aan de horizon uitstrekt … en zoals iedereen weet, een belangrijk kenmerk van de horizon is dat die altijd opschuift. Dat is hier ook waar. Gelukkig loopt de kasseistrook niet omhoog. Dan zouden we pas echt gejost zijn. Na een tijdje dokkeren lijkt er een verschil te komen tussen het einde van de kasseien en de horizon en kunnen we ons verblijden op de aankomst in Kruisem. B&B Clementine (genaamd naar de echtgenote van Winston Churchill omdat het B&B in de straat genaamd naar Winston ligt) is gevestigd in een herenhuis / kasteeltje en heeft maar 3 kamers (die elk bestaan uit 2 kamers: een slaapkamer van 40m2 en een badkamer van 30 m2 …. als ik Gertrude vanavond maar vind om haar een zoentje te geven!!!). De fietsen worden in een bijgebouwtje gestald waar ze tegen morgen kunnen drogen. Wij zelf willen ons ook zo gauw mogelijk drogen / opwarmen en dat lukt best met een hete douche en droge kleren.
Daarna is het hoog tijd om de hard verdiende pint te nuttigen. In onze B&B kan dat niet maar bij café “Den Optimist”, 200 meter van onze B&B zal dat best lukken zegt de eigenares van de B&B. Bij “Den Optimist” gaat het er erg optimistisch aan toe. Een 10-tal mensen geven zo luidruchtig te kennen dat ze veel plezier hebben dat andere mensen (= wij) geen deftig gesprek kunnen voeren. De situatie verbetert niet in functie van het dalend volume drank in hun en onze pint, wel integendeel. Meer en meer gelijkgestemden van het oorspronkelijke 10-tal komen het café binnenstappen waardoor er voor ons geen andere oplossing overblijft dan onze meerderen te erkennen en terug naar huis gaan. Rond halfzeven stappen we naar het zowat enige restaurant in Kruisem dat open is op een maandagavond = een Italiaans restaurant = Da Marianna. Ik bestel als enige (ik ben ook de enige die de hele dag op Eco rondgereden heeft) een volledig menu (= aperitief, voorgerecht, pizza en dessert). Marianna rekent daarvoor maar 30 Euro. De anderen, die één tandje hoger dan Eco gereden hebben, krijgen maar een voor- en een hoofdgerecht (carpaccio of saltimbocca of escalope Milanese). We vinden alles lekker, misschien niet op het niveau van het Hof van Cleve of Bernard en Benoit De Witte (die ook in Kruisem nering doen, maar toch correct. Dat kan ook van de wijn gezegd worden. Als afsluiter (het is toch niet iedere avond de laatste avond?!) bestellen de mannen zich nog een grappa (die, na een vergelijkende studie, duidelijk minder lekker is dan de grappa die Erik zelf stookt) en de vrouwen een limoncello (die, na een vergelijkende studie, duidelijk minder lekker is dan de limoncello die Gertrude zelf maakt). Conclusie: vergelijkende studies zijn belangrijk maar men moet het geheel bekijken. Hier moet het hoge Fawlty Towers gehalte in rekening gebracht worden en dat heeft ook zijn waarde. De Filipijnse dienster neemt de rol van Manuel over, de (ietwat aangeschoten) eigenaar van Da Mariana speelt de rol van Basil en Marianna moet net zoals Cybil alles toch in goede banen proberen te leiden. Al met al een geslaagde avond die de natte miserie van deze namiddag naar de achtergrond drukt.
Slaapwel
Dag 6: Van Ieper naar Kortrijk
Wanneer we wakker worden zien we een strak zonnetje aan een staalblauwe hemel staan. Dat is een goed begin van de dag. We hebben naar goede gewoonte om halfnegen voor het ontbijt afgesproken. Ik laat me verleiden tot een aantal lekkernijen. Eerst en vooral zijn er de eitjes met champignons met kerstomaatjes. Dan moet er natuurlijk een broodje met wat hesp genomen worden maar daarna moet ook het zoete aan de beurt komen: eerst ben ik, in navolging van JFK, “ein Berliner”, dan komt een klein potje chocolade crème. Mien heeft ook een potje chocolade crème genomen maar vindt dit niet zo lekker, waardoor ik me erover ontferm. Mien weet wel te vertellen dat de rijstpap lekker is waardoor ik die toch ook eens moet proberen. Hij is niet slecht maar de rijstpap die ik thuis, met deskundige assistentie van een schare kleinkinderen maak, is toch lekkerder. Het geheel wordt afgerond met een paar schepjes yoghurt. Dit zou moeten volstaan om de eerste paar uur op de fiets te doorstaan.
Het madammeke van het transport is netjes op tijd waardoor de valiezen voor geen zorgen zorgen. Vooraleer uit Ieper te vertrekken brengen we een bezoek aan de St Maartenskerk die vlak achter de Lakenhalle staat. Het is een vrij sober gotisch gebouw dat in de juiste stemming gehouden wordt door orgelmuziek van Bach en aanverwanten. Enkele foto’s van onmiddellijk na de Grote Oorlog geven een idee van de verwoesting die hier plaatsvond. Om kwart na tien pikken we onze fietsen op in de bergplaats van het Hotel O (waar Hotel New Regina een overeenkomst mee heeft) en rijden we de stad langs de Menenpoort uit. Het reliëf wordt langzamerhand iets heuvelachtiger maar met moedig trappen komt men een hele weg (zeker als men een motortje op zijn fiets heeft). Rond 11 uur hebben we de Bluff en Hill 60 achter ons gelaten. We hebben die twee plaatsen niet uitgebreid bezocht maar hebben toch de kraters gezien die veroorzaakt zijn door de explosieven die via tunnels onder de Duitse stellingen gebracht werden. Duizenden militairen (langs beide kanten) werden op die manier “verdampt” en dan te bedenken dat nog drie van deze tunnels bestaan met niet geexplodeerde ladingen. Net voorbij Hill 60 is het Provinciaal domein van de Palingbeek (te Zillebeke) waar we een filmpje over het koppige kanaal bekeken. Men heeft hier tot driemaal toe geprobeerd Ieper via een kanaal met de Leie en zo Kortrijk en Gent te verbinden en evenveel keer er niet in geslaagd waardoor de laatste bestemming van de kanaaltunnel een veldhospitaal was. Zo heeft alles hier een band met de Grote Oorlog.
Na Zillebeke gaat het verder op en neer langs oorlogsmonumenten en grote en kleine kerkhoven tot we in Wervik (ooit de hoofdstad van de tabaksindustrie in Vlaanderen) komen. Het lijkt een leuk stadje zeker omdat de fanfare op een binnenpleintje speelt, maar het is nog te vroeg om de voetjes onder de tafel te schuiven. Na Wervik rijden we min of meer vlak langs de Leie tot in Menen. Hierbij rijden we een aantal keer over de taal- en de staatsgrens. Dit maakt het voor ons allemaal een beetje verwarrend maar we kunnen nu wel claimen dat onze fietstocht internationale allure heeft. Na Nederland op Dag 2 doen we nu dus Frankrijk aan. We besluiten in Menen iets te eten want het is ondertussen kwart na één geworden. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Langs de rechteroever vinden we alleen oninteressante terrasjes direct aan een drukke weg. Zelfs Frankrijk (Halluin) binnen rijden brengt geen soelaas. Dan maar de linkeroever exploreren. Daar vinden we een kerk maar zonder terrasjes errond en nog wat verder, op het moment dat we bijna opgaven, een belfort met een paar leuke terrasjes. Eind goed, alles goed. Mien neemt, tot verbazing van de kelner een wafel met slagroom als middagmaal, Erik zet een verdere stap in zijn vergelijkende studie van croque madames (waarbij Menen hoger scoort dan Langemark), Gertrude neemt twee garnaalkroketten en ik een spaghetti bolognaise, zoals de echte wielrenners ook doen. Ik hoop dat het in het verdere verloop van onze fietstocht duidelijk wordt.
Dit geeft ons (veel meer dan) de nodige brandstof om naar Kortrijk door te rijden. Onderweg krijg ik een telefoontje van de eigenaar van de B&B voor vanavond. Hij legt uit dat hij (net zoals de rest van West Vlaanderen) op een communiefeest zit maar dat we maar moeten telefoneren als we toegekomen zijn. De deuren van de kamers staan op een kier en hij kan de voordeur vanop afstand activeren. Dit alles loopt op wieltjes en kwart voor 5 staan we fris gedoucht klaar om een frisse aperitief te verwerken. Dat doen we op de Grote Markt waar het gezellig druk is maar waar ze tot onze spijt niets te knabbelen kunnen aanbieden. Onze voettocht gaat van de Grote Markt via het Begijnhof (waar het nog gezelliger toeven was dan op de Grote Markt ) en naar de Broeltorens.
De St Medard, het restaurant dat de eigenaar van onze B&B aangeraden heeft, is al open dus beslissen we een beetje vroeger dan ons reserveringsuur na te gaan of er plaats is in de herberg. We worden met open armen (in de stijl van La cage aux folles) door drie (minstens) goede vrienden ontvangen. Het eten (kroketten van zwezeriken, gehakballetjes, steak tartaar, scampi’s met gewokte groentjes) en de drank (een St Estephe die misschien wel een (minstens) goede vriend was van St Medard) zijn een mooie beloning voor een mooie dag. Nu rest me alleen nog mijn tekst te laten proeflezen en jullie zijn weer op de hoogte.