Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Dag 5: Eauze naar Nogaro

Vannacht heeft het geregend. De madame van het B&B zegt zelfs dat het serieus geonweerd heeft maar dat heb ik niet gehoord (waarschijnlijk omdat ik het te druk had met het tellen van schaapjes). Wat er ook van zij, we vinden dat niet erg want we hadden al ons hebben en houden op het droge. Deze morgen regent het niet en dat is het belangrijkste. Alles in de tuin staat er wel kloddernat bij . Dit bemoeilijkt de doorgang naar de ontbijtruimte in het hoofdgebouw maar verder is dit geen noemenswaardig probleem. We krijgen een mooi ontbijt voorgeschoteld in een mooi kader. Deze B&B zou gerust in de “boekjes” kunnen staan. De kamers (er zijn er 3 in een bijgebouwtje en nog een of twee in het hoofdgebouw) zijn mooi maar deze woonruimte is nog een trapje beter. Hier wordt het levend bewijs geleverd van hoe een oude hoeve sfeervol kan ingericht worden met een combinatie van oude en nieuwe spullen. Tijdens het ontbijt slaan we een babbeltje met iemand die professioneel één keer per maand in Eauze moet zijn en hier iedere keer komt logeren. Hij werkt voor een bedrijf dat hoogwaardige deuren en vensters maakt in een fabriek in Eauze en in Clermont Ferrand. De man beklaagt zich over een aantal zaken die de Franse Staat verkeerd doet en wij beklagen ons over wat de Belgische Staat verkeerd doet. Uiteindelijk winnen wij (= kunnen wij het meest klagen) maar ja, het is ook niet eerlijk want wij hebben (veel) meer Staat (voortgaande op het aantal ministers) om over te klagen. We weten niet of we fier moeten zijn op deze overwinning maar allé, een overwinning tegen de Fransen is altijd meegenomen.

Rond 9:00 voert Nelly ons tot het einde van de privé weg van de B&B (dit is toch wel 1 km) en beginnen we onze tocht van vandaag. Die zou theoretisch 21.4 km moeten zijn wat mooi is na de 29 km van gisteren. Het dient wel gezegd dat ik noch mijn kompanen erg stram zijn. Buiten de “normale” pijntjes zoals mijn rug die al maanden ambetant doet en mijn tenniselleboog die me sinds vorige week belet op een normale manier een hand te geven of, nog erger, me belet zonder last een glas wijn uit te schenken is er niets speciaals. We kunnen ons dus gelukkig prijzen. Bovendien is het nog steeds niet aan het regenen. Ik zal zelfs meer zeggen, we zien hier en daar een blauwe plek in het wolkendek waardoor we van tijd tot tijd zelfs onze schaduwen zien. Waar zouden we dan over klagen?

De GR 65 loopt van Eauze in Zuid – Westwaartse richting terwijl onze B&B ten Noord – Westen van Eauze ligt. Ik heb dus een weg uitgestippeld die pal in Zuidwaartse richting loopt en ons na een 8-tal km op de GR 65 zou moeten brengen. Dat plan werkt en brengt ons langs mooie vergezichten naar de GR 65. Er is wel één nadeel aan de bedachte oplossing en dat is dat het zich helemaal op verharde wegen afspeelt. Die verharde wegen zijn echter niet het voorrecht van mijn uitgestippelde weg. Ook de GR loopt vandaag vrij dikwijls langs verharde wegen ,waar bovendien in een aantal gevallen ook veel en zwaar verkeer op rijdt.

Het aantal stappers / pelgrims is vandaag opvallend hoog. Gisteren zagen gedurende de hele dag maar 2 stappers en 1 fietser. Vandaag hebben we zeker een 20-tal stappers gezien. Ik ben zeker dat ze allemaal hun verhaal hebben, maar we hebben de tijd niet voor vele gesprekken. Wel is er een duidelijke samenhorigheid tussen de stappers (ongeacht leeftijd, nationaliteit, vermoeidheid, etc.) onmiddellijk waarneembaar. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar wanneer we een groepje stappers samen zien staan. Stilstaande stappers zijn een eigenaardigheid en dus voegen we ons bij de meute (4 man). Het duurt een tijdje vooraleer we door hebben wat er aan de hand is. Eén van de 4 (= een Vietnamees die waarschijnlijk uitmuntend Vietnamees praat) samenscholende stappers blijkt aan het terugkeren te zijn. Iets verder ligt namelijk een beekje dat door de overvloedige regens van de afgelopen dagen / weken een riviertje geworden is. Alleen is er op dit punt geen brug. Volgens de Vietnamees is er dan ook geen doorkomen aan. Wij besluiten dat we de zaak eens met eigen ogen willen zien (ondanks het feit dat de Vietnamees ons foto’s van het beekje / riviertje laat zien). De Vietnamees blijkt gelijk te hebben. Het water komt duidelijk hoger dan de rand van onze stapschoenen, de stroming is sterk, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts zijn geen beter geschikte oversteekplaatsen en fierljeppen komt niet in aanmerking omdat beide oevers te glad zijn om een deftige aanloop en een minstens even deftige landing toe te laten. Bovendien hebben we zo’n polsstok niet in onze rugzak zitten. We hebben dus twee mogelijkheden: ofwel keren we op onze stappen terug (wat bijna alle andere stappers doen), ofwel doen we onze guetten, onze schoenen en onze kousen uit en stappen we blootsvoets de spekgladde oever naar beneden, de bedding door en de andere oever weer op. Terugkeren en doen zoals al de anderen is geen echte optie dus besluiten we te “waden”. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Als ge niet exact begrijpt wat ik bedoel dan moet ge maar eens proberen uw stapschoenen en dampende stapkousen uit te doen terwijl ge in een badkuip staat waarvan de bodem ingesmeerd is met bruine zeep waarin keitjes gemengd werden. Als extra uitdaging wordt u dan gevraagd uw kleren (die die ge aanhoudt en die die ge uitspeelt) proper te houden. Nu zou jullie verbeelding voldoende moeten gestimuleerd zijn, maar ik ga toch nog wat door. Eens ge bovenstaande gymnastiek succesvol achter de kiezen hebt, wordt u door uw tochtgenoten gevraagd een foto van hen te nemen (terwijl ge nog steeds guetten, kousen en schoenen in uw linkerhand hebt en het zakje met het fototoestel dat aan uw rugzak bevestigd is met één hand moet open maken, het toestel eruit te vissen en een foto te nemen. Daarna moogt ge het fototoestel weer met één hand opbergen en over de met steentjes doorspekte blubber op de bodem van het riviertje “stappen” om in de “badkuip met bruine zeep” op de andere oever opnieuw uw kousen, schoenen en guetten aan te doen uiteraard zonder bruine zeep op uw voeten achter te laten, uw kleren te besmeuren of zonder simpelweg op u bek te gaan. Geloof het of geloof het niet, we zijn er alle drie geheel of gedeeltelijk in geslaagd. Hopelijk heeft niemand dit allemaal opgenomen anders gaat dit filmpje zeker viraal..

Wat daarna nog gebeurde was in vergelijking veel minder spectaculair. Kort nadien hebben we onze boterhammetjes opgegeten (deze keer waren er zelfs voor Wilfried) en zijn we in Nogaro toegekomen. Buiten de kerk (deze keer zelfs geen kathedraal) en een terrasje waar ze Chimay Blauw, allerlei soorten Grimbergen en Kwak hadden was er niet veel spectaculairs in Nogaro. We besluiten dus naar onze gite te rijden. Dat is dan weer makkelijker gezegd dan gedaan. De coördinaten die ik gevonden heb zijn wel in de buurt van onze bestemming maar zijn niet exact waardoor we een paar keer de weg moeten vragen (echte adressen bestaan hier niet dus moeten we alleen op de naam voortgaan). Uiteindelijk vinden we de plek maar niemand van het gezelschap is enthousiast. Het grote gebouw waar we voorstaan ziet er tamelijk verwaarloosd uit (wat een tegenstelling met wat we de voorbije dagen gezien hebben). De eigenares is echter erg vriendelijk (de reusachtige labrador ook) en toont ons de kamers. Die vallen erg goed mee (groot en goed ingericht). We hebben de tijd om ons op te frissen en een embryonale blog te schrijven want om 7 uur wordt het aperitief in de veranda geserveerd.

Tijdens het aperitief (een fles zoete witte wijn gemaakt door het wijngoed Fortunet = de buur die ons de laatste instructies gaf om hier te geraken) leggen Mr. en Mevr. de eigenaars uit dat het huis 300 jaar oud is (dat ziet men) en dat ze 6 jaar geleden uit Parijs naar hier gekomen zijn om hier als God in Frankrijk te leven (dat laatste wordt niet met zoveel woorden gezegd). Volgens mij slagen ze daar zeer goed in, want anders zou het uitzicht van de gebouwen (zeker langs de buitenkant) een stuk verzorgder zijn. Ook de labrador die hier rondbeweegt (lopen zou een overdrijving zijn) ziet er gelukkig uit. Hij is heel tam en met zijn 57 kg duidelijk obese (net als zijn twee baasjes). Na het aperitief gaan we met zijn allen aan tafel waar we eerst een salade met “vette eendenlever” geserveerd krijgen. Die zou voor een volle maaltijd kunnen doorgaan, maar er komt meer. Eerst magret de canard in een Bordelese saus, daarna een kaasschotel met een 6-tal soorten en daarna komt er nog een soort appeltaart. Dit alles wordt overgoten met een rode wijn van de gebuur die we ’s namiddags al mochten ontmoeten en, om de avond te besluiten, met nog een glaasje Armagnac Hors Age. Ik hoop dat dit duidelijk maakt waarom we met een “gat in de boter gevallen gevoel” in ons bedje kruipen en waarom de embryonale blog van eerder op de middag on hold gezet wordt. Ik besluit de oogjes te sluiten en morgen te proberen wat vroeger op te staan om mijn huiswerk af te werken.

Deze morgen ben ik vroeger opgestaan om met een ietwat bezwaarde maag en kop het bovenstaande te produceren. Ik hoop dat ge me daarom de sporadische (hoop ik) grammaticale en andere uitschuivers toestaat.

PS toen alles klaar stond om te posten bleek het Internet weggevallen te zijn. Daardoor, dierbare lezers, hebt ge nog iets langer moeten wachten op het relaas van onze tweede stapdag.

Reacties

Reacties

Nicole

Met wat vertraging maar ik geniet weer van jullie verslag !

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!