Via Tolosana tussen Montpellier en Toulouse

Dag 17: De tweede dag in de jungle

Vandaag is het … een vroege start omdat we vanaf 6:30 de fauna met de kano willen gaan bekijken. Het regent niet, maar er is ook geen zon. We zien een aantal dieren, maar de meeste hebben we al gezien en dus is de spanning wat minder. Na de kanotocht is het tijd voor een ontbijt met een schoteltje watermeloen, een geroerd ei, een pancake en wat tomaten / komkommer salade. Een rare combinatie maar gezond, naar het schijnt. Ik kuis na het ontbijt en voor de activiteit van 10 uur snel wat foto’s op zodat de hoeveelheden beheersbaar blijven. Om 10 uur staan we klaar. Op het menu staat een bezoek aan Mama Aurora, aandachtige lezers kennen haar nog wel van een vorige blog als de leidster van een 38 koppige gemeenschap in de jungle. Zij gaat ons leren yucca brood maken en ze gaat het ons niet alleen leren, we gaan het ook zelf moeten doen (van A tot Z = van yucca wortels opgraven tot yucca brood eten). Mama Aurora woont een 10 minuten per kano stroomafwaarts. Ze verwelkomt ons eerst in het Sisokaans, waar we niet zoveel van begrijpen en daarna in het Spaans. De vertaling duurt een fractie van de Sisokaanse versie, maar heeft wel het voordeel dat we er meer dan de helft van verstaan. We worden daarna naar de moestuin gebracht. Eerst moeten de stammetjes van een aantal yucca planten eraan geloven. Dit doet Mama Aurora zelf. Ik denk dat ze ons niet met een machete in de hand betrouwt. Eens de ruimte vrij is worden twee vrijwilligers gevraagd om de yucca wortels uit de grond te trekken. Gertrude en de Fransman moeten alle hens aan dek halen om de wortels = grote knollen uit de grond te sleuren. Daarna volgen twee nieuwe vrijwilligers. Het kleine Francaiseke en ik slagen er niet in, maar wir schaffen dass met de hulp van een kloeke Duitser. Nu de knollen bovengehaald zijn, moeten ze geschild worden. Ook dit gebeurt eerst met de machete (die wordt hier voor alles gebruikt; een weg door de jungle banen, yucca afkorten tot zijn essentie, yucca knollen schillen en … motoren van tarabita’s repareren). Nadien moet het fijne werk met de blote hand gebeuren. Iedereen die dit doet (ook ik) klaagt nadien van afgescheurde nagels en veel vuil onder de resterende nagels. Hoe dan ook, we dragen onze geschilde buit naar het afdak waar het deze middag allemaal gaat gebeuren. Na de knollen gewassen te hebben ,moeten ze geraspt worden. Opnieuw moet iedereen aan het werk wat resulteert in een hele hoop geraspte yucca wortel en kleine stukjes geraspte vinger van de amateur yucca broodmakers. De meest geteisterde vinger heeft de Argentijnse nationaliteit. De volgende stap is het uitpersen van de pulp met behulp van een rudimentair uitwringsysteem gemaakt van de bast van een bepaalde boom. Het sap wordt opgevangen voor later gebruik en de ‘gedroogde pulp’ wordt nu gezeefd tot een poeder. Dat poeder wordt op een schaal, gemaakt van laguneslijk (= bestaat uit kaolien voor de geïnteresseerden) boven een houtvuur gegoten. Met een houten spatel en een halve bol afkomstig van een vrucht wordt het poeder aangedrukt en voor men het weet is het brood = de taco (ook Kees genoemd) klaar. Iedereen krijgt de kans zo’n brood te bakken en nadien krijgt iedereen een kwart van zo’n “brood” en mag dit beleggen met tuna, bonen, tomaten, gehakt, chilisaus, enz. Ik denk dat mijn kwart brood niet voldoende gebakken is of op bepaalde plaatsen niet voldoende dik is. Wat ook de reden is, midden in mijn “wrap” valt al snel een gat waardoor ik genoopt ben mijn bonen, tuna, etc mengsel onafhankelijk van het brood te eten. Dat is ook geen probleem. Als dessert krijgen we een soort gebakken bananenpasta die bereid is met de vloeistof die uit de geraspte yucca geperst werd en gestampte bananen. Wat taai maar wel lekker.

Tijdens al deze activiteiten, waar iedereen naar godsvrucht en vermogen aan deelneemt, is een heus onweer uitgebroken. Het giet water en dondert en bliksemt maar gelukkig is het dak bijna perfekt waterdicht waardoor alles normaal kan doorgaan. Iemand vraagt Andres of hij weet heeft van Ayuhaska. Andres begint eerst voor een klein gezelschap en daarna voor de hele groep over zijn eigen ervaringen te vertellen. Hij zegt dat hij zelf al 5 keer Ayuhasca gedronken heeft. Het drankje wordt door een shaman (die men betrouwt) gemaakt van lianen en een andere plant (NN) en heeft hallucinogene eigenschappen. Er worden trips (pun not intended) georganiseerd door agentschappen, maar het gebeurt allemaal een beetje in een grijze zone. Het is wel niet illegaal maar er gebeuren toch rare dingen met gebruikers van het goedje tijdens de 6 à 8 uur dat ze niet meer tot deze wereld behoren. Naast de hallucinaties verliest men de meeste of alle controles (maag en allerlei kringspieren) en remmingen. Andres vertelt over shamans die alleen voor het geld het brouwsel maken en piepedada zijn als het spannend wordt (er zijn al doden gevallen) maar dat er ook shamans zijn die de ervaringen ,die ze zelf hebben met anderen willen delen en de zaak consencieus oppakken. Andres zegt dat zijn organisatie trips naar een goede Shaman doet. Die zit echter wel 2 kanovaartdagen ver in de jungle (Sequoya gebied). Het gesprek eindigt wanneer Andres zegt dat het nu voor hem wellekes geweest is en dat hij het waarschijnlijk niet meer gaat gebruiken.

Er worden zoals verwacht ook wat prulletjes te koop aangeboden maar slechts enkelen van ons gezelschap kopen iets. We nemen afscheid van Mama Aurora na haar 5$ per persoon toegeschoven te hebben. Daarmee hebben wij onze ontwikkelingshulpdaad van de dag gedaan (we zullen het Alexander De Croo laten weten) en kunnen we de boeg van de kano stroomopwaarts (richting lodge) richten. We krijgen een uurtje respijt en worden gevraagd om 4 uur klaar te staan voor een kanovaart naar de lagune stroomopwaarts (halverwege de weg naar Puente de Cuyabeno). De speciale interesse voor die lagune is de zonsondergang (daar moeten we niet veel van verwachten want het is bewolkt) en een 8 m lange anaconda die daar ergens zijn nest heeft. Plots roept Andres echter dat hij een roze dolfijn ziet. Roze dolfijnen zijn zoetwater dolfijnen die oorspronkelijk van de Atlantische oceaan komen en de Amazone en zijn vele zijrivieren opgezwommen zijn. Men noemt deze dolfijnen roze maar dat zijn ze alleen maar als ze een tijdje erg snel zwemmen … en dus blozen van de inspanning. Hoe dan ook we zijn allemaal erg tevreden deze dolfijnen te zien want het gebeurt niet al te vaak. Een foto van die beesten nemen is echter een kwestie van puur geluk. Door het troebele water heeft men geen idee waar ze gaan opduiken en als ze opduiken is het maar voor een paar seconden. Men kan ze dus zien, maar voor de foto zijn ze te snel weg. Beste lezer, ge zult ons dus zonder foto moeten geloven dat we die roze dolfijnen ook daadwerkelijk gezien hebben en niet onder invloed van Ayuhasca zijn.

Na de dolfijnen staat een bezoek aan de anaconda op de agenda. We varen over de lagune waar we een heel andere flora en fauna zien tot helemaal aan de andere kant waar we “aan land / modder gaan”. Gelukkig heeft iedereen rubberen laarzen (in het Engels: Wellingtons of Wellies) aan ,want we moeten door modder van 10 à 20 cm diep ploeteren. Bovendien staan kloeke struiken overal verspreid in de moddar. Het is dus een echte hindernisloop en bovendien valt de duisternis (omdat we te lang naar de dolfijnen gekeken hebben) waardoor het een hindernisloop in het halfduister wordt. Bovendien is het umsohnst want de anaconda is piepedada en we zien niets meer dan een afdruk van zijn lijf in de modder. Andres en Nestor (de kano chauffeur) gaan nog wel op zoek in de buurt maar moeten onverrichterzake terugkeren. Nu is het echt donker, wat de terugtocht naar de kano niet vergemakkelijkt … zelfs niet voor onze gids waardoor we met zijn allen veel verder door modder en over wortels en onder takken van struiken moeten krawietelen dan strikt nodig. Na wat zoeken vinden we echter de kano en kunnen we terug naar de lodge, niet zonder eerst de kaaimannen bekeken te hebben. Wanneer Andres met zijn toorts over de lagune schijnt zijn overal oranje lichtjes van oplichtende ogen van kaaimannen te zien. Ik denk dat er minstens 20 à 50 hongerige kaaimannen aan het rondzwemmen zijn in deze lagune. Gelukkig ziet de glasvezel kano er tamelijk stevig uit. Nog maar pas weg van de oever van de lagune duikt een eerste kloeke kaaiman letterlijk op. Volgens Andres ziet die er hungry and angry uit. Het wordt echter nog spannender wanneer we naar een paar oranje lichtjes varen die aan de kant zitten. Die behoren toe aan een vrij kleine kaaiman die wat ligt te rusten. Terwijl Andres zijn uitleg doet springt plots naast hem een zeer grote kaaiman op. Ik zou niet weten wie het hoogst sprong de kaaiman of Andres maar toch besluiten we wat verder te varen en geen rematch te organiseren. Door de oranje lichtjes truc vinden we in een boom ook een slang van de boa familie. Het beest van ongeveer 2 m lang zit op een tak. Andres zegt dat men best niet te dicht bij die beesten komt, want dat ze dikwijls nogal agressief zijn.

Zo varen we van oranje lichtje naar het volgende. We zijn in bewondering voor de kanobestuurder. Hoe die in het donker zijn weg vindt en, nog straffer, hoe die de ondiepe plekken (waar de schroef van de buitenboordmotor uit het water moet gelicht worden) weet zijn is voor mij een raadsel. De fooi van de schipper gaat omhoog. Ik krijg ook meer en meer bewondering voor de eerste Spanjaard die vanuit de Andes de eerste keer de beekjes, riviertjes en uiteindelijk de Amazone afgevaren is tot aan de Atlantische oceaan. Niet dat hij zijn buitenboord motor zo veel zal moeten oplichten hebben maar toch … en dan nog zonder moscito repellent. En dat er moscito’s rondvliegen hoeft geen betoog. Andres schijnt op een bepaald moment zijn toorts recht naar boven en we zien miljoenen insecten in de lichtbundel. Wat een spectakel. Er trouwens niet alleen een licht spektakel. Er is ook een echt concert aan de gang, wanneer iedereen gevraagd wordt één minuutje de stilte te bewaren (zelfs N&E slagen daarin) en alle licht uitgeschakeld wordt. Indrukwekkend dit Amazone orkest onder miljoenen sterren met hier en daar een vuurvliegje.

Terug in de lodge laten we ons een biertje of twee met een lekker stukje kip smaken en kruipen we onder ons moscitonet (voor de veren is het te warm) want morgen moeten we om 6:30 aan de pier staan om met de kano op zoek te gaan naar aapjes.

Reacties

Reacties

jef

ondertussen ben ik ook terug van een lange reis en ik ben aan het inhalen. leuke reis, en weer mooi verteld Patrick!

Nicole

Wat een verhaal niet te doen

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!