Proloog van de Alaska reis
Beste en trouwe lezers,
Jullie beginnen nu met het lezen van wellicht de langste proloog uit mijn stilaan uitgebreide verzameling reisblogs. Ik wens jullie veel moed. De reden voor de (te?) lange proloog is dat we vandaag aan de vooravond staan van een reis die wellicht het hoogste “voeten in de aarde gehalte” van alle recente reizen haalt. Ten eerste is er het feit dat Alaska voor Gertrude al jaren haar droombestemming bij uitstek is. Mijn vroegste herinnering aan spreken over reizen naar Alaska dateert van mijn afscheidsfeestje van Schering Plough / Merck in Singapore (November 2011 om een idee van de tijdslijnen te geven) waar Gertrude met een aantal van mijn toenmalige collega’s aan het afspreken was om naar Alaska te trekken. Maar tussen 2011 en 2023 is heel wat water door de Dijle (en zo uiteindelijk naar de zee) gevloeid hebben we een aantal andere reisbestemmingen (vooral in Zuid Amerika) bezocht maar stond Alaska niet op het menu. In 2019 echter kwam Alaska toch weer op het voorplan. Zoals jullie weten betekende dit nog niet dat we in 2019 naar Alaska gingen. Wel integendeel. In 2019 was er een “vergissing” van het reisbureau. Die wilden ons in het voorjaar van 2020 op pad sturen. Het voorjaar kan misschien wel een goed tijdstip zijn voor mensen die Alaska vanop een cruiseschip willen bewonderen maar niet voor ons. Wij willen namelijk letterlijk “op (berg)pad” gaan en die paden liggen er in Alaska in het voorjaar nog dik besneeuwd bij. Dus werd de reis verplaatst naar augustus 2020. Dat was nog maar net gebeurd of die ambetante virus uit China kwam overwaaien. Hierdoor moesten de plannen weer opgeborgen worden. Dan maar alles plannen voor 2021 maar toen kwamen een aantal vernauwingen in mijn coronairen onaangekondigd roet in het eten gooien. Dan misschien in 2022? Deze keer dacht het reisbureau dat de toeristische infrastructuur van Alaska nog niet voldoende hersteld was van COVID perikelen. Maar de aanhouder wint en in het najaar van 2022 werd een reis voor augustus 2023 geboekt.
Nog nooit zo vroeg als voor deze reis was alles tot in de puntjes voorbereid. Vluchten werden vastgelegd, auto’s werden gehuurd, excursies werden ingepland, bergtochten werden van het internet gedownload en GPS klaargemaakt, gedetailleerde dagplanningen werden opgesteld, alles werd netjes vooraf betaald, enz., enz. Niets zou Gertrude’s droom nog in de weg staan, zelfs Poetin met zijn speciale operatie in Oekraïne niet want vanuit Alaska zouden we hem, indien nodig, langs de Beringstraat snel een bezoekje kunnen brengen. We zouden het dan wel een zeer speciale operatie noemen. Zoals jullie kunnen zien: alles verliep zoals gepland tot ik er, een paar weken geleden, aan dacht dat we ons via ESTA (Electronic System for Travel Authorisation in het visa waiver systeem van de Verenigde Staten van Amerika) nog moesten registreren. Ik was nog goed op tijd want ESTA kan men tot 72 uur voor de reis aanvragen. Het invullen van de vragen in het ESTA formulier was ook een fluitje van een cent. Wie zou nu antwoorden dat hij (of zij) een geestesziekte heeft, of deel uitmaakt van een terroristische organisatie, of geld witwast, of prostitutie organiseert of aan mensenhandel meewerkt. Lachwekkend die vragen ... tot me bij de vijftiende (of zo) lachwekkende vraag plots het lachen verging. Waren wij de voorbije jaren in Irak, Iran, Soedan, Noord-Korea of Cuba geweest? Wij waren in 2016 inderdaad in Iran geweest en toen ik dit waarheidsgetrouw invulde kreeg ik prompt de boodschap dat ik de ESTA op mijn buik kon schrijven (= I could write ESTA on my belly).
De enige uitweg was dus een visum aan te vragen. Deze procedure kan echter tot 8 weken duren en die 8 weken waren er niet meer. Bij de reisorganisatie was men (terecht) onverbiddelijk. In hun documentatie stond vermeld dat ESTA niet mogelijk was als men in Iran geweest was en net dat zinnetje hadden we niet gelezen!!! Uitstellen of annuleren van de reis kon, maar dan wel met volledig verlies van alle gemaakte kosten (= alles). Dus zat er niets anders op dan rap, rap en met de moed der wanhoop een visumaanvraag in te dienen en zo vlug mogelijk een datum voor een consulair interview vast te leggen. De eerst mogelijke datum was 24 juli (= 7 werkdagen voor ons gepland vertrek). 7 dagen in plaats van 8 weken is op zich een voldoende uitdaging maar daar eindigde ons ongeluk niet. Voor ESTA is het voldoende dat de paspoorten geldig zijn tijdens de hele duur van het verblijf in de Verenigde Staten. Voor een visum moeten de paspoorten nog 6 maanden geldig zijn op het moment dat men de Verenigde Staten verlaat. Onze paspoorten vervielen echter op 31 januari 2024 wat net geen 6 maanden geldigheid overliet op datum van ons gepland vertrek uit de Verenigde Staten. Nieuwe paspoorten moesten dus aangevraagd worden ... maar dat ging niet omdat men zich daarvoor persoonlijk op het gemeentehuis moet aandienen ... maar dat ging niet omdat we de eerste week van juli traditioneel met de kleinkinderen een weekje Spanje geboekt hadden. Dat annuleren zou ons minstens door twee generaties kwalijk genomen worden. Dan de nieuwe paspoorten aanvragen zodra we weer in Belgie waren ... maar dat ging niet omdat 11 juli de Vlaamse feestdag is en op 10 juli de brug gemaakt werd. Met de moed der wanhoop werden de nieuwe paspoorten met een spoedprocedure aangevraagd en waarachtig, de nieuwe paspoorten waren er op 13 juli. Met deze nieuwe paspoorten konden we nog dezelfde dag een nieuwe visumaanvraag indienen zonder onze afspraak van 24 juli te verliezen. Ik keek gedurende gedurende 2 weken elke dag op de website van de Amerikaanse ambassade of ik een vroegere datum voor het interview kon vastleggen. Helaas was dit niet het geval en bleef 24 juli de vroegst mogelijke afspraak. De afspraak op 24 juli zelf verliep dan wel zonder ongelukken (die waren op, denk ik). We stonden al om 7:00 aan de toegangspoort van Fort US Embassy voor onze afspraak van 7:45 en ik had alle documenten een miljoen keer doorgenomen om 500% zeker te zijn dat alles in orde was. Onze aanvraag werd dan ook onmiddellijk door de consulaire agent ter plekke goedgekeurd (= Approved). Hij wist echter te vertellen dat daarmee de kous nog niet af was (the stocking was not down yet). Na de “approval” moest namelijk nog de “issue” komen en dat nam 2 à 3 dagen in beslag. Daarna moesten de paspoorten nog naar de distributiefirma in Vilvoorde en dat kon ook 2 à 3 dagen duren vooraleer ze daar opgehaald konden worden. Enfin, jullie hebben het door, de marges waren flinterdun maar “normaal zou het wel in orde moeten” komen. We moesten gewoon geduldig zijn. Makkelijker gezegd dan gedaan, niet goed voor relaxerende slaapervaringen en niet motiverend om de laatste voorbereidingen te treffen.
Sneeuw op de bergpaden, COVID, een drievoudige overbruggingsoperatie en visum perikelen waren echter niet de enige elementen die bijdroegen tot het hoge “voeten in de aarde gehalte” van deze reis. In juni had ik mijn jaarlijkse afspraak met de cardioloog. Net zoals de voorbije 15 jaar werd noch bij de echografie noch bij de fiets belastingsproef een probleem vastgesteld. Omdat die testen in het verleden ook nooit op een probleem gewezen hadden (terwijl die problemen er wel degelijk waren) durfde ik het aan een extra test (zoals die scan die lang geleden in Singapore gedaan werd) te vragen. Na veel aandringen kreeg ik mijn zin en stuurde de cardioloog me voor een MIBI test naar Gasthuisberg. Hierbij wordt tijdens een belastingsproef radioactief Technetium ingespoten en nagegaan hoe dit goedje zich over de hartspier verspreidt. Na een paar uur wordt dan nog eens gekeken of de radioactiviteit zich in rust over de hele hartspier heeft verdeeld. Tot spijt van wie het benijdt was er een zone waar minder radioactiviteit (= minder doorbloeding) te zien was. Er was geen reden tot paniek maar men raadde me toch wel aan om dit verder te laten onderzoeken. Dat betekende dat een coronarografie moest worden uitgevoerd. Die opinie werd trouwens bijgetreden door Dr De Raet, de hartchirurg die me 2 jaar geleden opereerde en waarin ik het volste vertrouwen heb. Hij raadde me aan de coronarografie te laten doen door een collega waarin hij veel vertrouwen had: Dr Steven Vercauteren, ook in St Jan in Brussel. Het probleem was dat hij ten vroegste op 28 juli kon kijken of er een ernstig probleem was. Dat interfereerde allemaal met de visum perikelen maar met twijfel “in het hart” naar Alaska vertrekken leek ook niet de juiste aanpak. De coronarografie toonde aan dat de loodgieterij van 2 jaar geleden nog perfect zijn werk deed. Dat was goed nieuws. Het minder goede nieuws was dat de coronarografie aantoonde dat er inderdaad een nieuwe vernauwing was (zoals de MIBI ook al aangegeven had). Die vernauwing zit echter op een moeilijk te bereiken plaats en bovendien in een vrij klein bloedvat dat slechts 5 à 10% van de hartspier van zuurstof voorziet. Hierdoor, en mede door het feit dat ik geen enkele pijn of beperking ondervind, werd besloten (voorlopig?) niets te doen en kreeg ik groen licht om naar Alaska te reizen. Gertrude kon me dus ’s avonds nog uit St Jan komen ophalen. Dat deed ze echter niet zonder eerst de paspoorten met de zo gegeerde visa erin in Vilvoorde op te halen. ’s Morgens hadden we namelijk een berichtje gekregen dat de paspoorten afgeleverd waren. Van een goede dag gesproken.
Op die manier werd, met nog 5 dagen op overschot, de “Last Hurdle” genomen om naar “The Last Frontier State” te gaan. Daarmee is nog maar eens bewezen dat, als men doorzet, meestal alles op zijn pootjes terechtkomt. We vertrekken dus, ondanks alle hindernissen, op 3 augustus voor een groot avontuur en jullie kunnen, vanaf eind deze week, dus op vrij regelmatige basis een verslagje van dit avontuur (met 10 tijdzones vertraging) in jullie Inbox verwachten. Ik zal ook proberen regelmatig een paar foto’s te posten. Ik realiseer me dat ik in de hele proloog over de voorgeschiedenis van onze reis gesproken heb en eigenlijk nog niets over de reis zelf. Ik durf jullie echter niet verder te belasten met nog een paar bladzijden tekst. Jullie zullen dus geduldig, dag na dag, moeten te weten komen wat we gepland hadden en wat we gedaan hebben. Hopelijk stemt het één en het ander goed overeen want dat zal erop wijzen dat het grillige weer ons niet al te veel parten speelt. Het kaartje in de blog geeft wel de algemene lijnen weer.
Tot binnenkort
Lectori salutem
Epiloog van de fietstocht langs de Loire.
Deze fietstocht is in mijn opinie een mooie tocht geweest die grotendeels aan de verwachtingen voldaan heeft. De criteria die gehanteerd en in de proloog opgesomd werden konden in de Loire streek allemaal afgevinkt worden. We hebben lekker gegeten en gedronken, er was reliëf maar niet overdreven, er was naast de mooie natuur ook cultureel erfgoed te bewonderen, de afstand van huis was zeer redelijk, de wegen boden voldoende afwisseling gaande van tarmac over grint tot hier en daar een heel klein beetje kasseien of een smal bospaadje … en … het weer was over het algemeen goed te noemen. Goed of slecht weer maakt dikwijls HET verschil tussen een geslaagde en een mislukte reis (al zeker voor een fietstocht) en hiermee hadden we veel geluk. De oorspronkelijk voorspelde “alle dagen regen” veranderde, naarmate de tijd vorderde, over “afwisselend zon en wolken” naar “volop zon”. Slechts één dag van de week was het de hele dag bewolkt met een paar gemiezer intermezzo’s (intermezzi??) die ons zelfs niet nat maakten. Dit hadden we waarschijnlijk te danken aan de noord / noord oost wind die het (voor de tijd van het jaar en de plaats) tamelijk koel hield maar die voor ons, die in westelijke richting fietsten, mooi meegenomen was.
Natuurlijk was er zo nu en dan een tegenslag. Zo werden Georges en Anne beiden met een leeglopende band geconfroteerd maar het leeglopen gebeurde zo traag dat ze makkelijk tot bij een fietsenmaker geraakten. Natuurlijk was het feit dat we de trein terug naar Orleans niet konden nemen ook een tegenslag maar de geïmproviseerde oplossing bracht soelaas.
Misschien hadden we hier of daar toch een kasteel meer moeten / kunnen bezoeken maar de schrik voor kasteelitis zat er stevig in en dus beperkten we de bezoeken tot de meest tot de verbeelding sprekende (Chambord, Chenonceau en Clos Lussé). Misschien hadden we de één of andere stad wat meer in detail kunnen bezoeken, maar dat kunnen we misschien een volgende keer doen.
Dé bepalende factor voor het welslagen van onze fietstocht was echter het gezelschap. Vergelijkbare interesses, (ook dank zij de uitvinding van de elektriciteit) een vergelijkbaar althletisch kunnen en niet moeilijk doen over een tegenslag zijn hierbij belangrijke kenmerken en die waren allemaal aanwezig. De uitbreiding van het peloton van 4 naar 6 deelnemers werd trouwens moeiteloos verteerd waardoor we stilletjesaan aan een volgende editie kunnen beginnen denken. Suggesties zowel qua deelname als qua bestemming zijn welkom.
A la prochaine.
Dag 8: Angers – Orléans – Blanden (705 km …. met de auto)
Dit verslag wordt met een dagje vertraging gepost. Reden daarvoor is deze keer niet uitsluitend aan de gastronomische ervaring van de avond voordien te wijten. De bijkomende reden is dat we een groot deel van de dag in de auto spendeerden en dat er dus niet veel spectaculairs gebeurde.
De dag begon zoals alle dagen van deze tocht en met het ophalen van een camionette en een autootje om 9 uur. Dat verloopt allemaal redelijk vlot ondanks de zeer gedetailleerde inspectie van de voertuigen voor de afgifte (zelfs de onderkant van de camionette wordt met behulp van een spiegel geïnspecteerd). De camionette is ruim genoeg om de 6 fietsen naast elkaar te plaatsen. Die kunnen we vrij eenvoudig met snelbinders aan elkaar en aan de wanden van de camionette vastmaken. De valiesjes en fietstassen kunnen er ook nog moeiteloos bij. Het feit dat we deze oplossing hebben moeten ontwikkelen heeft duidelijk voor veel opschudding gezorgd, maar is uiteindelijk veel relaxer dan wat we anders met de trein zouden meegemaakt hebben. Om kwart voor 10 zet het konvooitje zich in beweging richting Orléans. Ik met Gertrude, Erik en Georges, als chauffeurs van de eigen auto’s die in Orleans staan, in het kleine autootje en Anne met Mien als navigator met de camionette. De rit verloopt rimpelloos en in de buurt van Orleans gaat ieder zijn eigen weg. Anne en Mien rijden naar het bureau van Enterprise, wij rijden naar de parking La Mediatheque waar Gertrude, Erik en Georges de auto’s oppikken om naar Enterprise te rijden. Ondertussen rijd ik ook, weliswaar, net zoals Anne en Mien, via een benzinestation, naar Enterprise. Op het bureau is echter niemand aanwezig omdat ze van 12 tot 14 uur gesloten zijn. We besluiten dus iets te gaan eten. Rechtover het autoverhuurbureau is een filliaal van Buffalo Grill. Als trouwe supporter van de Gantoise klinkt me dit als muziek in de oren. Rond kwart na twee staan we, wel gevoed, weer voor de deur van Enterprise maar jammer genoeg is die deur nog steeds op slot. We proberen allerlei telefoonnummers maar kennen geen succes dus droppen we de sleutels in een return box en vertrekken Belgie-waarts. Onderweg stuur ik nog een mailtje naar Enterprise om te melden dat, wat ons betreft, de auto’s vlekkeloos afgeleverd werden.
De Boulevard Péripherique zorgt voor een beetje vertraging maar al bij al kunnen we niet klagen en komen we rond 7 uur thuis van wat een mooie tocht geweest is. Verdere nabeschouwingen zijn echter voor later, wanneer alles wat bezonken is.
Alvast bedankt om ons vanop afstand te volgen en om zo nu en dan een bemoedigende reactie te plaatsen.
Dag 7: Saumur - Angers (59 km)
Zoals iedere morgen hebben we om 8 uur rendez vous in de ontbijtzaal. Iedereen is netjes op tijd om de inwendige mens voldoende te sterken om de laatste etappe succesvol af te ronden. Wanneer we om 9:15 uit het hotel vertrekken is het al snel duidelijk dat we qua weer niet te klagen zullen hebben. Er staat een volle zon tegen een uniforme blauwe hemel. Meer moet dat niet zijn. Ik had voor vandaag twee mogelijke routes uitgestippeld: één zo veel mogelijk langs de Loire en één een beetje meer in het binnenland. In overleg besloten we de route dichtst bij de rivier te volgen onder andere omdat we de rivier eigenlijk nog niet zo veel gezien hebben en we maximaal van de omgeving willen genieten. Er zijn trouwens tijdens deze etappe minder architectonische highlights dan in de voorbije etappes. Dat wil niet zeggen dat er geen zijn. De streek ligt bezaaid met kastelen en kasteeltjes en kloosters en kloostertjes maar niets van de omvang van een Chambord of Chenonceau.
Om 10:15 stoppen we aan één van die highlights, namelijk de Romaanse kerk van Treves. Het is meer een zitvlak pauze dan een bezoek omdat we enkel de buitenkant kunnen bekijken. Na deze korte pauze rijden we tot in Cunault waar weer een Romaanse kerk op ons wacht. We bezoeken in twee shiften om de kontrole over onze fietsen te bewaren, zonder met allerlei sloten te moeten foefelen.
Tot hier hebben we vrij lang op een relatief grote weg gereden met toch tamelijk wat verkeer. Dat is een beetje teleurstellend in vergelijking met de vorige dagen toen we quasi uitsluitend op jaagpaden of landbouwwegen gereden hebben.
Na een goede 30 km zien we een brug over de Loire die ons naar St Mathurin op de rechteroever brengt. Het is nu rond de middag wat betekent dat het tijd is voor een aperitief en het middagmaal. Er wordt rond de tafel stevig getwijfeld. Misschien een pizza of een bordje met carpaccio, of een stukje lomo of neen, misschien beter één van de voorgestelde visgerechten waar het restaurant blijkbaar om bekend staat. Uiteindelijk wordt gekozen en wordt alles met bekwame spoed opgediend en verorberd.
We rijden om 13:45, na de koffie en allerlei snuisterijen, verder richting Angers. De gedachte komt bij mij op dat we tijdens deze tocht al veel geluk gehad hebben met het weer. We hebben natuurlijk één hele bewolkte dag gehad met zelfs wat gemiezer maar één dag op een ganse week valt best mee. Ook over de wind zult ge me niet horen klagen. Die staat al de hele week vanuit N of NO richting en bij wijlen tamelijk sterk. Aangezien wij naar het W rijden zit de wind grotendeels in ons voordeel, en zo ook deze laatste dag. Na de middagstop zitten we weer de hele tijd op verkeersarme kleine wegjes doorheen de Loire vallei. Een serieuze verbetering ten opzichte van deze morgen.
Op een bepaald moment komen we aan een klein zijriviertje van de Loire dat zo klein is dat men het niet nodig gevonden heeft een brug te bouwen. De enige manier om de ongeveer 40 m naar de overkant te bereiken is een veerpont en dat vehikel ligt midden het riviertje. Ik begin dus driftig aan de ketting te trekken en wordt geholpen door Anne en Georges. De anderen staan aarzelend te kijken omdat ze niet kunnen geloven dat dit de enige manier is. Wanneer ze vaststellen dat niemand een staf mee heeft om de Rode Zee / Bruine Rivier te splijten besluiten ze mee te helpen en krijgen we met verkrachte eenden onze fietsen veilig eerst op en nadien weer af het pont. Een mooie oefening in teambuilding… mocht dit nog nodig zijn.
Daarna fietsen we verder door de voorsteden / voorstadjes van Angers waar een groot park ligt waar ooit massale hoeveelheden leisteen gewonnen werden.
Rond 4 uur komen we aan het Hotel Le Progres toe. Het hotel is perfect gelegen voor onze plannen voor morgen (= onze fietsen op de trein naar Tours en van daar naar Orleans laden) omdat het rechtover het station ligt.
We kunnen onze fietsen in afwachting van morgen in een berging die net groot genoeg is voor 6 fietsen plaatsen. Onze bagage is, in tegenstelling met de vorige dagen, nog niet afgeleverd en we kunnen derhalve niets anders dan een frisse pint drinken. Het leven kan hard zijn… maar ik maak me toch wat zorgen dus telefoneer ik het bagagetransportbedrijf waar men mij verzekert dat de bagage binnen het uur zal geleverd worden. Dat is OK dus gaan we eerst een restaurant voor vanavond reserveren (Gribiche lijkt zeer goed en is net om de hoek) en daarna naar het station om de situatie te verkennen en tickets te kopen. Het station is vrij groot en een ware mierennest met mensen die bepakt en bezakt in alle richtingen lopen. We spreken een bediende van de SNCF aan ivm de tickets en onze plannen met de bedoeling wat goede raad te krijgen. Dat blijkt wat te optimistisch te zijn. Ze zegt ons dat het quasi onmogelijk zal zijn onze plannen uit te voeren. Er is namelijk een week of drie geleden een nieuwe regeling ingevoerd waardoor men online een plaats moet reserveren voor de fietsen en dat men die reservering omwille van de Pinksterdrukte niet meer zal kunnen doen. Helaas, pindakaas en tirez votre plan. Van empathie heeft het madammeke nog nooit gehoord en daar staan we dus en dat ondanks mijn drie telefoontjes met de SNCF in de afgelopen maanden. Nooit werd iets gezegd over een nieuwe regeling die er zat aan te komen of over reserveringen. Bij het bagagetransportbedrijf had ik maanden geleden ook al gepolst of er een Plan B, waarbij zij onze fietsen vervoerden, zou kunnen gemaakt worden. Dat kon echter niet.
We moeten nu met een plan komen en we besluiten een camionette te huren. Sixt, Avis en Europecar die allemaal in het station een bureatje hebben, blijken alleen personenauto’s te verhuren. Naast ons hotel is echter een vestiging van Entreprise en die kunnen ons morgen een 12 m3 vrachtwagentje verhuren. Dit gecombineerd met een klein personenautootje lost de situatie zo goed mogelijk op.
Terwijl we dit allemaal aan het uitvlooien zijn komt nog een andere onheilstijding. Anne heeft naar ons hotel van gisteren in Saumur gebeld en te horen gekregen dat de bagage nog altijd niet opgepikt is. Er wordt naar het bagagetransport opnieuw gebeld maar het is nu al na 6 en dus krijgen we een antwoordapparaat aan de lijn. Wie dacht dat het veerpont de highlight van de dag zou zijn is er aan voor de moeite.. uiteindelijk belt er toch iemand van het transportbedrijf om te zeggen dat de bagage binnen het uur (weer ?!?) zal geleverd worden. We kunnen niet veel anders dan dit te geloven ook al omdat men ons in het hotel van Saumur bevestigt dat de bagage opgehaald is.
Uiteindelijk valt alles tegen 8 uur op zijn pootjes en kunnen we na een snelle douche van een gastronomisch dinner gaan genieten in Gribiche om de hoek. Dit fantastisch dinner verdringt alle andere wannabee highlights ( of lowlights) van de dag en we kunnen tevreden terugkijken op een geslaagde fietstocht. Nu nog hopen dat morgen met de huurauto en huurcamionette niets fout loopt.
Dag 6: Chinon - Saumur (45 km)
Vandaag hebben we een lichtere dag met slechts een 45-tal kilometer voor de boeg op de fiets. Hierdoor kunnen we het ontbijt iets relaxer opnemen. In mijn geval betekent dit dat ik wat meer dan gewoonlijk eet en dus met nog meer calorieën in de voorraadtank aan de start zal verschijnen. Door de relaxere aanpak deze morgen kan ik ook wat aan de blog van gisteren verder doen en kunnen de dames een bezoekje aan de markt (aan de overkant van de straat) brengen waardoor ze wat fruit op de kop kunnen tikken.
Het is ongeveer half tien als we de etappe van vandaag aanvatten waardoor we rond half twaalf langs vrij gezapige wegen langs de Vienne in Candes St Martin belanden. Daar staat een Romaanse collegiale (= een veel te grote kerk voor een dorpje dat nog een paardekop moet zoeken om bij de drie beschikbare dorpelingen gezet te worden). Die collegiale is een kort bezoekje waard omdat de Romaanse stijl niet in latere periodes verkwanseld werd. Na 10 minuten houden we het echter voor bekeken en beginnen we de “beklimming” van de heuvelrug achter het dorpje. Het hele peloton vliegt me tijdens de beklimming voorbij. Dat op zich is niet uitzonderlijk maar wat me echter wel tot vertwijfeling brengt is hoe snel het hele peloton me voorbij vliegt. Pas boven op de heuvel vind ik, lang voordat ik weer op adem gekomen ben, waarom ik Dolf zo erg moeten onderspitten heb. Ik ben namelijk mijn motortje vergeten aanzetten. Dat maakt duidelijk een hemelsbreed verschil. Het zal me niet meer overkomen, hoop ik.
Rond kwart voor twaalf komen we in Fontevraud toe. We besluiten eerst iets te eten en te drinken en pas daarna de kloostergebouwen en de tentoonstelling van moderne kunst te bezoeken.We doen dit op het mooie terrasje op het centrale pleintje van Fontevraud (Hotel Restaurant La Croix Blanche) recht over de ingang van het klooster en beklagen ons die keuze helemaal niet. Om half twee beginnen we het bezoek van het enorme kloostercomplex dat in de elfde eeuw ontstond en later meer en meer uitgebreid werd. We wandelen van de ene (natuurlijk weer Romaanse) kerk (die een beetje aan die in Conques doet denken) naar de andere keuken en refter en naar de volgende slaapzaal en de rondgang rond een groot binnenplein. Op verschillende plaatsen wordt via een video- presentatie uitleg verschaft over de evolutie van de gebouwen en de bewoners ervan. Zeer educatief en alles behalve saai. We leren hoe steenkappers werkten, hoe klokken gegoten worden en hoe de restauratie gefinancieerd werd en de ruimtes nu gebruikt worden. Kortom interessant genoeg voor ons allemaal om ons tot 4 uur bezig te houden.
Als afsluiter bezoeken we nog de tentoonstelling van moderne kunst. Een tijdelijke expositie is verweven in de permanente collectie met werk van mindere goden van de vorige eeuw en objecten gaande van Egypte over China tot Mexico en Peru.Dit is een goede invulling voor de enorme ruimtes die hier door de renovatie beschikbaar gekomen zijn.
Na Fontevraud moeten we nu juist nog tot Saumur een twintigtal kilometer verder rijden. Opnieuw moeten we vaststellen dat langs een rivier rijden gemiddeld erg vlak is maar dat er hellingen zijn die zich toch wel laten voelen. Op één van die hellingen wordt ik weer eens (een beetje) gelost en zie ik een paar van mijn schaapjes een afslag missen. Erik, Mien en Gertrude snorren iets te enthousiast de afdaling af en negeren een bordje van La Loire a velo. Ze vatten met veel animo de volgende beklimming aan. Ik roep me nog de longen uit de ribbenkast maar het helpt niet. Vroeg of laat zullen ze natuurlijk wel inzien dat we niet volgen en op hun gepedaleer moeten weerkeren maar het is toch wat jammer (vooral voor hen). Daarom rijdt Georges hen achterna en proberen Anne en ik naar Gertrude te telefoneren. Dat helpt allemaal niet maar na een tijdje hebben we dan toch onze schaapjes terug (op het droge?).
Net voor Saumur moeten we de klif waarop we de laatste paar kilometer gereden hebben afdalen. Het wegje dat we hiervoor nemen leek toen ik de weg op de kaart uitstippelde best OK maar dat blijkt nu behoorlijk smal en steil te zijn. Gelukkig geraken we allemaal zonder (letterlijke en figuurlijke) kleerscheuren beneden wat voor mij een hele opluchting is. We passeren ook nog een zeer groot gebouw dat een lycee en la Chapelle Notre Dame blijkt te zijn maar die laten we links liggen ook al omdat grote delen van het gebouw in de steigers staan.
Na het inchecken in het hotel is de eensgezindheid om onszelf op een drankje te trakteren groot … en het zou niet goed zijn mocht ik me tegen zo’n eensgezindheid te verzetten. We krijgen ook een lijstje met aangeraden restaurants van de receptionist omdat het eigen restaurant van Anne de Anjou volzet is. Van de drie die vandaag open zijn heeft de eerste geen plaats meer voor ons maar vinden we bij de tweede (Les Tontons) onderdak. Achteraf bleek dat het eten daar niet veel meer verdienste had dan erg voedzaam te zijn. Enfin, het kan niet iedere keer een feest als gisteren zijn. We besluiten nog ergens anders iets te drinken in plaats van een dessert bij Tonton te nuttigen. Dat blijkt een goede beslissing te zijn want de Chouffe en de rode en witte Saumur zijn best wel te pruimen.
Nu rest me alleen nog een foto te nemen van de mooi verlichte burcht die boven de stad en ons hotel torent en een aanzet te geven aan de blog van vandaag . Die werk ik deze morgen af waardoor ik weer bijgebeend ben.
Nog een goede dag
Dag 5: Tours - Chinon ( 63 km)
In de proloog van de blog gaf ik aan dat het risico bestond dat de gastronomische reputatie van de streek het mogelijks zo nu en dan zou halen van mijn goede intenties om iedere dag een blog te schrijven en te posten. Dat is gisteren gebeurd. De aperitief, het eten en het drinken was zo lekker dat ik de moed niet kon opbrengen mijn dagelijks werkstukje aan cyberspace toe te vertrouwen. Ik zal dus nu een poging moeten doen om weer bij te benen.
De dag begon traditiegetrouw met een ontbijt om 8 uur. Deze keer was het een vrij uitgebreid buffet waarmee de inwendige mens voorbereid werd op de dagtaak die we rond 9 uur onder een mooi zonnetje aanvatten. Ondanks het feit dat het zonnetje present tekende was het toch vrij frisjes en dus kwamen de jasjes van pas.
We rijden door Tours om langs de oevers van de Loire langs een erg gevarieerd parcours verder westwaarts te rijden. Zoals we al dikwijls mogen ervaren hebben rijden we nu eens op een jaagpad naast de rivier, dan weer een paar honderd meter van het water weg maar vrijwel altijd op een zeer goed bereidbare ondergrond zonder enig verkeer van belang.
Om 11 uur komen we in Villandry aan. We zijn niet van plan het kasteel te bezoeken maar hopen een glimps van de tuinen van het kasteel te kunnen bewonderen. Dit is niet het geval omdat ook hier hagen, muren en afsluitingen vakkundig opgesteld zijn om “niet betalende langeafstandskijkers” te weren. Het zonnetje heeft ondertussen de lucht zodanig weten op te warmen dat het jasje achterwege kan gelaten worden voordat we de weg naar Langeais verder zetten. Rond half twaalf rijden we de brug naar de rechteroever over zodat we wat in het charmante stadje kunnen rondlopen. Er is natuurlijk hier ook een kasteel dat we alleen uitwendig bezoeken maar er is ook een terrasje dat tegen de kerkmuur aanschurkt waardoor we in de zon en uit de wind zitten. Waar kerken allemaal goed voor zijn. We besluiten hier ook wat te eten (dat kan alleen binnen). Het middagmaal wordt door bepaalde elementen van het gezelschap afgerond met een ile flottante die naar het schijnt overheerlijk is.
Rond 2 uur is het dan tijd om de stalen rossen weer te bestijgen om richting Rigny Ussé te trekken. Dit kasteel dat tegen de heuvel gebouwd werd heeft, naar het schijnt, model gestaan voor het kasteel van Doornroosje in de Disney film. Opnieuw beperken we ons tot een uitwendig bezoek en maken we ons op voor het laatste bezoek van de dag, namelijk een bezoek aan le Chateau de la Grille. Het opmaken voor het laatste bezoek verloopt niet zonder slag of stoot omdat nu de achterband van Anne lek blijkt te zijn. Het gaatje moet opnieuw vrij klein zijn want een paar stevige pompstoten later is de fiets weer berijdbaar. We moeten wel de heuvelrug, die de vallei van de Loire van die van de Vienne scheidt, over. Die heuvelrug is steviger dan verwacht want tamelijk steil en tamelijk lang. Onze arbeid wordt echter beloond. Ten eerste door een vrij lange afdaling en ten tweede door het bezoek aan de laatste chateau van de dag. Wat de andere leden van het gezelschap niet weten is dat deze chateau een wijn chateau is en dat ik een proeverij vast gelegd heb. Iedereen lijkt tevreden met deze variatie op het thema “chateau” zeker na het proeven van de 7de soort wijn (1 rosé, 4 rode en 2 witte). We kunnen ons zoveel proeven laten welgevallen omdat de dame van de chateau ons verzekert dat het vandaar tot in Chinon altijd bergaf gaat. Net voor we Chinon binnenrijden zien we een fietsenmaker die de band van Anne met een spuitbus weet te repareren. Nu kunnen we ons voorbereiden op de avond. We besluiten een tafel te reserveren in een restaurant dat aangeraden werd door de dame van Ch. De la Grille nl. de Oceanic. Het is echter nog te vroeg en we hebben dus geen andere mogelijkheid dan eerst op een terrasje een fles rosé als aperitief te consumeren. De Océanic doet zijn naam alle eer aan door quasi uitsluitend visgerechten aan te bieden … en hoe. Alles is werkelijk overheerlijk (de asperges, de kalfszwezerikken met lagoestines, de tonijn steak … ) en de wijnen die erbij geserveerd worden. We sluiten de avond af met een kaasbord waarbij ons de keuze gelaten wordt tussen een 15-tal uiteenlopende soorten. Daarbij een Chinon van de allerhoogste plank maakt het geheel “af”. Ik denk dat Erik hiermee overtuigd is dat er ook in Chinon zeer lekkere wijn gemaakt wordt.
Allemaal mooi en wel maar dit resulteert in een zeer lage graad van motivatie om de blog nog direct te schrijven waardoor ik nu driftig moet zitten tokkelen.
Beste groeten en nu moet ik me op de blog van vandaag storten
Dag 4: Chaumont sur Loire – Tours ( 73 km)
Om 08:00 begint de onbijt service en een paar minuten voor 08:00 staan we met zijn zessen netjes opgesteld voor de deur .. die stipt om 08:00 geopend wordt. We hebben keuze tussen drie soorten ontbijt (traditioneel, continentaal en “full”) en kiezen allemaal voor de midenste soort omdat dit meer is dan de traditionele croissant en pain au chocolat en minder dan het ontbijt met eitjes. Het continentale ontbijt komt ook met yoghourt waardoor Erik en Mien hun vogelzaad tot zijn recht kunnen laten komen. Rond kwart voor negen staan we allemaal bright eyed and bushy tailed aan onze fietsen, klaar om de langste etappe van deze tocht aan te vatten. Deze etappe is de langste in afstand maar zal ook de langste in tijd worden want er staan vandaag twee highlights op het programma. Eerst zal le chateau de Chenonceau aan de beurt komen en daarna zullen we Clos Lucé bezoeken.
Het weer is niet fantastisch vandaag. In tegenstelling met gisteravond is het frisjes en bovendien miezert het wat (= niet genoeg om nat te worden maar wel voldoende om een koudegevoel te creëren). Onder het motto “ Het kan nog veel slechter” trappen we flink door … en dat is nodig want we wijken na een tiental kilometer van de Loire af om de hoger gelegen vallei van de Cher op te zoeken. Deze overgang van de Loire naar de Cher gaat gepaard met een aantal hoogtemeters die toch wel een extra inspanning van onze dijspieren vergen. In Chenonceaux (de dorpsnaam wordt met een “x” geschreven en de kasteelnaam zonder) rijden we eerst over een brug naar de linkeroever van de Cher omdat men van de linkeroever een mooi zicht op het kasteel en de vleugel met gallerij, die de Cher overspant, heeft. Daarna rijden we weer over de brug naar de rechteroever waar de ingang van het kasteel gevestigd is. Vooraleer we binnen gaan ondergaat de familie De Keyzer nog een shock wanneer blijkt dat Erik zijn sjakoche met al zijn waardevolle spullen (portefeuille met cash, identiteitspapieren, credit kaart, twee sleuteltjes van de fietssloten, enz) op het toilet vergeten is. Hij loopt terug en bereikt de toiletten net op het moment dat iemand met zijn sjakoche in de lucht staat te zwaaien. Hiermee wordt Erik ook veheven tot de orde van degenen die niet mooi moeten zijn om chance te hebben. Ik voel me in goed gezelschap, ook al omdat Mien, net zoals Gertrude eergisteren, geen opmerkingen maakt …. waar de anderen erbij zijn!
We spenderen in het totaal een goede twee uur in het “Dames kasteel” zoals het kasteel van Chenonceau wel eens genoemd wordt omdat daar 4 dames (Catherine de Medici, Diane de Poitiers, Louise van Lotharingen en Catherine Briconnet) gewoond hebben die allemaal iets bijgedragen hebben tot de splendeur van het kasteel. Na het bezoek aan het kasteel is het tijd om de inwendige mens te versterken en de tocht naar Amboise (een kleine 30 km verder) aan te vatten. De weg naar Amboise is tamelijk heuvelachtig en nogal druk bereden waardoor we er een stevige vaart pogen in te zetten … om ervan af te zijn.
Ons doel in Amboise is het bezoek aan het kasteel van Clos Lucé. In dit kasteel leefde Leonardo da Vinci, op verzoek van de Franse koning François I, nog 4 jaar (= tot zijn dood) en werkte hij aan allerlei militaire en civiele projecten waarvan kleine tot middelgrote maquettes in de kelders van het kasteen en in de tuinen van het kasteel opgesteld staan. Wanneer dit alles samengebracht is kan men niet anders dan respect opbrengen voor het genie van de man. Het is wel niet duidelijk welk percentage van deze projecten ooit gerealiseerd werd maar hoe dan ook, deze man is en blijft een ongelooflijk genie, als uitvinder, als schilder, als architect en als stadsplanner.
Rond kwart over vier verlaten we de tuin van Leonardo langs de gallerie waar we via een video vernemen hoe Leonardo een voorloper van Oscar Niemeyer in Brasilia wou zijn door een heel nieuwe hoofdstad voor Frankrijk in Romorantin te creëren (het bleef echter bij een droom). We rijden langs het kasteel van Amboise en vatten dan de resterende kleine 30 km naar Tours aan. Deze weg volgt de loop van de Loire waardoor (een paar nijdige korte hellingen niet te na gesproken) we er een goede vaart kunnen in zetten. Op die manier komen we rond kwart na zes in ons hotel aan.
De eerste taak is het stallen van de fietsen. Met een beetje puzzelen lukt dat ondanks het grote aantal fietsen dat er al staat. De tweede taak (onmiddellijk op de eerste volgend) is de dorstigen laven. Op minder dan 50 m van ons hotel is een straat vol bars en restaurants. Dat komt goed uit want veel zin om de stad nog binnenste buiten te keren is er niet. We gaan dus een pint / glas wijn drinken in een fantastische bar met honderden soorten wijn, whiskey, rhum, vodka, enz. op minder dan een boogscheut (zelfs voor een middelmatige schutter) van ons hotel. Bier kan ook, want dat wordt gehaald bij de buur. De receptionist van ons hotel heeft ook al een tafel voor 6 gerestveerd in een restaurant op een even slechte boogscheut van ons hotel.
Goede pint en zeer lekker eten met heel wat konijn (wat had men in een restaurant genoemd “Le lapin qui fume” anders verwacht?) later is het weer tijd om de blog van de dag te schrijven. Sturen zal er echter voor middernacht niet inzitten want mijn corrector ligt al in de armen van Morpheus. Haar daar uit halen zou zonde zijn na een flinke dag doortrappen.
Slaapwel
Dag 3: Tour en Sologne – Chaumont sur Loire ( 57 km)
We dagen allemaal netjes om 8 uur voor het ontbijt op. Allerlei zaken (croissants, hard gekookt eitje, yohurt, enz) zijn op de tafel uitgestald of worden door de patron gebracht. We laten het ons allemaal lekker smaken zodat we 100 % voorbereid zijn voor wat de dag ons zal brengen. Het is wel wat frisjes (= grijze lucht zonder deugddoend zonnetje maar met een schrale Noorden tot Noord Oosten wind) wat mij ertoe noopt mijn T-shirt met korte mouwen in te wisselen voor een exemplaar met lange mouwen en zelfs een jasje aan te trekken. De korte broek blijft echter behouden.
Om 9:00 zijn we goed en wel op pad richting Cheverny. Het kasteel van Cheverny heeft vooral bekendheid opgedaan omdat het model stond voor Kasteel Molensloot in de Kuifje strips. Om het risico op “kasteelitis” te beperken hebben we vooraf besloten onze bezoeken aan kasteeldomeinen te beperken tot de werkelijke highlights. Dat Cheverny model heeft gestaan voor Molensloot is dus dus niet voldoende reden om het kasteel te bezoeken. We (ik) hadden echter wel gehoopt op een discrete blik op het kasteel maar dit is quasi onmogelijk door de strategisch opgestelde afsluitingen en ingangshuisjes.
Dit is echter geen probleem want er komen nog veel kastelen. Ondertussen is de zon erin geslaagd de wolken te verdrijven en is het hoog tijd om het jasje uit te doen. Het is nu na 10:00 en plots horen we de fietsbel van Georges. Hij heeft opgemerkt dat hij soms ondersteuning verliest. Het probleem kan makkelijk opgelost worden door de batterij eens uit de houder te nemen en daarop volgend weer in de houder te steken. Probleem opgelost.
We rijden verder en rond 12:00 zetten we een lange afdaling richting Blois in. Het zicht wordt mooier en mooier om een hoogtepunt te bereiken net voor we de Loire oversteken. Van hieruit is de hele stad geetaleerd voor de toeschouwer. Daarna zoeken we een goed plekje voor de fietsen en (nog belangrijker) een goed plekje voor ons middagmaal. Dat lukt allemaal vrij goed en we kunnen onze lasagne verorberen in de schaduw van uit de kluiten gewassen platanen. Tot ongeveer 3 uur bezoeken we het kasteel van Blois (de buitenkant), het Quartier des Arts en de kathedraal waarna het tijd is om richting Chaumont te beginnen fietsen.
Halverwege Blois en Chaumont slaat het noodlot echter toe. Georges laat zijn fietsbel weer rinkelen. Opnieuw om te melden dat er iets mis is met zijn fiets. Deze keer is zijn achterband lek. Het is maar een klein piepenholleke aangezien hij kilometers kan rijden vooraleer hij moet “bijtanken” maar zo de rest van de tocht verder ploeteren is geen optie. Met een paar “bijtankbeurten geraken we in Chaumont waar gelukkig op een paar honderd meter van ons hotel een fietsenmaker is. Hierdoor kan Georges zijn fiets laten herstellen terwijl wij een deugddoende douche nemen. Georges krijgt een eersteklasse service en is in minder dan een half uur uit de miserie en in de douche. Daar kunnen we een aperitief op drinken. Dit kan ofwel 102 trappen verder richting kasteel gebeuren of bij de broer van de fietsenmaker met zicht op de Loire. Een niet zo hevig debat onstaat waarna vrij snel voor het zicht op de Loire geopteerd wordt.
Ondertsussen heeft de receptionist van ons hotel een tafel voor ons bij “La Madeleine de Proust” gereserveerd. Dit blijkt op alle gebied een schot in de roos. De ontvangst door de eigenares met haar uitleg van de uitdrukking “la Madeleine de …” en haar suggesties voor de wijn zijn fantastisch. De ravioli, de asperges en de foie gras en de riviervis en het lamsvlees zijn allemaal overheerlijk. Jammer dat we hier morgen al weer weg zijn!
En zo kent dit verhaal weer een moraal … of twee: “voor alles is een oplossing en er is dus geen reden om zich al te veel zorgen te maken” waardoor Georges’ fiets morgen op en top zal zijn en “aan alle mooie liedjes komt een einde” waardoor ik nu deze blog zit te schrijven.
Hopelijk hebben we met zijn allen een mooie nacht gehad tegen de tijd dat deze blog aan cyberspace toevertrouwd is. Slaapwel.